31985R3716

Verordening (EEG) nr. 3716/85 van de Commissie van 27 december 1985 tot vaststelling van bepaalde technische en controlemaatregelen voor de visserijactiviteiten die met vaartuigen die de vlag voeren van een Lid-Staat, met uitzondering van Portugal, in de wateren van Spanje worden uitgeoefend

Publicatieblad Nr. L 360 van 31/12/1985 blz. 0007 - 0013
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 2 blz. 0077
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 04 Deel 4 blz. 0102
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 2 blz. 0077
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 04 Deel 4 blz. 0102


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3716/85 VAN DE COMMISSIE

van 27 december 1985

tot vaststelling van bepaalde technische en controlemaatregelen voor de visserijactiviteiten die met vaartuigen die de vlag voeren van een Lid-Staat, met uitzondering van Portugal, in de wateren van Spanje worden uitgeoefend

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, en met name op artikel 164, lid 4,

Overwegende dat moet worden overgegaan tot de vaststelling van de technische voorschriften inzake de goedkeuringsprocedure voor en de controle op vaartuigen van de Lid-Staten, met uitzondering van Spanje en Portugal, die gemachtigd zijn hun activiteiten in de wateren van Spanje tegelijkertijd uit te oefenen;

Overwegende dat in de Toetredingsakte is bepaald dat er als aanvulling op de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2057/82 van de Raad van 29 juni 1982 houdende vaststelling van bepaalde maatregelen voor controle op de activiteiten van vissersvaartuigen uit de Lid-Staten (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1729/83 (2), een regeling van lijsten van vaartuigen waaraan toelating is verleend visserijactiviteiten uit te oefenen en een regeling voor het mededelen van de verplaatsingen van de vaartuigen en voor de melding van de vangsten aan de Commissie moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat voor de gespecialiseerde visserijactiviteiten als bedoeld in artikel 164, lid 2, van de Toetredingsakte met ingang van 1 januari 1986 overeenkomstig vermeld artikel dezelfde controlevoorschriften moeten gelden als voor de Spaanse vaartuigen die gemachtigd zijn hun activiteiten uit te oefenen in de wateren van de Lid-Staten, met uitzondering van Spanje en Portugal;

Overwegende dat het daarom noodzakelijk is te voorzien in de aflevering van visserijvergunningen door de Commissie en in bepaalde technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden, die onverminderd de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 171/83 van de Raad van 25 januari 1983 houdende bepaalde technische maatregelen voor het behoud van de visbestanden (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3625/84 (4), moeten worden toegepast;

Overwegende dat de Instellingen van de Gemeenschappen krachtens artikel 2, lid 3, van het Toetredingsverdrag vóór de toetreding de in artikel 164 van de Akte bedoelde maatregelen kunnen vaststellen, met dien verstande dat die maatregelen slechts in werking treden onder voorbehoud van en op de datum van inwerkingtreding van genoemd Verdrag;

Overwegende dat het Comité van beheer voor de visbestanden geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

De hierna volgende technische en controlemaatregelen zijn in de wateren van de Atlantische Oceaan die onder de soevereiniteit of jurisdictie van Spanje vallen en die door de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) worden bestreken, van toepassing op de vaartuigen die de vlag voeren van een andere Lid-Staat, met uitzondering van Portugal.

Artikel 2

1. De Lid-Staten, met uitzondering van Spanje en Portugal, dienen bij de Commissie jaarlijks uiterlijk één maand vóór het begin van de periode waarvoor machtiging tot uitoefening van de betrokken visserij wordt verleend, de lijsten in van de vaartuigen die voor de uitoefening van de in artikel 164, leden 1 en 2, van de Toetredingsakte bedoelde visserijactiviteiten in aanmerking komen.

Voor elk van de in bijlage I genoemde soorten visserij moet een aparte lijst worden ingediend.

Het aantal vaartuigen op deze lijsten mag het maximumaantal dat de Raad jaarlijks volgens de in artikel 164, lid 3, van de Toetredingsakte bedoelde procedure vaststelt, niet overschrijden.

2. De in lid 1 bedoelde lijsten kunnen worden herzien met ingang van de eerste dag van elke maand; elke wijziging wordt de Commissie uiterlijk de vijftiende van de daaraan voorafgaande maand medegedeeld.

3. Op de in lid 1 bedoelde lijsten worden voor elk vaartuig de volgende gegevens vermeld:

- naam van het vaartuig,

- registratienummer,

- op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -cijfers,

- haven van registratie,

- naam (namen) en adres(sen) van de eigenaar(s) of bevrachter(s), en in het geval van een rechtspersoon of een vereniging de naam (namen) van de vertegenwoordiger(s),

- brutotonnage en lengte over alles,

- motorvermogen,

- roepnaam en radiofrequentie.

Artikel 3

1. De Lid-Staten, met uitzondering van Spanje en Portugal, dienen voor elke in artikel 2 bedoelde soort visserij een ontwerp van periodieke lijst in waarop de vaartuigen zijn vermeld die overeenkomstig artikel 164 van de Toetredingsakte in aanmerking komen voor een machtiging om hun visserijactiviteiten tegelijkertijd uit te oefenen. Deze ontwerp-lijsten worden als volgt bij de Commissie ingediend:

a) voor de vaartuigen bedoeld in bijlage I, punt 1 en punt 2, sub a), b) en f), ten minste vijftien dagen vóór de datum die voor het van kracht worden van die lijsten is voorzien; voor de vaartuigen bedoeld in bijlage I, punt 1, bedraagt de geldigheidstermijn van de lijst ten minste één kalendermaand; voor de vaartuigen bedoeld in bijlage I, punt 2, sub a), b) en f), bedraagt de geldigheidstermijn van de lijsten ten minste twee kalendermaanden;

b) voor de vaartuigen bedoeld in bijlage I punt 2, sub c) en d), ten minste vier werkdagen vóór de datum die voor het van kracht worden van die lijsten is voorzien; de geldigheidstermijn van de lijsten bedraagt één kalendermaand voor de vaartuigen bedoeld in bijlage I, punt 2, sub c), en ten minste twee weken voor de vaartuigen bedoeld in bijlage I, punt 2, sub d);

c) voor de vaartuigen bedoeld in bijlage I, punt 2, sub e), ten minste twee werkdagen vóór de datum die voor het van kracht worden van die lijsten is voorzien; de geldigheidstermijn bedraagt één dag.

2. Op de periodieke lijst van de in bijlage I, punt 2, sub c), bedoelde vaartuigen wordt per dag aangegeven welke vaartuigen hun visserijactiviteiten tegelijkertijd mogen uitoefenen; elk vaartuig moet voor ten minste twee achtereenvolgende dagen op de lijst voorkomen.

3. Voor de vaartuigen bedoeld in bijlage I, punt 1 en punt 2, sub a), b), c) en e), mag het aantal op de periodieke lijst vermelde vaartuigen niet groter zijn dan het maximumaantal dat de Raad jaarlijks volgens de in artikel 164, lid 3, van de Toetredingsakte bedoelde procedure vaststelt.

4. Voor de in bijlage I, punt 2, sub d), bedoelde vaartuigen bestaat de periodieke lijst uit groepen van ten hoogste 3 vaartuigen. Het aantal groepen mag niet groter zijn dan het maximumaantal dat de Raad jaarlijks volgens artikel 164, lid 3, van de Toetredingsakte vaststelt.

Elk vaartuig mag slechts in één groep voorkomen. Voor elke groep kan slechts één vergunning als bedoeld in artikel 4 worden afgegeven.

5. Op elk van deze periodieke lijsten moeten voor elk vaartuig de volgende gegevens worden vermeld:

- naam en registratienummer van het vaartuig,

- roepnaam,

- naam (namen) en adres(sen) van de eigenaar(s) of bevrachter(s), en in het geval van een rechtspersoon of een vereniging de naam (namen) van de vertegenwoordiger(s),

- eventueel de coëfficiënt vermeld in artikel 158, lid 2, van de Toetredingsakte,

- periode waarvoor een machtiging voor de visserij wordt aangevraagd,

- visserijmethode,

- gebied waar zal worden gevist.

6. De Commissie onderzoekt de in lid 1 bedoelde ontwerpen van periodieke lijsten en gaat over tot de vaststelling van de periodieke lijsten, die zij aan de betrokken Lid-Staten en aan de bevoegde controle-instanties van Spanje mededeelt:

- voor de vaartuigen bedoeld in lid 1, sub a), ten minste vier werkdagen vóór de datum die voor het van kracht worden van de lijst is voorzien;

- voor de vaartuigen bedoeld in lid 1, sub b), ten minste twee werkdagen vóór de datum die voor het van kracht worden van de lijst is voorzien;

- voor de vaartuigen bedoeld in lid 1, sub c), ten minste één werkdag vóór de datum die voor het van kracht worden van de lijst is voorzien.

7. Indien de Commissie voor de vaartuigen bedoeld in bijlage I, punt 2, sub c), d) en e), binnen de in lid 1 van dit artikel vastgestelde termijnen geen ontwerp van periodieke lijst heeft ontvangen, blijven de bepalingen die gelden op de laatste dag van de lopende geldigheidstermijn van toepassing totdat volgens de in dit artikel aangegeven procedure een nieuwe lijst is vastgesteld.

8. De autoriteiten van de Lid-Staten, met uitzondering van Spanje en Portugal, kunnen de Commissie om vervanging verzoeken van een op een periodieke lijst vermeld vaartuig dat wegens overmacht niet kan worden gebruikt gedurende de gehele geldigheidstermijn van die lijst, of gedurende een gedeelte daarvan verhinderd is van zijn machtiging voor de uitoefening van de visserij gebruik te maken.

De vervangingsvaartuigen moeten op de in artikel 2 bedoelde lijsten voorkomen.

De Commissie brengt elke wijziging in een periodieke lijst zo spoedig mogelijk ter kennis van de in lid 6 bedoelde betrokken controle-instanties van Spanje en van de bevoegde autoriteiten van de betrokken Lid-Staten.

Met vervangingsvaartuigen mag eerst na de datum die de Commissie in haar kennisgeving heeft vermeld, worden gevist.

Artikel 4

1. Met de vaartuigen vermeld in bijlage I, punt 2, sub a), b) en d), die op een door de Commissie goedgekeurde periodieke lijst voorkomen, mag slechts worden gevist indien een door de Commissie, op verzoek van de autoriteiten van de Lid-Staten, afgegeven vergunning aan boord is.

Voor de in bijlage I, punt 2, sub a) en b), bedoelde vaartuigen worden de aanvragen voor een vergunning ingediend samen met de toezending van de in artikel 3, lid 1, bedoelde ontwerpen van periodieke lijsten.

Voor de in bijlage I, punt 2, sub d), bedoelde vaartuigen worden de aanvragen voor een vergunning ingediend samen met de toezending van de in artikel 2 bedoelde lijst van vaartuigen. 2. Voor de in bijlage I, punt 2, sub a) en b), bedoelde vaartuigen wordt elke vergunning afgegeven voor ten hoogste drie vaartuigen waarvan de technische kenmerken in de vergunning worden vermeld.

3. Voor de in bijlage I, punt 2, sub d), bedoelde vaartuigen worden de vergunningen, met inachtneming van het in artikel 3, lid 4, bedoelde maximumaantal, voor de hele periode waarvoor de vaartuigen gemachtigd zijn te vissen, naamloos afgegeven. Elk vaartuig waarmee wordt gevist, moet één van deze vergunningen aan boord hebben.

4. De vergunningen worden voor een periode van ten minste twee kalendermaanden afgegeven.

Artikel 5

Een vaartuig mag op meer dan één van de in artikel 2 bedoelde lijsten voorkomen. Een vaartuig mag slechts op één periodieke lijst voorkomen, met uitzondering van vaartuigen die op tonijn vissen die ook mogen voorkomen op de lijst van vaartuigen die op als levend aas te gebruiken ansjovis vissen.

Artikel 6

Vaartuigen die gemachtigd zijn om op tonijn te vissen, mogen alleen tonijnen aan boord hebben, en ook als levend aas te gebruiken ansjovis.

Artikel 7

Kapiteins of, in voorkomend geval, de eigenaars van vaartuigen waarvoor een machtiging om te vissen is verleend, moeten de in bijlage II opgenomen bijzondere voorwaarden in acht nemen. De Commissie wijzigt op verzoek van de autoriteiten van de betrokken Lid-Staat de gegevens betreffende de in punt 7 van bijlage II vermelde bevoegde controle-instanties.

Artikel 8

Onverminderd Verordening (EEG) nr. 171/83 zijn op de in bijlage I, punt 2, bedoelde vaartuigen de volgende technische maatregelen van toepassing:

a) het vissen met kieuwnetten is verboden;

b) de vaartuigen mogen slechts het vistuig aan boord hebben dat nodig is voor de uitoefening van visserij waarvoor machtiging is verleend;

c) elk vaartuig dat met de beug vist, mag niet meer dan twee beugen per dag uitzetten; de maximale lengte van elk van deze beugen bedraagt 20 zeemijl; de afstand tussen de haken mag niet minder dan 2,70 m bedragen.

Artikel 9

De Lid-Staten, met uitzondering van Spanje en Portugal, stellen vóór de vijftiende van elke maand de Commissie in kennis van de door elk op tonijn vissend vaartuig gevangen hoeveelheden, en van de hoeveelheden die door deze vaartuigen in elke haven in de loop van de voorafgaande maand zijn aangevoerd.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1986 onder voorbehoud van de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Spanje en Portugal.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 27 december 1985.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 220 van 29. 7. 1982, blz. 1.

(2) PB nr. L 169 van 28. 7. 1983, blz. 14.

(3) PB nr. L 24 van 27. 1. 1983, blz. 14.

(4) PB nr. L 335 van 22. 12. 1984, blz. 3.

BIJLAGE I

VISSERIJACTIVITEITEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 164, LEDEN 1 EN 2, VAN DE TOETREDINGSAKTE

1.2 // // // Soort visserij // Gebied // // // 1. Vaartuigen die andere dan de gespecialiseerde visserijactiviteiten uitoefenen // VIII c, IX // 2. Vaartuigen die de gespecialiseerde visserijactiviteiten uitoefenen bedoeld in artikel 164, lid 2, van de Toetredingsakte // // a) Vaartuigen die op sardines vissen (zegenvisserij met vaartuigen van minder dan 100 brt) // VIII c // b) Vaartuigen die met de beug vissen, met een tonnage van minder dan 100 brt // VIII c, IX // c) Visserij vanaf vaartuigen van ten hoogste 50 brt die uitsluitend met hengels wordt uitgeoefend // VIII c // d) Vaartuigen die vissen op ansjovis, als hoofdvangst // VIII c // e) Vaartuigen die vissen op ansjovis, bestemd om als levend aas te worden gebruikt // VIII c // f) Vaartuigen die op tonijn vissen // VIII c, IX // //

BIJLAGE II

BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE VAARTUIGEN VAN DE LID-STATEN, MET UITZONDERING VAN SPANJE EN PORTUGAL, WAARVOOR MACHTIGING IS VERLEEND OM IN DE WATEREN VAN SPANJE TE VISSEN

1.2 // // A. Voorwaarden voor alle vaartuigen // 1. // Een exemplaar van de tekst met deze bijzondere voorwaarden, en eventueel de visserijvergunning, moeten aan boord van het vaartuig zijn. // 2. // De identificatieletters en -cijfers aan de buitenkant van het vaartuig dat gemachtigd is om te vissen, moeten duidelijk aan beide kanten op de boeg zijn aangebracht en aan beide kanten op de bovenbouw waar ze het best zichtbaar zijn. // // De letters en cijfers moeten zijn geschilderd in een kleur die afsteekt tegen de kleur van de romp of van de bovenbouw en mogen niet zijn uitgewist, gewijzigd, bedekt of op enige andere wijze onherkenbaar gemaakt. // // B. Bijkomende voorwaarden voor alle vaartuigen waarvoor machtiging is verleend om te vissen, met uitzondering van de vaartuigen waarmee op tonijn wordt gevist en van vaartuigen van ten hoogste 50 brt die uitsluitend met hengels vissen // 3. // Alle vaartuigen die gemachtigd zijn om te vissen, delen voor elke hieronder vermelde verplaatsing het volgende mede aan de in punt 7 genoemde bevoegde nationale controle-instanties: // // - de naam van het vaartuig, de naam van de kapitein, de roepnaam, de op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -cijfers en eventueel het nummer van de vergunning; // // - datum, uur, geografische positie en ICES-vak: // 3.1.1. // telkens bij het binnenvaren van de zone die zich uitstrekt tot 200 zeemijl voor de kusten van Spanje waarop de communautaire visserijwetgeving van toepassing is; // 3.1.2. // telkens bij het verlaten van de zone die zich uitstrekt tot 200 zeemijl voor de kusten van Spanje waarop de communautaire visserijwetgeving van toepassing is; // 3.1.3. // telkens wanneer het vaartuig zich binnen de sub 3.1.1 en 3.1.2 bedoelde zone verplaatst van één ICES-sector naar een andere; // 3.1.4. // telkens bij het binnenvaren van een haven van Spanje; // 3.1.5. // telkens bij het verlaten van een haven van Spanje; // 3.1.6. // vóór het begin van de visserijactiviteiten (»actief" melden); // 3.1.7. // aan het einde van de visserijactiviteiten (»passief" medlen). // 4. // Alle vaartuigen die gemachtigd zijn te vissen verstrekken de Commissie van de Europese Gemeenschappen te Brussel (telexadres 24189 FISEU-B) telkens bij het binnenvaren en het verlaten van een ICES-sector waarin zij gemachtigd zijn te vissen, en voor elke week vanaf de datum van het begin van de visserijactiviteiten de volgende gegevens in de onderstaande volgorde: // // - naam van het vaartuig, // // - roepnaam, // // - op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -cijfers, // // - eventueel het nummer van de vergunning, // // - volgnummer van het bericht voor de betrokken visreis, // // - aanduiding van de aard van het bericht aan de hand van de sub 3 aangegeven punten, // // - geografische positie en ICES-vak, // // - het gewicht (in kg) van de vangsten, per soort, die zich in de ruimen bevinden, met gebruikmaking van de sub 5.3 opgenomen code, // // - het gewicht (in kg) van de vangsten, per soort, sedert het vorige bericht, // // - ICES-vak waar de vangsten hebben plaatsgevonden, // // - gewicht (in kg) van de vangsten, per vissoort, die sinds het vorige bericht op andere vaartuigen zijn overgeladen, // // - naam, roepnaam, en eventueel de op de buitenkant aangebrachte identificatieletters en -cijfers van het vaartuig waarop is overgeladen, // // - naam van de kapitein. // 5. // De sub 3 en 4 bedoelde berichten moeten als volgt worden toegezonden: // 5.1. // Elk bericht moet worden doorgezonden via één van de in onderstaande lijst vermelde radiostations: 1.2 // Naam // Roepnaam // North Foreland // GNF // Humber // GKZ // Cullercoats // GCC // Wick // GKR // Portpatrick // GPK // Anglesey // GLV // Ilfracombe // GIL // Niton // GNI // Stonehaven // GND // Hebriden // GHD // Portshead // GKA // // GKB // // GKC // Land's End // GLD // Valentia // EJK // Malin Head // EJM // Boulogne // FFB // Brest // FFU // St. Nazaire // FFO // Bordeaux-Arcachon // FFC // Tarifa // EAC // Chipiona // Chipiona Radio // Finisterre // EAF // Coruña // Coruña Radio // Cabo Peñas // EAS // Machichaco // Machichaco Radio 1.2 // 5.2. // Indien een bericht wegens overmacht niet kan worden doorgezonden door het vaartuig dat gemachtigd is te vissen, mag het namens dit vaartuig door een ander vaartuig worden doorgezonden. // 5.3. // Code voor het mededelen van de sub 4 bedoelde hoeveelheden (1): 1.2 // A: // Noorse garnalen (Pandalus borealis) // B: // Heek (Merluccius merluccius) // C: // Zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides) // D: // Kabeljauw (Gadus morhua) // E: // Schelvis (Melanogrammus aeglefinus) // F: // Heilbot (Hippoglossus hippoglossus) // G: // Makreel (Scomber scombrus) // H: // Horsmakreel (Trachurus trachurus) // I: // Roundnose Grenadier (Coryphaenoides rupestris) // J: // Koolvis (Pollachius virens) // K: // Wijting (Merlangus merlangus) // L: // Haring (Clupea harengus) // M: // Zandspiering (Ammodytes sp.) // N: // Sprot (Clupea sprattus) // O: // Schol (Pleuronectes platessa) // P: // Kever (Trisopterus esmarkii) // Q: // Leng (Molva molva) // R: // Andere // S: // Garnalen (Pandalidae) // T: // Ansjovis (Engraulis encrassicholus) // U: // Noorse schelvis (Sebastes sp.) // V: // Amerikaanse schol (Hypoglossoides platessoides) // W: // Pijlinktvis (Illex) // X: // Geelstaartmakreel (Limanda ferruginea) // Y: // Blauwe wijting (Gadus poutassou) // Z: // Tonijn (Thunnidae) // AA: // Blauwe leng (Molva dypterygia) soort aan boord mag worden gehouden of mag worden aangevoerd.

// CC: // Hondshaai (Scyliorhinus retifer) // DD: // Reuzenhaai (Cetorhinidae) // EE: // Haringhaai (Lamma nasus) // FF: // Inktvis (Loligo vulgaris) // GG: // Braam (Brama brama) // HH: // Sardien (Sardina pilchardus) // II: // Garnaal (Crangon crangon) // JJ: // Schartong (Lepidorhombus) // KK: // Zeeduivel (Lophius spp.) // LL: // Langoestine (Nephrops norvegicus) // MM: // Witte koolvis (Pollachius pollachius) 1.2 // 6. // Onverminderd de instructies in het logboek van de Europese Gemeenschappen, moeten alle overeenkomstig de punten 3 tot en met 5 doorgezonden radioberichten in dat logboek worden ingeschreven. // 7. // Bevoegde controle-instanties waarheen de in punt 3 bedoelde berichten moeten worden gezonden: // // Secretario General de Pesca Maritima (Segepesca) // // c/ Ortega y Gasset, 57 // // Madrid // // telex 47457 SGPM E // BB: // Lom (Brosme brosme)

(1) Vermelding op deze lijst betekent niet dat de betrokken

U :

NOORSE SCHELVIS ( SEBASTES SP .)

V :

AMERIKAANSE SCHOL ( HYPOGLOSSOIDES PLATESSOIDES )

W :

PIJLINKTVIS ( ILLEX )

X :

GEELSTAARTMAKREEL ( LIMANDA FERRUGINEA )

Y :

BLAUWE WIJTING ( GADUS POUTASSOU )

Z :

TONIJN ( THUNNIDAE )

AA :

BLAUWE LENG ( MOLVA DYPTERYGIA )

BB : SOORT AAN BOORD MAG WORDEN GEHOUDEN OF MAG WORDEN AANGEVOERD .

CC :

HONDSHAAI ( SCYLIORHINUS RETIFER )

DD :

REUZENHAAI ( CETORHINIDAE )

EE :

HARINGHAAI ( LAMMA NASUS )

FF :

INKTVIS ( LOLIGO VULGARIS )

GG :

BRAAM ( BRAMA BRAMA )

HH :

SARDIEN ( SARDINA PILCHARDUS )

II :

GARNAAL ( CRANGON CRANGON )

JJ :

SCHARTONG ( LEPIDORHOMBUS )

KK :

ZEEDUIVEL ( LOPHIUS SPP .)

LL :

LANGOESTINE ( NEPHROPS NORVEGICUS )

MM :

WITTE KOOLVIS ( POLLACHIUS POLLACHIUS )

1.26 .

ONVERMINDERD DE INSTRUCTIES IN HET LOGBOEK VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, MOETEN ALLE OVEREENKOMSTIG DE PUNTEN 3 TOT EN MET 5 DOORGEZONDEN RADIOBERICHTEN IN DAT LOGBOEK WORDEN INGESCHREVEN .

7 .

BEVOEGDE CONTROLE-INSTANTIES WAARHEEN DE IN PUNT 3 BEDOELDE BERICHTEN MOETEN WORDEN GEZONDEN : //

SECRETARIO GENERAL DE PESCA MARITIMA ( SEGEPESCA ) //

C / ORTEGA Y GASSET, 57 //

MADRID //

TELEX 47457 SGPM E

LOM ( BROSME BROSME )

( 1 ) VERMELDING OP DEZE LIJST BETEKENT NIET DAT DE BETROKKEN