31987R0603

Verordening (EEG) nr. 603/87 van de Commissie van 27 februari 1987 houdende opening van de mogelijkheid tot de in artikel 15, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad bedoelde distillatie van tafelwijn voor het wijnoogstjaar 1986/1987

Publicatieblad Nr. L 058 van 28/02/1987 blz. 0053 - 0057


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 603/87 VAN DE COMMISSIE

van 27 februari 1987

houdende opening van de mogelijkheid tot de in artikel 15, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad bedoelde distillatie van tafelwijn voor het wijnoogstjaar 1986/1987

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 536/87 (2), en met name op artikel 6, lid 3, artikel 15, lid 9, en artikel 65,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1676/85 van de Raad van 11 juni 1985 inzake de waarde van de rekeneenheid en de omrekeningskoersen die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid moeten worden toegepast (3),

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1678/85 van de Raad van 11 juni 1985 tot vaststelling van de in de landbouw toe te passen omrekeningskoersen (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 409/87 (5),

Overwegende dat in artikel 15, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 is bepaald dat in de wijnoogstjaren waarin tot de in artikel 41 bedoelde distillatie wordt besloten, de mogelijkheid tot marktondersteuningsdistillatie moet worden geopend vanaf de inwerkingtreding van de vorenbedoelde maatregel;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 602/87 van de Commissie (6) is besloten om voor het wijnoogstjaar 1986/1987 tot de in artikel 41 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie over te gaan; dat derhalve de mogelijkheid moet worden geopend tot distillatie op grond van artikel 15, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79;

Overwegende dat met het oog op een doeltreffende bijdrage tot sanering van de markt de mogelijkheid tot distillatie moet worden geopend voor alle tafelwijn; dat evenwel de minimumaankoopprijzen van voor distillatie geleverde wijn worden vastgesteld in procenten van de oriëntatieprijzen van de verschillende soorten tafelwijn; dat derhalve ook moet worden bepaald welke tafelwijn in nauw economisch verband staat met elke soort tafelwijn;

Overwegende dat duidelijkheidshalve en bij gebreke van een communautaire definitie van roséwijn dient te worden gepreciseerd dat rosé-tafelwijn wordt gelijkgesteld met rode tafelwijn wegens het nauwe economische verband tussen beide soorten;

Overwegende dat in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 337/79 is bepaald dat voor de interventiemaatregelen alleen producenten in aanmerking komen die gedurende een nader te bepalen referentieperiode hebben voldaan aan de verplichtingen die zijn vermeld in artikel 39 en, in voorkomend geval, in de artikelen 40 en 41 van genoemde verordening; dat die periode thans dient te worden bepaald;

Overwegende dat sanering van de markt wordt nagestreefd door in de loop van dit wijnoogstjaar de in artikel 41 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatiemaatregel toe te passen; dat het in verband daarmee wenselijk lijkt de totale hoeveelheid tafelwijn die in het kader van de marktondersteuningsdistillatie kan worden gedistilleerd, te beperken tot 4 miljoen hectoliter en de totale hoeveelheid tafelwijn waarvoor iedere producent een of meer leveringscontracten of -aangiften ter goedkeuring bij het interventiebureau kan indienen, te beperken tot een adequaat percentage van de hoeveelheid van de tafelwijn die hij in het wijnoogstjaar 1986/1987 heeft geproduceerd; dat dit percentage moet worden toegepast op de geproduceerde hoeveelheid tafelwijn die is vermeld in de produktieopgave als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2102/84 van de Commissie van 13 juli 1984 betreffende de opgaven van oogsten, produktie en voorraden van wijnbouwprodukten (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2467/86 (8), alsmede in de registers als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1153/75 van de Commissie van 30 april 1975 tot invoering van geleidedocumenten en met betrekking tot de verplichtingen van producenten en handelaren, met uitzondering van kleinhandelaren, in de wijnsector (9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3203/80 (10);

Overwegende dat in sommige Lid-Staten, waar de wijn rechtstreeks door de druiventelers wordt geproduceerd, van de geëxploiteerde oppervlakte kan worden uitgegaan voor het bepalen van de hoeveelheden die kunnen worden gedistilleerd; dat op deze wijze de voordelen van de maatregel billijker kunnen worden verdeeld, terwijl hetzelfde economische effect gewaarborgd is;

Overwegende dat de marktondersteuningsdistillatie moet plaatsvinden overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2179/83 van de Raad van 25 juli 1983 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de distillatie van wijn en bijprodukten van de wijnbereiding (11), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2687/84 (12); dat voorts in het kader van deze distillatie moet worden gewezen op de gevolgen van de niet-indiening van opgaven of van de indiening van onvolledige of onjuiste opgaven;

Overwegende dat dient te worden gepreciseerd dat de contracten en verklaringen inzake levering ter distillatie onder andere de nodige gegevens moeten bevatten voor de identificatie van de wijn waarop zij betrekking hebben;

Overwegende dat voor de producenten en voor de distilleerders termijnen voor de uitvoering van de werkzaamheden moeten worden vastgesteld om een maximale doeltreffendheid van de maatregel te waarborgen;

Overwegende dat de prijs van de te distilleren wijn het normaliter niet mogelijk maakt de door de distillatie verkregen produkten tegen marktvoorwaarden af te zetten; dat derhalve steun dient te worden verleend, waarvan het bedrag wordt vastgesteld op basis van de criteria van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2179/83 en met inachtneming van de huidige onzekerheid inzake de marktprijzen voor de distillatieprodukten;

Overwegende dat moet worden voorkomen dat de markt van brandewijn van wijn met benaming van oorsprong wordt verstoord door de produkten verkregen door distillatie van bepaalde wijnen; dat daartoe ter uitvoering van artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 dient te worden bepaald dat door de rechtstreekse distillatie van deze wijnen alleen een produkt met een alcoholgehalte van ten minste 92 % vol mag worden verkregen;

Overwegende dat artikel 15, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bepaalt dat de te betalen minimumaankoopprijs gelijk is aan het in artikel 3 bis van die verordening bedoelde percentage; dat het betrokken percentage 82 bedraagt in de Gemeenschap in haar samenstelling op 31 december 1985; dat krachtens het bepaalde in artikel 122 van de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal dit percentage in Spanje 74 bedraagt;

Overwegende dat dient te worden bepaald dat de gewaarborgde minimumprijs over het algemeen binnen zodanige termijnen aan de producenten moet worden betaald dat dezen een winst maken die vergelijkbaar is met die welke zij bij een normale verkoop zouden maken; dat het daarom nodig is de betaling van de voor de betrokken distillatie verschuldigde steun zo vroeg mogelijk te doen plaatsvinden en daarbij het goede verloop van de distillatieverrichtingen door een passende zekerheidstellingsregeling te garanderen;

Overwegende dat bepaalde wijnen die voor de in deze verordening bedoelde distillatie worden geleverd, tot distillatiewijn kunnen worden verwerkt; dat derhalve de bepalingen voor de distillatie moeten worden aangepast overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 25 en 26 van Verordening (EEG) nr. 2179/83;

Overwegende dat, om alle producenten op gelijke wijze te behandelen indien moet worden besloten tot verlaging van de in de leveringscontracten en -aangiften vermelde hoeveelheden te distilleren wijn, dient te worden bepaald dat de distillatie eerst mag beginnen wanneer alle contracten en aangiften bij de interventiebureaus zijn ingediend en de totale aangeboden hoeveelheden bekend zijn;

Overwegende dat de interventiebureaus en de Commissie van het verloop van de distillatie op de hoogte moeten worden gehouden en met name moeten weten welke hoeveelheden wijn zijn gedistilleerd en welke hoeveelheden produkten daarbij zijn verkregen;

Overwegende dat het Comité van beheer voor wijn geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De mogelijkheid tot distillatie op grond van artikel 15, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 wordt voor het wijnoogstjaar 1986/1987 geopend voor alle tafelwijn tot een maximumhoeveelheid van 4 miljoen hectoliter.

2. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79, komen de producenten die in het wijnoogstjaar 1985/1986 aan de in de artikelen 39, 40 of 41 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde verplichtingen waren onderworpen, slechts voor de in deze verordening bedoelde maatregelen in aanmerking voor zover zij het bewijs leveren dat zij in de referentieperiodes die zijn vastgesteld in, onderscheidenlijk, artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 2260/85 van de Commissie (1), artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 2261/85 van de Commissie (2) en artikel 22 van Verordening (EEG) nr. 854/86 van de Commissie (3), aan hun verplichtingen hebben voldaan.

Artikel 2

De contracten en aangiften als bedoeld in artikel 4, lid 1, respectievelijk in artikel 5, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 moeten uiterlijk op 31 maart 1987 voor goedkeuring worden ingediend bij het bevoegde interventiebureau.

Artikel 3

1. De totale hoeveelheid tafelwijn waarvoor iedere producent een of meer contracten kan sluiten, mag niet meer bedragen dan 6 % van de hoeveelheid tafelwijn die door de betrokken producent in het wijnoogstjaar 1986/1987 is geproduceerd.

De Lid-Staten kunnen evenwel bepalen dat de totale hoeveelheid, waarvoor iedere producent een of meer contracten kan sluiten, niet meer mag bedragen dan 5 hectoliter per hectare wijngaard die door de betrokken producent voor de produktie van tafelwijn wordt geëxploiteerd. In dat geval kan dit voorschrift hetzij van toepassing worden verklaard voor het gehele grondgebied van de Lid-Staat, hetzij worden beperkt tot een op het grondgebied van die Lid-Staat gelegen volledige wijnbouwzone of deel van een wijnbouwzone.

Iedere betrokken producent moet ten minste 5 hectoliter tafelwijn leveren.

2. De geproduceerde hoeveelheid tafelwijn waarvoor het in lid 1, eerste alinea, bedoelde percentage geldt, is voor iedere producent gelijk aan de som van de in zijn produktieopgave vermelde hoeveelheden en van de hoeveelheden die hij zelf na de datum van indiening van de in Verordening (EEG) nr. 2102/84 bedoelde produktieopgave heeft verkregen en die zijn vermeld in de registers als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1153/75.

Artikel 4

De in artikel 2 bedoelde contracten en aangiften moeten ten minste de volgende gegevens bevatten:

a) de hoeveelheid, de kleur en het effectieve alcoholvolumegehalte van de te distilleren tafelwijn;

b) de naam en het adres van de producent;

c) de plaats waar de wijn is opgeslagen;

d) de naam van de distilleerder of de firma van de distilleerderij;

e) het adres van de distilleerderij.

Artikel 5

1. De Lid-Staten doen uiterlijk op 17 april 1987 aan de Commissie mededeling van de gegevens inzake de hoeveelheden tafelwijn die zijn vermeld in de bij het interventiebureau ingediende contracten.

2. Ingeval uit de in lid 1 bedoelde mededelingen blijkt dat de totale hoeveelheid tafelwijn die in de bij de interventiebureaus ingediende contracten is vermeld, meer dan 4 miljoen hectoliter bedraagt, kunnen de contracten slechts worden goedgekeurd voor een bepaald percentage van de daarin vermelde hoeveelheden.

Dit percentage wordt uiterlijk op 8 mei 1987 door de Commissie vastgesteld volgens de procedure van artikel 67 van Verordening (EEG) nr. 337/79.

3. Het interventiebureau deelt uiterlijk op 27 mei 1987 het resultaat van de goedkeuringsprocedure aan de producent mede.

4. Contracten en aangiften worden slechts goedgekeurd indien is voldaan aan de voorwaarden van artikel 10 bis van Verordening (EEG) nr. 2102/84.

Artikel 6

Onverminderd het bepaalde in artikel 4, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 2179/83, mag de distillatie niet beginnen vóór 8 mei 1987 en niet plaatsvinden na 31 augustus 1987.

Artikel 7

Het produkt verkregen door rechtstreekse distillatie van wijn uit druiven van rassen die voor dezelfde administratieve eenheid tegelijkertijd zijn ingedeeld als wijndruivenrassen en als rassen voor de bereiding van brandewijn van wijn, moet een alcoholgehalte hebben van ten minste 92 % vol.

Artikel 8

1. Onverminderd de toepassing van artikel 14 ter van Verordening (EEG) nr. 337/79, bedraagt de in artikel 15, lid 5, van diezelfde verordening bedoelde minimumaankoopprijs:

- 2,80 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van de soorten R I en R II en voor tafelwijn die daarmee in nauw economisch verband staat,

- 4,17 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van soort R III,

- 2,60 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van soort A I en voor tafelwijn die daarmee in nauw economisch verband staat,

- 5,82 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van soort A II,

- 6,65 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van soort A III.

Deze prijzen bedragen respectievelijk 1,56, 2,32, 1,44, 3,24 en 3,70 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het wijn betreft die is verkregen uit in Spanje geproduceerde druiven.

2. De in lid 1 bedoelde minimumaankoopprijs wordt door de distilleerder aan de producent betaald binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag waarop elke geleverde partij wijn in de distilleerderij is binnengekomen.

Artikel 9

1. Het bedrag van de in artikel 15, lid 7, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde steun wordt in verhouding tot de in artikel 8 bedoelde prijzen respectievelijk vastgesteld:

a) wanneer het distillatieprodukt voldoet aan de definitie van neutrale alcohol in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2179/83:

- op 2,31 en 1,05 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit rode tafelwijn van de soorten R I en R II,

- op 3,70 en 1,82 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit rode tafelwijn van soort R III,

- op 2,11 en 0,93 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A I,

- op 5,38 en 2,76 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A II,

- op 6,22 en 3,23 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A III;

b) wanneer het distillatieprodukt brandewijn van wijn is die voldoet aan de in de geldende nationale bepalingen vastgestelde kwaliteitseisen:

- op 2,20 en 0,94 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit rode tafelwijn van de soorten R I en R II, - op 3,59 en 1,71 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit rode tafelwijn van soort R III,

- op 2,00 en 0,82 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A I,

- op 5,27 en 2,65 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A II,

- op 6,11 en 3,12 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A III;

c) wanneer het distillatieprodukt een distillaat of ruwe alcohol is, met een alcoholgehalte van ten minste 52 % vol;

- op 2,20 en 0,94 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit rode tafelwijn van de soorten R I en R II,

- op 3,59 en 1,71 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit rode tafelwijn van soort R III,

- op 2,00 en 0,82 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A I,

- op 5,27 en 2,65 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A II,

- op 6,11 en 3,12 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A III.

2. Onverminderd het bepaalde in artikel 3, lid 1, derde alinea, wordt de steun berekend op basis van het bedrag voor de werkelijk geleverde wijn, rekening houdend met de in artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde toleranties.

Artikel 10

1. De bepalingen van deze verordening met betrekking tot rode wijn gelden eveneens voor roséwijn.

2. De bepalingen van deze verordening met betrekking tot een bepaalde soort tafelwijn gelden eveneens voor tafelwijn die daarmee in nauw economisch verband staat.

Voor de toepassing van deze verordening en onverminderd het bepaalde in artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 337/79, worden geacht in nauw economisch verband te staan met tafelwijn van soort:

- A I, witte tafelwijn die niet behoort tot de soorten A I, A II of A III,

- R I, rode tafelwijn met een effectief alcoholgehalte van niet meer dan 12,5 % vol die niet behoort tot de soorten R I of R III,

- R II, rode tafelwijn met een effectief alcoholgehalte van meer dan 12,5 % vol die niet behoort tot soort R III.

3. Het produkt dat, overeenkomstig het bepaalde in artikel 125, lid 1, van de Toetredingsakte, is verkregen door versnijding van wijn die tot witte tafelwijn kan worden verwerkt of van witte tafelwijn met wijn die tot rode tafelwijn kan worden verwerkt of met rode tafelwijn, mag in Spanje voor distillatie worden geleverd. Dit produkt wordt dan gelijkgesteld met witte tafelwijn van de soort A I.

Artikel 11

De distilleerder moet binnen vier maanden na de datum van indiening van het bewijs dat de totale in het contract vermelde hoeveelheid wijn is gedistilleerd, aan het interventiebureau het bewijs leveren dat hij binnen de in artikel 8, lid 2, bedoelde termijn de in artikel 8, lid 1, bedoelde minimumaankoopprijs heeft betaald.

Indien dit bewijs niet binnen de vastgestelde termijn wordt geleverd, wordt de uitgekeerde steun door het interventiebureau teruggevorderd. Indien dit bewijs evenwel wordt geleverd na afloop van de gestelde termijn maar uiterlijk op 29 februari 1988, vordert het interventiebureau 20 % van de uitgekeerde steun terug.

Indien wordt geconstateerd dat de distilleerder de minimumaankoopprijs niet heeft betaald aan de producent, keert het interventiebureau vóór 1 mei 1988 aan de producent een bedrag uit dat gelijk is aan de steun, eventueel via het interventiebureau van de Lid-Staat van de producent.

Artikel 12

1. Het in artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde voorschot wordt uitgekeerd binnen drie maanden nadat het bewijs is geleverd dat de waarborg is gesteld.

2. Behoudens het bepaalde in artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 2179/83, moet voor het vrijgeven van de in lid 1 bedoelde waarborg vóór 1 november 1987 het bewijs worden geleverd dat de totale hoeveelheid wijn is gedistilleerd en, in voorkomend geval, het bewijs dat de aankoopprijs voor de wijn binnen de gestelde termijn is betaald.

Indien de bewijzen worden geleverd na afloop van de gestelde termijn maar vóór 1 feburari 1988, wordt 80 % van de waarborg vrijgegeven.

Artikel 13

1. In het in artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde geval wordt het leveringscontract of de leveringsaangifte voor bereiding van distillatiewijn uiterlijk op 31 maart 1987 voor goedkeuring ingediend bij het bevoegde interventiebureau.

Het interventiebureau deelt uiterlijk op 27 mei 1987 het resultaat van de goedkeuringsprocedure van de producent mede.

2. De bereiding van de distillatiewijn mag eerst plaatsvinden na de goedkeuring van het contract of de aangifte, maar niet later dan op 31 juli 1987. 3. De distillatie van de distillatiewijn mag niet na 31 augustus 1987 plaatsvinden.

4. De bereiders sturen uiterlijk de tiende van elke maand aan het interventiebureau een overzicht toe van de hun in de voorafgaande maand geleverde hoeveelheden wijn.

5. Voor de tot distillatiewijn verwerkte wijn wordt aan de bereiders steun toegekend, vastgesteld per hectoliter en per % vol effectief alcoholgehalte van de wijn vóór verwerking tot distillatiewijn, in verhouding tot de in artikel 8 bedoelde prijzen, te weten respectievelijk:

- 2,16 en 0,90 Ecu voor rode tafelwijn van de soorten R I en R II,

- 3,53 en 1,65 Ecu voor rode tafelwijn van soort R III,

- 1,96 en 0,78 Ecu voor witte tafelwijn van soort A I,

- 5,18 en 2,56 Ecu voor witte tafelwijn van soort A II,

- 6,01 en 3,02 Ecu voor witte tafelwijn van soort A III.

Om de steun te ontvangen, dient de bereider uiterlijk op 14 augustus 1987 een aanvraag in bij het bevoegde interventiebureau, en voegt daarbij een kopie van de geleidedocumenten betreffende het vervoer van de wijn waarvoor de steun wordt aangevraagd, of een samenvattend overzicht van die documenten.

De Lid-Staten kunnen verlangen dat de kopieën of overzichten als bedoeld in de tweede alinea door een controle-instantie worden geviseerd.

De steun wordt uitbetaald uiterlijk drie maanden na de datum waarop het bewijs is geleverd dat de in artikel 26, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde waarborg is gesteld en, in ieder geval, na de datum waarop het contract of de aangifte is goedgekeurd.

6. Behoudens het bepaalde in artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 2179/83 wordt de waarborg slechts vrijgegeven indien uiterlijk op 28 november 1987 het bewijs wordt geleverd:

- dat de totale in het contract of in de aangifte vermelde hoeveelheid wijn tot distillatiewijn is verwerkt en is gedistilleerd,

- dat de aankoopprijs voor de wijn aan de producent is betaald binnen de in artikel 4, lid 2, vastgestelde termijn.

Indien de in de eerste alinea bedoelde bewijzen niet uiterlijk op 28 november 1987 worden geleverd, vordert het interventiebureau de steun terug van de bereider van de distillatiewijn.

Indien evenwel deze bewijzen worden geleverd na afloop van de gestelde termijn maar vóór 1 maart 1988, vordert het interventiebureau 20 % van de uitgekeerde steun terug.

Indien wordt geconstateerd dat de bereider van distillatiewijn de aankoopprijs voor de wijn niet aan de producent heeft betaald, keert het interventiebureau vóór 1 april 1988 aan de producent een bedrag uit dat gelijk is aan de steun, eventueel via het interventiebureau van de Lid-Staat van de producent.

Artikel 14

1. De Lid-Staten delen uiterlijk op 30 juni 1987 aan de Commissie mede op welke hoeveelheden wijn de goedekeurde leveringscontracten betrekking hebben.

2. De distilleerders doen het interventiebureau uiterlijk de tiende van elke maand een overzicht toekomen van de hoeveelheden wijn die in de afgelopen maand werden gedistilleerd, onderverdeeld volgens de categorieën bedoeld in artikel 3, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 2179/83.

3. Uiterlijk de twintigste van elke maand delen de Lid-Staten voor de afgelopen maand aan de Commissie per telexbericht mede welke hoeveelheden wijn en distillatiewijn werden gedistilleerd en welke hoeveelheden produkten, uitgedrukt in zuivere alcohol, werden verkregen; hierbij wordt hetzelfde onderscheid gemaakt als voorgeschreven in lid 2.

4. De Lid-Staten melden uiterlijk op 30 november 1987 de gevallen waarin distilleerders of bereiders hun verplichtingen niet zijn nagekomen en welke maatregelen naar aanleiding daarvan zijn genomen.

Artikel 15

De in deze verordening genoemde bedragen worden in nationale valuta omgerekend aan de hand van de representatieve koers die op 1 september 1986 van toepassing was in de wijnsector.

Artikel 16

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 27 februari 1987.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 1.

(2) PB nr. L 55 van 25. 2. 1987, blz. 1.

(3) PB nr. L 164 van 24. 6. 1985, blz. 9.

(4) PB nr. L 164 van 24. 6. 1985, blz. 11.

(5) PB nr. L 44 van 13. 2. 1987, blz. 1.

(6) Zie bladzijde 48 van dit Publikatieblad.

(7) PB nr. L 194 van 24. 7. 1984, blz. 1.

(8) PB nr. L 211 van 1. 8. 1986, blz. 17.

(9) PB nr. L 113 van 1. 5. 1975, blz. 1.

(10) PB nr. L 333 van 11. 12. 1980, blz. 18.

(11) PB nr. L 212 van 3. 8. 1983, blz. 1.

(12) PB nr. L 255 van 25. 9. 1984, blz. 1.

(1) PB nr. L 211 van 8. 8. 1985, blz. 12.

(2) PB nr. L 211 van 8. 8. 1985, blz. 18.

(3) PB nr. L 80 van 25. 3. 1986, blz. 14.