81/980/EEG: Besluit van de Raad van 3 december 1981 betreffende de sluiting van een Overeenkomst voortvloeiende uit de onderhandelingen en het overleg tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Finland inzake het handelsverkeer van verschillende landbouwprodukten
Publicatieblad Nr. L 359 van 15/12/1981 blz. 0024
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 23 blz. 0223
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 23 blz. 0223
***** BESLUIT VAN DE RAAD van 3 december 1981 betreffende de sluiting van een Overeenkomst, voortvloeiend uit de onderhandelingen en het overleg tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Finland inzake het handelsverkeer van verschillende landbouwprodukten (81/980/EEG) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113, Gezien de aanbeveling van de Commissie, Overwegende dat de Commissie, overeenkomstig het haar door de Raad op 16 december 1980 verstrekte mandaat, met de Republiek Finland overleg heeft gepleegd over het onderlinge handelsverkeer van kaas en met dit land op basis van wederkerigheid een bevredigende overeenkomst heeft bereikt; Overwegende dat de Commissie, overeenkomstig de haar door de Raad op 28 april 1981 gegeven machtiging, met de Republiek Finland in onderhandeling is getreden overeenkomstig artikel XXIV, lid 6, van de GATT, naar aanleiding van de toetreding van de Helleense Republiek tot de Europese Gemeenschappen, en dat zij met dit land een aanvaardbaar akkoord heeft bereikt, BESLUIT: Artikel 1 De Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Finland omvattende: - een tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Finland overeengekomen tijdelijke regeling aangaande onderling afgestemde discipline inzake het handelsverkeer van kaas, - een briefwisseling inzake het resultaat van de onderhandelingen die tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Finland overeenkomstig artikel XXIV, lid 6, van de GATT zijn gevoerd naar aanleiding van de toetreding van de Helleense Republiek tot de Europese Gemeenschappen, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd. De tekst van de Overeenkomst is aan dit besluit gehecht. Artikel 2 De Voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de Overeenkomst te ondertekenen ten einde daardoor de Gemeenschap te binden. Gedaan te Brussel, 3 december 1981. Voor de Raad De Voorzitter T. KING