31981R2545

Verordening (EEG) nr. 2545/81 van de Commissie van 31 augustus 1981 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de maatregelen voor de afzet van in de Franse overzeese departementen geproduceerde suiker en houdende tweede wijziging van Verordening (EEG) nr. 3016/78

Publicatieblad Nr. L 248 van 01/09/1981 blz. 0050 - 0052
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 23 blz. 0061
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 23 blz. 0061


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2545/81 VAN DE COMMISSIE

van 31 augustus 1981

tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de maatregelen voor de afzet van in de Franse overzeese departementen geproduceerde suiker en houdende tweede wijziging van Verordening (EEG) nr. 3016/78

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1785/81 van de Raad van 30 juni 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 9, lid 6, artikel 39, tweede alinea, en artikel 48,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 878/77 van de Raad van 26 april 1977 inzake de in de landbouwsector toe te passen wisselkoersen (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 850/81 (3), en met name op artikel 5, lid 1,

Overwegende dat sedert de inwerkingtreding van de gemeenschappelijke marktordening voor suiker bepalingen zijn vastgesteld om de afzet van in de Franse overzeese departementen geproduceerde suiker in de Europese gebieden van de Gemeenschap mogelijk te maken; dat artikel 9, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 een dergelijke bepaling behelst;

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 2067/81 van de Raad (4) is bepaald dat gedurende de verkoopseizoenen voor suiker 1981/1982 tot en met 1985/1986 zowel aan de producenten als aan de raffinadeurs onder bepaalde voorwaarden forfaitaire communautaire steun wordt toegekend voor de afzet, gedurende die periode, in de Europese gebieden van de Gemeenschap van in de Franse overzeese departementen geproduceerde suiker; dat derhalve deze maatregelen niet van toepassing zijn op de hoeveelheden van bedoelde suiker die vóór 1 juli 1981 zijn verkocht en in een schip geladen met de bovenbedoelde gebieden als bestemming; dat derhalve bij wijze van overgangsmaatregel moet worden bepaald dat voor dergelijke suiker waarvoor het cognossement vóór die datum werd opgemaakt de vroeger op basis van Verordening (EEG) nr. 3330/74 van de Raad (5) vastgestelde steunregeling voor de afzet van toepassing blijft;

Overwegende dat sommige bepalingen met betrekking tot de vaststelling van de gewichten en het rendement van de suiker nader moeten worden toegelicht, vooral wanneer dergelijke produkten onverpakt in hetzelfde schip voor rekening van verschillende producenten worden vervoerd;

Overwegende dat in het algemeen veel tijd verstrijkt tussen het inladen van de betrokken suiker en de vervulling van de formaliteiten bij aankomst met het oog op de betaling van de steun door de bevoegde instantie; dat daarom moet worden voorzien in een voorschotregeling;

Overwegende dat nadere voorschriften moeten worden gegeven voor de toepassing van het in artikel 2, sub b), van Verordening (EEG) nr. 2067/81 bedoelde forfaitaire bedrag;

Overwegende dat adequate maatregelen voor de controle van de geraffineerde suiker moeten worden getroffen en dat daartoe het begrip raffinage moet worden omschreven;

Overwegende dat in verband met de toepassing van de bij Verordening (EEG) nr. 2067/81 vastgestelde maatregelen wijzigingen moeten worden aangebracht in Verordening (EEG) nr. 3016/78 van de Commissie van 20 december 1978 houdende vaststelling van sommige bepalingen voor de toepassing van de wisselkoersen in de sectoren suiker en isoglucose (6), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1106/79 (7);

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De in de artikelen 2 en 3 van Verordening (EEG) nr. 2067/81 bedoelde steun wordt slechts toegekend voor de in artikel 1 van die verordening bedoelde suiker waarvoor het cognossement op 1 juli 1981 of later werd opgemaakt.

2. Voor de betrokken suiker waarvoor het cognossement vóór 1 juli 1981 werd opgemaakt, blijven de desbetreffende bepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 1595/80 (8), (EEG) nr. 1596/80 (9) en (EEG) nr. 1764/76 (10) van toepassing. In dat geval moet de betrokken onderneming niet alleen het in artikel 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1764/76 bedoelde bewijs leveren, maar ook het vorenbedoelde cognossement overleggen of enig ander bewijs dat door de betrokken Lid-Staat als gelijkwaardig wordt erkend.

Artikel 2

1. De in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2067/81 bedoelde steun:

a) is van toepassing op het bij aankomst geconstateerde gewicht van de suiker, omgerekend in witte suiker volgens de in artikel 1, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 431/68 (1) bedoelde rendementsformule. In geval van los vervoer, waardoor identificatie van de afzonderlijke partijen niet mogelijk is, wordt het gemiddelde rendement van de gehele lading toegepast op de totale hoeveelheid van de betrokken suiker;

b) wordt betaald tegen overlegging door de betrokken producent van het douanedocument van binnenkomst in de Europese gebieden van de Gemeenschap, het cognossement, de analyseresultaten en de definitieve factuur. De analyses en de verificatie van het gewicht vinden plaats bij ontvangst, over de gehele lading, in partijen van 100 ton, door een laboratorium dat is erkend door de Lid-Staat op wiens grondgebied de suiker is binnengebracht.

2. Er kan een voorschot op de betaling worden toegekend, gelijk aan 90 % van het bedrag dat wordt bepaald op basis van het in de voorlopige factuur vermelde gewicht, omgerekend in witte suiker overeenkomstig een forfaitair rendement van 96 %.

De aanvraag om een voorschot moet worden ingediend door de betrokken producent en vergezeld gaan van het douanedocument, het cognossement en de voorlopige factuur.

Artikel 3

Voor de toepassing van het in artikel 2, sub b), van Verordening (EEG) nr. 2067/81 bedoelde forfaitaire bedrag

- wordt het element vracht Caraïben-Verenigd Koninkrijk, dat is vastgesteld in pond sterling, in Ecu omgerekend door gebruikmaking van de voor de constatering van de cif-prijs aangehouden omrekeningskoers,

- wordt het in het eerste streepje bedoelde bedrag forfaitair aangepast om voor de verzekeringskosten rekening te houden met het verschil in waarde van de suiker op de wereldmarkt en in de Gemeenschap,

- wordt het in het tweede streepje bedoelde aangepaste bedrag vermenigvuldigd met een coëfficiënt; deze coëfficiënt is gelijk aan 1,00 gedeeld door het rendement van de betrokken suiker.

Het in het tweede streepje bedoelde aangepaste bedrag dat door de Commissie wordt geconstateerd, wordt aan de bevoegde Franse autoriteiten meegedeeld.

Artikel 4

De in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2067/81 bedoelde steun wordt toegekend door de Lid-Staat op wiens grondgebied de raffinage plaatsvindt.

De aanvraag om toekenning van de steun moet vergezeld gaan van door de betrokken Lid-Staat erkende bewijzen dat de geraffineerde suiker is verkregen uit in de Franse overzeese departementen geproduceerde ruwe suiker; daartoe wordt de betrokken ruwe suiker op verzoek van de belanghebbende onder douanecontrole geplaatst of onder een andere administratieve controle die dezelfde waarborgen biedt.

Voor de toekenning van deze steun wordt onder raffinage verstaan de verwerking van ruwe suiker als omschreven in artikel 1, lid 2, sub b), van Verordening (EEG) nr. 1785/81 tot witte suiker als omschreven in het genoemde lid 2, sub a).

Artikel 5

De betrokken Lid-Staat deelt voor elke maand binnen de twee daaropvolgende maanden aan de Commissie de in witte suiker uitgedrukte hoeveelheden mede waarvoor de in artikel 2 respectievelijk artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2067/81 bedoelde steun werd toegekend, alsmede de met deze hoeveelheden overeenkomende bedragen.

Artikel 6

De punten VI en VII van de bijlage van Verordening (EEG) nr. 3016/78 worden gelezen:

1.2 // // // »VI. In artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2067/81 bedoelde steun // Representatieve koers van toepassing op de dag waarop het cognossement voor de vervoerde suiker is opgemaakt // VII. In artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2067/81 bedoelde steun // Representatieve koers van toepassing op de dag waarop de betrokken hoeveelheid is geraffineerd".

(1) PB nr. L 89 van 10. 4. 1968, blz. 3.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1981.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 31 augustus 1981.

Voor de Commissie

Poul DALSAGER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 177 van 1. 7. 1981, blz. 4.

(2) PB nr. L 106 van 29. 4. 1977, blz. 27.

(3) PB nr. L 90 van 4. 4. 1981, blz. 1.

(4) PB nr. L 203 van 23. 7. 1981, blz. 3.

(5) PB nr. L 359 van 31. 12. 1974, blz. 1.

(6) PB nr. L 359 van 22. 12. 1978, blz. 11.

(7) PB nr. L 138 van 6. 6. 1979, blz. 10.

(8) PB nr. L 160 van 26. 6. 1980, blz. 19.

(9) PB nr. L 160 van 26. 6. 1980, blz. 21.

(10) PB nr. L 197 van 23. 7. 1976, blz. 33. // //