Verordening (EEG) nr. 1452/83 van de Commissie van 6 juni 1983 tot omschrijving van de beheerskosten van de producentenorganisaties in de sector visserijprodukten
Publicatieblad Nr. L 149 van 07/06/1983 blz. 0005 - 0006
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 1 blz. 0095
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 04 Deel 2 blz. 0114
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 1 blz. 0095
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 04 Deel 2 blz. 0114
***** VERORDENING (EEG) Nr. 1452/83 VAN DE COMMISSIE van 6 juni 1983 tot omschrijving van de beheerskosten van de producentenorganisaties in de sector visserijprodukten DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 3796/81 van de Raad van 29 december 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten (1), Gelet op Verordening (EEG) nr. 3140/82 van de Raad van 22 november 1982 inzake de toekenning en de financiering van steun door de Lid-Staten aan de producentenorganisaties in de visserijsector (2), en met name op artikel 8, lid 2, Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 3140/82 is bepaald dat de beheerskosten moeten worden omschreven welke in aanmerking worden genomen voor de berekening van het maximumbedrag van de steun die aan de producentenorganisaties wordt toegekend voor de oprichting en de werking van deze organisaties; dat die kosten derhalve moeten worden gespecificeerd; Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 457/72 van de Commissie (3) door deze verordening wordt vervangen en derhalve moet worden ingetrokken; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor visserijprodukten, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 1. Beheerskosten in de zin van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3796/81 zijn de hierna genoemde reële kosten voor de oprichting en de werking van de producentenorganisaties: a) kosten met betrekking tot de voorbereidende werkzaamheden voor de oprichting van de producentenorganisatie, evenals kosten voor het opmaken van de oprichtingsakte en de statuten of voor wijzigingen daarvan overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3796/81 en in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 105/76 van de Raad (4); b) kosten van de controle op de nalevering van de in artikel 5, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3796/81 genoemde voorschriften; c) personeelskosten (lonen en salarissen, opleidingskosten, kosten voor sociale verzekering en voor dienstreizen), evenals vergoedingen voor diensten en technische adviezen; d) kosten voor correspondentie en telecommunicatie; e) kosten voor kantoorbenodigdheden en voor afschrijving of voor leasing op de kantoorinrichtingen; f) kosten voor het vervoer van het personeel met voertuigen van de organisatie; g) huurkosten of, in geval van koop, werkelijk betaalde rentekosten, evenals andere kosten en lasten voortvloeiende uit het gebruik van de gebouwen die dienen voor het administratieve beheer van de producentenorganisatie; h) verzekeringskosten voor het vervoer van het personeel, voor de kantoren en de kantoorinrichting. 2. De producentenorganisatie mag het bedrag van deze kosten verdelen over het aantal jaren dat de steun wordt toegekend. 3. Van de in lid 1, sub c) tot en met h), genoemde kosten wordt voor de berekening van de steun slechts dat deel in aanmerking genomen dat door de bevoegde instanties van de Lid-Staat, gelet op de uitvoering van de taken van de betrokken organisatie als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3796/81, verantwoord wordt geacht. Artikel 2 Verordening (EEG) nr. 457/72 wordt ingetrokken. Artikel 3 Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1983. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 6 juni 1983. Voor de Commissie Giogios CONTOGEORGIS Lid van de Commissie (1) PB nr. L 379 van 31. 12. 1981, blz. 1. (2) PB nr. L 331 van 26. 11. 1982, blz. 7. (3) PB nr. L 54 van 3. 3. 1972, blz. 31. (4) PB nr. L 20 van 28. 1. 1976, blz. 39.