31985D0478

85/478/EEG: Beschikking van de Raad van 21 oktober 1985 tot wijziging van Beschikking 81/956/EEG betreffende de gelijkstelling van in derde landen voortgebrachte pootaardappelen

Publicatieblad Nr. L 285 van 25/10/1985 blz. 0064 - 0064
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 38 blz. 0080
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 38 blz. 0080


*****

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 21 oktober 1985

tot wijziging van Beschikking 81/956/EEG betreffende de gelijkstelling van in derde landen voortgebrachte pootaardappelen

(85/478/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 66/403/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 84/218/EEG (2), inzonderheid op artikel 15, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Raad bij Beschikking 81/956/EEG (3), gewijzigd bij Beschikking 84/99/EEG (4), heeft vastgesteld dat de in Oostenrijk, in Zwitserland en in Polen geoogste en officieel gecontroleerde pootaardappelen dezelfde waarborgen bieden als het in de Gemeenschap geoogste en gecontroleerde pootgoed;

Overwegende dat de geldigheidsduur van deze gelijkstelling voor Polen op 31 januari 1984 afliep en voor Oostenrijk en Zwitserland op 30 juni 1985;

Overwegende dat deze gelijkstelling echter voor een nieuw tijdvak dient te worden gehandhaafd, aangezien is gebleken dat nog steeds wordt voldaan aan de voorwaarden waarop de communautaire vaststellingen oorspronkelijk berustten voor wat betreft de normen en procedures die gelden voor het goedkeuren van pootaardappelen;

Overwegende dat de gelijkstelling in de praktijk slechts mag worden gebruikt wanneer de pootaardappelen eveneens voldoen aan de voorwaarden die de Lid-Staten moeten of kunnen vaststellen overeenkomstig Richtlijn 77/93/EEG van de Raad van 21 december 1976 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen (5), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 85/173/EEG (6);

Overwegende dat in dit verband is gebleken dat de fytosanitaire situatie in de door Beschikking 81/956/EEG betroffen landen ten aanzien van Corynebacterium sepedonicum en Potato spindle tuber viroid grondig moet worden bestudeerd; dat deze studie nog niet is afgesloten met betrekking tot Oostenrijk, Polen en Zwitserland; dat intussen op grond van de thans beschikbare gegevens over de fytosanitaire situatie kan worden besloten tot verlenging van de gelijkstelling voor een periode die voor de voltooiing van bovengenoemde studie nodig is voor wat Oostenrijk en Zwitserland betreft; dat in afwachting van de resultaten van die werkzaamheden de geldigheidsduur van die verklaring van gelijkstelling voor deze twee landen voor een overeenkomstige periode moet worden verlengd; dat evenwel is gebleken dat verlenging van de gelijkstelling met betrekking tot Polen in dit stadium niet ter zake is;

Overwegende voorts dat deze beschikking niet verhindert dat communautaire vaststellingen worden ingetrokken of de geldigheidsduur ervan niet wordt verlengd, wanneer blijkt dat aan de voorwaarden waarop zij berusten, niet of niet meer wordt voldaan,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING

VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 2 van Beschikking 81/956/EEG worden de woorden: »30 juni 1985 voor Oostenrijk en Zwitserland en tot en met 31 januari 1984 voor Polen" vervangen door »tot en met 30 juni 1986 voor Oostenrijk en Zwitserland".

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Luxemburg, 21 oktober 1985.

Voor de Raad

De Voorzitter

M. FISCHBACH

(1) PB nr. 125 van 11. 7. 1966, blz. 2320/66.

(2) PB nr. L 104 van 17. 4. 1984, blz. 19.

(3) PB nr. L 351 van 7. 12. 1981, blz. 1.

(4) PB nr. L 54 van 25. 2. 1984, blz. 38.

(5) PB nr. L 26 van 31. 1. 1977, blz. 20.

(6) PB nr. L 65 van 6. 3. 1985, blz. 23.