31987R3556

Verordening (EEG) nr. 3556/87 van de Commissie van 26 november 1987 houdende aanvullende uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van voorfixatiecertificaten voor bepaalde produkten van de graansector die worden uitgevoerd in de vorm van deegwaren van post 19.03 van het gemeenschappelijk douanetarief

Publicatieblad Nr. L 337 van 27/11/1987 blz. 0057 - 0058
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 24 blz. 0198
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 24 blz. 0198


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3556/87 VAN DE COMMISSIE

van 26 november 1987

houdende aanvullende uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van voorfixatiecertificaten voor bepaalde produkten van de graansector die worden uitgevoerd in de vorm van deegwaren van post 19.03 van het gemeenschappelijk douanetarief

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1900/87 (2), en met name op artikel 16, lid 6, en artikel 24,

Overwegende dat in artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3035/80 van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2223/86 (4), is bepaald dat een stelsel van vaststelling vooraf van de uitvoerrestitutie wordt toegepast, met name voor de produkten van de graansector die zijn verwerkt in de goederen die onder die verordening vallen;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1760/83 van de Commissie (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 349/86 (6), bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van voorfixatiecertificaten zijn vastgesteld; dat het op grond van artikel 3, onder a), van die verordening mogelijk is in vak 12 van het voorfixatiecertificaat de omschrijving van verschillende goederen te vermelden;

Overwegende dat in het kader van het gemeenschappelijk handelsbeleid is bepaald dat uitvoer uit de Gemeenschap van deegwaren van post 19.03 van het gemeenschappelijk douanetarief naar de Verenigde Staten van Amerika gedeeltelijk in het kader van het actieve veredelingsverkeer en gedeeltelijk met toekenning van een uitvoerrestitutie plaatsvindt; dat het daartoe nodig is dat alleen de deegwaren in het voorfixatiecertificaat als uit te voeren goederen worden vermeld;

Overwegende dat het van belang is dat de Commissie zo snel mogelijk over alle nodige inlichtingen beschikt om de verwachte ontwikkeling van de communautaire uitvoer van de bedoelde deegwaren naar de Verenigde Staten te kunnen beoordelen; dat op basis van die inlichtingen bepaalde besluiten moeten kunnen worden genomen om een onaangepaste stijging te voorkomen van de hoeveelheden basisprodukten van de graansector waarvoor voorfixatiecertificaten worden afgegeven met het oog op de uitvoer van deegwaren naar de Verenigde Staten van Amerika; dat derhalve een termijn moet worden vastgesteld voor de aanvaarding van de certificaataanvragen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Als gebruik wordt gemaakt van de regeling inzake de vaststelling vooraf van de restitutie voor een basisprodukt van de graansector dat wordt uitgevoerd in de vorm van deegwaren van post 19.03 van het gemeenschappelijk douanetarief:

a) mag in de aanvraag van het voorfixatiecertificaat en in het certificaat zelf, in vak 12, alleen de omschrijving van post 19.03 van het gemeenschappelijk douanetarief worden vermeld;

b) wordt in de aanvraag van het voorfixatiecertificaat en in het certificaat zelf, in vak 13, de vermelding »Verenigde Staten van Amerika" of de vermelding »andere landen dan de Verenigde Staten van Amerika" aangebracht. Het certificaat verplicht tot uitvoer naar de aangegeven bestemming.

Artikel 2

De voorfixatiecertificaten die zijn aangevraagd voor basisprodukten van de graansector welke zijn bestemd om in de vorm van deegwaren van post 19.03 van het gemeenschappelijk douanetarief naar de Verenigde Staten van Amerika te worden uitgevoerd, worden pas afgegeven op de vijfde werkdag volgende op de dag waarop de aanvraag is ingediend, voor zover er tijdens die termijn geen bijzondere maatregelen worden genomen.

Artikel 3

1. De bevoegde instanties van de Lid-Staten delen de Commissie elke werkdag de statistische gegevens mede betreffende:

- de hoeveelheden basisprodukten van de graansector waarvoor op de voorafgaande werkdag voorfixatiecertificaten zijn gevraagd met het oog op de uitvoer naar de Verenigde Staten van Amerika in de vorm van deegwaren van post 19.03 van het gemeenschappelijk douanetarief;

- de hoeveelheden deegwaren van post 19.03 van het gemeenschappelijk douanetarief waarvoor de uitvoerrestitutie die op de voorafgaande werkdag is toegekend voor de erin verwerkte granen, vooraf was vastgesteld, alsmede de datum waarop de aangifte ten uitvoer van de bedoelde deegwaren naar de Verenigde Staten van Amerika door de bevoegde douane-instanties is aanvaard.

2. De in lid 1 bedoelde statistische gegevens worden per onderverdeling van het gemeenschappelijk douanetarief waaronder de betrokken deegwaren vallen, aan de Commissie medegedeeld op het onderstaande adres:

Commissie van de Europese Gemeenschappen,

DG III/B/2,

Wetstraat 200,

B-1049 Brussel.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing op de certificaten die worden aangevraagd vanaf 1 december 1987 tot en met 30 april 1988.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 26 november 1987.

Voor de Commissie

COCKFIELD

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 1.

(2) PB nr. L 182 van 3. 7. 1987, blz. 40.

(3) PB nr. L 323 van 29. 11. 1980, blz. 27.

(4) PB nr. L 194 van 17. 7. 1986, blz. 1.

(5) PB nr. L 172 van 30. 6. 1983, blz. 20.

(6) PB nr. L 42 van 19. 2. 1986, blz. 5.