Verordening (EEG) nr. 1939/81 van de Raad van 30 juni 1981 inzake een geïntegreerd ontwikkelingsprogramma voor de Western Isles van Schotland (Outer Hebrides)
Publicatieblad Nr. L 197 van 20/07/1981 blz. 0006 - 0008
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 22 blz. 0164
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 22 blz. 0164
++++ VERORDENING ( EEG ) NR . 1939/81 VAN DE RAAD VAN 30 JUNI 1981 INZAKE EEN GEINTEGREERD ONTWIKKELINGSPROGRAMMA VOOR DE WESTERN ISLES VAN SCHOTLAND ( OUTER HEBRIDES ) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , INZONDERHEID OP ARTIKEL 43 , GEZIEN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE , GEZIEN HET ADVIES VAN HET EUROPESE PARLEMENT ( 1 ) , OVERWEGENDE DAT DE ALGEMENE SOCIAAL-ECONOMISCHE SITUATIE OP DE WESTERN ISLES VAN SCHOTLAND ( OUTER HEBRIDES ) BIJZONDER ONGUNSTIG IS ; DAT VOOR EEN VERBETERING VAN DEZE SITUATIE EEN BUNDELING VAN DE BESCHIKBARE MIDDELEN EN MAATREGELEN EN EEN GEINTEGREERDE AANWENDING DAARVAN NOODZAKELIJK ZIJN ; OVERWEGENDE DAT DE GEMEENSCHAP OVER ACTIEMIDDELEN BESCHIKT DANK ZIJ FINANCIERINGSMOGELIJKHEDEN O.A . VAN HET EUROPEES SOCIAAL FONDS EN VAN HET EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN DAT HET DERHALVE DIENSTIG IS , GEZIEN DE BESTAANDE TOESTAND IN DIT GEBIED , DEZE MIDDELEN AAN TE VULLEN MET BIJSTAND UIT HET EUROPEES ORIENTATIE - EN GARANTIEFONDS VOOR DE LANDBOUW IN HET KADER VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE IN DE ZIN VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 VAN DE RAAD VAN 21 APRIL 1970 BETREFFENDE DE FINANCIERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID ( 2 ) , LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 3509/80 ( 3 ) ; OVERWEGENDE DAT HET VOOR DE VERWEZENLIJKING VAN DEZE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE NOODZAKELIJK IS DE VERSCHILLENDE BESCHIKBARE MIDDELEN VOLGENS ADEQUATE PROCEDURES TE COMBINEREN IN HET KADER VAN EEN GEINTEGREERD ONTWIKKELINGSPROGRAMMA ; OVERWEGENDE DAT DIT PROGRAMMA MOET WORDEN OPGESTELD DOOR HET VERENIGD KONINKRIJK ; OVERWEGENDE DAT VOOR DE VOORBEREIDING EN DE UITVOERING VAN ZO'N PROGRAMMA IN HET BETROKKEN GEBIED FINANCIELE STEUN VAN DE GEMEENSCHAP NOODZAKELIJK IS ; OVERWEGENDE DAT FINANCIELE STEUN VAN DE GEMEENSCHAP MOET WORDEN VERLEEND VOOR BEPAALDE MAATREGELEN DIE ONMISBAAR ZIJN VOOR DE UITVOERING VAN HET PROGRAMMA EN DIE TEN DOEL HEBBEN DE UITERST GEBREKKIGE STRUCTUUR IN DE LANDBOUW EN DE VISSERIJ IN HET BETROKKEN GEBIED TE VERBETEREN , HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : ARTIKEL 1 1 . TEN EINDE DE ARBEIDS - EN LEVENSOMSTANDIGHEDEN OP DE WESTERN ISLES VAN SCHOTLAND ( OUTER HEBRIDES ) TE VERBETEREN , WORDT EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE IN DE ZIN VAN ARTIKEL 6 , LID 1 , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 INGESTELD DIE MOET BIJDRAGEN TOT DE VERWEZENLIJKING VAN EEN GEINTEGREERD ONTWIKKELINGSPROGRAMMA VOOR DEZE EILANDEN . 2 . DE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE OMVAT DE FINANCIELE DEELNEMING VAN DE AFDELING ORIENTATIE VAN HET EUROPEES ORIENTATIE - EN GARANTIEFONDS VOOR DE LANDBOUW , HIERNA " HET FONDS " TE NOEMEN , OP DE IN TITEL III VERMELDE WIJZE EN VOORWAARDEN , IN DE IN TITEL II BEDOELDE MAATREGELEN VOOR DE LANDBOUW DIE NODIG ZIJN VOOR DE UITVOERING VAN HET IN TITEL I BEDOELDE GEINTEGREERDE ONTWIKKELINGSPROGRAMMA WAAROVER VOLGENS ARTIKEL 4 , LID 3 , EEN GUNSTIG ADVIES IS UITGEBRACHT . 3 . DE VOORWAARDEN EN GRENZEN , BEDOELD IN ARTIKEL 13 , LID 2 , EN ARTIKEL 19 , LEDEN 2 EN 3 , VAN RICHTLIJN 72/159/EEG VAN DE RAAD VAN 17 APRIL 1972 BETREFFENDE DE MODERNISERING VAN LANDBOUWBEDRIJVEN ( 4 ) , LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ RICHTLIJN 81/528/EEG ( 5 ) , EN ARTIKEL 15 VAN RICHTLIJN 75/268/EEG VAN DE RAAD VAN 28 APRIL 1975 BETREFFENDE DE LANDBOUW IN BERGSTREKEN EN IN SOMMIGE PROBLEEMGEBIEDEN ( 6 ) , LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ RICHTLIJN 80/666/EEG ( 7 ) , ZIJN NIET VAN TOEPASSING OP DE MAATREGELEN WAAROP DE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE BETREKKING HEEFT . TITEL I GEINTEGREERD ONTWIKKELINGSPROGRAMMA ARTIKEL 2 HET GEINTEGREERDE ONTWIKKELINGSPROGRAMMA , HIERNA " HET PROGRAMMA " TE NOEMEN , OMVAT NIET ALLEEN MAATREGELEN TER VERBETERING VAN DE LANDBOUW , INCLUSIEF BEBOSSING VAN MARGINALE GRONDEN , MAATREGELEN TER VERBETERING VAN DE AFZET EN VERWERKING VAN LANDBOUWPRODUKTEN EN MAATREGELEN VOOR DE ONTWIKKELING VAN DE VISSERIJ , MAAR OOK MAATREGELEN TEN GUNSTE VAN DE TOERISTISCHE INFRASTRUCTUUR , DE AMBACHTELIJKE SECTOR EN DE INDUSTRIE , ALSMEDE ANDERE AANVULLENDE ACTIVITEITEN DIE ONONTBEERLIJK ZIJN VOOR DE VERBETERING VAN DE ALGEMENE SOCIAAL-ECONOMISCHE SITUATIE VAN DE BETROKKEN EILANDEN . ARTIKEL 3 1 . HET PROGRAMMA BEVAT DE VOLGENDE GEGEVENS : - EEN BESCHRIJVING VAN DE BESTAANDE SITUATIE ; - EEN BESCHRIJVING VAN DE NAGESTREEFDE DOELEINDEN MET OPGAVE VAN DE PRIORITEITEN ; - EEN BESCHRIJVING VAN DE REEDS BESTAANDE ACTIES EN MAATREGELEN VOOR IEDERE BETROKKEN SECTOR EN VAN DE DAARVOOR BESCHIKBARE FINANCIELE MIDDELEN ; - EEN BESCHRIJVING VAN DE AANVULLENDE MAATREGELEN DIE ONONTBEERLIJK ZIJN VOOR DE UITVOERING VAN HET PROGRAMMA ; - EEN RAMING VAN DE KOSTEN EN VAN DE BENODIGDE FINANCIELE MIDDELEN MET OPGAVE VAN HET TEMPO VAN DE VOORZIENE UITGAVEN ; - DE VERZEKERING DAT DE OVERWOGEN ACTIES VERENIGBAAR ZIJN MET DE BESCHERMING VAN HET MILIEU ; - DE MAATREGELEN DIE GENOMEN ZIJN OM HET GEBRUIK TE WAARBORGEN VAN ANDERE COMMUNAUTAIRE FINANCIELE INSTRUMENTEN VOOR STRUCTURELE DOELEINDEN . 2 . HET GEHEEL VAN DE IN ARTIKEL 2 BEDOELDE MAATREGELEN MOET WORDEN OPGENOMEN IN HET REGIONAAL ONTWIKKELINGSPROGRAMMA WANNEER HET VERENIGD KONINKRIJK DIT UIT HOOFDE VAN ARTIKEL 6 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 724/75 VAN DE RAAD VAN 18 MAART 1975 HOUDENDE OPRICHTING VAN EEN EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING ( 8 ) , GEWIJZIGD BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 214/79 ( 9 ) , AAN DE COMMISSIE MOET MEEDELEN . ARTIKEL 4 1 . HET PROGRAMMA WORDT DOOR HET VERENIGD KONINKRIJK AAN DE COMMISSIE TOEGEZONDEN . 2 . OP VERZOEK VAN DE COMMISSIE VERSTREKT HET VERENIGD KONINKRIJK BEOORDELINGSGEGEVENS TER AANVULLING VAN DE KRACHTENS ARTIKEL 3 MEE TE DELEN GEGEVENS . 3 . DE COMMISSIE BRENGT ADVIES UIT OVER HET PROGRAMMA EN DE EVENTUELE AANPASSINGEN ERVAN . TITEL II LANDBOUWMAATREGELEN ARTIKEL 5 1 . HET FONDS FINANCIERT DE LANDBOUWMAATREGELEN DIE IN HET PROGRAMMA ZIJN INGEPAST EN DIE BETREKKING HEBBEN OP : - DE VERBETERING VAN DE STRUCTUUR VAN DE LANDBOUWPRODUKTIE , UITGEZONDERD DE PER PRODUKTIE-EENHEID UITGEKEERDE PREMIES ; - DE AANPLANT VAN WINDSINGELS TER BESCHERMING VAN DE LANDBOUW ; - DE VERBETERING VAN DE AFZET EN DE VERWERKING VAN LANDBOUWPRODUKTEN ; - DE VERBETERING VAN DE LANDBOUWINFRASTRUCTUUR ; - INVESTERINGEN BETREFFENDE AANLEGSTEIGERS EN ANDERE INFRASTRUCTUUR AAN WAL TEN DIENSTE VAN DE KUSTVISSERIJ EN DE ONTWIKKELING VAN DE AQUACULTUUR . 2 . HET VERENIGD KONINKRIJK VERSCHAFT DE COMMISSIE EEN GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE BEOOGDE LANDBOUWMAATREGELEN WAARIN MET NAME MELDING WORDT GEMAAKT VAN : - DE VOORWAARDEN EN DE CRITERIA VOOR DE BEOOGDE STEUNMAATREGELEN ; WANNEER STEUNMAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN DE INVESTERINGEN IN LANDBOUWBEDRIJVEN WORDEN OVERWOGEN , MOGEN DEZE NIET WORDEN TOEGEKEND TEGEN VOORWAARDEN DIE GUNSTIGER ZIJN DAN DIE VAN ARTIKEL 8 VA RICHTLIJN 72/159/EEG , MET INACHTNEMING VAN ARTIKEL 9 VAN RICHTLIJN 75/268/EEG ; - DE JAARLIJKSE BEGROTINGSMIDDELEN DIE VOOR DE UITVOERING VAN DE LANDBOUWMAATREGELEN WORDEN UITGETROKKEN EN DE WIJZE WAAROP DEZE MIDDELEN OVER DE VERSCHILLENDE BEOOGDE MAATREGELEN WORDEN VERDEELD . 3 . DE COMMISSIE NEEMT EEN BESLUIT OVER DE GOEDKEURING EN DE EVENTUELE AANPASSINGEN VAN DE LANDBOUWMAATREGELEN OVEREENKOMSTIG DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 18 VAN RICHTLIJN 72/159/EEG , NADAT HET PERMANENT COMITE LANDBOUWSTRUCTUREN KENNIS HEEFT GENOMEN VAN HET PROGRAMMA . TITEL III FINANCIELE EN ALGEMENE BEPALINGEN ARTIKEL 6 1 . DE DUUR VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE IS BEPERKT TOT VIJF JAAR TE REKENEN VANAF DE DATUM VAN KENNISGEVING VAN HET IN ARTIKEL 4 , LID 3 , BEDOELDE ADVIES . 2 . IN DE LOOP VAN HET VIERDE JAAR DIENT DE COMMISSIE EEN VERSLAG IN OVER HET VERLOOP VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE . VOOR HET VERSTRIJKEN VAN DE PERIODE VAN VIJF JAAR BESLUIT DE RAAD , OP VOORSTEL VAN DE COMMISSIE , OF DE ACTIE DIENT TE WORDEN VERLENGD . 3 . DE KOSTEN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE DIE TEN LASTE VAN HET FONDS KOMEN WORDEN GERAAMD OP 13 MILJOEN ECU VOOR DE IN LID 1 BEDOELDE PERIODE . 4 . ARTIKEL 6 , LID 5 , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 IS VAN TOEPASSING OP DEZE VERORDENING . ARTIKEL 7 1 . VOOR FINANCIERING UIT HET FONDS KOMEN DE UITGAVEN IN AANMERKING DIE HET VERENIGD KONINKRIJK HEEFT GEDAAN VOOR DE IN ARTIKEL 5 , LID 1 , BEDOELDE MAATREGELEN TOT EEN MAXIMUMBEDRAG VAN 32,9 MILJOEN ECU ( A ) VOOR DE IN ARTIKEL 6 , LID 1 , BEDOELDE PERIODE , WAARVAN MAXIMAAL 604 500 ECU ( A ) VOOR DE WERKELIJKE KOSTEN VAN UITWERKING VAN HET PROGRAMMA MET UITSLUITING VAN DE KOSTEN VOOR HET OVERHEIDSPERSONEEL . 2 . HET FONDS VERGOEDT HET VERENIGD KONINKRIJK 40 % VAN DE VOOR FINANCIERING IN AANMERKING KOMENDE UITGAVEN . 3 . DE IN LID 1 BEDOELDE UITGAVEN WAARVOOR EEN FINANCIELE BIJDRAGE VAN DE GEMEENSCHAP WORDT VERLEEND IN HET KADER VAN ANDERE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIES IN DE ZIN VAN ARTIKEL 6 , LID 1 , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 OF WAARVOOR STEUN WORDT VERLEEND UIT HET EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING , VALLEN NIET BINNEN DE WERKINGSSFEER VAN DEZE VERORDENING . ARTIKEL 8 BIJ DE BEOORDELING VAN HET PROGRAMMA BEPAALT DE COMMISSIE IN OVERLEG MET HET VERENIGD KONINKRIJK OP WELKE WIJZE ZIJ PERIODIEK OVER DE UITVOERING VAN HET PROGRAMMA ZAL WORDEN INGELICHT , MET NAME WAT BETREFT DE UITVOERING VAN DE IN HET PROGRAMMA BEDOELDE ACTIES EN MAATREGELEN DIE NIET DE LANDBOUW BETREFFEN . HET VERENIGD KONINKRIJK WIJST TEVENS DE INSTANTIES AAN DIE MET DE TECHNISCHE UITVOERING ZIJN BELAST . ARTIKEL 9 1 . DE AANVRAGEN OM VERGOEDING HEBBEN BETREKKING OP DE UITGAVEN DIE DOOR HET VERENIGD KONINKRIJK IN DE LOOP VAN EEN KALENDERJAAR ZIJN GEDAAN ; ZIJ WORDEN VOOR 1 JULI VAN HET DAAROPVOLGENDE JAAR BIJ DE COMMISSIE INGEDIEND , VERGEZELD VAN DE IN ARTIKEL 8 BEDOELDE PERIODIEKE INLICHTINGEN , WAARUIT BLIJKT DAT TEGELIJKERTIJD DE IN HET GEINTEGREERDE PROGRAMMA OPGENOMEN ACTIES DIE NIET DE LANDBOUW BETREFFEN , TEN UITVOER WORDEN GELEGD . 2 . TOT BIJSTAND UIT HET FONDS WORDT BESLOTEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 7 , LID 1 , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 . 3 . NAARMATE DE UITVOERING VAN DE PROJECTEN VORDERT , KAN HET FONDS VOORSCHOTTEN VERSTREKKEN AAN DE HAND VAN DE DOOR HET VERENIGD KONINKRIJK VASTGESTELDE FINANCIERINGSREGELING . 4 . DE WIJZE VAN TOEPASSING VAN DIT ARTIKEL WORDT VASTGESTELD VOLGENS DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 13 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 . ARTIKEL 10 DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP DE DERDE DAG VOLGENDE OP DIE VAN HAAR BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN . DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT . GEDAAN TE LUXEMBURG , 30 JUNI 1981 . VOOR DE RAAD DE VOORZITTER G . BRAKS ( 1 ) PB NR . C 85 VAN 8 . 4 . 1980 , BLZ . 53 . ( 2 ) PB NR . L 94 VAN 28 . 4 . 1970 , BLZ . 13 . ( 3 ) PB NR . L 367 VAN 31 . 12 . 1980 , BLZ . 87 . ( 4 ) PB NR . L 96 VAN 23 . 4 . 1972 , BLZ . 1 . ( 5 ) ZIE BLZ . 41 VAN DIT PUBLIKATIEBLAD . ( 6 ) PB NR . L 128 VAN 19 . 5 . 1975 , BLZ . 1 . ( 7 ) PB NR . L 180 VAN 14 . 7 . 1980 , BLZ . 34 . ( 8 ) PB NR . L 73 VAN 21 . 3 . 1975 , BLZ . 1 . ( 9 ) PB NR . L 35 VAN 9 . 2 . 1979 , BLZ . 1 .