31985R1745

Verordening (EEG) nr. 1745/85 van de Commissie van 26 juni 1985 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2290/83 houdende uitvoeringsbepalingen van de artikelen 50 tot en met 59 van Verordening (EEG) nr. 918/83 van de Raad betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen

Publicatieblad Nr. L 167 van 27/06/1985 blz. 0021 - 0022
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 2 Deel 4 blz. 0061
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 02 Deel 13 blz. 0222
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 2 Deel 4 blz. 0061
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 02 Deel 13 blz. 0222


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1745/85 VAN DE COMMISSIE

van 26 juni 1985

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2290/83 houdende uitvoeringsbepalingen van de artikelen 50 tot en met 59 van Verordening (EEG) nr. 918/83 van de Raad betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 918/83 van de Raad van 28 maart 1983 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen (1), in het bijzonder op artikel 143,

Overwegende dat in artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2290/83 van de Commissie (2) onder meer wordt bepaald dat de instelling of organisatie van bestemming verplicht is de ingevoerde voorwerpen uitsluitend door niet-commerciële doeleinden te gebruiken in de zin van artikel 54, tweede streepje, van de basisverordening; dat een dergelijke vereiste niet voorkomt in de bepalingen van de basisverordening wat de in het kader van artikel 51 van genoemde basisverordening ingevoerde voorwerpen betreft; dat de tekst van artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2290/83 dienovereenkomstig dient te worden gewijzigd;

Overwegende dat de sedert de inwerkingtreding van Verordening (EEG) nr. 2290/83 opgedane ervaring heeft uitgewezen dat de op het controle-exemplaar T nr. 5 aan te brengen vermelding niet toelaat de douane-autoriteiten van de Lid-Staat van bestemming behoorlijk in kennis te stellen van hun verplichting zich ervan te vergewissen dat de instelling of organisatie waarvoor het instrument of apparaat is bestemd, dit wel degelijk zal gebruiken onder de voorwaarden die op handhaving van de vrijstelling recht geven; dat bijgevolg deze vermelding dient te worden gewijzigd;

Overwegende dat in artikel 16, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2290/83 is bepaald dat elke Lid-Staat aan de Commissie de lijst opgeeft van de instrumenten, apparaten, reserve-onderdelen, onderdelen, toebehoren en gereedschap waarvan de prijs of de douanewaarde hoger is dan 3 000 Ecu en waarvan hij met toepassing van artikel 7, lid 1, of van artikel 14, lid 1, de invoer met vrijstelling heeft toegestaan; dat de aldus vastgestelde drempel van 1980 dateert aangezien in Verordening (EEG) nr. 2290/83 zonder enige wijziging de drempel is overgenomen die in de eertijds geldende Verordening (EEG) nr. 2784/79 van de Commissie (3) is vermeld; dat deze drempel sedertdien geen wijziging heeft ondergaan;

Overwegende dat het wenselijk is deze drempel op 5 000 Ecu te stellen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité Douanevrijstellingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2290/83 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 2, lid 1, wordt gelezen:

»1. De invoer met vrijstelling van rechten bij invoer van voorwerpen van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard als bedoeld in artikel 51, in artikel 52, lid 1, en in de artikelen 53 en 56 van de basisverordening, hierna »voorwerpen" te noemen, houdt voor de instelling of organisatie van bestemming de verplichting in om:

- deze rechtstreeks naar de aangegeven plaats van bestemming, over te brengen,

- deze in haar inventarislijst op te nemen,

- elke controle die de bevoegde autoriteiten noodzakelijk achten te vergemakkelijken ten einde na te gaan of aan de voorwaarden voor de verlening van de vrijstelling is en nog steeds wordt voldaan.

Indien het voorwerpen als bedoeld in artikel 52, lid 1, en in de artikelen 53 en 56 van de basisverordening betreft, houdt dit voor de instelling of organisatie van bestemming de verplichting in om de bovengenoemde voorwerpen uitsluitend voor niet-commerciële doeleinden te gebruiken in de zin van artikel 54, tweede streepje, van de basis-verordening.".

2. Artikel 3, lid 2, wordt gelezen:

»2. Wanneer de instelling of organisatie waaraan een voorwerp in bruikleen gegeven, verhuurd of overdragen wordt, in een andere Lid-Staat is gevestigd dan die waar de instelling of organisatie die het voorwerp in bruikleen geeft, verhuurt of overdraagt, is gevestigd, wordt bij de verzending van bedoeld voorwerp door het bevoegde douanekantoor van de

Lid-Staat van vertrek overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 223/77, een controle-exemplaar T nr. 5 afgegeven om te verzekeren dat dit voorwerp wordt gebruikt voor een doel dat op handhaving van de vrijstelling recht geeft. Hiertoe moet op het bedoelde controle-exemplaar in vak 104 onder de rubriek »andere", één van de volgende vermeldingen zijn aangebracht:

- »UNESCO-varer: Fortsat fritagelse betinget af overholdelse af artikel 57, stk. 2, foerste afsnit, i forordning (EOEF) nr. 918/83";

- »UNESCO-Gegenstand: Weitergewaehrung der Zollbefreiung abhaengig von der Voraussetzung des Artikels 57 Absatz 2 erster Unterabsatz der Verordnung (EWG) Nr. 918/83";

- »Antikeímeno UNESCO: Diatírisi tis atéleias exartómeni apó tin tírisi toy árthroy 57 parágrafos 2 próto edáfio toy kanonismoý (EOK) arith. 918/83";

- »UNESCO goods: continuation of relief subject to compliance with the first subparagraph of Article 57 (2) of Regulation (EEC) No 918/83";

- »Objet UNESCO: maintien de la franchise subordonné au respect de l'article 57 paragraphe 2 premier alinéa du règlement (CEE) no 918/83";

- »Oggetto UNESCO: è mantenuta la franchigia a condizione che venga rispettato l'articolo 57, paragrafo 2, primo comma del regolamento (CEE) n. 918/83";

- »UNESCO-voorwerp: handhaving van de vrijstelling is afhankelijk van de nakoming van artikel 57, lid 2, eerste alinea van Verordening (EEG) nr. 918/83.".

3. Artikel 16, lid 1, eerste alinea, wordt gelezen:

»1. Elke Lid-Staat geeft aan de Commissie de lijst op van de instrumenten, apparaten, reserve-onderdelen, onderdelen, toebehoren en gereedschap waarvan de prijs of de douanewaarde hoger is dan 5 000 Ecu en waarvan hij met toepassing van artikel 7, lid 1, of van artikel 14, lid 1, de invoer met vrijstelling heeft toegestaan.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1985.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 26 juni 1985.

Voor de Commissie

COCKFIELD

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 105 van 23. 4. 1983, blz. 1.

(2) PB nr. L 220 van 11. 8. 1983, blz. 20.

(3) PB nr. L 318 van 31. 12. 1979, blz. 32.