Verordening (EEG) nr. 1885/85 van de Commissie van 8 juli 1985 tot tijdelijke schorsing van sommige bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2042/75 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst
Publicatieblad Nr. L 177 van 09/07/1985 blz. 0014 - 0015
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 36 blz. 0051
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 36 blz. 0051
***** VERORDENING (EEG) Nr. 1885/85 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 1985 tot tijdelijke schorsing van sommige bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2042/75 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1018/84 (2), en inzonderheid op artikel 12, lid 2, Overwegende dat krachtens artikel 9 bis van Verordening (EEG) nr. 2042/75 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3536/84 (4), certificaten met een lange geldigheidsduur kunnen worden afgegeven voor produkten van de posten 11.07 A I b), 11.07 A II b) en 11.07 B van het gemeenschappelijk douanetarief; dat deze bijzondere mogelijkheid is verleend om rekening te houden met de handelsgebruiken voor de betrokken produkten; dat evenwel, ten einde te voorkomen dat deze geldigheidsduur voor speculatieve doeleinden wordt aangewend, aan de afgifte van zulke certificaten zeer strenge voorwaarden zijn verbonden die met name bestaan in de verplichting de uitvoerbestemming op te geven en ook werkelijk naar die bestemming uit te voeren, alsmede in de verplichting het bewijs te leveren dat het produkt ter bestemming is aangekomen; Overwegende dat de situatie en de te verwachten ontwikkeling op de wereldmarkt voor gerst en mout, en met name de sterke concurrentie en de onzekerheid op die markt, een tijdelijke versoepeling van de bij de huidige regeling vastgestelde voorschriften rechtvaardigen; dat het, ten einde de handelaren in staat te stellen zich aan de marktomstandigheden aan te passen, gerechtvaardigd lijkt om voor de duur van het verkoopseizoen de verplichting om de uitvoerbestemming aan te geven en naar deze bestemming uit te voeren te schorsen; Overwegende dat voor dezelfde periode bijgevolg ook de bijzondere voorwaarden moeten worden geschorst welke in de huidige regeling worden gesteld voor het vrijgeven van de waarborg die aan de aanvraag van zulke certificaten met een lange geldigheidsduur is verbonden; dat deze schorsing enerzijds betrekking moet hebben op de verplichting de bestemming aan te geven, en anderzijds op de verplichting het bewijs te leveren dat het produkt ter bestemming is aangekomen; Overwegende dat de in deze verordening vervatte tijdelijke schorsingsmaatregelen geen afbreuk mogen doen aan de verplichtingen verbonden aan certificaten waarvan de geldigheidsduur bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is afgelopen; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Artikel 9 quater van Verordening (EEG) nr. 2042/75 wordt gelezen: »Artikel 9 quater 1. Voor de aanvragen om uitvoercertificaten voor produkten van de posten 11.07 A I b), 11.07 A II b) en 11.07 B van het gemeenschappelijk douanetarief, die in de periode van 1 juli 1985 tot en met 30 april 1986 worden ingediend, wordt het bepaalde in artikel 9 bis geschorst. 2. In afwijking van artikel 9 zijn op verzoek van de belanghebbende uitvoercertificaten voor de in lid 1 bedoelde produkten, waarvoor de aanvragen in de periode van 1 juli 1985 tot en met 30 april 1986 worden ingediend, geldig met ingang van de dag van afgifte in de zin van artikel 21, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3183/80 - tot en met 30 september 1986 wanneer zij worden afgegeven in de periode van 1 januari tot en met 30 april 1986, - tot het einde van de elfde maand volgende op die van de afgifte wanneer zij worden afgegeven in de periode van 1 juli tot en met 31 oktober 1985, - tot en met 30 september 1986 wanneer zij worden afgegeven in de periode van 1 november tot en met 31 december 1985. 3. In afwijking van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3183/80 zijn de rechten die voortvloeien uit de in lid 2 bedoelde certificaten niet overdraagbaar. 4. Voor de overeenkomstig lid 2 afgegeven certificaten bedraagt de waarborg: - 30 Ecu per ton voor de tot en met 31 december 1985 afgegeven certificaten, - 24 Ecu per ton voor de in de periode van 1 januari tot en met 30 april 1986 afgegeven certificaten.". Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1985. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 8 juli 1985. Voor de Commissie Frans ANDRIESSEN Vice-Voorzitter (1) PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 1. (2) PB nr. L 107 van 19. 4. 1984, blz. 1. (3) PB nr. L 213 van 11. 8. 1975, blz. 5. (4) PB nr. L 330 van 18. 12. 1984, blz. 12.