31981R3815

Verordening (EEG) nr. 3815/81 van de Raad van 21 december 1981 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor bereidingen en conserven van sardines van post 16.04 D van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit Tunesië

Publicatieblad Nr. L 383 van 31/12/1981 blz. 0034


++++

VERORDENING ( EEG ) NR . 3815/81 VAN DE RAAD

VAN 21 DECEMBER 1981

BETREFFENDE DE OPENING , DE VERDELING EN DE WIJZE VAN BEHEER VAN EEN COMMUNAUTAIR TARIEFCONTINGENT VOOR BEREIDINGEN EN CONSERVEN VAN SARDINES VAN POST 16.04 D VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF , VAN OORSPRONG UIT TUNESIE

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , INZONDERHEID OP ARTIKEL 113 ,

GEZIEN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE ,

OVERWEGENDE DAT DE SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE GEMEENSCHAP EN TUNESIE ( 1 ) BEPAALT DAT DE BEREIDINGEN EN CONSERVEN VAN SARDINES VAN POST 16.04 D VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF , VAN OORSPRONG UIT TUNESIE , VRIJ VAN DOUANERECHTEN IN DE GEMEENSCHAP KUNNEN WORDEN INGEVOERD ; DAT DE NADERE BEPALINGEN VAN DEZE REGELING MOETEN WORDEN VASTGESTELD VIA EEN BRIEFWISSELING TUSSEN DE GEMEENSCHAP EN TUNESIE , DAT , AANGEZIEN DEZE BRIEFWISSELING NOG NIET HEEFT PLAATSGEVONDEN , DE COMMUNAUTAIRE REGELING , DIE IN 1981 VAN TOEPASSING WAS TOT EN MET 31 MAART 1982 DIENT TE WORDEN VERLENGD ; DAT HET DERHALVE DIENSTIG IS EEN COMMUNAUTAIR TARIEFCONTINGENT TE OPENEN VAN 25 TON MET VRIJSTELLING VAN INVOERRECHTEN ; DAT DIT TARIEFCONTINGENT GELDT VANAF 1 JANUARI 1982 TOT OP HET TIJDSTIP WAAROP HETZIJ DE BRIEFWISSELING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 18 VAN DE SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE GEMEENSCHAP EN TUNESIE WORDT GESLOTEN , HETZIJ EEN COMMUNAUTAIRE INVOERREGELING VOOR DE BETROKKEN PRODUKTEN VAN TOEPASSING WORDT , DOCH UITERLIJK TOT EN MET 31 MAART 1982 ;

OVERWEGENDE DAT BIJ ONTSTENTENIS VAN EEN PROTOCOL ALS BEDOELD IN ARTIKEL 118 VAN DE TOETREDINGSAKTE VAN 1979 DE GEMEENSCHAP DE IN ARTIKEL 119 VAN DIE AKTE BEDOELDE MAATREGELEN MOET TREFFEN ; DAT HET DESBETREFFENDE CONTINGENT DERHALVE VAN TOEPASSING ZAL ZIJN VOOR DE GEMEENSCHAP VAN DE NEGEN ;

OVERWEGENDE DAT MET NAME GEWAARBORGD MOET WORDEN DAT ALLE IMPORTEURS VAN DE GEMEENSCHAP TE ALLEN TIJDE EN IN GELIJKE MATE GEBRUIK KUNNEN MAKEN VAN GENOEMD CONTINGENT EN VOORTS DAT IN DE LID-STATEN DE OP HET GENOEMDE CONTINGENT TOE TE PASSEN RECHTEN ONONDERBROKEN WORDEN TOEGEPAST OP ALLE INVOER VAN DE BETROKKEN PRODUKTEN TOT OP HET MOMENT DAT HET CONTINGENT IS UITGEPUT ; DAT EEN SYSTEEM VOOR DE BENUTTING VAN HET COMMUNAUTAIRE TARIEFCONTINGENT , GEBASEERD OP EEN VERDELING OVER DE LID-STATEN , IN OVEREENSTEMMING SCHIJNT TE ZIJN MET HET COMMUNAUTAIRE KARAKTER VAN HET GENOEMDE CONTINGENT IN HET LICHT VAN DE HIERBOVEN UITEENGEZETTE BEGINSELEN ; DAT DEZE VERDELING , OM ZO GOED MOGELIJK DE WERKELIJKE ONTWIKKELING OP DE MARKT VAN DE BETROKKEN PRODUKTEN WEER TE GEVEN , TOEGEPAST MOET WORDEN NAAR VERHOUDING VAN DE BEHOEFTEN DER LID-STATEN , BEREKEND ENERZIJDS OP GROND VAN DE STATISTISCHE GEGEVENS BETREFFENDE DE INVOER VAN DE GENOEMDE PRODUKTEN UIT TUNESIE OVER EEN REPRESENTATIEVE REFERENTIEPERIODE EN ANDERZIJDS OP GROND VAN DE ECONOMISCHE VOORUITZICHTEN VOOR DE BETROKKEN CONTINGENTSPERIODE ;

OVERWEGENDE DAT VAN DE INVOER IN DE GEMEENSCHAP VAN DE BETROKKEN PRODUKTEN UIT TUNESIE GEDURENDE DE LAATSTE DRIE JAREN WAAROVER STATISTIEKEN BESCHIKBAAR ZIJN , DE AFZONDERLIJKE LID-STATEN DE HIERNA GENOEMDE PERCENTAGES VOOR HUN REKENING NAMEN :

LID-STATEN*1978*1979*1980*

BENELUX* - * - * - *

DENEMARKEN* - * - * - *

DUITSLAND* - * - * - *

FRANKRIJK* - *100 ( = 50 T ) *100 ( = 3 T ) *

IERLAND* - * - * - *

ITALIE* - * - * - *

VERENIGD KONINKRIJK* - * - * - *

OVERWEGENDE DAT DEZE GEGEVENS NIET ALS VOLDOENDE REPRESENTATIEF KUNNEN WORDEN BESCHOUWD OM ALS UITGANGSPUNT TE DIENEN VOOR EEN VERDELING VAN HET CONTINGENT OVER DE LID-STATEN ; DAT DE RAMING VAN DE INVOER VAN DE LID-STATEN VOOR 1982 MOEILIJK BLIJKT VANWEGE HET ONREGELMATIGE KARAKTER VAN DE BETROKKEN INVOER IN DE VOORAFGAANDE JAREN ; DAT MET HET OOG OP EEN BILLIJKE VERDELING VAN HET CONTINGENT DE PERCENTAGES VOOR DE EERSTE VERDELING ERVAN BIJ BENADERING ALS VOLGT KUNNEN WORDEN VASTGESTELD :

BENELUX 10,5

DENEMARKEN 5,2

DUITSLAND 15,8

FRANKRIJK 42,3

IERLAND 5,2

ITALIE 5,2

VERENIGD KONINKRIJK 15,8 ;

OVERWEGENDE DAT , TEN EINDE REKENING TE HOUDEN MET DE ONTWIKKELING VAN DE INVOER VAN DE BETROKKEN PRODUKTEN IN DE VERSCHILLENDE LID-STATEN , HET CONTINGENT IN TWEE GEDEELTEN MOET WORDEN GESPLITST , WAARBIJ HET EERSTE GEDEELTE WORDT VERDEELD OVER DE LID-STATEN EN HET TWEEDE GEDEELTE EEN RESERVE VORMT TER VOORZIENING IN DE VERDERE BEHOEFTEN VAN DE LID-STATEN DIE HUN AANVANKELIJKE QUOTUM HEBBEN OPGEBRUIKT ; DAT , TEN EINDE DE IMPORTEURS VAN ELKE LID-STAAT EEN ZEKERE WAARBORG TE GEVEN , HET EERSTE GEDEELTE VAN HET COMMUNAUTAIRE TARIEFCONTINGENT OP EEN NIVEAU MOET WORDEN VASTGESTELD DAT IN HET ONDERHAVIGE GEVAL 75 % VAN HET CONTINGENT ZOU KUNNEN BEDRAGEN ;

OVERWEGENDE DAT DE AANVANKELIJKE QUOTA VAN DE LID-STATEN MEER OF MINDER SPOEDIG KUNNEN ZIJN UITGEPUT ; DAT HET , TEN EINDE DAARMEE REKENING TE HOUDEN EN ELKE ONDERBREKING TE VERMIJDEN , VAN BELANG IS DAT IEDERE LID-STAAT DIE ZIJN AANVANKELIJKE QUOTUM NAGENOEG GEHEEL HEEFT BENUT , EEN EXTRA QUOTUM UIT DE RESERVE OPNEEMT ; DAT DEZE OPNEMING DOR IEDERE LID-STAAT MOET WORDEN VERRICHT WANNEER ELK VAN ZIJN EXTRA QUOTA BIJNA GEHEEL IS BENUT EN WEL ZO VAAK ALS DE RESERVE DAT TOELAAT ; DAT DE AANVANKELIJKE EN DE EXTRA QUOTA GELDIG MOETEN ZIJN TOT AAN HET EINDE VAN DE CONTINGENTSPERIODE ; DAT DEZE WIJZE VAN BEHEER EEN NAUWE SAMENWERKING VEREIST TUSSEN DE LID-STATEN EN DE COMMISSIE , DIE MET NAME OP DE HOOGTE MOET WORDEN GEHOUDEN VAN DE UITPUTTINGSGRAAD VAN HET CONTINGENT EN DE LID-STATEN HIEROVER MOETEN KUNNEN INLICHTEN ;

OVERWEGENDE DAT HET NOODZAKELIJK IS DAT EEN LID-STAAT , DIE OP EEN BEPAALD TIJDSTIP VAN DE CONTINGENTSPERIODE EEN BELANGRIJK OVERSCHOT HEEFT , DAARVAN EEN AANMERKELIJK PERCENTAGE IN DE RESERVE TERUGSTORT , TEN EINDE TE VOORKOMEN DAT EEN GEDEELTE VAN HET COMMUNAUTAIRE CONTINGENT IN EEN LID-STAAT ONBENUT BLIJFT , TERWIJL ANDERE LID-STATEN ER GEBRUIK VAN ZOUDEN KUNNEN MAKEN ;

OVERWEGENDE DAT , AANGEZIEN HET KONINKRIJK BELGIE , HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN EN HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG VERENIGD ZIJN IN EN VERTEGENWOORDIGD WORDEN DOOR DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE , ELKE HANDELING MET BETREKKING TOT HET BEHEER VAN DE AAN DE GENOEMDE ECONOMISCHE UNIE TOEGEWEZEN QUOTA KAN WORDEN VERRICHT DOOR EEN VAN HAAR LEDEN ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

ARTIKEL 1

VANAF 1 JANUARI 1982 TOT OP HET TIJDSTIP WAAROP HETZIJ DE BRIEFWISSELING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 18 VAN DE SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE GEMEENSCHAP EN TUNESIE WORDT GESLOTEN , HETZIJ EEN COMMUNAUTAIRE INVOERREGELING VAN TOEPASSING WORDT , DOCH UITERLIJK TOT EN MET 31 MAART 1982 , WORDT IN DE GEMEENSCHAP VAN DE NEGEN EEN COMMUNAUTAIR TARIEFCONTINGENT VAN 25 TON MET VRIJSTELLING VAN RECHTEN GEOPEND VOOR BEREIDINGEN EN CONSERVEN VAN SARDINES VAN POST 16.04 D VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF , VAN OORSPRONG UIT TUNESIE .

ARTIKEL 2

1 . HET IN ARTIKEL 1 BEDOELDE TARIEFCONTINGENT WORDT IN TWEE GEDEELTEN GESPLITST .

2 . VAN HET IN ARTIKEL 1 GENOEMDE COMMUNAUTAIRE TARIEFCONTINGENT WORDT EEN EERSTE GEDEELTE VAN 19 TON OVER DE LID-STATEN VERDEELD ; DE QUOTA DIE , BEHOUDENS HET BEPAALDE IN ARTIKEL 5 , GELDEN TOT AAN HET EINDE VAN DE IN ARTIKEL 1 BEDOELDE PERIODE , BEDRAGEN DE VOLGENDE HOEVEELHEDEN :

* ( IN TON ) *

BENELUX*2*

DENEMARKEN*1*

DUITSLAND*3*

FRANKRIJK*8*

IERLAND*1*

ITALIE*1*

VERENIGD KONINKRIJK*3 . *

3 . HET TWEEDE GEDEELTE , TER GROOTTE VAN 6 TON , VORMT DE RESERVE .

ARTIKEL 3

1 . INDIEN HET AANVANKELIJKE QUOTUM VAN EEN LID-STAAT , ZOALS VASTGESTELD IN ARTIKEL 2 , LID 2 , DAN WEL DAT ZELFDE QUOTUM , VERMINDERD MET HET BIJ TOEPASSING VAN ARTIKEL 5 IN DE RESERVE TERUGGESTORTE GEDEELTE VOOR 90 % OF MEER IS BENUT , GAAT DEZE LID-STAAT DOOR MIDDEL VAN EEN KENNISGEVING AAN DE COMMISSIE ONVERWIJLD OVER TOT OPNEMING , VOOR ZOVER DE RESERVE ZULKS TOELAAT , VAN EEN TWEEDE QUOTUM , GELIJK AAN 15 % VAN ZIJN EERSTE QUOTUM , EVENTUEEL OP DE VOLGENDE EENHEID NAAR BOVEN AFGEROND .

2 . INDIEN , NA UITPUTTING VAN ZIJN EERSTE QUOTUM , OOK HET TWEEDE DOOR EEN LID-STAAT OPGENOMEN QUOTUM VOOR 90 % OF MEER IS BENUT , GAAT DEZE LID-STAAT OP DE IN LID 1 OMSCHREVEN WIJZE OVER TOT OPNEMING VAN EEN DERDE QUOTUM , GELIJK AAN 7,5 % VAN ZIJN EERSTE QUOTUM .

3 . INDIEN , NA UITPUTTING VAN ZIJN TWEEDE QUOTUM , OOK HET DERDE DOOR EEN LID-STAAT OPGENOMEN QUOTUM VOOR 90 % OF MEER IS BENUT , GAAT DEZE LID-STAAT OP DEZELFDE WIJZE OVER TOT OPNEMING VAN EEN VIERDE QUOTUM DAT GELIJK IS AAN HET DERDE .

DEZE PROCEDURE WORDT TOEGEPAST TOTDAT DE RESERVE IS UITGEPUT .

4 . IN AFWIJKING VAN DE LEDEN 1 TOT EN MET 3 KUNNEN DE LID-STATEN OVERGAAN TOT OPNEMING VAN KLEINERE HOEVEELHEDEN DAN DE IN DIE LEDEN VASTGESTELDE QUOTA , INDIEN ER AANLEIDING IS OM AAN TE NEMEN DAT DEZE WELLICHT NIET GEHEEL ZULLEN WORDEN BENUT . DE BETROKKEN LID-STATEN DELEN AAN DE COMMISSIE DE REDENEN MEDE DIE TOT DE TOEPASSING VAN HET ONDERHAVIGE LID HEBBEN GELEID .

ARTIKEL 4

DE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 3 OPGENOMEN EXTRA QUOTA GELDEN TOT AAN HET EINDE VAN DE IN ARTIKEL 1 BEDOELDE PERIODE .

ARTIKEL 5

DE LID-STATEN STORTEN UITERLIJK OP 1 MAART 1982 VAN HET NIET-BENUTTE GEDEELTE VAN HUN AANVANKELIJKE QUOTUM IN DE RESERVE TERUG , HET DEEL DAT OP 15 FEBRUARI 1982 20 % VAN HET AANVANKELIJKE QUOTUM TE BOVEN GAAT . ZIJ KUNNEN EEN GROTERE HOEVEELHEID TERUGSTORTEN , WANNEER ER AANLEIDING IS OM AAN TE NEMEN DAT DEZE WELLICHT NIET ZAL WORDEN BENUT .

DE LID-STATEN GEVEN DE COMMISSIE UITERLIJK OP 1 MAART 1982 KENNIS VAN DE TOTALE INVOER VAN DE BETROKKEN PRODUKTEN DIE TOT EN MET 15 FEBRUARI 1982 HEEFT PLAATSGEVONDEN EN OP HET COMMUNAUTAIRE CONTINGENT IS AFGEBOEKT , ALSMEDE EVENTUEEL VAN HET GEDEELTE VAN HUN AANVANKELIJKE QUOTUM DAT ZIJ IN DE RESERVE TERUGSTORTEN .

ARTIKEL 6

DE COMMISSIE HOUDT BOEK VAN DE HOEVEELHEDEN VAN DE DOOR DE LID-STATEN OVEREENKOMSTIG DE ARTIKELEN 2 EN 3 GEOPENDE QUOTA EN BRENGT ELKE LID-STAAT , ZODRA DE OPGAVEN HAAR BEREIKEN , OP DE HOOGTE VAN DE UITPUTTINGSGRAAD VAN DE RESERVE .

ZIJ STELT DE LID-STATEN UITERLIJK OP 5 MAART 1982 IN KENNIS VAN DE OMVANG DER RESERVE NA DE MET TOEPASSING VAN ARTIKEL 5 VERRICHTE TERUGSTORTINGEN .

ZIJ ZIET EROP TOE DAT DE OPNEMING WAARDOOR DE RESERVE WORDT UITGEPUT TOT DE NOG BESCHIKBARE HOEVEELHEID BEPERKT BLIJFT EN DEELT DAARTOE AAN DE LID-STAAT DIE DEZE LAATSTE OPNEMING VERRICHT MEDE HOEVEEL DIT SALDO BEDRAAGT .

ARTIKEL 7

1 . DE LID-STATEN TREFFEN ALLE DIENSTIGE MAATREGELEN OPDAT BIJ OPNEMING VAN DE MET TOEPASSING VAN ARTIKEL 3 DOOR HEN OPGENOMEN EXTRA QUOTA , DE DOOR HEN INGEVOERDE HOEVEELHEDEN ZONDER ONDERBREKING KUNNEN WORDEN AFGEBOEKT OP HUN GECUMULEERDE AANDELEN IN HET COMMUNAUTAIRE CONTINGENT .

2 . DE LID-STATEN WAARBORGEN DE OP HUN GRONDGEBIED GEVESTIGDE IMPORTEURS VAN DE BETROKKEN PRODUKTEN VRIJE TOEGANG TOT DE HUN TOEGEKENDE QUOTA .

3 . DE UITPUTTINGSGRAAD VAN DE QUOTA VAN DE LID-STATEN WORDT VASTGESTELD OP GROND VAN DE INVOER VAN DE BETROKKEN PRODUKTEN VAN OORSPRONG UIT TUNESIE DIE BIJ DE DOUANE TEN INVOER IN HET VRIJE VERKEER WORDEN AANGEGEVEN .

ARTIKEL 8

OP VERZOEK VAN DE COMMISSIE STELLEN DE LID-STATEN DE COMMISSIE OP DE HOOGTE VAN DE INVOER DIE DAADWERKELIJK OP HUN QUOTA IS AFGEBOEKT .

ARTIKEL 9

DE LID-STATEN EN DE COMMISSIE WERKEN NAUW SAMEN OM TE BEREIKEN DAT DEZE VERORDENING WORDT NAGEKOMEN .

ARTIKEL 10

DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP 1 JANUARI 1982 .

DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT .

GEDAAN TE BRUSSEL , 21 DECEMBER 1981 .

VOOR DE RAAD

DE VOORZITTER

N . RIDLEY

( 1 ) PB NR . L 265 VAN 27 . 9 . 1978 , BLZ . 5 .