*****

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 22 maart 1988

houdende machtiging van de Franse Republiek om zaaizaad van harde tarwe dat niet aan de eisen van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad voldoet tijdelijk tot de handel toe te laten

(88/246/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 87/120/EEG (2), en met name op artikel 17,

Gezien het verzoek van de Franse Republiek,

Overwegende dat in Frankrijk de zaaizaadproduktie van rassen van harde tarwe die aan de eisen van Richtlijn 66/402/EEG voldoen, in 1987 niet toereikend was om in de behoeften van dat land te voorzien;

Overwegende dat in deze behoeften niet in voldoende mate kan worden voorzien met zaad uit de overige Lid-Staten of uit derde landen dat aan alle in voornoemde richtlijn gestelde eisen voldoet;

Overwegende dat de Franse Republiek derhalve moet worden gemachtigd om gedurende een periode die op 30 april 1988 afloopt, zaaizaad van bovengenoemde soort, waarvoor minder strenge eisen gelden, tot de handel toe te laten;

Overwegende dat het bovendien dienstig is de overige Lid-Staten die in de behoeften van Frankrijk kunnen voorzien met zaad dat niet aan de eisen van voornoemde richtlijn voldoet, te machtigen dit zaad tot de handel toe te laten, mits het voor Frankrijk bestemd is;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De Franse Republiek wordt gemachtigd om tot en met 30 april 1988 op zijn grondgebied ten hoogste 5 000 ton zaaizaad van harde tarwe (Triticum durum Desf.) van de categorie »gecertificeerd zaaizaad", dat niet aan de voorwaarden van bijlage II bij Richtlijn 66/402/EEG voldoet voor wat de minimumkiemkracht betreft, tot de handel toe te laten, mits aan de volgende eisen wordt voldaan:

a) de kiemkracht moet ten minste 80 % van het zuivere zaad bedragen;

b) op het officiële etiket moeten de volgende vermeldingen voorkomen:

- »Minimumkiemkracht 80 %",

- »Uitsluitend bestemd voor Frankrijk".

Artikel 2

De overige Lid-Staten worden gemachtigd om, met inachtneming van de in artikel 1 gestelde voorwaarden, de afzet van ten hoogste 5 000 ton zaaizaad van harde tarwe op hun grondgebied toe te staan, mits het zaad uitsluitend voor Frankrijk bestemd is. Op het etiket moeten de in artikel 1, onder b), bedoelde vermeldingen voorkomen.

Artikel 3

De Lid-Staten delen de Commissie vóór 30 juni 1988 mee hoeveel zaad op grond van deze beschikking op hun grondgebied in de handel is gebracht. De Commissie stelt de andere Lid-Staten daarvan in kennis.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 22 maart 1988.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. 125 van 11. 7. 1966, blz. 2309/66.

(2) PB nr. L 49 van 18. 2. 1987, blz. 39.