31987R3252

Verordening (EEG) nr. 3252/87 van de Raad van 19 oktober 1987 inzake coördinatie en bevordering van het visserijonderzoek

Publicatieblad Nr. L 314 van 04/11/1987 blz. 0017 - 0019
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 3 blz. 0059
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 3 blz. 0059


VERORDENING (EEG) Nr. 3252/87 VAN DE RAAD

van 19 oktober 1987

inzake cooerdinatie en bevordering van het visserijonderzoek

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 101/76 (2) bepaalt dat de Lid-Staten hun structuurbeleid in de visserijsector moeten cooerdineren en dat de maatregelen voor de cooerdinatie van hun beleid inzake onderzoek en de technische en wetenschappelijke bijstand in deze sector worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 43, lid 2, van het Verdrag;

Overwegende dat het als gevolg van recente ontwikkelingen in die sector, en met name sedert de uitbreiding van de visserijzones tot 200 mijl en de invoering van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, nog noodzakelijker geworden is het biologisch, technologisch en economisch onderzoek op visserijgebied in de Gemeenschap adequaat te cooerdineren om de aanpassing van de vloten in de Gemeenschap aan de nieuwe omstandigheden in de visserij te vergemakkelijken;

Overwegende dat met het oog op de tenuitvoerlegging van maatregelen die deze cooerdinatie mogelijk maken, de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 101/76 ten aanzien van het visserijonderzoek moeten worden aangevuld, en met name moet worden voorzien in de systematische uitwisseling van wetenschappelijke, economische en financiële gegevens over de acties op het gebied van het visserijonderzoek in de Gemeenschap, en in de cooerdinatie van deze acties op gebieden die van belang zouden kunnen zijn voor de aanpassing van de visserijsector in de Gemeenschap;

Overwegende dat Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987 tot en met 1991) (3) met name voorziet in de uitvoering van onderzoekprogramma's voor de ontwikkeling van de produktiviteit, de verbetering van de kwaliteit en de verwerking van de produkten van de visserijsector;

Overwegende dat cooerdinatie en bevordering van het onderzoek alleen mogelijk zijn als de Gemeenschap de werkzaamheden in de Lid-Staten steunt en aanvult, zodat beter kan worden voldaan aan de eisen van het onderzoek en aan de behoeften van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

Overwegende dat het dienstig lijkt op onderzoekgebieden die van bijzonder belang zijn voor het bereiken van de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid communautaire programma's voor onderzoek en voor cooerdinatie van onderzoek vast te stellen;

Overwegende dat het Permanent Comité voor de visserijstructuur (PCV) en het Wetenschappelijk en Technisch Comité voor de visserij (WTCV) de meest geëigende organen zijn om de Commissie bij te staan en te adviseren bij haar taak op het gebied van de cooerdinatie en de bevordering van het visserijonderzoek;

Overwegende dat gezorgd dient te worden voor cooerdinatie van de werkzaamheden van deze Comités met die van het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek (CREST);

Overwegende dat, ter wille van de exploitatie van de resultaten van onderzoek waaraan de Gemeenschap deelneemt, erop moet worden toegezien dat deze resultaten ter beschikking van de belanghebbenden in de Gemeenschap worden gesteld;

Overwegende dat moet worden voorzien in een financiële bijdrage door de Gemeenschap aan de betreffende programma's,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Om een bijdrage te leveren tot de verwezenlijking van de doeleinden van het gemeenschappelijk visserijbeleid, worden de werkzaamheden die in de Lid-Staten op het gebied van het visserijonderzoek worden verricht, op communautair vlak gecooerdineerd en bevorderd overeenkomstig deze verordening.

2. Deze verordening is van toepassing met inachtneming van de algemene lijnen van het door de Gemeenschap vastgestelde beleid op het gebied van wetenschap en technologie.

TITEL I

Mededeling van gegevens en overleg

Artikel 2

Er wordt een procedure ingesteld voor de mededeling van gegevens en voor overleg tussen de Lid-Staten en de Commissie zoals aangegeven in de artikelen 3 en 4.

Artikel 3

1. De Lid-Staten stellen de Commissie jaarlijks op de hoogte van de aard en de draagwijdte van de werkzaamheden op het gebied van het visserijonderzoek die onder hun gezag of met hun financiële bijstand worden uitgevoerd of overwogen.

Zij streven ernaar de Commissie op dezelfde wijze informatie te verstrekken over de werkzaamheden op het gebied van het visserijonderzoek die door andere instanties worden uitgevoerd of overwogen.

2. De Commissie houdt een permanente inventaris van de in lid 1 bedoelde werkzaamheden bij.

3. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel, inzonderheid de voorwaarden waaronder de verzamelde gegevens ter beschikking van de belanghebbenden kunnen worden gesteld, worden door de Commissie vastgesteld volgens de procedure van artikel 47 van Verordening (EEG) nr. 4028/86 (1).

Artikel 4

1. De Commissie volgt voortdurend de hoofdlijnen en de ontwikkelingen van het visserijonderzoek in de Gemeenschap. Daartoe pleegt zij in het kader van het Permanent Comité voor de visserijstructuur overleg met de Lid-Staten.

2. De Commissie zorgt voor de nodige cooerdinatie van de werkzaamheden van het in lid 1 bedoelde comité met die van het Wetenschappelijk en Technisch Comité voor de visserij en het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek.

TITEL II

Communautaire programma's voor onderzoek en voor cooerdinatie van onderzoek

Artikel 5

De Raad beslist, op voorstel van de Commissie, volgens de procedure van artikel 43 van het Verdrag over:

a) communautaire programma's voor onderzoek op gebieden die van bijzonder belang zijn voor het gemeenschappelijke visserijbeleid;

b) communautaire programma's voor cooerdinatie van onderzoek, bedoeld om te komen tot een rationele inzet van middelen, een doeltreffend gebruik van onderzoekresultaten en oriëntatie van het onderzoek in overeenstemming met de doeleinden van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Artikel 6

1. De Commissie zorgt voor de uitvoering van de communautaire programma's voor onderzoek, door contracten voor onderzoek met kostendeling te sluiten met onderzoekcentra en onderzoekinstituten.

2. De Commissie zorgt voor de uitvoering van de communautaire programma's voor cooerdinatie van onderzoek, door studiebijeenkomsten, symposia, studiebezoeken, uitwisseling van onderzoekers en werkvergaderingen van wetenschappelijke deskundigen te organiseren en door de onderzoekresultaten te verzamelen, te analyseren en zo nodig te publiceren.

3. Voor de toepassing van de leden 1 en 2 kan de Commissie een beroep doen op deskundigen van hoog niveau.

4. De besluiten inzake de uitvoering van de in lid 1 bedoelde communautaire programma's voor onderzoek en van de in lid 2 bedoelde communautaire programma's voor cooerdinatie van onderzoek worden door de Commissie vastgesteld volgens de procedure van artikel 47 van Verordening (EEG) nr. 4028/86.

TITEL III

Algemene bepalingen

Artikel 7

De Gemeenschap draagt bij in de financiering van de communautaire programma's voor onderzoek en cooerdinatie van onderzoek. Het daarvoor nodig geachte bedrag wordt door de Raad vastgesteld volgens de in artikel 5 bedoelde procedure. De voor een begrotingsjaar benodigde kredieten worden jaarlijks vastgesteld in de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 8

De kennis die wordt verkregen door de uitvoering van de communautaire programma's voor onderzoek en voor cooerdinatie van onderzoek, wordt verspreid overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2380/74 (2).

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 19 oktober 1987.

Voor de Raad

De Voorzitter

L. TOERNAES

SPA:L111UMBH08.96

FF: 1UHO; SETUP: 01; Hoehe: 1219 mm; 189 Zeilen; 8463 Zeichen;

Bediener: UTE0 Pr.: B;

Kunde: L111 UMBH08

(1) PB nr. C 255 van 13. 10. 1986, blz. 239.

(2) PB nr. L 20 van 28. 1. 1976, blz. 19.

(3) PB nr. L 302 van 24. 10. 1987, blz. 1.

(1) PB nr. L 376 van 31. 12. 1986, blz. 7.

(2) PB nr. L 255 van 20. 9. 1974, blz. 1.