31985R3155

Verordening (EEG) nr. 3155/85 van de Commissie van 11 november 1985 tot invoering van de vaststelling vooraf van monetaire compenserende bedragen

Publicatieblad Nr. L 310 van 21/11/1985 blz. 0022 - 0026
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 39 blz. 0003
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 39 blz. 0003


VERORDENING (EEG) Nr. 3155/85 VAN DE COMMISSIE van 11 november 1985 tot invoering van de vaststelling vooraf van monetaire compenserende bedragen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESEGEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 1677/85 van de Raad van 11 juni 1985 inzake de monetaire compenserende bedragen in de landbouwsector (1), en met name op artikel 12, Gelet op Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1018/84 (3), en met name op artikel 12, lid 2, artikel 15, lid 5, en artikel 16, lid 6, alsmede op de overeenkomstige bepalingen van de andere verordeningen tot invoering van een gemeenschappelijke marktordening voor landbouwprodukten, Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1160/82 van de Commissie (4), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 469/85 (5), de vaststelling vooraf van de monetaire compenserende bedragen is ingevoerd; dat de Raad op 11 juni 1985 een coherente regeling inzake de agromonetaire bepalingen heeft vastgesteld; dat tot de codificering van de ter zake geldende regeling moet worden overgegaan, waarbij in het licht van de opgedane ervaring enkele wijzigingen dienen te worden aangebracht; Overwegende dat de vaststelling vooraf van een bedrag en inzonderheid van de monetaire compenserende bedragen het gevaar inhoudt dat voor speculatieve doeleinden daarvan misbruik wordt gemaakt; dat derhalve met voorzichtigheid moet worden gehandeld en deze mogelijkheid slechts mag worden geopend voor de monetaire compenserende bedragen van toepassing in het handelsverkeer met derde landen en voor produkten waarvoor de mogelijkheid bestaat de heffing of de restitutie vooraf vast te stellen; dat, aangezien de vaststelling vooraf uit economisch oogpunt ten doel heeft de handel de nodige zekerheid te geven, moet worden bepaald dat vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag alleen dan mag plaatsvinden als voor dezelfde transactie tevens de heffing of de restitutie vooraf is vastgesteld; Overwegende dat het derhalve zinvol is dat de geldigheidsduur van een vooraf vastgesteld monetair compenserend bedrag gelijk is aan die van het bedrag van de heffing of de restitutie waarmee het samenhangt; Overwegende dat de uiteenlopende ontwikkelingen van de monetaire compenserende bedragen in de onderscheiden Lid-Staten tot speculatie kunnen aanzetten; dat het derhalve onvermijdelijk is de geldigheid van een certificaat waarvoor de vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag is aangevraagd, te beperken tot het door de belanghebbende bij de aanvraag tot vaststelling vooraf aangegeven grondgebied van de Lid-Staat; Overwegende dat het monetaire compenserende bedrag in het handelsverkeer met derde landen uit twee bestanddelen bestaat, namelijk het voor de Lid-Staat en voor het betrokken produkt vastgestelde bedrag in nationale valuta en de monetaire coëfficiënt die op de heffing of de restitutie wordt toegepast; Overwegende dat zich tijdens de geldigheidsduur van de certificaten met vaststelling vooraf van de monetaire compenserende bedragen, in de prijzen in nationale valuta wijzigingen kunnen voordoen, zowel wegens een aanpassing van de landbouwomrekeningskoers als wegens een wijziging van de in Ecu uitgedrukte communautaire prijzen; dat daarmee rekening moet worden gehouden door in een aanpassing van de vooraf vastgestelde bedragen te voorzien; Overwegende dat de vaststelling vooraf van monetaire compenserende bedragen bij sterke schommelingen van de wisselkoersen aanleiding kan geven tot speculatie; dat derhalve moet worden voorzien in de mogelijkheid om de vaststelling vooraf van deze bedragen, in voorkomend geval met gebruikmaking van een spoedprocedure, te schorsen; Overwegende dat de certificaten die in de vaststelling vooraf van de heffing of de restitutie voorzien en in een periode worden aangevraagd waarin de vaststelling vooraf van de monetaire compenserende bedragen is geschorst, geen voorafvaststelling van het monetaire compenserende bedrag mogen bevatten; Overwegende dat het economisch verantwoord is om op bepaalde voorwaarden toe te staan dat de betrokken partijen het monetaire compenserende bedrag vooraf vaststellen wanneer de mogelijkheid tot vaststelling vooraf daarvan opnieuw wordt geopend; Overwegende dat in bepaalde gevallen de afgifte van invoer- en uitvoercertificaten aan een wachtperiode onderworpen is; dat de wachtperiode niet tot doel heeft rekening te houden met monetaire wijzigingen; dat het daarom redelijk is dat de schorsing van de vaststelling vooraf van monetaire compenserende bedragen geen gevolgen mag hebben voor de vóór die schorsing aangevraagde certificaten; Overwegende dat de moeilijkheden op grond waarvan tot schorsing van de vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag wordt besloten, normaal niet van dien aard zijn dat het noodzakelijk is de schorsing ook te laten gelden voor heffingen of restituties die worden vastgesteld door middel van een openbare inschrijving; dat erin moet worden voorzien dat, tenzij bijzondere maatregelen worden genomen, de mogelijkheid tot vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag dat geldt op de laatste dag van de termijn voor de indiening van de offertes, gedurende de schorsingsperiode blijft bestaan; dat door de betrokkene bij de indiening van de offerte van deze mogelijkheid steeds gebruik moet kunnen worden gemaakt; Overwegende dat zich bepaalde technische problemen voordoen in verband met de berekening van het monetaire compenserende bedrag voor bepaalde goederen die vallen onder Verordening (EEG) nr. 3033/80 van de Raad van 11 november 1980 tot vaststelling van de handelsregeling die van toepassing is op bepaalde goederen verkregen door verwerking van landbouwprodukten (1); dat die bedragen namelijk worden berekend aan de hand van hoeveelheden basisprodukten, die voor de berekening van de belasting bij invoer forfaitair zijn vastgesteld; dat bij vaststelling vooraf van de betrokken bedragen een verband moet worden gelegd met de restitutie van toepassing op basisprodukten die in de vorm van de betrokken goederen worden uitgevoerd; dat deze problemen kunnen worden opgelost door een forfaitaire regeling, waarbij met name wordt bepaald dat de volledige hoeveelheid van één van de basisprodukten door de vaststelling vooraf van de restitutie moet zijn gedekt; Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1160/82 en Verordening (EEG) nr. 1516/78 van de Commissie van 30 juni 1978 inzake de aanpassing van de vooraf vastgestelde monetaire compenserende bedragen tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 651/78 (2) door deze verordening worden vervangen; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met de adviezen van alle betrokken Comités van beheer, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De monetaire compenserende bedragen worden in het handelsverkeer met derde landen onder de in deze verordening gestelde voorwaarden vooraf vastgesteld. 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder monetair compenserend bedrag verstaan het geheel van de volgende bestanddelen:a) het bedrag dat voor de betrokken produkten wordt verkregen door toepassing van bijlage I bij de verordeningen tot vaststelling van de monetaire compenserende bedragen;b)- de coëfficiënt opgenomen in bijlage II bij de verordeningen tot vaststelling van de monetaire compenserende bedragen,-de landbouwomrekeningskoers die moet worden toegepast voor de omrekening in nationale valuta van de in Ecu vastgestelde bedragen,3. Voor de toepassing van deze verordening worden leveranties als bedoeld in de artikelen 5 en 19 ter van Verordening (EEG) nr. 2730/79 van de Commissie (3) aangemerkt als handelsverkeer met derde landen. 4. Voor de toepassing van deze verordening worden België en Luxemburg samen (BLEU) als één Lid-Staat beschouwd.

Artikel 2

1. Het monetaire compenserende bedrag wordt op aanvraag van de belanghebbenden vooraf vastgesteld.Het monetaire compenserende bedrag kan alleen vooraf worden vastgesteld als de invoer- of uitvoerheffing of de uitvoerrestitutie voor het betrokken certificaat vooraf wordt vastgesteld.Voor de produkten van post 04.02 B van het gemeenschappelijk douanetarief kan het monetaire compenserende bedrag slechts vooraf worden vastgesteld als de uitvoerrestitutie voor alle bestanddelen van het produkt vooraf wordt vastgesteld. 2. De in het kader van een openbare inschrijving vastgestelde heffingen of restituties gelden als vooraf vastgesteld. 3. Wanneer het monetaire compenserende bedrag vooraf wordt vastgesteld, is het certificaat slechts geldig in één Lid-Staat, die door de aanvrager van het certificaat bij het indienen van de aanvraag om vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag moet worden aangeduid.

Artikel 3

1. De aanvraag om vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag moet tegelijk met de aanvraag om het certificaat met vaststelling vooraf van de heffing of de restitutie worden ingediend.Indien artikel 5, lid 2, van toepassing is, wordt een aanvraag tot vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag slechts aanvaard indien de betrokkene bij de indiening van de betrokken offerte schriftelijk heeft verklaard dat hij eveneens vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag zal aanvragen indien zijn offerte geheel of ten dele wordt aanvaard. In dit geval behelst de verplichting om een aanvraag tot vaststelling vooraf van de heffing of de restituties in te dienen, bij aanvaarding van de offerte, ook de verplichting om op hetzelfde tijdstip vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag aan te vragen.2. In alle gevallen:a) moet in vak 12 van de certificaataanvraag en van het certificaat één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:- ,,Forudfastsaettelse af det monetaere udligningsbeloeb'',-,,Vorausfestsetzung des Waehrungsausgleichsbetrags'',-,,Ðñïêáèïñéóìueò ôïõ íïìéóìáôéêïý aaîéóùôéêïý ðïóïý'',-,,Advance fixing of the monetary compensatory amount'',-,,Fixation à l'avance du montant compensatoire monétaire'',-,,Fissazione anticipata dell'importo compensativo monetario'',-,,Vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag''; b)moeten in vak 20a van het invoer- of voorfixatiecertificaat of, naar gelang van het geval, in vak 18a van het uitvoer- of voorfixatiecertificaat de volgende vermeldingen in één van de talen van de Gemeenschap worden aangebracht:-,,Monetaert udligningsbeloeb forudfastsat den . . . (dato for forudfastsaettelsen) justeres i paakommende tilfaelde.-Licens gyldig i . . . (den medlemsstat, der er angivet af ansoegeren)'',-,,Am . . . (Vorausfestsetzungsdatum) im voraus festgesetzter Waehrungsausgleichsbetrag; muss gegebenenfalls angepasst werden.Lizenz gilt in . . . (vom Antragsteller angegebener Mitgliedstaat)'',-,,Íïìéóìáôéêue aaîéóùôéêue ðïóue ðñïêáèïñéóèÝí ôçí . . . (çìaañïìçíssá ðñïêáèïñéóìïý aaíaeaa÷ïìÝíùò ðñïóáñìïóôÝá).Ðéóôïðïéçôéêue éó÷ýïí óôï . . . (êñUEôïò ìÝëïò õðïaeaaéêíõueìaaíï áðue ôïí áéôïýíôá)'',-,,Monetary compensatory amount fixed in advance on . . . (date of advance fixing), to be adjusted as appropriate;certificate valid in . . . (Member State designated by the applicant)'',-,,Montant compensatoire monétaire fixé à l'avance le . . . (date de préfixation), à ajuster éventuellement;certificat valable en . . . (État membre désigné par le demandeur)'',-,,Importo compensativo monetario fissato in anticipo il . . . (data della fissazione anticipata), da modificarsi se del caso.Titolo valido in . . . (stato membro designato dal richiedente)'',-,,Monetair compenserend bedrag vooraf vastgesteld op . . . (datum van de vaststelling vooraf), eventueel aan te passen.Certificaat geldig in . . . (door de aanvrager aangegeven Lid-Staat)''. 3. Voor de op hun grondgebied te gebruiken certificaten kunnen de bevoegde instanties van de Lid-Staten daarnaast en bij wijze van indicatie in vak 20a van het invoer- of voorfixatiecertificaat of, naar gelang van het geval, in vak 18a van het uitvoer- of voorfixatiecertificaat gegevens vermelden voor de berekening van het monetaire compenserende bedrag.

Artikel 4

1. Wanneer het certificaat met vaststelling vooraf van de restitutie betrekking heeft op een basisprodukt dat wordt uitgevoerd in de vorm van goederen die onder Verordening (EEG) nr. 3033/80 vallen en een vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag omvat, heeft deze vaststelling vooraf betrekking op het monetaire compenserende bedrag dat op die goederen van toepassing is.In dat geval zijn de landbouwomrekeningskoers en de monetaire coëfficiënt, die eveneens vooraf worden vastgesteld, evenwel die welke gelden voor de basisprodukten die in de betrokken goederen zijn verwerkt. 2. De vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag mag slechts op de goederen worden toegepast indien voor ten minste één van de basisprodukten de totale, voor de uitvoerrestitutie in aanmerking komende hoeveelheid door één of meer certificaten als bedoeld in lid 1 is gedekt.Voor de toepassing van de eerste alinea worden alleen in aanmerking genomen de basisprodukten waarvan het gewicht ten minste 10 % van het gewicht van de goederen bedraagt. 3. Wanneer bij het vervullen van de douaneformaliteiten meer dan één certificaat als bedoeld in lid 1 wordt overgelegd, wordt ten aanzien van de datum die voor de berekening van het monetaire compenserende bedrag moet worden aangehouden, alleen rekening gehouden met het oudste certificaat.Voor de toepassing van het bepaalde in de eerste alinea worden alleen in aanmerking genomen de certificaten die de totale hoeveelheid van het betrokken basisprodukt of de betrokken basisprodukten dekken. 4. Wanneer voor een uitvoer van goederen één of meer van de in lid 1 bedoelde certificaten worden overgelegd en de goederen niet in aanmerking kunnen komen voor het vooraf vastgestelde monetaire compenserende bedrag omdat de in lid 2 bedoelde voorwaarden niet zijn vervuld, wordt dit certificaat of worden deze certificaten door de bevoegde instantie niet aanvaard.

Artikel 5

1. Het monetaire compenserende bedrag dat geldt op de dag van indiening van de aanvraag om vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag is van toepassing op de tijdens de geldigheidsduur van het certificaat verrichte transacties.2. Indien de heffing of de restitutie vooraf wordt vastgesteld door middel van openbare inschrijving, is echter het monetaire compenserende bedrag van toepassing dat geldt op de laatste dag van de termijn voor het indienen van de offertes. Voor de toepassing van de in artikel 6 bedoelde aanpassingen wordt de aanvraag om vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag geacht te zijn ingediend op de laatste dag van de termijn voor de indiening van de offertes.

Artikel 6

1. Vooraf vastgestelde monetaire compenserende bedragen worden aangepast in het geval dat een nieuwe landbouwomrekeningskoers van kracht wordt, die vóór het indienen van de aanvraag om vaststelling vooraf publiek bekendgemaakt was.Als publieke bekendmaking wordt beschouwd de publikatie van een persmededeling van de instantie die bevoegd is voor de wijziging van de betrokken landbouwomrekeningskoers. De datum van de publikatie van de betrokken persmededeling wordt door de Commissie bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.Een andere datum dan die van de persmededeling kan volgens de procedure van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 1677/85 worden vastgesteld. 2. De in lid 1 bedoelde aanpassingen geschieden aan de hand van de landbouwomrekeningskoers die- geldt op het tijdstip van het vervullen van de douaneformaliteiten voor invoer of uitvoeren-publiek bekendgemaakt is vóór het indienen van de aanvraag om vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag. 3. De bedragen van de in de leden 1 en 2 bedoelde aanpassingen worden vastgesteld volgens de procedure die voor de vaststelling van de monetaire compenserende bedragen geldt. 4. Voor de onder Verordening (EEG) nr. 3033/80 vallende produkten worden de vooraf vastgestelde monetaire compenserende bedragen aangepast volgens de voorschriften inzake de aanpassing van het monetaire compenserende bedrag voor het basisprodukt dat door het voorfixatiecertificaat dat voor de datum van de vaststelling vooraf in aanmerking wordt genomen, is gedekt. 5. Wanneer, overeenkomstig artikel 3, lid 3, een in nationale valuta uitgedrukt bedrag op het certificaat wordt vermeld en dat bedrag moet worden aangepast, treffen de bevoegde diensten van de Lid-Staten de administratieve maatregelen die zij met het oog op deze aanpassing nodig achten. Zij kunnen daartoe met name voorzien in aanvullende vermeldingen op de certificaten.

Artikel 7

1. De vooraf vastgestelde monetaire compenserende bedragen worden aangepast voor de produkten van de sectoren granen, suiker, of melk en zuivelprodukten, in de mate waarin, als gevolg van een wijziging van het prijspeil in Ecu, aanpassingen van de vooraf vastgestelde heffingen of, naar gelang van het geval, van de vooraf vastgestelde restituties van toepassing zijn. 2. De maandelijkse verhogingen in de sector granen worden, voor de toepassing van deze verordening, niet beschouwd als een aanpassing van de vooraf vastgestelde heffingen en restituties. 3. Voor de produkten die onder Verordening (EEG) nr. 3033/80 vallen, vindt geen aanpassing plaats. 4. De nadere regels voor de aanpassingen en de aanpassingen zelf worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 1677/85.

Artikel 8

1. De aanpassing op grond van artikel 7 geschiedt aan de hand van de nieuwe gemeenschappelijke prijs en van de landbouwomrekeningskoers die geldt op de ingangsdatum van de nieuwe gemeenschappelijke prijs. 2. De aanpassing op grond van artikel 6 wordt gewijzigd als er een aanpassing op grond van artikel 7 plaatsvindt.

Artikel 9

1. De aanpassingen op grond van de artikelen 6 en 7 worden in beginsel uitgevoerd door het in artikel 1, lid 2, sub a), bedoelde bedrag met één of verscheidene coëfficiënten te vermenigvuldigen. 2. Wanneer een dergelijke aanpassing plaatsvindt, worden de vooraf vastgestelde bestanddelen bedoeld in artikel 1, lid 2, sub b), vervangen door de monetaire coëfficiënt van bijlage II van de verordeningen tot vaststelling van monetaire compenserende bedragen, alsmede door de landbouwomrekeningskoers die geldig is op de dag van de vervulling van de douaneformaliteiten.

Artikel 10

1. Wanneer in een Lid-Staat voor een of meer produkten geen monetaire compenserende bedragen worden vastgesteld, maar in een andere Lid-Staat voor dezelfde produkten wel monetaire compenserende bedragen worden toegepast, wordt het monetaire compenserende bedrag voor de betrokken Lid-Staat als zijnde nul en de monetaire coëfficiënt als zijnde 1 beschouwd. 2. Wanneer voor een of meer onder Verordening (EEG) nr. 3033/80 vallende produkten geen monetaire compenserende bedragen worden vastgesteld, wordt het monetaire compenserende bedrag als zijnde nul en de monetaire coëfficiënt als zijnde 1 beschouwd. 3. In de in de leden 1 en 2 bedoelde gevallen kan de vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag worden aangevraagd onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

Artikel 11

1. Wanneer bij het onderzoek van de monetaire of van de marktsituatie moeilijkheden worden geconstateerd die het gevolg zijn van de toepassing van de bepalingen inzake de vaststelling vooraf van de monetaire compenserende bedragen, of wanneer dergelijke moeilijkheden te duchten zijn, kan worden besloten de toepassing van deze bepalingen voor het betrokken produkt of de betrokken produkten te schorsen. 2. In geval van uiterste urgentie kan de Commissie, na een onderzoek van de situatie aan de hand van alle gegevens waarover zij beschikt, besluiten de vaststeling vooraf van de monetaire compenserende bedragen voor ten hoogste drie werkdagen te schorsen. 3. De schorsing van de vaststelling vooraf van monetaire compenserende bedragen is niet van toepassing indien de heffing of de restitutie is vastgesteld door middel van een openbare inschrijving, tenzij in de schorsingsverordening wordt bepaald dat dit lid niet van toepassing is. 4. In de periode waarin de vaststelling vooraf van de monetaire compenserende bedragen is geschorst, zijn aanvragen om vaststelling vooraf van de monetaire compenserende bedragen niet ontvankelijk. 5. Een aanvraag om afgifte van een certificaat vergezeld van een aanvraag om vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag die in behandeling is op het ogenblik waarop de vaststelling vooraf van de monetaire compenserende bedragen wordt geschorst, wordt door de schorsingsmaatregel niet getroffen. 6. Het bepaalde in lid 4 laat aanvragen van certificaten met vaststelling vooraf van de heffing of van de restitutie onverlet.

Artikel 12

1. Wanneer de vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag onmogelijk is op grond van het bepaalde in artikel 11, lid 4, kan een aanvraag tot vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag voor een Lid-Staat waarvoor deze mogelijkheid is geschorst, worden ingediend gedurende een periode van zeven dagen volgende op het einde van de schorsingsperiode.De aanvraag om vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag geldt voor de gehele beschikbare hoeveelheid die op het certificaat of op de eventuele uittreksels daarvan is vermeld. Zij moet worden ingediend bij de instantie waarbij het oorspronkelijke certificaat was aangevraagd. Tegelijk met zijn aanvraag om vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag dient de aanvrager aan de genoemde instantie het oorspronkelijke certificaat en alle eventuele uittreksels daarvan over te leggen. De genoemde instantie behoudt het oorspronkelijke certificaat en alle eventuele uittreksels daarvan en geeft een vervangend certificaat of, in voorkomend geval, één of meer vervangende uittreksels af.Het bepaalde in artikel 12, in artikel 13, lid 1, en in de artikelen 14 en 15 van Verordening (EEG) nr. 3183/80 van de Commissie (1) is van toepassing op de aanvraag om vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag. 2. Het vervangend certificaat of het vervangend uittreksel met vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag wordt afgegeven voor een hoeveelheid produkten die, vermeerderd met de tolerantie, overeenstemt met de op het vervangen document vermelde beschikbare hoeveelheid.Op het vervangend certificaat of het vervangend uittreksel moeten de gegevens en vermeldingen worden aangebracht die eventueel voorkomen op het document dat wordt vervangen. Tevens moeten daarop de in artikel 3, lid 2, bedoelde vermeldingen alsmede een verwijzing naar het nummer van het oorspronkelijke document worden aangebracht. Artikel 3, lid 3, is van toepassing op de vervangende certificaten en de vervangende uittreksels. 3. Het monetaire compenserende bedrag dat geldt op de dag van indiening van de aanvraag om vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag is van toepassing op tijdens de resterende geldigheidsduur van het certificaat verrichte transacties.

Artikel 13

1. Verordeningen (EEG) nr. 1516/78 en (EEG) nr. 1160/82 worden ingetrokken. 2. In alle besluiten van de Gemeenschap waarin naar Verordening (EEG) nr. 1160/82 of naar artikelen van die verordening wordt verwezen, geldt deze verwijzing als verwijzing naar deze verordening, respectievelijk naar de overeenkomstige artikelen van deze verordening.

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1986. Zij is van toepassing op de certificaten die op of na 1 januari 1986 worden aangevraagd.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 11 november 1985. Voor de Commissie Frans ANDRIESSEN Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 164 van 24. 6. 1985, blz. 6.

(2) PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 1.

(3) PB nr. L 107 van 19. 4. 1984, blz. 1.

(4) PB nr. L 134 van 15. 5. 1982, blz. 22.

(5) PB nr. L 58 van 26. 2. 1985, blz. 5.

(1) PB nr. L 323 van 29. 11. 1980, blz. 1.

(2) PB nr. L 178 van 1. 7. 1978, blz. 63.

(3) PB nr. L 317 van 12. 12. 1979, blz. 1.

(1) PB nr. L 338 van 13. 12. 1980, blz. 1.