31985R3218

Verordening (EEG) nr. 3218/85 van de Commissie van 14 november 1985 betreffende de afzet op de eigen binnenlandse markt door het Ierse interventiebureau van granen voor gebruik bij de diervoeding

Publicatieblad Nr. L 303 van 16/11/1985 blz. 0040 - 0041
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 38 blz. 0152
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 38 blz. 0152


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3218/85 VAN DE COMMISSIE

van 14 november 1985

betreffende de afzet op de eigen binnenlandse markt door het Ierse interventiebureau van granen voor gebruik bij de diervoeding

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1018/84 (2), en met name op artikel 7, lid 5,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2918/85 van de Raad van 17 oktober 1985 betreffende de wederverkoop, in Ierland en in Noord-Ierland, van granen uit de voorraden van het Britse en het Ierse interventiebureau voor gebruik bij de diervoeding (3), en met name op artikel 5,

Overwegende dat de Raad Verordening (EEG) nr. 2918/85 heeft vastgesteld om tegemoet te komen aan de bijzondere problemen waarmee de veehouders in Ierland worden geconfronteerd als gevolg van het slechte weer in de zomer van 1985; dat in artikel 5 van genoemde verordening is bepaald dat de uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 2727/75;

Overwegende dat een hoeveelheid granen zal worden verkocht op speciale voorwaarden; dat een deel van die hoeveelheid afkomstig zal zijn uit de Ierse interventievoorraden en een deel uit de voorraden van het interventiebureau van het Verenigd Koninkrijk, in de bij Verordening (EEG) nr. 2918/85 vastgestelde verhouding; dat het echter wenselijk is te weten of uit de Ierse interventievoorraden een groter aandeel van de granen kan worden geleverd dan bij genoemde verordening is vastgesteld;

Overwegende dat de gunstige verkoopvoorwaarden bedoeld zijn om de moeilijkheden van de in nood verkerende veehouders te verlichten; dat maatregelen moeten worden genomen om te waarborgen dat deze doelstelling in acht wordt genomen, onder andere door te voorzien in het stellen van een waarborg;

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1687/76 van de Commissie van 30 juni 1976 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van produkten uit interventie (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3206/85 (5), van toepassing is voor de controle op het gebruik van de granen die door het Ierse interventiebureau zullen worden verkocht;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Het Ierse interventiebureau stelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 als volgt 125 000 ton granen ter beschikking voor gebruik bij diervoeding:

- 70 000 ton zachte tarwe en/of gerst die het Ierse interventiebureau krachtens artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2727/75 in voorraad heeft;

- 55 000 ton zachte tarwe die krachtens Verordening (EEG) nr. 2918/85 van het Verenigd Koninkrijk is overgedragen.

2. Indien mocht blijken dat meer dan 70 000 ton beschikbaar is voor verkoop uit Ierse interventievoorraden, verstrekt het Ierse interventiebureau vóór 6 december 1985 de relevante gegevens aan de Commissie die de nodige maatregelen neemt om er voor te zorgen dat de in lid 1 vastgestelde verhouding dienovereenkomstig wordt aangepast.

3. Het Ierse interventiebureau ziet erop toe dat de in lid 1 aangegeven granen vóór 21 mei 1986 bij diervoeding worden gebruikt. Alle kopers van genoemde granen moeten een waarborg stellen ten einde de naleving van deze verplichting te garanderen.

Met ingang van 21 mei 1986 zal elke verkoop van in lid 1 genoemde granen plaatsvinden overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1836/82 van de Commissie (6).

Artikel 2

De in artikel 1, lid 1, genoemde granen worden verkocht in het kader van een verkoop tegen vaste prijzen, waarbij korting is toegepast, en onder de in artikel 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 2918/85 vastgestelde voorwaarden.

De aldus verkochte tarwe en/of gerst wordt hierna omschreven als »goedkoop graan".

Artikel 3

1. De in artikel 1, lid 3, bedoelde waarborg is gelijk aan het bedrag van de in artikel 2 bedoelde korting.

2. De waarborg wordt slechts vrijgegeven wanneer de koper van het goedkope graan afdoende bewijs levert

a) dat het goedkope graan vóór 21 mei 1986 in mengvoeder is verwerkt, en voorts

b) dat, indien de koper van het goedkope graan niet de eindgebruiker van het mengvoeder is, de in artikel 2 bedoelde korting vóór 21 mei 1986 op gepaste wijze is doorberekend aan de eindgebruikers van het mengvoeder.

3. Het Ierse interventiebureau treft de nodige maatregelen om te garanderen dat aan het bepaalde in deze verordening wordt voldaan en het geeft de Commissie onverwijld kennis van zijn voorstellen.

4. De krachtens lid 3 door het Ierse interventiebureau genomen maatregelen laten het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 1687/76, dat op de in deze verordening bedoelde verkoop van toepassing is, onverlet.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 14 november 1985.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 1.

(2) PB nr. L 107 van 19. 4. 1984, blz. 1.

(3) PB nr. L 280 van 22. 10. 1985, blz. 1.

(4) PB nr. L 190 van 14. 7. 1976, blz. 1.

(5) Zie blz. 8 van dit Publikatieblad.

(6) PB nr. L 202 van 9. 7. 1982, blz. 23.