31985L0007

Richtlijn 85/7/EEG van de Raad van 19 december 1984 tot wijziging van een eerste reeks Richtlijnen betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid- Staten inzake levensmiddelen ten aanzien van de tussenkomst door het Permanent Comité voor levensmiddelen

Publicatieblad Nr. L 002 van 03/01/1985 blz. 0022 - 0023
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 14 blz. 0148
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 18 blz. 0156
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 14 blz. 0148
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 18 blz. 0156


*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 19 december 1984

tot wijziging van een eerste reeks richtlijnen betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake levensmiddelen ten aanzien van de tussenkomst door het Permanent Comité voor levensmiddelen

(85/7/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemenschap, inzonderheid op artikel 100,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat krachtens artikel 2, lid 1, van Besluit 69/414/EEG van de Raad van 13 november 1969 tot oprichting van een Permanent Comité voor levensmiddelen (1), dit Comité de taken vervult die hem zijn opgedragen bij de door de Raad met betrekking tot levensmiddelen vastgestelde bepalingen, in de daarin omschreven gevallen en onder de daarin vervatte voorwaarden;

Overwegende dat het Comité, naast zijn raadgevende rol, in de gevallen waarin de Commissie bevoegdheden uitoefent die haar door de Raad ter uitvoering van de voorschriften die deze vaststelt, zijn opgedragen, tot taak heeft tussen de Lid-Staten en de Commissie een nauwe samenwerking tot stand te brengen;

Overwegende dat bij de meeste bepalingen die door de Raad zijn vastgesteld, het Comité taken zijn toegewezen die op het gebied waarop zij betrekking hebben, binnen een termijn van achttien maanden moeten worden uitgevoerd;

Overwegende dat met de vaststelling van een dergelijke termijn werd beoogd in de wetgevende praktijk na te gaan of de procedure voor de tussenkomst door het Comité voldoet en dat, ter verwezenlijking van dat doel, deze termijn met twee jaar moet worden verlengd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

In de volgende bepalingen:

1. artikel 11 ter van de richtlijn van de Raad van 23 oktober 1962 betreffende de aanpassing van de wettelijke voorschriften van de Lid-Staten inzake kleurstoffen die kunnen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren (2), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/20/EEG (3);

2. artikel 8 ter van Richtlijn 64/54/EEG van de Raad van 5 november 1963 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake conserveermiddelen die mogen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren (4), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 84/86/EEG (5);

3. artikel 7 van Richtlijn 70/357/EEG van de Raad van 13 juli 1970 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften van de Lid-Staten inzake oxydatie tegengaande stoffen waarvan het gebruik in levensmiddelen is toegestaan (6), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/962/EEG (7);

4. artikel 13 van Richtlijn 73/241/EEG van de Raad van 24 juli 1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften van de Lid-Staten inzake voor menselijke voeding bestemde cacao- en chocoladeprodukten (8), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 80/608/EEG (9);

5. artikel 11 van Richtlijn 74/329/EEG van de Raad van 18 juni 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der Lid-Staten inzake de emulgatoren, stabilisatoren, verdikkingsmiddelen en geleermiddelen waarvan het gebruik in levensmiddelen is toegestaan (10), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 80/597/EEG (11);

6. artikel 11 van Richtlijn 76/893/EEG van de Raad van 23 november 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen (12), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 80/1276/EEG (13);

7. artikel 10 van Richtlijn 77/94/EEG van de Raad van 21 december 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake levensmiddelen bestemd voor bijzondere voeding (14), gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1979;

8. artikel 10 van Richtlijn 77/436/EEG van de Raad van 27 juni 1977 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake extracten van kofie en extracten van cichorei (1), gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1979;

9. artikel 18 van Richtlijn 79/112/EEG van de Raad van 18 december 1978 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen bestemd voor de eindverbruiker alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (2), gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1979,

10. artikel 13 van Richtlijn 80/777/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater (3), gewijzigd bij Richtlijn 80/1276/EEG

wordt de tekst betreffende de termijn vervangen door: »gedurende een tijdvak van twee jaar, te rekenen vanaf de datum waarop de procedure voor de eerste maal na 1 januari 1985 bij het Comité is ingeleid.".

Artikel 2

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 19 december 1984.

Voor de Raad

De Voorzitter

P. O'TOOLE

(1) PB nr. L 291 van 19. 11. 1969, blz. 9.

(2) PB nr. 115 van 11. 11. 1962, blz. 2645/62.

(3) PB nr. L 43 van 14. 2. 1981, blz. 11.

(4) PB nr. 12 van 27. 1. 1964, blz. 161/64.

(5) PB nr. L 40 van 11. 2. 1984, blz. 29.

(6) PB nr. L 157 van 18. 7. 1970, blz. 31.

(7) PB nr. L 354 van 9. 12. 1981, blz. 22.

(8) PB nr. L 228 van 16. 8. 1973, blz. 23.

(9) PB nr. L 170 van 3. 7. 1980, blz. 33.

(10) PB nr. L 189 van 12. 7. 1974, blz. 1.

(11) PB nr. L 155 van 23. 6. 1980, blz. 23.

(12) PB nr. L 340 van 9. 12. 1976, blz. 19.

(13) PB nr. L 375 van 31. 12. 1980, blz. 77.

(14) PB nr. L 26 van 31. 1. 1977, blz. 55.

(1) PB nr. L 172 van 12. 7. 1977, blz. 20.

(2) PB nr. L 33 van 8. 2. 1979, blz. 1.

(3) PB nr. L 229 van 30. 8. 1980, blz. 1.