31985R3655

Verordening (EEG) nr. 3655/85 van de Commissie van 23 december 1985 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van de invoerregelingen die in de sector rundvlees zijn ingesteld bij de Verordeningen (EEG) nr. 3582/85 en (EEG) nr. 3583/85

Publicatieblad Nr. L 348 van 24/12/1985 blz. 0024 - 0029
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 39 blz. 0192
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 39 blz. 0192


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3655/85 VAN DE COMMISSIE

van 23 december 1985

tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van de invoerregelingen die in de sector rundvlees zijn ingesteld bij de Verordeningen (EEG) nr. 3582/85 en (EEG) nr. 3583/85

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3583/85 van de Raad van 17 december 1985 betreffende de opening van een communautair tariefcontingent voor vers, gekoeld of bevroren kwaliteitsrundvlees van de posten 02.01 A II a) en 02.01 A II b) van het gemeenschappelijk douanetarief (1986) (1), en met name op artikel 2,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3582/85 van de Raad van 17 december 1985 betreffende de opening van een communautair tariefcontingent voor bevroren buffelvlees van post 02.01 A II b) 4 bb) 33 van het gemeenschappelijk douanetarief (1986) (2), en met name op artikel 2,

Overwegende dat bij de Verordeningen (EEG) nr. 3582/85 en (EEG) nr. 3583/85 contingenten zijn geopend voor respectievelijk kwaliteitsrundvlees en buffelvlees; dat de uitvoeringsbepalingen van deze regelingen moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat de exporterende derde landen zich ertoe hebben verbonden om echtheidscertificaten voor deze produkten af te geven, waarmee de oorsprong van de produkten wordt gewaarborgd; dat het model van deze certificaten moet worden vastgesteld, alsmede moet worden voorzien in de wijzen van toepassing voor het gebruik ervan;

Overwegende dat het echtheidscertificaat moet worden afgegeven door een instantie in een derde land; dat deze instantie alle garanties moet bieden die nodig zijn om de goede werking van de betrokken regeling veilig te stellen;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2377/80 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 552/85 (4), elke invoer in de Gemeenschap van produkten in de sector rundvlees onderworpen is aan het voorleggen van een certificaat; dat dit certificaat voor vlees, dat wordt ingevoerd in het raam van de onderhavige verordening, uit derde landen die geen overeenkomsten voor zelfbeperking van hun uitvoeren hebben ondertekend, de in artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 2377/80 voorziene vermeldingen moet bevatten;

Overwegende dat moet worden voorzien in de mededeling van gegevens over de betrokken invoeren;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Het tariefcontingent voor rundvlees vers, gekoeld of bevroren, als bedoeld in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3583/85 wordt als volgt verdeeld:

a) 12 500 ton uitgebeend gekoeld vlees van post 02.01 A II a) 4 bb) van het gemeenschappelijk douanetarief, dat aan de volgende omschrijving voldoet:

»Deelstukken van rundvlees afkomstig van uitsluitend op grasland gehouden runderen, van 22 tot 24 maanden oud, met twee blijvende snijtanden en met een levend gewicht van niet meer dan 460 kg bij de slacht; deze deelstukken moeten van bijzondere of goede kwaliteit zijn, speciale deelstukken van runderen genoemd, en zij moeten als »Special boxed beef" in kartonnen dozen verpakt zijn; deze deelstukken mogen het merkteken »s. c." (special cuts) dragen.";

b) 5 000 ton, uitgedrukt in gewicht van het produkt, vlees, van de posten 02.01 A II a) 4 en 02.01 A II b) 4 van het gemeenschappelijk douanetarief, dat aan de volgende omschrijving voldoet:

»Geselecteerde deelstukken van vers, gekoeld of bevroren vlees afkomstig van runderen met niet meer dan vier blijvende snijtanden, met een karkasgewicht van niet meer dan 327 kg (720 lb) en van compacte bouw, met goed ogend vlees van heldere, uniforme kleur en met een bijpassende maar niet overdreven vetbedekking. Dit vlees moet worden gecertificeerd als »high-quality beef EEC".";

c) 2 300 ton uitgebeend vlees, van de posten 02.01 A II a) 4 bb) en 02.01 A II b) 4 bb) 33 van het gemeenschappelijk douanetarief dat aan de volgende omschrijving voldoet:

»Deelstukken van rundvlees afkomstig van uitsluitend op grasland gehouden runderen met een levend gewicht van niet meer dan 460 kg bij de slacht; deze deelstukken moeten van bijzondere of goede kwaliteit zijn, speciale deelstukken van runderen genoemd, en zij moeten als »Special boxed beef" in kartonnen dozen verpakt zijn; deze deelstukken mogen het merkteken »s. c." (special cuts) dragen.";

d) 10 000 ton, uitgedrukt in gewicht van het produkt, vlees, van de posten 02.01 A II a) en 02.01 A II b) van het gemeenschappelijk douanetarief, dat aan de volgende omschrijving voldoet:

»Hele runderen of delen van runderen, van minder dan 30 maanden oud en die gedurende ten minste 100 dagen zijn gevoerd met een evenwichtig samengesteld krachtvoerrantsoen dat ten minste 70 % graan bevat en met een totaal gewicht van ten minste 20 »pounds" per dag. Vlees dat door het Ministerie van Landbouw (USDA) is ingedeeld als »choice" of »prime" voldoet automatisch aan deze omschrijving. Het vlees dat volgens de normen van het Ministerie van Landbouw van Canada is ingedeeld in de categorieën A 2, A 3 en A 4, voldoet eveneens aan deze omschrijving.".

2. Het tariefcontingent voor bevroren buffelvlees als bedoeld in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3582/85 wordt beheerd overeenkomstig het bepaalde in deze verordening.

Artikel 2

1. De heffing bij invoer wordt voor vlees als bedoeld in artikel 1 volledig geschorst indien een echtheidscertificaat wordt voorgelegd wanneer het vlees in het vrije verkeer wordt gebracht en voor vlees als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub d), bovendien het in artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 2377/80 bedoelde invoercertificaat wordt voorgelegd.

2. Van het echtheidscertificaat wordt een origineel en ten minste één kopie opgesteld op een formulier dat overeenstemt met het model in bijlage I. Het formaat van dit formulier is ca. 210 × 297 mm. Het papier moet ten minste 40 gram per m2 wegen en moet van witte kleur zijn.

3. De formulieren worden gedrukt en ingevuld in één van de officiële talen van de Gemeenschap; bovendien kunnen zij worden gedrukt en ingevuld in de officiële taal of één van de officiële talen van het land van uitvoer. Op de achterzijde van het formulier moet de in artikel 1, lid 1, bedoelde omschrijving die van toepassing is op het vlees dat zijn oorsprong heeft in het land van uitvoer, worden vermeld.

4. Het origineel en de kopieën worden met de schrijfmachine of met de hand ingevuld. Indien zij met de hand worden ingevuld, moeten drukletters worden gebruikt.

5. De echtheidscertificaten worden geïndividualiseerd door een volgnummer dat wordt toegekend door de in artikel 4 bedoelde instantie van afgifte. Het origineel en de kopieën hebben hetzelfde volgnummer.

Artikel 3

1. Het echtheidscertificaat is geldig tot drie maanden na de datum van afgifte. Het origineel van dit certificaat en een kopie worden aan de douaneautoriteiten voorgelegd wanneer het produkt, waarop het certificaat betrekking heeft, in het vrije verkeer wordt gebracht.

Het certificaat mag echter niet worden voorgelegd na 31 december van het jaar waarin het is afgegeven.

2. De in lid 1 bedoelde kopie van het echtheidscertificaat wordt door de douaneautoritetien van de Lid-Staat, waarin het produkt in het vrije verkeer is gebracht, toegezonden aan de autoriteiten die door deze Lid-Staat zijn aangewezen om de in artikel 6, lid 1, bedoelde mededelingen te verstrekken.

Artikel 4

1. Een echtheidscertificaat is slechts geldig indien het zoals in de bijlagen I en II is aangegeven, naar behoren is ingevuld en geviseerd door een instantie van afgifte die vermeld is in de lijst van bijlage II.

2. Een echtheidscertificaat is naar behoren geviseerd wanneer de plaats en datum van afgifte op het certificaat zijn vermeld en het is voorzien van het stempel van de instantie van afgifte en de handtekening van de persoon of de personen die het mogen ondertekenen.

Het stempel op het origineel van het echtheidscertificaat en op de kopieën ervan kan worden vervangen door een gedrukt zegel.

Artikel 5

1. Een instantie van afgifte die vermeld is in de lijst van bijlage II:

a) moet als zodanig zijn erkend door het exporterende land;

b) moet zich ertoe verbinden de op de echtheidscertificaten aangebrachte vermeldingen te verifiëren;

c) moet zich ertoe verbinden de Commissie en de Lid-Staten desgevraagd alle inlichtingen te verstrekken die nodig zijn ter beoordeling van de op de echtheidscertificaten aangebrachte vermeldingen.

2. De lijst wordt herzien wanneer niet meer wordt voldaan aan de in lid 1, sub a), vermelde voorwaarde of wanneer een instantie van afgifte één van zijn verplichtingen niet nakomt.

Artikel 6

1. De Lid-Staten delen de Commissie voor elk tijdvak van tien dagen, ten laatste veertien dagen na afloop van het betrokken tijdvak, de hoeveelheid in artikel 1 bedoelde produkten mede die in het vrije verkeer werden gebracht, onderverdeeld per land van oorsprong en per tariefpost. 2. Als tijdvak van tien dagen, in de betekenis van deze verordening, worden aangemerkt:

- de eerste tot en met de tiende dag van de maand,

- de elfde tot en met de twintigste dag van de maand,

- de eenentwintigste tot en met de laatste dag van de maand.

Artikel 7

Voor het indienen van de certificaataanvragen en het afgeven van de invoercertificaten voor vlees als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub d), geldt het bepaalde in de artikelen 12 en 15 van Verordening (EEG) nr. 2377/80.

Artikel 8

In alle besluiten van de Gemeenschap waarin wordt verwezen naar Verordening (EEG) nr. 263/81 (1), of naar bepaalde artikelen van deze verordening, moet deze verwijzing worden beschouwd als verwijzing naar de onderhavige verordening of de overeenkomstige artikelen van de onderhavige verordening.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1986.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 23 december 1985.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 343 van 20. 12. 1985, blz. 8.

(2) PB nr. L 343 van 20. 12. 1985, blz. 7.

(3) PB nr. L 241 van 13. 9. 1980, blz. 5.

(4) PB nr. L 63 van 2. 3. 1985, blz. 13.

(1) PB nr. L 27 van 31. 1. 1981, blz. 52.

BIJLAGE II

LIJST VAN DE INSTANTIES VAN DE EXPORTERENDE LANDEN DIE ECHTHEIDSCERTIFICATEN MOGEN AFGEVEN

- JUNTA NACIONAL DE CARNES:

voor vlees van oorsprong uit Argentinië dat voldoet aan de definitie van artikel 1, lid 1, sub a);

- AUSTRALIAN MEAT AND LIVESTOCK CORPORATION:

voor vlees van oorsprong uit Australië:

a) dat voldoet aan de definitie van artikel 1, lid 1, sub b),

b) als bedoeld in artikel 1, lid 2;

- INSTITUTO NACIONAL DE CARNES (INAC):

voor vlees van oorsprong uit Uruguay dat voldoet aan de definitie van artikel 1, lid 1, sub c);

- FOOD SAFETY AND QUALITY SERVICE (FSQS) OF THE UNITED STATES DEPARTMENT OF AGRICULTURE (USDA):

voor vlees van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika dat voldoet aan de definitie van artikel 1, lid 1, sub d);

- FOOD PRODUCTION AND INSPECTION BRANCH - AGRICULTURE CANADA / DIRECTION GÉNÉRALE, PRODUCTION ET INSPECTION DES ALIMENTS - AGRICULTURE CANADA:

voor vlees van oorsprong uit Canada dat voldoet aan de definitie van artikel 1, lid 1, sub d).