31982R1699

Verordening (EEG) nr. 1699/82 van de Raad van 24 juni 1982 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor rum, arak en tafia van post 22.09 C I van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit de ACS-Staten (1982/1983)

Publicatieblad Nr. L 189 van 01/07/1982 blz. 0001 - 0003


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1699/82 VAN DE RAAD

van 24 juni 1982

betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor rum, arak en tafia van post 22.09 C I van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit de ACS-Staten (1982/1983)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat in Protocol nr. 5 gehecht aan de op 31 oktober 1979 te Lomé ondertekende tweede ACS-EEG-Overeenkomst (1) wordt bepaald dat tot de inwerkingtreding van een gemeenschappelijke marktordening voor alcohol de produkten van post 22.09 C I van het gemeenschappelijk douanetarief van oorsprong uit de ACS-Staten in de Gemeenschap vrij van invoerrechten worden toegelaten onder voorwaarden die de ontwikkeling van de traditionele handelsstromen tussen de ACS-Staten en de Gemeenschap enerzijds en tussen de Lid-Staten anderzijds mogelijk maken; dat de Gemeenschap de hoeveelheden die vrij van invoerrechten mogen worden ingevoerd, jaarlijks vaststelt op basis van de grootste jaarlijkse hoeveelheden die uit de ACS-Staten in de Gemeenschap zijn ingevoerd in de laatste drie jaren waarover statistieken beschikbaar zijn, vermeerderd met een jaarlijks groeipercentage van 40 op de markt van het Verenigd Koninkrijk en van 18 op de andere markten van de Gemeenschap;

Overwegende dat gezien de niveaus die de invoer van deze produkten in de Gemeenschap en in de Lid-Staten in de laatste drie jaren waarover statistieken beschikbaar zijn, heeft bereikt, het tariefcontingent voor het tijdvak van 1 juli 1982 tot en met 30 juni 1983 op 193 178 hectoliter zuivere alcohol moet worden vastgesteld;

Overwegende dat van de invoer in de Gemeenschap van de betrokken produkten uit de betrokken landen gedurende de laatste drie jaren waarover statistische gegevens beschikbaar zijn, de afzonderlijke Lid-Staten de hierna genoemde percentages voor hun rekening namen:

1.2.3.4 // // // // // Lid-Staten // 1979 // 1980 // 1981 // // // // // Benelux // 3,71 // 11,00 // 4,04 // Denemarken // 1,26 // 1,35 // 1,23 // Duitsland // 18,67 // 23,77 // 24,00 // Griekenland // 0,03 // 0,03 // 0,03 // Frankrijk // 2,20 // 2,90 // 1,93 // Ierland // 1,77 // 1,46 // 1,43 // Italië // 0,36 // 0,29 // 0,23 // Verenigd Koninkrijk // 72,00 // 59,20 // 67,08 // // // //

Overwegende dat, rekening houdende met deze gegevens, alsmede met de te verwachten ontwikkeling van de markt van de genoemde produkten en de ramingen van bepaalde Lid-Staten, de percentages voor de eerste verdeling van het contingent bij benadering als volgt kunnen worden vastgesteld:

Benelux 6,25

Denemarken 1,33

Duitsland 23,18

Griekenland 0,03

Frankrijk 2,32

Ierland 1,68

Italië 0,28

Verenigd Koninkrijk 64,93;

Overwegende dat met een systeem voor de benutting van het communautaire tariefcontingent, gebaseerd op een verdeling over het Verenigd Koninkrijk enerzijds en de overige Lid-Staten anderzijds, de toepassing van de in Protocol nr. 5 vastgestelde groeipercentages in overeenstemming lijkt te kunnen worden gebracht met de onafgebroken toepassing van de voor dit contingent vastgestelde vrijdom van rechten op alle invoer van de betrokken produkten in de Lid-Staten, totdat het contingent volledig is benut; dat de verde

ling van het communautaire tariefcontingent over de Lid-Staten, om zo goed mogelijk de werkelijke ontwikkeling op de markt van de betrokken produkten weer te geven, toegepast moet worden naar verhouding van de behoeften der Lid-Staten; dat het tariefcontingent over de Lid-Staten verdeeld dient te worden op basis van de grootste jaarlijkse hoeveelheden die in de loop van de laatste drie jaren in elk van die Lid-Staten zijn ingevoerd, waarbij rekening wordt gehouden met de bovengenoemde groeipercentages;

Overwegende dat passende maatregelen dienen te worden vastgesteld om te waarborgen dat Protocol nr. 5 wordt toegepast onder voorwaarden die de ontwikkeling van de traditionele handelsstromen tussen de ACS-Staten en de Gemeenschap enerzijds en tussen de Lid-Staten anderzijds mogelijk maken;

Overwegende dat het, in verband met het bijzondere karakter van de betrokken produkten en hun kwetsbaarheid op de markten van de Gemeenschap, dienstig is bij wijze van uitzondering een regeling voor het gebruik in te stellen die berust op een eenmalige verdeling over de Lid-Staten;

Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van de aan genoemde Economische Unie toegewezen quota kan worden verricht door één van haar leden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Van 1 juli 1982 tot en met 30 juni 1983 mogen rum, arak en tafia van post 22.09 C I van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit de ACS-Staten, met vrijdom van douanerechten in de Gemeenschap worden ingevoerd binnen de grenzen van een communautair tariefcontingent van 193 178 hectoliter zuivere alcohol.

Artikel 2

1. Het in artikel 1 bedoelde tariefcontingent wordt in twee gedeelten verdeeld. Het eerste gedeelte, 125 430 hectoliter zuivere alcohol groot, is bestemd voor de consumptie in het Verenigd Koninkrijk. Het tweede gedeelte, 67 748 hectoliter zuivere alcohol groot, wordt over de overige Lid-Staten verdeeld.

2. De quota van elk van de Lid-Staten die krachtens lid 1 in aanmerking komen voor het tweede gedeelte, belopen de onderstaande hoeveelheden:

1.2 // // (in hectoliter zuivere alcohol) // Benelux // 12 070 // Denemarken // 2 570 // Duitsland // 44 788 // Griekenland // 55 // Frankrijk // 4 480 // Ierland // 3 245 // Italië // 540.

Artikel 3

1. De Lid-Staten beheren de hun toegekende quota volgens hun eigen regels ter zake.

2. De uitputtingsgraad van het quotum van de Lid-Staten wordt vastgesteld op grond van de ingevoerde hoeveelheden van de betrokken produkten, van oorsprong uit de ACS-Staten, die bij de douane ten invoer in het vrije verkeer zijn aangegeven.

Artikel 4

1. De Lid-Staten stellen de Commissie maandelijks op de hoogte van de invoer die daadwerkelijk op het tariefcontingent in mindering is gebracht.

2. Het Verenigd Koninkrijk neemt de nodige maatregelen om te bewerkstelligen dat de hoeveelheden die onder de in de artikelen 1 en 2 vastgestelde voorwaarden uit de ACS-Staten worden ingevoerd, uitsluitend worden bestemd voor binnenlandse consumptie.

3. De Commissie stelt de Lid-Staten regelmatig in kennis van de uitputtingsgraad van het contingent.

4. Voor zover nodig kan, hetzij op verzoek van een Lid-Staat, hetzij op initiatief van de Commissie, overleg worden gepleegd.

Artikel 5

De Commissie treft, in nauwe samenwerking met de Lid-Staten, de nodige maatregelen om de toepassing van deze verordening te waarborgen.

Artikel 6

Verordening (EEG) nr. 1470/80 van de Raad van 9 juni 1980 betreffende de in de tweede ACS-EEG-Overeenkomst bedoelde vrijwaringsmaatregelen (1) is van toepassing op de in de onderhavige verordening genoemde produkten.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1982.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 24 juni 1982.

Voor de Raad

De Voorzitter

F. AERTS

(1) PB nr. L 347 van 22. 12. 1980, blz. 141.

(1) PB nr. L 147 van 13. 6. 1980, blz. 4.