*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3462/85 VAN DE COMMISSIE

van 9 december 1985

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3184/83 betreffende de voorschottenregeling voor uit de afdeling Garantie van het EOGFL gefinancierde uitgaven

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 870/85 (2), inzonderheid op de artikelen 4 en 5,

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 3184/83 van de Commissie (3) de voorschottenregeling is vastgesteld voor uit de afdeling Garantie van het EOGFL gefinancierde uitgaven;

Overwegende dat voor de continuïteit in de betalingsverrichtingen van de diensten en organismen bedoeld in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 729/70 kan worden zorg gedragen door de termijnen voor de besluiten en voor de uitbetaling van voorschotten op de beschikbaarheid van de middelen af te stemmen;

Overwegende dat het dienstig is om in Verordening (EEG) nr. 3184/83 met betrekking tot de bijlagen I en IV een aantal verduidelijkingen aan te brengen, alsmede de bijlagen III en VI aan te passen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van het Fonds,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 3184/83 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan artikel 3 wordt het volgende lid toegevoegd:

»4. In de bijlagen I en/of IV, sub A. 2, moeten de ontvangen stortingen worden gespecificeerd naar de maand waarvoor het voorschot is toegekend.".

2. Artikel 4 wordt gelezen:

»Artikel 4

1. De Commissie beslist aan de hand van de in artikel 3, lid 1, bedoelde aanvragen, binnen uiterlijk 35 dagen na ontvangst ervan, over aanvullende stortingen overeenkomstig artikel 5, lid 2, sub a), tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 729/70.

De bedragen van deze stortingen worden op zodanige wijze berekend dat de door de diensten en organen te verrichten uitgaven worden gedekt tot het einde van het in artikel 3, lid 2, sub b), tweede streepje, bedoelde tijdvak van drie maanden.

2. De aanvullende stortingen, waartoe overeenkomstig lid 1 werd besloten, worden ten laatste drie werkdagen voor het begin van de laatste maand van het in artikel 3, lid 2, sub b), tweede streepje, bedoelde tijdvak van drie maanden uitgevoerd.

3. Indien de geldmiddelen waarover de Commissie beschikt het niet toelaten stortingen uit te voeren op de wijze bedoeld in lid 2, worden de in lid 1 bedoelde beslissingen als volgt uitgevoerd:

- een eerste storting van ten minste één derde van het totale bedrag binnen de in lid 2 bedoelde tijdspanne,

- het saldo te gelegener tijd om voor de continuïteit van de betalingen door overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 729/70 aangewezen organismen zorg te dragen.".

3. De bijlagen III en VI worden als volgt gewijzigd:

a) Een met tabel 1 van bijlage VI overeenkomende tabel wordt aan bijlage III toegevoegd en dient alle in artikel 3 bedoelde maandelijkse aanvragen te vergezellen;

b) tabel 2 van bijlage VI wordt door de tabel in de bijlage vervangen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 9 december 1985.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13.

(2) PB nr. L 95 van 2. 4. 1985, blz. 1.

(3) PB nr. L 320 van 17. 11. 1983, blz. 1.

BIJLAGE

1.2.3 // Lid-Staat Jaar Produkt // TABEL 2 VASTSTELLING VAN DE FINANCIERINGSKOSTEN // Dienst of orgaan in de zin van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 729/70 1.2,3.4.5.6.7.8 // // // // // // // // Produkt Soort of type // Waarde van de overgeboekte en aangekochte hoeveelheden // Gemiddelde waarde (nationale valuta) // Totaal van de voorraden aan het begin van elke maand (t) (1) // Totaal van de voorraden aan het eind van elke maand (t) (1) // Gemiddelde voorraad (t) (1) // Financieringskosten (nationale valuta) // 1.2.3.4.5.6.7.8 // // Nationale valuta // t (1) // // // // // // // // // // 1.2.3.4.5.6.7.8.9.10.11.1 2.13 // // (a) // (b) // // (c) // = // (a) (b) // // (d) // (e) // (f) = // (d) + (e) 24 // (g) = (c) × (f) × (i) 1.2.3.4.5.6.7.8 // - Totale waarde // // // // // // // // - Aankoopdepreciatie % // // // // // // // // // // // // // // // // - Netto waarde // // // // // // // // // // // // 1.2.3.4.5 // Vermindering ingevolge betalingstermijn van de aankopen // = // aangekochte hoeveelheden × aantal maanden van betalingstermijn 12 // - 1.2.3 // // // // Van het voorafgaande dienstjaar overgeboekte negatieve gemiddelde voorraad (Verordening (EEG) nr. 1550/85) // - // // // // // Gemiddelde voorraad voor de berekening van de financieringskosten // // // // // // // // 1.2.3.4.5.6 // Vermindering, na de betaling van de verkochte hoeveelheden, ingevolge de termijn van afhalen (artikel 1, lid 5, Verordening (EEG) nr. 467/77) // = // V × J × i 365 // (2) // // - // // // // // // // Verhoging, na het afhalen van de verkochte hoeveelheden, ingevolge de termijn van betaling (artikel 1, lid 6, Verordening (EEG) nr. 467/77) // = // M × D × i 365 // (2) // // + 1.2 // // // FINANCIERINGSKOSTEN // // //

(1) De hoeveelheden moeten in ton worden uitgedrukt, met drie cijfers achter de komma.

(2) In een bijlage per verrichting uit te splitsen.