Verordening (EEG) nr. 1381/80 van de Commissie van 5 juni 1980 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1822/77 voor wat de inning van de medeverantwoordelijkheidsheffing in het melkprijsjaar 1980/1981 betreft
Publicatieblad Nr. L 140 van 05/06/1980 blz. 0059 - 0060
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 12 blz. 0041
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 28 blz. 0240
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 12 blz. 0041
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 18 blz. 0127
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 18 blz. 0127
VERORDENING (EEG) Nr. 1381/80 VAN DE COMMISSIE van 5 juni 1980 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1822/77 voor wat de inning van de medeverantwoordelijkheidsheffing in het melkprijsjaar 1980/1981 betreft DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 1079/77 van de Raad van 17 mei 1977 inzake een medeverantwoordelijkheidsheffing en maatregelen ter verruiming van de markten in de sector melk en zuivelprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1364/80 (2), en met name op artikel 6, Overwegende dat de medeverantwoordelijkheidsheffing voor het melkprijsjaar 1980/1981 is vastgesteld op 2 % van de melkrichtprijs voor het genoemde prijsjaar; Overwegende dat derhalve moet worden overgegaan tot de vervanging van de bedragen in artikel 2, lid 1, eerste alinea, en in artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1822/77 van de Commissie van 5 augustus 1977 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de inning van de medeverantwoordelijkheidsheffing in de sector melk en zuivelprodukten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1362/79 (4); Overwegende dat op grond van artikel 1, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1079/77 voor de producenten van bepaalde gebieden voortaan een verlaagde heffing geldt voor een maximumhoeveelheid van 60 000 kg per jaar en per producent ; dat de bedragen van deze verlaagde heffing en de voorschriften voor de inning ervan moeten worden vastgesteld; Overwegende dat de Lid-Staten, overeenkomstig artikel 3, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1079/77, de nodige voorschriften moeten bepalen met het oog op de vaststelling van de geografische ligging van de bedrijven die voor de verlaagde heffing in aanmerking komen ; dat een bijzondere bepaling moet worden vastgesteld op grond waarvan de betrokken voorschriften kunnen worden uitgevoerd; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Verordening (EEG) nr. 1822/77 wordt als volgt gewijzigd: 1. Artikel 2 wordt gelezen: "Artikel 2 1. In het melkprijsjaar 1980/1981 bedraagt: a) de algemene in artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1079/77 bedoelde heffing 0,4452 Ecu, b) de verlaagde heffing, die resulteert uit het bepaalde in artikel 1, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1079/77, 0,3339 Ecu, per 100 kg koemelk. 2. De in lid 1, sub b), bedoelde verlaagde heffing wordt toegepast op maximaal 60 000 kg melk, die vanaf het begin van het betrokken melkprijsjaar wordt geleverd door een producent wiens bedrijf in één van de in artikel 1, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1079/77 bedoelde gebieden is gevestigd ; de algemene in lid 1, sub a), bedoelde heffing geldt voor de hoeveelheden die de betrokken producent boven de genoemde maximumhoeveelheid levert in de resterende periode van het betrokken melkprijsjaar. 3. Ingeval de melk aan de producent wordt betaald op basis van in liters uitgedrukte geleverde hoeveelheden, worden deze hoeveelheden in kilogram omgerekend door ze te vermenigvuldigen met de coëfficiënt 1,03. 4. De melkkopers geven op de afrekening van elke producent afzonderlijk het bedrag aan dat als medeverantwoordelijkheidsheffing is ingehouden ; voor de in lid 2 bedoelde bedrijven wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen het bedrag dat als verlaagde heffing is ingehouden en het bedrag dat als algemene heffing is ingehouden nadat de jaarlijkse maximumhoeveelheid melk was overschreden.". 2. In artikel 3, lid 2, eerste alinea, worden de woorden "een bedrijf dat is gelegen in één van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1079/77 bedoelde gebieden" vervangen door de woorden "een bedrijf dat is gelegen in één van de in artikel 1, lid 2 en/of lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1079/77 gelegen gebieden". (1)PB nr. L 131 van 26.5.1977, blz. 6. (2)Zie blz. 16 van dit Publikatieblad. (3)PB nr. L 203 van 9.8.1977, blz. 1. (4)PB nr. L 163 van 2.7.1977, blz. 22. 3. In artikel 3, lid 3, wordt de volgende alinea toegevoegd: "Wanneer de koper, gedurende de betrokken periode, melk heeft gekocht die afkomstig is van een bedrijf dat is gelegen in een in artikel 1, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1079/77 bedoeld gebied, wordt op de in de eerste alinea, sub a), bedoelde verklaring afzonderlijk melding gemaakt van de door het betrokken bedrijfshoofd geleverde hoeveelheid melk waarop de verlaagde in artikel 2, lid 1, sub b), bedoelde heffing is toegepast.". 4. Artikel 3, lid 4, wordt gelezen: "Voor de kopers voor wie het bepaalde in lid 3, tweede alinea, van toepassing is, kunnen de Lid-Staten evenwel toestaan dat een periode van 3 maanden of 12 weken, te rekenen vanaf 1 juni 1980, wordt beschouwd als één enkele periode in de zin van lid 3, eerste alinea.". 5. In artikel 5 wordt lid 2 als volgt gelezen: "2. In het melkprijsjaar 1980/1981 bedraagt: a) de algemene in artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1079/77 bedoelde heffing : 0,4897 Ecu, b) de verlaagde heffing, die resulteert uit het bepaalde in artikel 1, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1079/77 : 0,3673 Ecu, per 100 kilogram ondermelk of karnemelk waarvoor de in lid 1 bedoelde steun wordt toegekend. Het bepaalde in artikel 2, lid 2, wordt overeenkomstig toegepast bij de inning van de sub b) bédoelde verlaagde heffing.". Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing vanaf 1 juni 1980. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 5 juni 1980. Voor de Commissie Finn GUNDELACH Vice-Voorzitter