81/129/EEG: Beschikking van de Commissie van 16 februari 1981 houdende machtiging van de Bondsrepubliek Duitsland om zaaizaad dat niet aan de eisen van Richtlijn 66/401/EEG van de Raad voldoet, tijdelijk tot de handel toe te laten
Publicatieblad Nr. L 067 van 12/03/1981 blz. 0041 - 0042
++++ BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE VAN 16 FEBRUARI 1981 HOUDENDE MACHTIGING VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND OM ZAAIZAAD DAT NIET AAN DE EISEN VAN RICHTLIJN 66/401/EEG VAN DE RAAD VOLDOET , TIJDELIJK TOT DE HANDEL TOE TE LATEN ( 81/129/EEG ) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , GELET OP RICHTLIJN 66/401/EEG VAN DE RAAD VAN 14 JUNI 1966 BETREFFENDE HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN ZAAIZAAD VAN VOEDERGEWASSEN ( 1 ) , LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ RICHTLIJN 80/754/EEG VAN DE COMMISSIE ( 2 ) , INZONDERHEID OP ARTIKEL 17 , GEZIEN HET VERZOEK VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND , OVERWEGENDE DAT DE PRODUKTIE VAN ZAAD VAN FRANS RAAIGRAS ( ARRHENATHERUM ELATIUS ) EN GOUDHAVER ( TRISETUM FLAVESCENS ) , DAT TEN AANZIEN VAN DE KIEMKRACHT VOLDOET AAN DE EISEN VAN RICHTLIJN 66/401/EEG , IN 1980 IN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND ONTOEREIKEND WAS EN DAT DERHALVE DE BEHOEFTEN IN DIT LAND NIET KUNNEN WORDEN GEDEKT ; OVERWEGENDE DAT HET NIET MOGELIJK IS IN DEZE BEHOEFTEN TE VOORZIEN MET GECERTIFICEERD ZAAD UIT ANDERE LID-STATEN , OF ZELFS UIT DERDE LANDEN , DAT AAN ALLE IN GENOEMDE RICHTLIJN GESTELDE EISEN VOLDOET ; OVERWEGENDE DAT DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND DERHALVE MOET WORDEN GEMACHTIGD VOOR EEN PERIODE EINDIGEND OP 30 NOVEMBER 1981 DE BOVENVERMELDE SOORTEN ZAAD VAN EEN CATEGORIE WAARAAN MINDER STRENGE EISEN ZIJN GESTELD , TOT DE HANDEL TOE TE LATEN ; OVERWEGENDE DAT HET BOVENDIEN WENSELIJK IS ANDERE LID-STATEN DIE IN DE MOGELIJKHEID VERKEREN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND MET DIT ZAAD DAT NIET AAN DE EISEN VAN DE RICHTLIJN VOLDOET , TE BEVOORRADEN , TOE TE STAAN ZULK ZAAD IN DE HANDEL TE BRENGEN , VOOR ZOVER HET UITSLUITEND VOOR DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND BESTEMD IS ; OVERWEGENDE DAT DE IN DEZE BESCHIKKING VERVATTE MAATREGELEN IN OVEREENSTEMMING ZIJN MET HET ADVIES VAN HET PERMANENT COMITE VOOR TEELTMATERIAAL VOOR LAND - , TUIN - EN BOSBOUW , HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN : ARTIKEL 1 DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND WORDT GEMACHTIGD VOOR EEN PERIODE EINDIGEND OP 30 NOVEMBER 1981 , OP HAAR GRONDGEBIED DE VOLGENDE MAXIMUMHOEVEELHEDEN GECERTIFICEERD ZAAD VAN DE EERSTE VERMEERDERING TOT DE HANDEL TOE TE LATEN : 1 . 140 TON ZAAD VAN FRANS RAAIGRAS ( ARRHENATHERUM ELATIUS ) DAT NIET VOLDOET AAN DE TEN AANZIEN VAN DE MINIMUMKIEMKRACHT IN BIJLAGE II VAN RICHTLIJN 66/401/EEG GESTELDE EISEN , VOOR ZOVER AAN DE VOLGENDE VOORWAARDEN WORDT VOLDAAN : A ) DE KIEMKRACHT BEDRAAGT TEN MINSTE 60 % VAN ZUIVER ZAAD ; B ) HET OFFICIELE ETIKET IS VAN DE VOLGENDE AANDUIDINGEN VOORZIEN : - " MINIMUMKIEMKRACHT 60 % " , - " UITSLUITEND BESTEMD VOOR DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND " . 2 . II TON ZAAD VAN GOUDHAVER ( TRISETUM FLAVESCENS ) DAT NIET VOLDOET AAN DE TEN AANZIEN VAN DE MINIMUMKIEMKRACHT IN BIJLAGE II VAN RICHTLIJN 66/401/EEG GESTELDE EISEN , VOOR ZOVER AAN DE VOLGENDE VOORWAARDEN WORDT VOLDAAN : A ) DE MINIMUMKIEMKRACHT BEDRAAGT TENMINSTE 55 % VAN ZUIVER ZAAD ; B ) HET OFFICIELE ETIKET IS VAN DE VOLGENDE AANDUIDINGEN VOORZIEN : - " MINIMUMKIEMKRACHT 55 % " , - " UITSLUITEND BESTEMD VOOR DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND " . ARTIKEL 2 DE ANDERE LID-STATEN WORDEN GEMACHTIGD ONDER DE IN ARTIKEL 1 BEPAALDE VOORWAARDEN OP HUN GRONDGEBIED TEN HOOGSTE 140 TON ZAAD VAN FRANS RAAIGRAS ( ARRHENATHERUM ELATIUS ) EN 11 TON ZAAD VAN GOUDHAVER ( TRISETUM FLAVESCENS ) TOT DE HANDEL TOE TE LATEN , VOOR ZOVER DIT ZAAD UITSLUITEND VOOR DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND BESTEMD IS . HET OFFICIELE ETIKET DIENT TE VERMELDEN : " UITSLUITEND BESTEMD VOOR DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND " . ARTIKEL 3 DE LID-STATEN DELEN DE COMMISSIE VOOR 1 JANUARI 1982 MEDE HOEVEEL ZAAD KRACHTENS DEZE BESCHIKKING OP HUN GRONDGEBIED IN DE HANDEL IS GEBRACHT . DE COMMISSIE STELT DE ANDERE LID-STATEN DAARVAN IN KENNIS . ARTIKEL 4 DEZE BESCHIKKING IS GERICHT TOT DE LID-STATEN . GEDAAN TE BRUSSEL , 16 FEBRUARI 1981 . VOOR DE COMMISSIE POUL DALSAGER LID VAN DE COMMISSIE ( 1 ) PB NR . L 125 VAN 11 . 7 . 1966 , BLZ . 2298/66 . ( 2 ) PB NR . L 207 VAN 9 . 8 . 1980 , BLZ . 36 .