31986R2027

Verordening (EEG) nr. 2027/86 van de Commissie van 30 juni 1986 tot tijdelijke schorsing van sommige bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2042/75 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst

Publicatieblad Nr. L 173 van 01/07/1986 blz. 0041 - 0042


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2027/86 VAN DE COMMISSIE

van 30 juni 1986

tot tijdelijke schorsing van sommige bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2042/75 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1579/86 (2), en inzonderheid op artikel 12, lid 2,

Overwegende dat krachtens artikel 9 bis van Verordening (EEG) nr. 2042/75 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3817/85 (4), certificaten met een lange geldigheidsduur kunnen worden afgegeven voor produkten van de posten 11.07 A I b), 11.07 A II b) en 11.07 B van het gemeenschappelijk douanetarief; dat deze bijzondere mogelijkheid is verleend om rekening te houden met de handelsgebruiken voor de betrokken produkten; dat evenwel, ten einde te voorkomen dat deze geldigheidsduur voor speculatieve doeleinden wordt aangewend, aan de afgifte van zulke certificaten zeer strenge voorwaarden zijn verbonden die met name bestaan in de verplichting de uitvoerbestemming op te geven en ook werkelijk naar die bestemming uit te voeren, alsmede in de verplichting het bewijs te leveren dat het produkt ter bestemming is aangekomen;

Overwegende dat de situatie en de te verwachten ontwikkeling op de wereldmarkt voor gerst en mout, en met name de sterke concurrentie en de onzekerheid op die markt, een tijdelijke versoepeling van de bij de huidige regeling vastgestelde voorschriften rechtvaardigen; dat het, ten einde de handelaren in staat te stellen zich aan de marktomstandigheden aan te passen, gerechtvaardigd lijkt om voor de duur van het verkoopseizoen de verplichting te schorsen om de uitvoerbestemming aan te geven en naar deze bestemming uit te voeren;

Overwegende dat voor dezelfde periode bijgevolg ook de bijzondere voorwaarden moeten worden geschorst welke in de huidige regeling worden gesteld voor het vrijgeven van de waarborg die aan de aanvraag van zulke certificaten met een lange geldigheidsduur verbonden zijn; dat deze schorsing, enerzijds, betrekking moet hebben op de verplichting de bestemming aan te geven en, anderzijds, op de verplichting het bewijs te leveren dat het produkt ter bestemming is aangekomen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte tijdelijke schorsingsmaatregelen geen afbreuk mogen doen aan de bestaande verplichtingen die verbonden zijn aan certificaten waarvan de geldigheidsduur bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is afgelopen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 9 quater van Verordening (EEG) nr. 2042/75 wordt gelezen:

»Artikel 9 quater

1. Voor de aanvragen om uitvoercertificaten voor produkten van de posten 11.07 A I b), 11.07 A II b) en 11.07 B van het gemeenschappelijk douanetarief, die in de periode van 1 juli 1986 tot en met 30 april 1987 worden ingediend, wordt artikel 9 bis geschorst.

2. In afwijking van artikel 9 zijn op verzoek van de belanghebbende de uitvoercertificaten voor de in lid 1 bedoelde produkten, waarvoor de aanvragen in het tijdvak van 1 juli 1986 tot en met 30 april 1987 worden ingediend, geldig met ingang van de dag van afgifte in de zin van artikel 21, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3183/80:

- tot en met 30 september 1987 wanneer zij zijn afgegeven in het tijdvak van 1 januari tot en met 30 april 1987,

- tot het einde van de elfde maand na afgifte wanneer zij zijn afgegeven in het tijdvak van 1 juli tot en met 31 oktober 1986,

- tot en met 30 september 1987 wanneer zij zijn afgegeven in het tijdvak van 1 november tot en met 31 december 1986.

3. In afwijking van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 3183/80 zijn de rechten die voortvloeien uit de in lid 2 bedoelde certificaten niet overdraagbaar.

4. Voor de overeenkomstig lid 2 afgegeven certificaten bedraagt de waarborg:

- 30 Ecu per ton voor de tot en met 31 december 1986 afgegeven certificaten,

- 24 Ecu per ton voor de in het tijdvak van 1 januari tot en met 30 april 1987 afgegeven certificaten.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 1 juli 1986.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 30 juni 1986.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 1.

(2) PB nr. L 139 van 24. 5. 1986, blz. 29.

(3) PB nr. L 213 van 11. 8. 1975, blz. 5.

(4) PB nr. L 368 van 31. 12. 1985, blz. 16.