86/106/EEG: Beschikking van de Commissie van 25 februari 1986 betreffende de uitvoering van de hervorming van de landbouwstructuur in 1985 in de Bondsrepubliek Duitsland overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 797/85 van de Raad (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)
Publicatieblad Nr. L 093 van 08/04/1986 blz. 0015 - 0016
***** BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 25 februari 1986 betreffende de uitvoering van de hervorming van de landbouwstructuur in 1985 in de Bondsrepubliek Duitsland overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 797/85 van de Raad (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek) (86/106/EEG) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 797/85 van de Raad van 12 maart 1985 betreffende de verbetering van de doeltreffendheid van de landbouwstructuur (1), en met name op artikel 25, lid 3, Overwegende dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland overeenkomstig artikel 24, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 797/85 kennis heeft gegeven van de volgende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen: - Beginselen voor de bevordering van landbouwbedrijven in probleemgebieden, van 29 april 1985; Overwegende dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland bovendien overeenkomstig artikel 24, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 797/85 kennis heeft gegeven van de volgende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de deelstaten: - SCHLESWIJK-HOLSTEIN Richtlijnen ter bevordering van landbouwbedrijven in probleemgebieden in het kader van de gemeenschappelijke opdracht »Verbetering van de landbouwstructuur en bescherming van de kusten", van 9 juli 1985; - HAMBURG Bevordering van landbouwbedrijven in probleemgebieden (ontwerp van 14 juni 1985); - NEDER-SAKSEN Richtlijnen betreffende de verlening van steun ter bevordering van landbouwbedrijven in probleemgebieden in Neder-Saksen (compenserende vergoeding), van 10 juli 1985, gewijzigd bij Besluit van 25 oktober 1985; - BREMEN Richtlijnen ter bevordering van de landbouwbedrijven in probleemgebieden, van 9 januari 1975; - NOORDRIJN-WESTFALEN Richtlijnen betreffende de verlening van steun ter bevordering van landbouwbedrijven in bergstreken en in bepaalde probleemgebieden van Noordrijn-Westfalen (compenserende vergoeding), van 25 juni 1985; - HESSEN Richtlijnen ter bevordering van landbouwbedrijven in probleemgebieden (richtlijnen voor bergboeren), van 17 juli 1985; - RIJNLAND-PALTS Bevordering van investeringen in individuele landbouwbedrijven (punt 8 compenserende vergoeding), van 2 april 1985; - BADEN-WURTEMBERG Richtlijnen van het Ministerie voor Voeding, Landbouw, Milieu en Bosbouw ter bevordering van landbouwbedrijven in bergstreken en in bepaalde probleemgebieden (compenserende vergoeding), van 24 oktober 1985; - BEIEREN Richtlijnen van het Beierse Ministerie voor Voeding, Landbouw en Bosbouw, betreffende de verlening van compenserende vergoedingen in bergstreken en in agrarische probleemgebieden, van 4 april 1985 (in de versie van 25 juni 1985); - SAARLAND Richtlijnen van de minister van Landbouw voor de verlening van een compenserende vergoeding aan landbouwbedrijven in bepaalde probleemgebieden, van 20 juni 1985; - BERLIJN Voorwaarden voor de verlening van een compenserende vergoeding overeenkomstig de beginselen voor de bevordering van landbouwbedrijven in probleemgebieden in het kader van het betreffende kaderprogramma voor de gemeenschappelijke opdracht (Verbetering van de landbouwstructuur en bescherming van de kusten), ontwerp van 18 juni 1985; Overwegende dat de Commissie overeenkomstig artikel 25, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 797/85 moet beslissen of, in de mate waarin de medegedeelde wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen verenigbaar zijn met deze verordening, alsmede van het noodzakelijke verband tussen de maatregelen, de voorwaarden voor financiële deelneming van de Gemeenschap voor het jaar 1985 zijn vervuld; Overwegende dat vorengenoemde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in overeenstemming zijn met de doelstellingen van Verordening (EEG) nr. 797/85; Overwegende dat de vaststelling van het peil van de jaarlijkse compenserende vergoeding op grond van de referentiehoeveelheid melk, waarin in de meegedeelde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de deelstaten Schleswijk-Holstein, Rijnland-Palts en Saarland is voorzien, wegens de aanzienlijke tijdelijke administratieve moeilijkheden waarmee de autoriteiten van deze deelstaten door de uitbreiding van compenserende vergoedingen tot alle probleemgebieden in de zin van artikel 3 van Richtlijn 75/268/EEG van de Raad (1) te kampen hebben, slechts bij uitzondering voor het jaar 1985 kan worden toegestaan als enig criterium voor de vaststelling van de omvang van de permanente natuurlijke belemmeringen die de landbouwactiviteit beperken en als parameter voor de vaststelling van de welstandsdrempel; Overwegende dat het Comité van het EOGFL is geraadpleegd over de financiële aspecten; Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor de landbouwstructuur, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 De in de Duitse Bondsrepubliek toegestane compenserende vergoeding in de zin van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 797/85 voldoet aan de voorwaarden voor een financiële deelneming van de Gemeenschap in de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 797/85 genoemde gemeenschappelijke actie. Artikel 2 Deze beschikking is gericht tot de Duitse Bondsrepubliek. Gedaan te Brussel, 25 februari 1986. Voor de Commissie Frans ANDRIESSEN Vice-Voorzitter (1) PB nr. L 93 van 30. 3. 1985, blz. 1. (1) PB nr. L 128 van 19. 5. 1975, blz. 1.