31988D0565

88/565/EEG: Beschikking van de Commissie van 29 maart 1988 betreffende een steunvoornemen van de Franse Regering in bepaalde zones van Haute-Normandie, Franche- Comté en Sarthe, in de omschakelingskernen Duinkerken, Le Creusot, Fos, Caen en de zone Roubaix-Tourcoing (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

Publicatieblad Nr. L 310 van 16/11/1988 blz. 0028 - 0031


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 29 maart 1988 betreffende een steunvoornemen van de Franse Regering in bepaalde zones van Haute-Normandie, Franche-Comté en Sarthe, in de omschakelingskernen Duinkerken, Le Creusot, Fos, Caen en de zone Roubaix-Tourcoing ( Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek ) ( 88 /565/EEG ) ( 88/565/EEG )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 93, lid 2, eerste alinea,

Na de belanghebbenden overeenkomstig genoemd artikel te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken en gezien deze opmerkingen,

Overwegende hetgeen volgt :

Op 24 oktober 1986 heeft de Franse Regering overeenkomstig artikel 93, lid 3, van het Verdrag de Commissie in kennis gesteld van het voornemen om voor een bijkomende periode van drie jaar per 1 januari 1987 de mogelijkheid onder afwijkende voorwaarden ruimtelijke-ordeningspremies ( prime d'aménagement du territoire" ( PAT )) te verlenen, in de volgende zones te doen voortduren :

- alle in artikel 1 van Beschikking 85/18/EEG van de Commissie van 10 oktober 1984 betreffende de afbakening in Frankrijk van de zones die in aanmerking komen voor de ruimtelijke-ordeningspremie ( 3 ) genoemde zones waarin de PAT tot 31 december 1985 kon worden verleend, welke gelegen zijn in de departementen Eure, Seine-Maritime, Franche-Comté en Sarthe;

- de omschakelingskernen Duinkerken, Fos, Caen, Le Creusot, en de zone Roubaix-Tourcoing .

Het betreft de mogelijkheid om toe te staan dat PAT wordt uitgekeerd in deze niet als steungebied aangemerkte zones, bij wijze van afwijking in de zin van artikel 3 van Beschikking 85/18/EEG, in welk artikel wordt aangegeven dat van deze mogelijkheid slechts tot 31 december 1986 gebruik kon worden gemaakt, waarbij de uitkeringen vooraf ter goedkeuring aan de Commissie moesten worden voorgelegd, indien met de investering een bedrag van 4,5 miljoen Ecu of meer dan dat bedrag is gemoeid of de nominale steunintensiteit 15 % of meer bedraagt .

De Commissie heeft in de desbetreffende zones een sociaal-economisch onderzoek ingesteld overeenkomstig de methode van toepassing van artikel 92, lid 3, onder c ), van het Verdrag ten aanzien van de regionale steun, op grond waarvan de Commissie op 18 maart 1987 het volgende heeft beslist :

a ) geen bezwaar tegen de toepassing van deze steunmaatregelen in zones die voorheen voor deze steun in aanmerking kwamen in het arrondissement Le Havre ( Seine-Maritime ), de omschakelingskernen Caen, Duinkerken en Fos, alsmede in de zone Roubaix-Tourcoing .

Ten aanzien van deze zones heeft de Commissie het bestaan van een langdurig hoog niveau van werkloosheid ( Le Havre, Roubaix-Tourcoing ) in aanmerking genomen, alsmede de ongunstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in de industrie ( Caen, Duinkerken, Fos ), met name ten gevolge van het verlies van arbeidsplaatsen in de ijzer - en staalindustrie en in de scheepsbouw;

b ) inleiding van de procedure van artikel 93, lid 2, van het Verdrag ten aanzien van het handhaven als PAT-zone bij wijze van afwijking van alle zones die voorheen voor steun in aanmerking kwamen in de departementen Eure, Sarthe, Doubs, het Territoire de Belfort en, in het departement Haute-Saône, van de voorheen voor steun in aanmerking komende zones van het arrondissement Vesoul, alsmede van de omschakelingskern Le Creusot, aangezien geen van deze zones, met uitzondering van die in Haute-Saône, economische kenmerken vertonen ( structureel werkloosheidscijfer en bruto binnenlands produkt ( BBP ) per hoofd ) op grond waarvan deze gebieden voor regionale steun in aanmerking zouden moeten komen . Ten aanzien van Haute-Saône, waar het BBP per hoofd 66 bedraagt, terwijl de waardedrempel 77 is, was de onzekerheid ( om statistisch-technische redenen ) ten aanzien van dit cijfer aanleiding om de procedure, in afwachting van nadere bevestiging, in te leiden .

De Commissie heeft de Franse Regering op 20 maart 1987 ( brief nr . SG(87 ) D/3741 ) en de andere Lid-Staten bij schrijven van 12 juni 1987 van haar beslissing in kennis gesteld en hun aangemaand hun opmerkingen kenbaar te maken .

De andere belanghebbenden dan de Lid-Staten zijn op de hoogte gesteld in een mededeling in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen ( 1 ), waarbij zij werden aangemaand eventuele opmerkingen kenbaar te maken .

In het kader van dit overleg heeft de Regering van een andere Lid-Staat dan Frankrijk haar standpunt kenbaar gemaakt en de analyse van de Commissie onderschreven . Ook de Franse autoriteiten hebben hun opmerkingen kenbaar gemaakt en hierbij de analyse van de Commissie niet betwist, maar nadere toelichting verschaft over de sociaal-economische situatie over de regio's in kwestie .

Ten aanzien van de gevolgen voor de mededinging was de Commissie van oordeel dat men geen verschil mocht maken tussen een als PAT-zone ingedeelde zone en een niet als PAT-zone ingedeelde zone, waarin bij wijze van uitzondering incidenteel PAT wordt toegekend . Daarom heeft de Commissie een onderzoek ingesteld naar de bewuste zones volgens de methode waarmede wordt vastgesteld of een zone kan worden aangemerkt als zone waarin regionale steun kan worden toegekend .

Steun die in het kader van de PAT-regeling wordt toegekend om investeringen in het bedrijfsleven te stimuleren valt onder de bepalingen van artikel 92, lid 1, van het Verdrag .

De steun wordt toegekend ten behoeve van voor steun in aanmerking komende investeringen van bedrijven die in ontwikkelingszones zijn gelegen . Deze bedrijven worden bevoordeeld in die zin, dat die investeringen aan deze bedrijven minder kosten .

Deze constatering wordt geenszins verzwakt door het argument dat regionale steun slechts een compensatie is voor de nadelen die voortvloeien uit de vestiging in een ontwikkelingszone . In de eerste plaats is compensatie voor een minder gunstige plaats van vestiging een vorm van bevoordeling, doordat de vestigingskosten van de bedrijven hierdoor lager worden . In de tweede plaats zijn de nadelen van een vestigingsplaats meestal niet zo nauwkeurig te berekenen dat het toegekende steunbedrag een volmaakt juiste compensatie van deze nadelen is .

Vooral is de door de Lid-Staten verleende regionale steun over het algemeen zo hoog, dat deze voor de bedrijven een financiële stimulans vormt om zich in bepaalde zones te vestigen en aldaar te investeren .

Bovengenoemde steun vervalst de concurrentie; financiële steun aan een bedrijf heeft werkelijk een berekenbare verbetering van de winst tot gevolg, waardoor het bedrijf, vergeleken bij concurrenten die geen steun ontvangen, een ruimere armslag krijgt .

Indien steun het de bedrijven mogelijk maakt een andere vestigingsplaats te kiezen, moet ook deze worden beschouwd als concurrentievervalsing in de zin van artikel 92, lid 1, van het Verdrag . Bij een steunregeling waardoor de concurrentie in de gemeenschappelijke markt ( artikel 3, onder f ), van het Verdrag ) niet wordt vervalst, wordt namelijk ervan uitgegaan dat de bedrijven hun plaats van vestiging geheel autonoom kiezen, zonder dat hun beslissing dienaangaande wordt beïnvloed doordat steun wordt verleend .

Ook heeft de betrokken steun invloed op het handelsverkeer tussen de Lid-Staten . De beoordeling van de ontwikkelingszones kan niet zo ver gaan, dat met zekerheid kan worden bepaald wat de afzetmogelijkheden voor de steunontvangende bedrijven zullen zijn, omdat dit oordeel geen betrekking heeft op een concreet geval, maar op een algemene regeling waarvan niet van tevoren kan worden aangegeven aan welke bedrijven deze ten goede zal komen . Wel kan op grond van ervaring worden gesteld dat bepaalde steunontvangende bedrijven aan het intracommunautaire handelsverkeer deelnemen .

Zoals hierboven reeds is aangegeven, betekent financiële steun een versterking van de positie van de steunontvangende bedrijven ten opzichte van hun concurrenten . Indien deze gevolgen merkbaar zijn voor het intracommunautaire handelsverkeer, kan men stellen dat in dit handelsverkeer ten gevolge van de verlening van de steun veranderingen optreden . Uit de voorgaande overwegingen blijkt dat alle in de PAT-regeling opgenomen steunmaatregelen onder artikel 92, lid 1, van het Verdrag vallen .

Omdat het in dit geval om regionale steun gaat, moet worden nagegaan of deze eventueel niet in aanmerking komt voor de in artikel 92, lid 3, onder a ) en c ), van het Verdrag genoemde uitzonderingen . Deze uitzonderingen zijn met name slechts dan toegestaan, indien de Commissie kan vaststellen dat de op de markt werkzame krachten niet voldoende zijn om de potentiële steunontvanger tot een dusdanig gedrag te brengen, dat de in de uitzonderingsbepalingen genoemde doelstellingen hierdoor worden gediend .

Bovengenoemde uitzonderingen toestaan zonder dat een dergelijk causaal verband aanwezig is, zou neerkomen op veranderen van de voorwaarden waaronder het handelsverkeer tussen de Lid-Staten plaatsvindt en op vervalsen van de concurrentie zonder dat voor de Gemeenschap hier een compensatie tegenover staat .

Indien de Commissie bovenstaande beginselen bij haar onderzoek naar regionale steunregelingen hanteert, moet zij kunnen vaststellen dat de betrokken regio's te kampen hebben met problemen die in vergelijking tot de toestand in de rest van de Gemeenschap voldoende ernstig zijn om het verlenen van steun in de voorgestelde intensiteit te rechtvaardigen .

Bij het onderzoek moet blijken dat de steun noodzakelijk is om de in artikel 92, lid 3, onder a ) of c ), van het Verdrag genoemde doelstellingen te verwezenlijken . Indien dit niet kan worden aangetoond, moet worden aangenomen dat de steun niet tot de in de uitzonderingsbepalingen genoemde doelstellingen bijdraagt, maar voornamelijk dient om de steunontvangende bedrijven te bevoordelen .

Overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder a ), van het Verdrag kunnen als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden beschouwd die steunmaatregelen welke de economische ontwikkeling van streken waarin de levensstandaard abnormaal laag is of waar een ernstig gebrek aan werkgelegenheid heerst, bevorderen . In Beschikking 85/18/EEG gaf de Commissie reeds op grond van een diepgaande sociaal-economische analyse van de regio's van het Franse moederland aan, dat haars inziens niet was voldaan aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de in artikel 92, lid 3, onder a ), van het Verdrag genoemde uitzondering, daar de levensstandaard in deze streken niet abnormaal laag is en er evenmin een ernstig gebrek aan werkgelegenheid heerst .

Daarom zou alleen de uitzondering van artikel 92, lid 3, onder c ), van het Verdrag in aanmerking kunnen worden genomen . In dit artikel is sprake van de verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt van steunmaatregelen om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid te vergemakkelijken, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad . De Commissie heeft een algemene methode ontwikkeld voor de toepassing van artikel 92, lid 3, onder c ), van het Verdrag, om te komen tot op communautair vlak consistente en objectieve analyses en om voor de regio's van de verschillende Lid-Staten de drempels vast te stellen welke zijn gebaseerd op het structurele werkloosheidscijfer en het BBP per hoofd, waarbij regionale steun toelaatbaar wordt geacht . Bij deze methode gaat men uit van geharmoniseerde statistieken voor niveau NUTS -III-gebieden ( in Frankrijk zijn dit de departementen ). Behoudens met redenen omklede uitzonderingen wordt de analyse die wordt gehanteerd bij voor steun voorgedragen zones dus toegepast op dit niveau III .

Ten aanzien van de zones die voor steun zijn voorgedragen in de departementen Eure, Sarthe, Doubs en het Territoire de Belfort, blijft de Commissie bij de bevindingen van de analyse die zij bij het inleiden van de procedure had doen uitvoeren . In de eerste plaats liggen de kenmerken voor deze departementen niet boven de voor steunverlening gestelde drempels, die voor het werkloosheidscijfer en het BBP per hoofd respectievelijk 118 en 77 bedragen :

Werkloosheid 1983-1986 BBP per hoofd in 1985 Eure 110 89 Sarthe 115 88 Doubs 95 104 Territoire de Belfort 109 86 Ten tweede trad bij toetsing van de maatregel aan artikel 92, lid 3, onder c ), van het Verdrag, volgens het tweede deel van de toepassingsmethode, in deze departementen geen enkel element aan het licht dat in voldoende mate negatief was om de maatregel te rechtvaardigen . Daarom voldoen de voor steun voorgedragen, in deze vier departementen gelegen zones niet aan de voorwaarden om voor de in artikel 92, lid 3, onder c ), genoemde uitzondering in aanmerking te komen .

Daarentegen ligt die situatie in de departementen Haute-Saône ( arrondissement Vesoul ) en Saône et Loire ( kern Le Creusot ) anders .

Voor Haute-Saône is het indexcijfer voor het BBP per hoofd in 1985 ( F = 100 ) namelijk op 66 vastgesteld, dus ruim onder de drempelwaarde van 77 . Ten aanzien van het departement Saône et Loire, waarin de kern Le Creusot is gelegen, bedragen de indexcijfers voor het BBP per hoofd en werkloosheid respectievelijk 90 en 113 .

De situatie in deze kern wordt gekenmerkt door bepaalde, vooral voor de toekomst zeer negatieve elementen :

- de drie werkgelegenheidsgebieden Le Creusot, Montceau-les-Mines en Châlon-sur-Saône, waaruit deze omschakelingskern bestaat, vormen niet slechts van het departement, maar van de gehele regio Bourgogne het enige industriegebied;

- de machinebouw en de traditionele sectoren van de industrie zijn in deze kern sterk vertegenwoordigd : mijnbouw, textielindustrie, ijzer - en staalindustrie, gevoelige sectoren waarin thans reorganisaties plaatsvinden en waarin de werkgelegenheid steeds verder terugloopt . In de omschakelingskern als geheel daalde het aantal werknemers met 6,2 %, namelijk van 64 900 in 1982 tot 60 900 in 1985 . De mijnen en de grote ondernemingen op het gebied van machinebouw, van materieel voor openbare werken en van elektrische apparaten staan aan de vooravond van een grote personeelsuitstoot; de komende maanden zullen in deze sectoren namelijk 2 000 arbeidsplaatsen verdwijnen . Ten aanzien van het kolenbekken van Montceau-les-Mines-Blanzy, waarin in 1986 1 425 personen werkzaam waren, is de sluiting van de mijn nog vóór 1990 gepland;

- behalve een verlies van arbeidsplaatsen in de industrie verwacht men nog een verlies van werkgelegenheid als gevolg van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, dat per jaar op 800 arbeidsplaatsen wordt geschat . Tussen 1981 en 1986 is het aantal zuivelproducenten van 6 000 tot 3 000 gedaald . Bovendien zijn ten gevolge van het instellen van melkquota vele melkkoeien geslacht, waardoor de prijs voor rundvlees, waarin dit departement is gespecialiseerd, sterk is gedaald .

Op grond van deze elementen is de Commissie tot de bevinding gekomen dat het arrondissement Vesoul, dat gelegen is in het departement Haute-Saône, alsmede de omschakelingskern Le Creusot voor de in artikel 92, lid 3, onder c ), van het Verdrag genoemde uitzondering in aanmerking konden komen . Daarom mag PAT-steun bij wijze van afwijking in de zin van artikel 3 van Beschikking 85/18/EEG in deze zones voor de duur van drie jaar, gerekend vanaf 1 januari 1987, worden toegekend .

Bij de tenuitvoerlegging van deze regeling moeten de communautaire bepalingen inzake staatssteun worden nageleefd, met name die welke betrekking hebben op de cumulering van steunmaatregelen met uiteenlopende doelstelling ( 1 ) en op bepaalde sectoren van de industrie, de landbouw en de visserij,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN :

Artikel 1 Frankrijk dient zich ervan te onthouden de regeling van de prime d'aménagement du territoire", hierna PAT" te noemen, bij wijze van afwijking toe te passen in de voormalige PAT-zones in de departementen Eure, Sarthe, Doubs en in het Territoire de Belfort, daar deze steun, in de zin van artikel 92 van het Verdrag, onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt .

Artikel 2 De PAT-regeling bij wijze van afwijking, als omschreven in artikel 3 van Beschikking 85/18/EEG, wordt beschouwd als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 92 van het Verdrag, indien deze voor een tijdvak van drie jaar, te rekenen vanaf 1 januari 1987, wordt toegepast in de voormalige PAT-zones van het arrondissement Vesoul ( departement Haute-Saône ) en in de omschakelingskern Le Creusot .

De premies moeten vooraf bij de Commissie, overeenkomstig artikel 93, lid 3, van het Verdrag, worden aangemeld, indien met de investeringen een bedrag van 4,5 miljoen Ecu of meer is gemoeid of indien de nominale steunintensiteit 15 % of meer bedraagt .

Bij de tenuitvoerlegging van deze regeling dienen de communautaire voorschriften inzake staatssteun in acht genomen te worden, met name die welke betrekking hebben op :

- de cumulering van steunmaatregelen met uiteenlopende doelstelling,

- bepaalde sectoren van de industrie, de landbouw en de visserij .

Artikel 3 De Franse Regering stelt de Commissie uiterlijk twee maanden na de datum van deze beschikking in kennis van de maatregelen die zij heeft vastgesteld om haar voorschriften in overeenstemming met artikel 1 van deze beschikking te brengen .

Artikel 4 Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek .

Gedaan te Brussel, 29 maart 1988 .

Voor de Commissie Peter SUTHERLAND Lid van de Commissie ( 1 ) PB nr . L 11 van 12 . 1 . 1985, blz . 28 .

( 2 ) PB nr . C 176 van 4 . 7 . 1987, blz . 5 .

( 3 ) PB nr . C 3 van 5 . 1 . 1985, blz . 2 .