31980R3509

Verordening (EEG) nr. 3509/80 van de Raad van 22 december 1980 tot wijziging in verband met de toetreding van Griekenland, van de Verordeningen (EEG) nr. 729/70 en (EEG) nr. 355/77 met betrekking tot de aanpassing van enige bedragen die toegekend kunnen worden uit hoofde van het EOGFL, afdeling Oriëntatie

Publicatieblad Nr. L 367 van 31/12/1980 blz. 0087 - 0087
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 32 blz. 0207
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 20 blz. 0136
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 20 blz. 0136
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 12 blz. 0271
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 12 blz. 0271


VERORDENING (EEG) Nr. 3509/80 VAN DE RAAD van 22 december 1980 tot wijziging, in verband met de toetreding van Griekenland, van de Verordeningen (EEG) nr. 729/70 en (EEG) nr. 355/77 met betrekking tot de aanpassing van enige bedragen die toegekend kunnen worden uit hoofde van het EOGFL, afdeling Oriëntatie

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Toetredingsakte van 1979, inzonderheid op artikel 146, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat artikel 6 quater van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 929/79 (2), het bedrag vaststelt van de financiële bijstand die kan worden toegekend ten laste van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL), afdeling Oriëntatie, voor de periode 1980/1984 ; dat dit bedrag werd vastgesteld met het oog op de behoeften ter verbetering van de landbouwstructuur van de Gemeenschap van de Negen;

Overwegende dat de kredieten die nodig worden geacht voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 355/77 van de Raad van 15 februari 1977 inzake een gemeenschappelijke actie ter verbetering van de voorwaarden inzake verwerking en afzet van landbouwprodukten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1820/80 (4), die zijn aangegeven in artikel 16, lid 3, van genoemde verordening, niet voldoende zullen zijn om vanaf 1 januari 1981 de bijkomende kosten te dekken die ontstaan door toepassing van genoemde verordening in Griekenland;

Overwegende dat het noodzakelijk is deze bedragen aan te passen zoals is voorzien in bijlage II, hoofdstuk I, tweede gedeelte, punt C, sub 1, en punt E, sub 1, van de Toetredingsakte van 1979 om te voldoen aan de toegenomen behoeften van de landbouw van de Gemeenschap ten einde het effect van het optreden van het EOGFL, afdeling Oriëntatie, niet te verminderen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 6 quater van Verordening (EEG) nr. 729/70 wordt het getal "3 600" vervangen door "3 755".

Artikel 2

Artikel 16, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 355/77 wordt als volgt gelezen:

"3. De kosten van de gemeenschappelijke actie die ten laste van het Fonds komen, worden geraamd op 646 miljoen Europese rekeneenheden voor de periode van 1 januari 1978 tot en met 31 december 1982, dit is 122 miljoen Europese rekeneenheden per jaar voor de jaren 1978 en 1980 en 140 miljoen Europese rekeneenheden per jaar voor de jaren 1981 en 1982."

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 22 december 1980.

Voor de Raad

De Voorzitter

J. SANTER

(1) PB nr. L 94 van 28.4.1970, blz. 13. (2) PB nr. L 117 van 12.5.1979, blz. 4. (3) PB nr. L 51 van 23.2.1977, blz. 1. (4) PB nr. L 180 van 14.7.1980, blz. 1.