31985D0472

85/472/EEG: Beschikking van de Commissie van 2 oktober 1985 betreffende gezondheidsmaatregelen ten aanzien van Zimbabwe

Publicatieblad Nr. L 278 van 18/10/1985 blz. 0031 - 0034
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 38 blz. 0051
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 38 blz. 0051


*****

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 2 oktober 1985

betreffende gezondheidsmaatregelen ten aanzien van Zimbabwe

(85/472/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen en varkens en van vers vlees uit derde landen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 83/91/EEG (2), inzonderheid op artikel 15,

Overwegende dat de Lid-Staten, gelet met name op de dierziektesituatie in Zimbabwe en de door de autoriteiten van dat land getroffen maatregelen om mond- en klauwzeer te bestrijden en om de insleep van deze ziekte in niet-besmette gebieden te voorkomen, moeten worden gemachtigd, om onder bepaalde voorwaarden vers vlees uit bepaalde gebieden van Zimbabwe op hun grondgebied in te voeren;

Overwegende dat in bepaalde gebieden in het zuiden van Zimbabwe af en toe door exotische virus veroorzaakt mond- en klauwzeer uitbreekt; dat andere delen van dat land evenwel sedert een aantal jaren er vrij van zijn;

Overwegende dat strenge maatregelen worden toegepast, welke met name een verbod inhouden op verplaatsing van vee uit de bedoelde gebieden in het zuiden van Zimbabwe naar het ziektevrije gebied Mashonaland, met uitzondering van die van dieren rechtstreeks naar het slachthuis; dat bedoelde gebieden in het zuiden duidelijk afgebakend en van het ziektevrije gebied gescheiden zijn; dat in het gehele land toezicht wordt gehouden op de verplaatsing van vee en maatregelen worden genomen om mogelijke ziektehaarden op te sporen;

Overwegende dat de centrale veterinaire autoriteiten van Zimbabwe hebben bevestigd dat Zimbabwe sedert september 1984 vrij van mond- en klauwzeer is; dat zij zich ertoe hebben verbonden elke nieuwe uitbraak van mond- en klauwzeer in dat land of een verandering in hun inentingsbeleid ten aanzien van die ziekte binnen 24 uur per telexbericht of telegram aan de Lid-Staten en de Commissie te melden;

Overwegende dat de bevoegde autoriteiten van Zimbabwe de verzekering hebben gegeven dat het voor de Gemeenschap bestemde vlees bij de produktie, de behandeling en de opslag volledig gescheiden zal worden van vlees dat niet aan de bij deze beschikking vastgestelde voorwaarden beantwoordt;

Overwegende dat deze beschikking opnieuw zal worden bezien in het licht van de ontwikkeling van de dierziektesituatie in Zimbabwe, en meer in het bijzonder van het eventueel optreden van mond- en klauwzeer, van het gevoerde inentingsbeleid, van de instelling van bufferzones en van de afbakening van gebieden, van waaruit dieren waarvan het vlees bestemd is voor uitvoer naar de Gemeenschap, kunnen worden aanvaard;

Overwegende dat de bijzondere diergezondheidseisen die krachtens artikel 16 van Richtlijn 72/462/EEG door de Lid-Staten bij invoer van vlees uit Zimbabwe moeten worden gesteld, nog niet op communautair niveau zijn vastgesteld; dat in afwachting van de inwerkingtreding van deze voorschriften de Lid-Staten verder de eigen diergezondheidsvoorschriften voor de invoer van vers vlees uit Zimbabwe mogen toepassen;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het in artikel 14, lid 2, van Richtlijn 72/462/EEG bedoelde verbod geldt niet voor het veterinaire gebied Mashonaland in Zimbabwe ten aanzien van uitgebeend vlees van hele geslachte dieren (met uitzondering van slachtafvallen).

Artikel 2

Indien een Lid-Staat de invoer op zijn grondgebied toestaat van vers vlees, uitsluitend van uitgebeende hele geslachte runderen uit het in artikel 1 bedoelde gebied die daar zijn geslacht, geldt het volgende:

- het betrokken vlees moet voldoen aan de eisen welke zijn vermeld in het gezondheidscertificaat waarvan het model is opgenomen in de bijlage; dat certificaat moet tijdens het vervoer naar de invoerende Lid-Staat het vlees vergezellen;

- het vlees mag gedurende minstens 21 dagen na het slachten van de dieren niet in de invoerende Lid-Staat worden binnengebracht;

- het vlees moet afkomstig zijn van runderen uit het in artikel 1 genoemde gebied.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 2 oktober 1985.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 302 van 31. 12. 1972, blz. 28.

(2) PB nr. L 59 van 5. 3. 1983, blz. 34.

BIJLAGE

GEZONDHEIDSCERTIFICAAT

voor vers vlees (1) van uitgebeende runderkarkassen (2) uit Zimbabwe

Referentienummer van het vleeskeuringscertificaat:

Ministerie:

Dienst:

Referentie:

(facultatief)

I. Identificatie van het vlees

Vlees (3) van:

(diersoort)

Aard van het produkt (4):

Aard van de verpakking:

Aantal stuks of colli:

Nettogewicht:

II. Herkomst van het vlees

Adres en toelatingsnummer van het erkende slachthuis:

Adres en toelatingsnummer van de erkende uitsnijderij:

III. Bestemming van het vlees

Het vlees wordt verzonden van:

(plaats van lading)

naar:

(land en plaats van bestemming)

per vervoermiddel (5):

Naam en adres van de afzender:

Naam en adres van de geadresseerde:

IV. Gezendheidsverklaring

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hierbij dat:

1. het hierboven omschreven verse vlees van uitgebeende karkassen:

a) afkomstig is van runderen:

- die in de Republiek Zimbabwe zijn geboren en gemest en die in de voorgaande twaalf maanden of sinds hun geboorte in het gebied Mashonaland hebben verbleven,

- die, overeenkomstig de wettelijke voorschriften, een merk droegen waaruit het gebied van herkomst blijkt,

- die in de afgelopen twaalf maanden niet tegen mond- en klauwzeer zijn ingeënt,

- die tijdens hun overbrenging naar het slachthuis en in afwachting van de slachting niet in aanraking zijn gekomen met dieren die niet voldoen aan de in de thans geldende EEG-beschikkingen gestelde eisen voor uitvoer van vlees naar een Lid-Staat; wanneer zij met vervoermiddelen zijn vervoerd, zijn deze vervoermiddelen vóór het inladen gereinigd en ontsmet,

- waarvan met name de bek en de poten tijdens de keuring in het abattoir in de 24 uur vóór het slachten zijn onderzocht, zonder dat symptomen van mond- en klauwzeer werden aangetroffen,

- die zijn geslacht na de inwerkingtreding van Beschikking 85/472/EEG van de Commissie (slachtdatum ..................................);

b) afkomstig is uit een slachthuis waar in de afgelopen drie maanden geen mond- en klauwzeer is geconstateerd;

c) goed gescheiden gehouden is van vlees dat niet aan de in de thans geldende EEG-beschikkingen gestelde eisen voor uitvoer naar een Lid-Staat voldoet;

d) zoveel mogelijk van bereikbare lymfklieren is ontdaan;

e) afkomstig is van karkassen die ten minste 24 uur lang bij een omgevingstemperatuur van meer dan +2 °C zijn bestorven alvorens zij werden uitgebeend;

2. tussen de aankomst in het slachthuis van de runderen waarvan het vlees bestemd was voor uitvoer naar een Lid-Staat en het beëindigen van de verpakking van dit vlees in kisten of kartons, zich in de slacht- of uitsnij-inrichting geen dier noch vlees bevond dat niet aan de in de thans geldende EEG-beschikkingen gestelde eisen voor uitvoer naar een Lid-Staat voldeed.

Gedaan te , op

Stempel

(Handtekening van de officiële dierenarts)

(1) Vers vlees: alle voor menselijke consumptie geschikte delen van runderen (huisdieren), welke delen geen conserveringsbehandeling hebben ondergaan; ook vlees dat gekoeld of bevroren is, wordt als vers vlees aangemerkt.

(2) Karkas: het gehele geslachte dier na verbloeding, verwijdering van de ingewanden en afsnijding van de uiteinden der ledematen ter hoogte van het carpaal- en het tarsaalgewricht, alsmede van de kop, de staart en de melkklier; voor runderen bovendien na verwijdering van de huid.

(3) Vers vlees zonder been van runderkarkassen mag slechts worden ingevoerd wanneer de belangrijkste bereikbare lymfklieren zijn verwijderd.

(4) Vers vlees van karkassen mag slechts worden ingevoerd als het volledig is uitgebeend.

(5) Bij verzending per spoorwagon of vrachtwagen dient het kentekennummer te worden vermeld; bij verzending per vliegtuig het nummer van de vlucht en bij verzending per schip de naam van het schip.