31984R0876

Verordening (EEG) nr. 876/84 van de Raad van 31 maart 1984 inzake de voor de sector schape- en geitevlees in de laatste drie kwartalen van 1984 voor bepaalde derde landen geldende invoerregeling

Publicatieblad Nr. L 090 van 01/04/1984 blz. 0047 - 0048


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 876/84 VAN DE RAAD

van 31 maart 1984

inzake de voor de sector schape - en geitevlees in de laatste drie kwartalen van 1984 voor bepaalde derde landen geldende invoerregeling

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Overwegende dat bij Verordening ( EEG ) nr . 1837/80 van de Raad van 27 juni 1980 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schape - en geitevlees ( 2 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 871/84 ( 3 ) , voor deze sector een regeling voor het handelsverkeer met derde landen is vastgesteld ; dat deze regeling onder andere in de toepassing van een invoerheffing voorziet ;

Overwegende dat de Gemeenschap met verreweg de meeste derde landen die produkten uit de sector schape - en geitevlees exporteren , overeenkomsten inzake vrijwillige beperking heeft gesloten ; dat de Raad op grond van artikel 34 van Verordening ( EEG ) nr . 1837/80 voor 1 april 1984 wijzigingen kan aanbrengen in de verschillende regelingen die voor de markt van de betrokken produkten gelden ;

Overwegende dat de Raad , in afwachting van het tijdstip waarop met de andere , vanouds naar de Gemeenschap exporterende derde landen overeenkomsten kunnen worden gesloten en de eventuele wijzigingen in de bestaande overeenkomsten inzake vrijwillige beperking bekend zijn , bij Verordening ( EEG ) nr . 2977/83 ( 4 ) in het eerste kwartaal van 1984 de toepassing van de heffing en de afgifte van invoercertificaten voor bepaalde produkten uit deze landen heeft beperkt ;

Overwegende dat de onderhandelingen die thans met het oog op eventuele aanpassing van de overeenkomsten inzake vrijwillige beperking worden gevoerd , waarschijnlijk niet voor 1 april 1984 zullen zijn afgesloten ; dat de overeenkomsten door geen enkele partij zijn opgezegd en dus van kracht blijven ;

Overwegende dat het dienstig is de invoerregeling voor landen die dergelijke overeenkomsten niet hebben gesloten , tot eind 1984 te verlengen ;

Overwegende dat de invoer in de Lid-Staten dient te worden toegestaan met inachtneming van de traditionele handelsstromen ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . In de laatste drie kwartalen van 1984 wordt voor de onderstaande maximumhoeveelheden , in ton geslacht gewicht , per betrokken derde land en per categorie , de invoerheffing op de hierna vermelde produkten beperkt tot maximaal 10 % ad valorem :

Nummer van het gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving * Betrokken derde land en hoeveelheid *

* * Chili * Spanje * Overige derde landen ( a ) *

01.04 * Levende schapen en geiten : * * * *

* B . andere ( b ) * 0 * 0 * 75 *

02.01 * Vlees en eetbare slachtafvallen , van de dieren bedoeld bij de posten 01.01 tot en met 01.04 , vers , gekoeld of bevroren : * * * *

* A . Vlees : * * * *

* IV . van schapen of van geiten : * * * *

* a ) vers of gekoeld * 0 * 375 * 75 *

* b ) bevroren * 1 115 * 0 * 75 *

( a ) Met uitzondering van Argentinië , Australië , Bulgarije , Hongarije , Joegoslavië , Nieuw-Zeeland , Oostenrijk , Polen , Roemenië , Tsjechoslowakije , Uruguay en IJsland .

( b ) Voor de produkten van post 01.04 B van het gemeenschappelijk douanetarief dient voor de omrekening van de nettomassa ( levend gewicht ) in massa geslacht dier ( geslacht gewicht ) de coëfficiënt 0,47 te worden toegepast .

2 . De Lid-Staten kunnen , voor hoeveelheden die overeenstemmen met hun traditionele invoer uit de betrokken derde landen , worden gemachtigd om voor de in lid 1 genoemde produkten invoercertificaten af te geven .

Artikel 2

Voor de in artikel 1 genoemde produkten en derde landen worden voor de laatste drie kwartalen van 1984 de in artikel 16 van Verordening ( EEG ) nr . 1837/80 bedoelde invoercertificaten binnen de grenzen van de in artikel 1 vermelde hoeveelheden afgegeven . De in Verordening ( EEG ) nr . 2977/83 vastgestelde hoeveelheden die niet zijn opgebruikt , worden evenwel toegevoegd aan de hoeveelheden die in het vierde kwartaal mogen worden ingevoerd .

Artikel 3

De uitvoeringsbepalingen van deze verordening worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 26 van Verordening ( EEG ) nr . 1837/80 .

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 1984 tot het tijdstip waarop overeenkomsten inzake vrijwillige beperking met de betrokken derde landen van toepassing worden en uiterlijk tot en met 31 december 1984 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 31 maart 1984 .

Voor de Raad

De Voorzitter

M . ROCARD

( 1 ) Advies uitgebracht op 15 maart 1984 ( nog niet verschenen in het Publikatieblad ) .

( 2 ) PB nr . L 183 van 16 . 7 . 1980 , blz . 1 .

( 3 ) Zie blz . 35 van dit Publikatieblad .

( 4 ) PB nr . L 294 van 26 . 10 . 1983 , blz . 1 .