Verordening (EEG) nr. 52/82 van de Commissie van 11 januari 1982 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2182/77 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de verkoop van uit de interventievoorraden afkomstig bevroren rundvlees dat bestemd is voor verwerking in de Gemeenschap
Publicatieblad Nr. L 007 van 12/01/1982 blz. 0011 - 0011
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 14 blz. 0193
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 24 blz. 0154
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 14 blz. 0193
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 24 blz. 0154
***** VERORDENING (EEG) Nr. 52/82 VAN DE COMMISSIE van 11 januari 1982 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2182/77 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de verkoop van uit de interventievoorraden afkomstig bevroren rundvlees dat bestemd is voor verwerking in de Gemeenschap DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Griekenland, en met name op arrtikel 7, lid 3, Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 2182/77 van de Commissie (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 983/81 (3), de uitvoeringsbepalingen zijn vastgesteld voor de verkoop van uit de interventievoorraden afkomstig bevroren rundvlees dat bestemd is voor verwerking; dat genoemde verordening met name voorziet in de vaststelling van coëfficiënten voor het bepalen van de hoeveelheid bevroren vlees zonder been dat aanwezig is in een bepaalde hoeveelheid conserven; Overwegende dat, voor conserven die 20 % of meer, doch minder dan 40 % vlees bevatten, in de praktijk is gebleken dat de hoeveelheid vlees die voor de vervaardiging van bepaalde produkten nodig is, om redenen buiten de wil van de verwerker, soms niet overeenkomt met de hoeveelheid die wordt verkregen door toepassing van de voorgeschreven coëfficiënt; dat deze situatie voor verscheidene verwerkende bedrijven moeilijkheden met zich brengt; dat het derhalve noodzakelijk blijkt te voorzien in de mogelijkheid om een beroep te doen op een specifieke controle; Overwegende dat het Comité van beheer voor rundvlees geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Aan artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2182/77 wordt de volgende alinea toegevoegd: »Indien de hoeveelheid vlees die voor de vervaardiging van een van de in de bijlage, onder punt I. 4, bedoelde produkten nodig is, aanzienlijk afwijkt van de hoeveelheid die wordt verkregen door toepassing van de voor deze produkten vastgestelde coëfficiënt van 0,30, kan de bevoegde instantie, in het kader van het administratieve toezicht en op verzoek van de koper bedoeld in lid 1, een individueel bewijs met betrekking tot de voor de vervaardiging van het produkt benodigde hoeveelheid bevroren vlees aanvaarden.". Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op 19 januari 1982. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 11 januari 1982. Voor de Commissie Poul DALSAGER Lid van de Commissie (1) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 24. (2) PB nr. L 251 van 1. 10. 1977, blz. 60. (3) PB nr. L 99 van 10. 4. 1981, blz. 30.