31984Y0621(02)

Resolutie van de Raad van 7 juni 1984 betreffende acties ter bestrijding van de vrouwenwerkloosheid

Publicatieblad Nr. C 161 van 21/06/1984 blz. 0004 - 0006
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 05 Deel 4 blz. 0115
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 05 Deel 4 blz. 0115


++++

RESOLUTIE VAN DE RAAD

van 7 juni 1984

betreffende acties ter bestrijding van de vrouwenwerkloosheid

( 84/C 161/02 )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen ,

Gezien de ontwerp-resolutie ingediend door de Commissie ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,

Overwegende dat , met het oog op het bevorderen van gelijke kansen voor vrouwen , op Gemeenschapsniveau diverse acties zijn ingezet , met name het vaststellen door de Raad van de Richtlijnen 75/117/EEG ( 4 ) , 76/207/EEG ( 5 ) en 79/7/EEG ( 6 ) betreffende de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ;

Overwegende dat er in de resolutie van de Raad van 12 juli 1982 betreffende de bevordering van gelijke kansen voor de vrouw ( 7 ) met name de nadruk op wordt gelegd dat in een periode van economische crisis de op communautair en nationaal niveau ondernomen actie dient te worden geïntensiveerd door tenuitvoerlegging van positieve maatregelen die deze gelijke kansen in de praktijk gestalte kunnen geven ;

Overwegende dat in de resoluties van de Raad van 11 juli 1983 betreffende het beleid inzake beroepsopleiding in de Europese Gemeenschap in de jaren tachtig ( 8 ) , van 2 juni 1983 betreffende maatregelen inzake de beroepsopleiding op het gebied van de nieuwe informatietechnologieën ( 9 ) en van 23 januari 1984 inzake de bevordering van de werkgelegenheid voor jongeren ( 10 ) , specifieke acties zijn voorzien ten behoeve van vrouwen ;

Overwegende dat het Europese Parlement er herhaaldelijk op heeft gewezen dat het nodig is , communautaire maatregelen te ontwikkelen ter bestrijding van de vrouwenwerkloosheid ;

Overwegende dat het werkloosheidscijfer van vrouwen in de Gemeenschap , dat aanmerkelijk hoger ligt dan dat van mannen , het noodzakelijk maakt maatregelen te nemen die een neerwaarts effect kunnen uitoefenen op dit werkloosheidscijfer en kunnen bijdragen tot verbetering van de positie van de vrouwelijke werklozen ;

Overwegende dat de geleidelijke vermindering van de werkloosheid onder vrouwen geïntegreed moet worden in een algemene vermindering van de werkloosheid ;

Overwegende dat de werkloosheid onder vrouwen specifieke kenmerken vertoont die nopen tot aangepaste maatregelen ,

HEEFT DE VOLGENDE RESOLUTIE AANGENOMEN :

I . Algemene doelstellingen

1 . De Raad neemt nota van de mededeling van de Commissie inzake werkloosheid van vrouwen in de Gemeenschap .

2 . Hij constateert dat de vrouwenwerkloosheid een verontrustend aspect vormt van de algemene werkgelegenheidssituatie in de Gemeenschap , waarvoor slechts een bevredigende oplossing kan worden gevonden in het kader van een algemeen beleid dat gericht is op herstel van de economische bedrijvigheid en de werkgelegenheid . In dit verband moeten , gezien de eigen kenmerken van de vrouwenwerkloosheid , ook specifieke inspanningen worden gedaan om de hindernissen voor vrouwenarbeid uit de weg te ruimen en de gelijke kansen op de arbeidsmarkt te bevorderen , zulks ten einde de vrouwenwerkloosheid geleidelijk in aanzienlijke mate terug te dringen .

3 . Hij onderstreept de beginselen waarop de in dit verband te stimuleren maatregelen moeten berusten , te weten :

- gelijk recht van mannen en vrouwen op arbeid en daardoor op het verkrijgen van eigen middelen onder gelijke omstandigheden en voorwaarden , ongeacht de economische situatie ;

- creëren van gelijke kansen voor mannen en vrouwen , in het bijzonder op de arbeidsmarkt , in het kader van de maatregelen ter stimulering van het economisch herstel en de bevordering van de werkgelegenheid ;

- ontwikkeling van positieve acties om de feitelijke ongelijkheden weg te nemen en aldus de vooruitzichten voor vrouwen op arbeid te verbeteren en het gemengde karakter van de werkgelegenheid te bevorderen .

II . Richtsnoeren voor acties

1 . De Raad is van oordeel dat in het kader van het nationale beleid en de nationale praktijk met name de volgende richtsnoeren ten uitvoer zouden moeten worden gelegd of nagestreefd :

a ) ten aanzien van het creëren van arbeidsplaatsen en de aanwerving ,

- ervoor zorgen dat de stimuleringsmaatregelen voor de aanwerving van extra arbeidskrachten , in het bijzonder van jongeren , in de particuliere sector , leiden tot een evenwichtiger participatie van mannen en vrouwen , met name op arbeidsplaatsen waar vrouwen ondervertegenwoordigd zijn , en op gekwalificeerde arbeidsplaatsen ;

- eventuele aanwervingspremies richten op diegenen die de minste kansen hebben op de arbeidsmarkt , in vele gevallen vrouwen ;

- passende maatregelen treffen om te bevorderen dat er met het oog op een beter evenwicht een grotere vertegenwoordiging van vrouwen komt in de sectoren met toekomst , met name die met geavanceerde technologie ;

- inspanningen leveren , ook in de overheidssector , om gelijke kansen te bevorderen met voorbeeldwerking , met name op die terreinen waarop nieuwe informatietechnologieën worden ontwikkeld ;

- ernaar streven dat de initiatieven die gericht zijn op de verkorting en de reorganisatie van de arbeidstijd op positieve wijze bijdragen tot het bevorderen van gelijke kansen op het terrein van de werkgelegenheid , onder andere door een grotere flexibiliteit mogelijk te maken wat de werktijden betreft ;

- de vrijwillige deeltijdarbeid zo opzetten dat daardoor de segregatie van vrouwen op de arbeidsmarkt niet verder in de hand wordt gewerkt ;

- vrouwen gelijke toegang geven tot financiële en andere voorzieningen die worden toegekend voor de oprichting van bedrijven , met name in het kader van plaatselijke werkgelegenheidscheppende initiatieven , ook in de vorm van cooperaties , die voor vrouwen interessante werkgelegenheidsvooruitzichten en arbeidsvoorwaarden bieden ;

b ) op het terrein van beroepsonderwijs , beroepsopleiding en beroepskeuzevoorlichting acties ontwikkelen die erop gericht zijn :

- de beroepskeuzemogelijkheden voor vrouwen te verruimen om te komen tot een meer rechtvaardige participatie van de vrouw in groeisectoren en sectoren met toekomst ;

- ervoor te zorgen dat de beroepskwalificaties van vrouwelijke werknemers die speciaal worden getroffen door industriële herstructurering en vernieuwing , van vrouwelijke werknemers in de probleemgebieden , van vrouwelijke werklozen en van vrouwen die opnieuw aan het arbeidsproces willen deelnemen , beter zijn afgestemd op de behoeften ;

- te bevorderen dat meer vrouwen aan de opleidingsprogramma's deelnemen , ten einde tot een beter evenwicht te komen in de sectoren waarin zij ondervertegenwoordigd zijn , met name die welke verband houden met de invoering van nieuwe technologieën ;

c ) de nodige maatregelen treffen opdat de diensten voor arbeidsbemiddeling , beroepskeuzevoorlichting en advies over voldoende gekwalificeerd personeel beschikken om een dienstverlening te kunnen bieden die gebaseerd is op de vereiste deskundigheid inzake de specifieke problemen van vrouwelijke werklozen ;

d ) de kwantitatieve en kwalitatieve informatie over de positie van de vrouw op de arbeidsmarkt en de evaluatie van de uitwerking van maatregelen ter bestrijding van de werkloosheid op de werkgelegenheid voor de vrouw verbeteren ten einde de vooruitgang van de desegregatie in de werkgelegenheid te kunnen volgen en de ontwikkelingen met betrekking tot de vrouwenwerkloosheid met grotere nauwkeurigheid te kunnen vaststellen .

2 . De Raad beklemtoont het belang dat hij hecht aan de positieve bijdrage van het Europees Sociaal Fonds aan de tenuitvoerlegging van deze richtsnoeren voor actie .

3 . De Raad is van oordeel dat de hierboven vermelde beginselen en richtsnoeren gelden voor actie op elk niveau , met inbegrip , voor zover mogelijk , van de stimulering die gericht is op de sociale partners .

4 . De Raad beklemtoont het belang van begeleidingsmaatregelen , in het bijzonder voor wat betreft de sociale infrastructuur en de middelen ter aanmoediging van een verdergaande verdeling van de verantwoordelijkheden in verband met de algemene doelstelling , de werkgelegenheid voor vrouwen te verbeteren .

5 . De Raad nodigt de Lid-Staten uit , om in voorkomend geval in samenwerking met de Commissie , voorlichtingscampagnes te ontwikkelen ter aanmoediging van de nodige mentaliteitsombuiging waardoor een grotere gelijkheid van kansen op de arbeidsmarkt kan worden bevorderd . De Raad benadrukt de essentiële rol die daartoe , en als initiatiefnemers voor het voeren van positieve acties , gespeeld wordt door nationale comités en instellingen voor gelijke kansen die zo doeltreffend mogelijk moeten kunnen functioneren .

6 . De Commissie wordt uitgenodigd om een jaarlijkse uitwisseling van informatie tussen de Lid-Staten te organiseren over de maatregelen die zij overeenkomstig deze resolutie hebben genomen om de werkloosheid van vrouwen terug te dringen , alsmede over middelen voor controle , onderzoek en evaluatie .

7 . De Raad nodigt de Commissie uit om periodiek verslag uit te brengen , zulks ten einde uiterlijk binnen drie jaar na het aannemen van deze resolutie een balans op te maken van de behaalde resultaten .

( 1 ) PB nr . C 65 van 6 . 2 . 1984 , blz . 8 .

( 2 ) Advies uitgebracht op 22 mei 1984 ( nog niet verschenen in het Publikatieblad ) .

( 3 ) Advies uitgebracht op 23 mei 1984 ( nog niet verschenen in het Publikatieblad ) .

( 4 ) PB nr . L 45 van 19 . 2 . 1975 , blz . 19 .

( 5 ) PB nr . L 39 van 14 . 2 . 1976 , blz . 40 .

( 6 ) PB nr . L 6 van 10 . 1 . 1979 , blz . 24 .

( 7 ) PB nr . C 186 van 21 . 7 . 1982 , blz . 3 .

( 8 ) PB nr . C 193 van 20 . 7 . 1983 , blz . 2 .

( 9 ) PB nr . C 166 van 25 . 6 . 1983 , blz . 1 .

( 10 ) PB nr . C 29 van 4 . 2 . 1984 , blz . 1 .