31980R0203

Verordening (EEG) nr. 203/80 van de Commissie van 30 januari 1980 houdende tiende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2044/75 ten aanzien van de uitvoercertificaten voor boter, butteroil en magere-melkpoeder en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 210/69

Publicatieblad Nr. L 024 van 31/01/1980 blz. 0018 - 0019
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 27 blz. 0199
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 11 blz. 0197
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 11 blz. 0197


VERORDENING (EEG) Nr. 203/80 VAN DE COMMISSIE van 30 januari 1980 houdende tiende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2044/75 ten aanzien van de uitvoercertificaten voor boter, butteroil en magere-melkpoeder en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 210/69

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1761/78 (2), en met name op artikel 13, lid 3, en artikel 17, lid 4,

Overwegende dat in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2044/75 van de Commissie van 25 juli 1975 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake de invoer- en uitvoercertificaten en inzake de vaststelling vooraf van de restituties in de sector melk en zuivelprodukten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2188/79 (4), met name is bepaald dat voor de uitvoer van boter steeds een uitvoercertificaat moet worden overgelegd en in artikel 3, lid 3, van die zelfde verordening dat de uitvoercertificaten voor boter waarvoor de restitutie vooraf wordt vastgesteld, worden afgegeven op de derde werkdag volgende op de dag van de indiening van de aanvraag, voor zover er gedurende deze periode geen bijzondere maatregelen getroffen worden;

Overwegende dat, gezien de huidige situatie, deze specifieke voorschriften eveneens van toepassing moeten worden verklaard op butteroil en op magere-melkpoeder, om ook voor deze produkten de ontwikkeling van de uitvoer van meer nabij te kunnen volgen ; dat het voorts dienstig lijkt de in voornoemd artikel 3, lid 3, bedoelde termijn voor afgifte van het certificaat van drie op vijf werkdagen te brengen en de dag, met ingang waarvan, in dat geval, de geldigheidsduur van het certificaat moet worden berekend, vast te stellen;

Overwegende dat, met betrekking tot de mededelingen die ter zake door de Lid-Staten moeten worden verstrekt Verordening (EEG) nr. 210/69 van de Commissie van 31 januari 1969 betreffende de wederzijdse mededeling van gegevens door de Lid-Staten en de Commissie in de sector melk en zuivelprodukten (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2188/79, dienovereenkomstig moeten worden aangepast;

Overwegende dat het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2044/75 wordt als volgt gewijzigd: 1. Artikel 2, lid 3, wordt gelezen:

"3. Bovendien moet, wanneer er geen vaststelling vooraf van de restitutie plaatsvindt, voor de uitvoer buiten de Gemeenschap van produkten van de onderverdelingen 04.02 A II b) en 04.02 B I b) 2 aa), evenals van post 04.03 van het gemeenschappelijk douanetarief, eveneens een uitvoercertificaat worden overgelegd.".

2. Artikel 3, lid 3, eerste alinea, wordt gelezen:

"3. De uitvoercertificaten voor produkten van de onderverdelingen 04.02 A II b) 1 en 04.02 B I b) 2 aa), evenals van post 04.03 van het gemeenschappelijk douanetarief, worden afgegeven op de vijfde werkdag volgende op de dag van indiening van de aanvraag, voor zover gedurende deze periode geen bijzondere maatregelen worden getroffen.".

3. Aan artikel 4, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Voor het uitvoercertificaat dat is afgegeven overeenkomstig artikel 3, lid 3, eerste alinea, wordt de geldigheidsduur berekend vanaf de dag van werkelijke afgifte.".

Artikel 2

In artikel 6, lid 1, laatste alinea, van Verordening (EEG) nr. 210/69 worden de woorden "uitvoercertificaten voor boter bedoeld bij post 04.03 A", vervangen door de woorden "uitvoercertificaten voor produkten van de onderverdelingen 04.02 A II b) 1 en 04.02 B I b) 2 aa), evenals van post 04.03".

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 2 februari 1980.

Het bepaalde in punt 1 van artikel 1, is echter eerst van toepassing met ingang van 9 februari 1980. (1)PB nr. L 148 van 28.6.1968, blz. 13. (2)PB nr. L 204 van 28.7.1978, blz. 6. (3)PB nr. L 213 van 11.8.1975, blz. 15. (4)PB nr. L 252 van 6.10.1979, blz. 16. (5)PB nr. L 28 van 5.2.1969, blz. 1.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 30 januari 1980.

Voor de Commissie

Finn GUNDELACH

Vice-Voorzitter