31987D0070

87/70/EEG: Besluit van de Commissie van 7 januari 1987 betreffende de instelling van een Raadgevend Comité voor granen

Publicatieblad Nr. L 045 van 14/02/1987 blz. 0001 - 0003
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 22 blz. 0137
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 22 blz. 0137


BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 7 januari 1987 betreffende de instelling van een Raadgevend Comité voor granen ( 87/70/EEG )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Overwegende dat een Raadgevend Comité voor granen is ingesteld bij het besluit van de Commissie van 18 juli 1962 ( 1 ), laatstelijk gewijzigd bij Besluit 83/77/EEG ( 2 );

Overwegende dat het aantal zetels na de toetreding van de nieuwe Lid-Staten moet worden uitgebreid en herverdeeld; dat ook de procedure van vervanging van de leden moet worden aangepast;

Overwegende dat de bepalingen die betrekking hebben op het Raadgevend Comité voor granen herhaaldelijk zijn gewijzigd en daardoor moeilijk hanteerbaar zijn geworden; dat zij daarom gecodificeerd dienen te worden;

Overwegende dat het voor de Commissie van belang is adviezen in te winnen van beroepskringen en consumenten over de vraagstukken welke zich voordoen ten aanzien van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen;

Overwegende dat alle beroepsgroepen die rechtstreeks betrokken zijn bij de totstandbrenging van deze marktordening, alsook de consumenten, in de gelegenheid moeten worden gesteld deel te nemen aan de opstelling van de door de Commissie gevraagde adviezen;

Overwegende dat de betrokken beroepsverenigingen en de groeperingen van consumenten uit de Lid-Staten in het kader van de Gemeenschap organisaties hebben opgericht die in staat zijn de respectieve kringen uit alle Lid-Staten te vertegenwoordigen,

( 3 ) PB nr . 72 van 8 . 8 . 1962, blz . 2026/62 .

( 4 ) PB nr . L 51 van 24 . 2 . 1983, blz . 34 .

BESLUIT :

Artikel 1

1 . Bij de Commissie wordt een Raadgevend Comité voor granen ingesteld, hierna het "Comité" te noemen .

2 . In het Comité zijn de volgende economische groeperingen vertegenwoordigd : de landbouwproducenten, de landbouwcooeperaties, de landbouw - en voedingsmiddelenindustrie, de handel in landbouwprodukten en voedingsmiddelen, de werknemers in de landbouw - en voedingsmiddelensector, alsmede de consumenten .

Artikel 2

1 . Het Comité kan door de Commissie worden geraadpleegd over alle aangelegenheden betreffende de toepassing van de verordeningen inzake de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen, en met name over de maatregelen welke de Commissie in het kader van die verordeningen meent te moeten nemen .

2 . De voorzitter van het Comité kan de aandacht van de Commissie vestigen op de wenselijkheid dat het Comité geraadpleegd wordt over een aangelegenheid ten aanzien waarvan het bevoegd is en waarover aan het Comité geen advies is gevraagd . Hij doet zulks met name op verzoek van één der vertegenwoordigde economische groeperingen .

Artikel 3

1 . Het Comité bestaat uit 54 leden .

2 . De zetels worden als volgt verdeeld :

- 27 voor de in deze bedrijfstak werkzame producenten en landbouwcooeperaties;

- acht voor de bedrijven waar landbouwprodukten tot levensmiddelen worden verwerkt en wel :

- één voor de maalderijen en de maïsverwerkende industrie,

- één voor de gries - en griesmeelindustrie,

- één voor de mouterijen,

- één voor de brouwerijen,

- één voor de fabrieken van zetmeelhoudende produkten,

- één voor de veevoederindustrie,

- twee voor de andere graanverwerkende levensmiddelenbedrijven;

- zeven voor graanhandel, waarvan één voor graanopslagbedrijven;

- zes voor werknemers in de landbouw en werknemers in de levensmiddelenindustrie;

- zes voor de consumenten .

Artikel 4

1 . De leden van het Comité worden door de Commissie benoemd op voordracht van de op het vlak van de Gemeenschap bestaande beroepsorganisaties die het meest representatief zijn voor de in artikel 1, lid 2, bedoelde economische groeperingen en waarvan de activiteiten in het kader van de gemeenschappelijke marktordening in de graansector vallen; de vertegenwoordigers van de consumenten worden echter benoemd op voorstel van het Raadgevend Comité van consumenten .

Voor elk van de beschikbare zetels stellen deze organisaties twee kandidaten van verschillende nationaliteit voor .

2 . De leden van het Comité worden voor een periode van drie jaar benoemd . Zij zijn herbenoembaar . Voor de functies welke de leden van het Comité vervullen wordt geen bezoldiging toegekend .

Na afloop van deze periode van drie jaar blijven de leden van het Comité in functie totdat in hun vervanging of in de verlenging van hun ambtstermijn wordt voorzien .

Bij aftreden of overlijden van een lid of in geval van vervanging op verzoek van de instantie die het lid heeft voorgedragen, wordt in zijn vervanging voorzien volgens de in lid 1 aangegeven procedure .

3 . De lijst van de leden wordt ter informatie door de Commissie bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Artikel 5

1 . Na raadpleging van de Commissie kiest het Comité voor een periode van drie jaar een voorzitter .

De voorzitter is in de eerste stemronde verkozen bij een meerderheid van twee derde van de aanwezige leden en in

volgende stemronden bij gewone meerderheid van de aanwezige leden . Bij staking van de stemmen wordt het voorzitterschap tijdelijk waargenomen door de Commissie .

2 . Het Comité kiest voor een periode van drie jaar twee vice-voorzitters .

De vice-voorzitters worden gekozen uit de vertegenwoordigers van de andere economische groeperingen dan die waartoe de voorzitter behoort .

De verkiezing geschiedt volgens de in lid 1 beschreven procedure .

Het Comité kan volgens dezelfde procedure andere leden aan het bureau toevoegen . In dat geval bestaat het bureau, behalve uit de voorzitter, uit ten hoogste één vertegenwoordiger van elk der in het Comité vertegenwoordigde economische groeperingen .

Het bureau zorgt voor de voorbereiding en de organisatie van de werkzaamheden van het Comité .

Artikel 6

1 . Alleen de vertegenwoordigers van de Commissie, de leden van het Comité of, indien zij verhinderd zijn, hun vervangers, alsmede de overeenkomstig lid 3 of lid 4 uitgenodigde personen mogen aan de vergaderingen deelnemen of deze bijwonen .

2 . Wanneer een lid verhinderd is, mag de organisatie of mogen de organisaties waaraan een zetel is toegekend, een vervanger afvaardigen die moet worden gekozen uit een in overleg tussen de Commissie en de betrokken organisatie of organisaties opgestelde lijst . Op deze lijst moeten half zoveel namen voorkomen als het aantal vertegenwoordigende leden van de betrokken organisatie of organisaties . Dit aantal is ten minste één en ten hoogste twaalf .

Indien een vervanger wordt afgevaardigd moet het secretariaat van het Comité daarvan ten minste zeven dagen vóór de vergadering in kennis worden gesteld .

3 . Op verzoek van een organisatie waaraan één of meer zetels zijn toegekend, kan de voorzitter in overleg met de diensten van de Commissie, de algemene secretaris van die organisatie of een lid van het secretariaat uitnodigen om als waarnemer de vergaderingen van het Comité bij te wonen .

Bij verhindering mag de algemene secretaris echter een door hem aangewezen waarnemer afvaardigen . Waarnemers hebben niet het recht het woord te nemen . De voorzitter kan hun evenwel, in overleg met de diensten van de Commissie, verzoeken het woord te voeren .

4 . Op verzoek van een organisatie waaraan een of meer zetels zijn toegekend, kan, wanneer de onderwerpen op de agenda buitengewoon technisch zijn, de voorzitter, in overleg met de diensten van de Commissie, een of meer deskundigen uitnodigen aan de werkzaamheden van het Comité deel te nemen .

De Commissie kan op eigen initiatief personen die bijzonder deskundig zijn inzake een van de op de agenda vermelde onderwerpen, verzoeken aan de besprekingen van het

Comité deel te nemen als deskundige .

Deskundigen mogen echter alleen deelnemen aan de bespreking van die punten die reden zijn voor hun aanwezigheid ter vergadering .

Artikel 7

Het Comité kan in overleg met de diensten van de Commissie werkgroepen instellen om de werkzaamheden te vergemakkelijken .

Artikel 8

1 . Het Comité wordt door de Commissie bijeengeroepen en vergadert in de plaats waar de Commissie haar zetel heeft . Het bureau wordt in overleg met de Commissie door de voorzitter bijeengeroepen .

2 . De vertegenwoordigers van de betrokken diensten van de Commissie wonen de vergaderingen van het Comité, van het bureau en van de werkgroepen bij .

3 . De diensten van de Commissie belasten zich met het secretariaat van het Comité, van het bureau en van de werkgroepen .

Artikel 9

De besprekingen in het Comité hebben betrekking op de door de Commissie gevraagde adviezen . Er wordt niet over gestemd .

De Commissie mag, wanneer zij het Comité om advies verzoekt, de termijn bepalen waarbinnen het advies moet worden uitgebracht .

De standpunten van de in het Comité vertegenwoordigde economische groeperingen worden vermeld in een verslag dat aan de Commissie wordt toegezonden .

Indien er met betrekking tot het gevraagde advies eenstemmigheid bestaat in het Comité, stelt het Comité gemeenschappelijke conclusies op, welke bij het verslag van de besprekingen worden gevoegd .

De resultaten van de besprekingen in het Comité worden door de Commissie ter kennis gebracht van de Raad of de Comités van beheer, indien deze organen daarom verzoeken .

Artikel 10

Onverminderd het bepaalde in artikel 214 van het Verdrag, zijn de leden van het Comité gehouden de inlichtingen, welke in verband met de werkzaamheden van het Comité of van de werkgroepen aan hen zijn verstrekt, niet openbaar te maken, indien de Commissie mededeelt dat het gevraagde advies of de gestelde vraag betrekking heeft op een aangelegenheid welke een vertrouwelijk karakter draagt .

In dat geval nemen alleen de leden van het Comité en de vertegenwoordigers van de diensten van de Commissie aan de vergaderingen deel .

Artikel 11

Het besluit van de Commissie van 18 juli 1962 wordt ingetrokken .

Artikel 12

Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 1987 .

Gedaan te Brussel, 7 januari 1987 .

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

EWG:L111UMBH00.95

FF : 1UHO; SETUP : 01; Hoehe : 1321 mm; 229 Zeilen; 10175 Zeichen;

Bediener : UTE0 Pr .: C;

Kunde : ................................