*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 12 juni 1985

tot wijziging van Richtlijn 71/118/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee

(85/326/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 43 en 100,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat op grond van de ervaring punt 11 van bijlage I, hoofdstuk III, van Richtlijn 71/118/EEG (4), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 85/324/EEG (5), moet worden vereenvoudigd;

Overwegende dat in bijlage I, hoofdstuk III, punt 12, van Richtlijn 71/118/EEG met name is bepaald dat van een ieder die bij de bewerking van vers vlees van pluimvee is betrokken een geneeskundige verklaring wordt geëist en dat deze verklaring ieder jaar moet worden hernieuwd;

Overwegende dat het nodig is gebleken deze bepaling aan te passen in het licht van de opgedane ervaring,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 71/118/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. in artikel 16 bis, onder b), vervalt het eerste streepje:

2. in bijlage I, hoofdstuk III, worden de punten 11 en 12 vervangen door:

»11. Bij de bewerking en behandeling van vlees van pluimvee mogen geen personen zijn betrokken die het vlees kunnen besmetten, met name door ziekteverwekkers.

12. Een ieder die bij de bewerking en behandeling van vers vlees van pluimvee is betrokken, dient door een geneeskundige verklaring aan te tonen dat niets zich tegen zijn tewerkstelling verzet. De geneeskundige verklaring dient elk jaar te worden verlengd tenzij volgens de procedure van artikel 12 bis een ander stelsel van geneeskundige controle van het personeel wordt erkend dat gelijkwaardige waarborgen biedt.".

Artikel 2

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 1986 aan deze richtlijn te voldoen.

Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Luxemburg, 12 juni 1985.

Voor de Raad

De Voorzitter

C. DEGAN

(1) PB nr. C 179 van 7. 7. 1984, blz. 7.

(2) PB nr. C 46 van 18. 2. 1985, blz. 94.

(3) PB nr. C 44 van 15. 2. 1985, blz. 7.

(4) PB nr. L 55 van 8. 3. 1971, blz. 23.

(5) Zie blz. 45 van dit Publikatieblad.