31979R2787

Verordening (EEG) nr. 2787/79 van de Raad van 10 december 1979 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde produkten van oorsprong uit ontwikkelingslanden

Publicatieblad Nr. L 328 van 24/12/1979 blz. 0001 - 0013


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 2787/79 VAN DE RAAD

van 10 december 1979

betreffende de opening , de verdeling en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde produkten van oorsprong uit ontwikkelingslanden

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,

Overwegende dat de Europese Economische Gemeenschap in het kader van de UNCTAD een aanbod heeft gedaan betreffende de verlening van tariefpreferenties voor industriële eindprodukten en halffabrikaten uit de ontwikkelingslanden ; dat de in het aanbod beoogde voorkeursbehandeling in het algemeen betrekking heeft op alle industriële eindprodukten en halffabrikaten van de hoofdstukken 25 tot en met 99 van het gemeenschappelijk douanetarief , van oorsprong uit de ontwikkelingslanden ; dat deze preferentie bestaat in vrijstelling van invoerrechten ; dat voor de invoer onder de preferentieregeling plafonds gelden , welke per produkt ad valorem worden vastgesteld aan de hand van voor alle produkten uniforme elementen ; dat , ten einde de preferentie ten behoeve van het ontwikkelingsland of de ontwikkelingslanden met het grootste concurrentievermogen te beperken en een wezenlijk aandeel ervan te reserveren voor de ontwikkelingslanden met een geringer concurrentievermogen , de onder de preferentieregeling vallende invoer van oorsprong uit een enkel ontwikkelingsland voor een bepaald produkt in de regel niet meer zou mogen bedragen dan 50 % van het voor dat produkt vastgestelde plafond ;

Overwegende dat volgens het betrokken aanbod de jaarlijkse plafonds over het algemeen worden berekend op basis van de gezamenlijke waarde van de cif-invoer voor 1968 uit de door deze regeling begunstigde landen , met uitzondering van die waarvoor reeds andere door de Gemeenschap toegekende preferentiële tariefstelsels gelden ( basishoeveelheid ) , verhoogd met 5 % van de waarde van de cif-invoer uit andere landen , alsmede uit die waarvoor genoemde stelsels reeds gelden ( aanvullende hoeveelheid ) ; dat deze aanvullende hoeveelheid variabel is en jaarlijks wordt berekend op basis van de laatste beschikbare cijfers , zonder dat daaruit echter een verlaging van het plafond mag resulteren ;

Overwegende dat het betrokken aanbod een clausule bevat , bepalende dat de Gemeenschap dit aanbod heeft gedaan in de veronderstelling dat alle belangrijke industrielanden die lid zijn van de OESO deelnemen in de toekenning van de preferenties en zich hiervoor in vergelijkbare mate inspannen ; dat uit de conclusies waartoe men binnen de UNCTAD gezamenlijk is gekomen blijkt dat dit aanbod , hoewel van tijdelijke aard , geen verplichting inhoudt en later in zijn geheel of gedeeltelijk kan worden ingetrokken ; dat deze mogelijkheid onder andere kan worden aangewend om verbetering te brengen in ongunstige situaties die in de ACS-Staten zouden kunnen ontstaan ten gevolge van de toepassing van het stelsel van de algemene preferenties ;

Overwegende voorts dat de Conferentie van Staatshoofden of Regeringsleiders van de Lid-Staten en toetredende Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen , gehouden te Parijs van 19 tot en met 21 oktober 1972 , de Instellingen van de Gemeenschap en de Lid-Staten heeft verzocht geleidelijk een globaal beleid van ontwikkelingssamenwerking op wereldniveau ten uitvoer te leggen dat met name een verbetering van de algemene preferenties inhoudt met het doel een regelmatige toeneming te bewerkstelligen van de invoer van industrieprodukten uit de ontwikkelingslanden ;

Overwegende dat de tariefpreferenties onder de hierboven gedefinieerde voorwaarden zijn toegepast vanaf het tweede halfjaar van 1971 en dat zij ook in 1980 moeten worden toegepast ; dat de hierboven genoemde basishoeveelheid volgens het desbetreffende aanbod en de eerder genoemde verbetering van het preferentiële stelsel over het algemeen betrekking heeft op 1977 , evenals de aanvullende hoeveelheid ; dat de toepassing van deze berekeningsmethode echter verenigbaar moet blijven met de voor het preferentiële stelsel gekozen geleidelijkheid , zodat wordt voorzien in een aanpassingsperiode voor de betrokken industriële sectoren van de Gemeenschap ; dat onder deze voorwaarden de verbetering van de contingentaire hoeveelheden voor duplex - , triplex - , en multiplexhout en met fineer bekleed hout , ten einde eveneens rekening te houden met de belangen van de ACS-landen , over het algemeen op 105 % van het voor het jaar 1979 vastgestelde volume dient te blijven ;

Overwegende dat de Europese rekeneenheid in het preferentiële stelsel moet worden ingevoerd ; dat het echter in het kader van deze verordening wenselijk is - mede om rekening te houden met het specifieke karakter van de betrokken sectoren - passende omrekeningskoersen vast te stellen ;

Overwegende dat het stelsel van algemene preferenties , overeenkomstig Protocol nr . 23 dat gehecht is aan de Toetredingsakte ( 4 ) sinds 1 januari 1974 integraal toepasselijk is in de nieuwe Lid-Staten ;

Overwegende dat derhalve de Gemeenschap voor de produkten welke voorkomen in de bijlagen A en B , van oorsprong uit de landen en gebieden vermeld in bijlage C , voor 1980 communautaire tariefcontingenten dient te openen , welke van invoerrechten zijn vrijgesteld tot de voor elk van deze produkten in m3 of Europese rekeneenheden aangegeven waarden ;

Overwegende dat de afboekingen op elk van deze tariefcontingenten voor de produkten van oorsprong uit één van bovengenoemde landen en gebieden beperkt moeten blijven tot een bepaald percentage van het bedrag van het contingent ; dat deze tariefcontingenten dienen te worden voorbehouden aan de produkten van oorsprong uit de betreffende landen en gebieden , waarbij het begrip " produkten van oorsprong " moet worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 14 van Verordening ( EEG ) nr . 802/68 van de Raad van 27 juni 1968 betreffende de gemeenschappelijke definitie van het begrip " oorsprong van goederen " ( 5 ) ;

Overwegende evenwel dat de Gemeenschap tijdens de multilaterale handelsbesprekingen , overeenkomstig paragraaf 6 van de Verklaring van Tokio , opnieuw heeft bevestigd dat , telkens wanneer zulks mogelijk is , ten gunste van de minst ontwikkelde ontwikkelingslanden een bijzondere behandeling moet worden vastgesteld ; dat derhalve de afboekingen van de produkten van oorsprong uit de minst ontwikkelde ontwikkelingslanden die voorkomen op de bij resolutie 3487 ( XXX ) van de Verenigde Naties van 12 december 1975 opgestelde lijst niet moeten worden onderworpen aan de beperking van het contingent en het communautaire maximumbedrag ;

Overwegende dat met name dient te worden gewaarborgd , dat alle importeurs van de Gemeenschap te allen tijde en in gelijke mate toegang hebben tot genoemde contingenten en dat het aan deze contingenten verbonden recht zonder onderbreking wordt toegepast op alle invoer van de betrokken produkten in alle Lid-Staten tot deze tariefcontingenten geheel zijn uitgeput ; dat het communautaire karakter van genoemde contingenten in het licht van de hierboven uiteengezette beginselen lijkt gewaarborgd wanneer bij het benutten van deze communautaire tariefcontingenten van een verdeling over de Lid-Staten wordt uitgegaan ; dat daartoe bovendien in het kader van dit stelsel van aanwending slechts die produkten daadwerkelijk kunnen worden afgeboekt , waarvoor bij de douane een aangifte tot het in het vrije verkeer brengen is ingediend en die vergezeld zijn van een certificaat van oorsprong ;

Overwegende dat toepassing van de algemeen aangewende principes inzake de verdeling van de tot heden geopende communautaire tariefcontingenten niet in overeenstemming is te brengen met de vereiste continuïteit in het ten uitvoer leggen van de betrokken tariefpreferenties ; dat het in deze omstandigheden juist voorkomt om gebruik te maken van een forfaitaire sleutel voor de verdeling van de betrokken communautaire tariefcontingenten over de Lid-Staten ; dat , op grond van algemeen economische criteria betreffende de buitenlandse handel , het bruto nationaal produkt en de bevolking , de percentages van de aanvankelijke aandelen van de verschillende Lid-Staten in de bedragen van de contingenten voor de betrokken contingentsperiode als volgt zijn vast te stellen :

Duitsland : 27,5 % ,

Benelux : 10,5 % ,

Frankrijk : 19,0 % ,

Italië : 15,0 % ,

Denemarken : 5,0 % ,

Ierland : 1,0 % ,

Verenigd Koninkrijk : 22,0 % ;

dat voornoemde percentages evenwel , de reeds beschikbare , nauwkeuriger gegevens betreffende het handelsverkeer in duplex - , triplex - en multiplexhout en met fineer bekleed hout van post 44.15 van het gemeenschappelijk douanetarief in aanmerking genomen , respectievelijk als volgt moeten worden aangepast : 4,78 % , 2,76 % , 0,33 % , 0,97 % , 4,58 % , 1,98 % , 84,6 % ;

Overwegende dat , wat de deelneming van de Lid-Staten in het communautaire tariefcontingent voor duplex - , triplex - en multiplexhout en met fineer bekleed hout van post 44.15 betreft , bovendien rekening dient te worden gehouden met het feit dat de invoer in het Verenigd Koninkrijk uit ontwikkelingslanden , zoals Maleisië en Singapore , de afgelopen jaren een zeer hoog stijgingspercentage laat zien ; dat de instelling van de heffing van een douanerecht bij de binnenkomst van deze produkten op de markt van deze Lid-Staat de traditionele handelsstromen zou kunnen verleggen ten nadele van de ontwikkelingslanden waarvoor een tariefregeling met nulrecht gold ; dat deze bijzondere situatie rechtvaardigt dat een gedeelte van het quotum van deze Lid-Staat zonder beperking toegankelijk is voor de landen die in aanmerking komen voor de algemene preferenties ;

Overwegende dat het mogelijk lijkt om , zonder daarom afbreuk te doen aan het communautaire karakter van de tariefcontingenten voor de in bijlage A opgenomen produkten , tijdelijk een stelsel voor de benutting van de contingenten vast te stellen dat op één enkele verdeling over de Lid-Staten berust ; dat bovendien de bij deze verordening aangenomen verdeling geenszins vooruitloopt op de mogelijkheid om tot de normale wijze van verdeling van de communautaire tariefcontingenten , met inbegrip van een reserve , terug te keren ; dat op dit moment deze verdeling volgens voornoemde bijzondere percentages lijkt te kunnen geschieden ;

Overwegende dat het percentage van het aandeel der Lid-Staten in bovenbedoeld communautair tariefcontingent , gezien de duur en het bedrag ervan , in dit geval een gelijke toegang van de importeurs der Gemeenschap tot dit communautair tariefcontingent niet in het geding lijkt te brengen ; dat het om dezelfde redenen juist lijkt , aan iedere Lid-Staat de keuze van het beheerstelsel van zijn quotum over te laten ;

Overwegende dat het contingent , om rekening te houden met de ontwikkeling van de invoer van de in bijlage B opgenomen produkten in de verschillende Lid-Staten , in twee delen dient te worden gesplitst , waarbij het eerste gedeelte wordt verdeeld over de Lid-Staten en het tweede gedeelte een reserve vormt ter voorziening in de verdere behoeften van de Lid-Staten die hun aanvankelijk quotum geheel hebben benut ; dat bovengenoemde reserve er bovendien toe strekt , de bevriezing van de contingenten ten nadele van de belanghebbende ontwikkelingslanden te voorkomen en beantwoordt aan de impliciete doelstelling , de algemene preferentieregeling te verbeteren ; dat het , ten einde de importeurs van de onderscheiden Lid-Staten enige zekerheid te verschaffen , aanbeveling verdient het eerste gedeelte van het communautaire tariefcontingent op een tamelijk hoog niveau vast te stellen dat in het onderhavige geval over het algemeen ongeveer 80 % van de omvang van het contingent kan omvatten ;

Overwegende dat voor de in bijlage B opgenomen produkten de aanvankelijke quota meer of minder spoedig kunnen zijn verbruikt ; dat het , ten einde daarmede rekening te houden en iedere onderbreking te voorkomen , van belang is dat iedere Lid-Staat die een van zijn aanvankelijke quota vrijwel geheel heeft benut , overgaat tot opneming van een extra quotum uit de overeenkomstige reserve ; dat deze opneming door iedere Lid-Staat dient te worden verricht wanneer elk van zijn extra quota nagenoeg geheel is benut , en wel zo vaak als elk van de reserves dit toelaat ; dat elk van de aanvankelijke en extra quota dient te gelden tot het einde van de contingentsperiode ; dat het evenwel dienstig lijkt , de Lid-Staten in staat te stellen de uitoefening van hun gecumuleerde verplichting tot opneming uit de hoeveelheid van de reserve te beperken tot een niveau dat niet hoger is dan 40 % van hun aanvankelijke quotum ; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie , die met name de benuttingsgraad van de tariefcontingenten moet kunnen volgen en de Lid-Staten daarover inlichten ;

Overwegende dat het noodzakelijk is dat een Lid-Staat die op een bepaald tijdstip tijdens de contingenstperiode een aanzienlijk overschot van één van zijn aanvankelijke quota heeft , daarvan een aanzienlijk percentage in de overeenkomstige reserve terugstort , om te voorkomen dat in een Lid-Staat een gedeelte van het communautaire tariefcontingent ongebruikt blijft , terwijl andere Lid-Staten er gebruik van zouden kunnen maken ;

Overwegende dat , aangezien het Koninkrijk België , het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie , elke handeling met betrekking tot het beheer van de aan de genoemde Economische Unie toegewezen quota kan worden verricht door één van haar leden ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Met ingang van 1 januari en tot en met 31 december 1980 worden de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief welke betrekking hebben op de produkten vermeld in de bijlagen A en B volledig geschorst in het kader van communautaire tariefcontingenten waarvan de waarde , uitgedrukt in m3 of Europese rekeneenheden , voor elk van deze produkten in kolom 3 van genoemde bijlagen is aangegeven .

Voor de toepassing van deze verordening geschiedt de omrekening in nationale valuta van de in Europese rekeneenheden ( ERE ) uitgedrukte preferentiebedragen volgens de onderstaande koers :

1 ERE = 3,542536 DM

1 ERE = 49,02181 Bfr./Lfr .

1 ERE = 3,534031 Fl .

1 ERE = 5,582935 Ffr .

1 ERE = 677,143 lire

1 ERE = 7,477003 Dkr .

1 ERE = 0,4419123 Iers Pond

1 ERE = 0,4402558 Pond sterling .

De toepassing van deze koersen mag er niet toe leiden dat van een bepaald contingent gezien in termen van nationale valuta bedragen worden afgeboekt die lager zijn dan die welke voortvloeien uit de voor 1978 vastgestelde overeenkomstige minimale verplichtingen .

2 . De toegang tot elk van deze tariefcontingenten geldt uitsluitend voor produkten van oorsprong uit de in bijlage C vermelde landen en gebieden . De invoer evenwel waarvoor reeds vrijstelling van douanerechten geldt uit hoofde van een ander door de Gemeenschap toegekend preferentieel tariefstelsel kan niet worden afgeboekt op deze tariefcontingenten . Het begrip " produkten van oorsprong " wordt ter toepassing van deze verordening vastgesteld volgens de procedure , voorgeschreven in artikel 14 van Verordening ( EEG ) nr . 802/68 .

3 . Aan elk van de landen en gebieden waarvan in lid 2 sprake is kan slechts een beperkt gedeelte van elk van de hierboven aangegeven tariefcontingenten worden toegewezen , en wel tot het maximumbedrag dat voor elk van de categorieën van produkten in kolom 4 van de bijlagen A en B is aangegeven .

4 . Iedere wijziging van bijlage C , met name door toevoeging van nieuwe landen en gebieden die voor tariefpreferenties in aanmerking komen , kan leiden tot een overeenkomstige wijziging van de bedragen der contingenten en van de maximumbedragen , vermeld in de kolommen 3 en 4 van de bijlagen A en B .

5 . Na de volledige benutting van de krachtens deze verordening geopende contingenten blijft de invoer van de betrokken produkten van oorsprong uit de landen vermeld in bijlage D vallen onder de gehele schorsing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief .

Artikel 2

Voor de in bijlage A opgenomen produkten wordt het in artikel 1 genoemde communautaire tariefcontingent verdeeld in quota , die per Lid-Staat de bedragen belopen welke in kolom 5 van bijlage A voor bedoelde produkten zijn aangegeven .

Artikel 3

1 . Van elk der in bijlage B opgenomen communautaire tariefcontingenten wordt een eerste gedeelte , vermeld in rekeneenheden in kolom 5 van bijlage B , over de Lid-Staten verdeeld ; de quota die , behoudens het bepaalde in artikel 6 , tot en met 31 december 1980 gelden , zijn voor iedere Lid-Staat gelijk aan de bedragen die in kolom 6 voor iedere categorie produkten van bijlage B zijn vermeld .

2 . Het tweede gedeelte van elk van deze tariefcontingenten vormt de overeenkomstige reserve , welke in kolom 7 van bijlage B is vermeld .

Artikel 4

1 . Indien een van de aanvankelijke quota van een Lid-Staat zoals vastgesteld in bijlage B dan wel dat zelfde quotum , verminderd met het bij toepassing van artikel 6 in de reserve teruggestorte gedeelte , voor 90 % of meer is benut , gaat deze Lid-Staat , door middel van een kennisgeving aan de Commissie , onverwijld over tot opneming voor zover in de reserve nog een voldoende hoeveelheid aanwezig is , van een tweede quotum ter grootte van 10 % van zijn aanvankelijk quotum , eventueel op één eenheid naar boven afgerond .

2 . Indien een Lid-Staat , na volledige benutting van een van zijn aanvankelijke quota , het door hem opgenomen tweede quotum voor 90 % of meer heeft benut , gaat hij , op de in lid 1 vermelde voorwaarden over tot opneming van een derde quotum ter grootte van 5 % van zijn aanvankelijk quotum .

3 . Indien een Lid-Staat , na volledige benutting van een van zijn tweede quota , het door hem opgenomen derde quotum voor 90 % of meer heeft aangewend , gaat hij op dezelfde voorwaarden over tot opneming van een vierde quotum , dat gelijk is aan het derde .

Deze procedure wordt verder toegepast totdat de reserve is uitgeput .

4 . In afwijking van het bepaalde in de leden 1 tot en met 3 kunnen de Lid-Staten overgaan tot opneming van geringere hoeveelheden dan de in die leden vastgestelde quota , wanneer er aanleiding is om aan te nemen dat die quota wellicht niet geheel zullen worden benut . Zij delen aan de Commissie de redenen mede die tot toepassing van de bepalingen van het onderhavige lid hebben geleid .

5 . Iedere Lid-Staat kan , onder mededeling hiervan aan de Commissie , het gecumuleerde totaal van zijn extra quota beperken tot 40 % van zijn aanvankelijke quotum ; dit percentage wordt echter op 50 gebracht voor de produkten van de posten 41.02 ex B , 42.02 B en 42.03 A , B II , B III en C .

Artikel 5

Elk van de overeenkomstig artikel 4 opgenomen extra quota geldt tot en met 31 december 1980 .

Artikel 6

Indien een Lid-Staat op 15 september 1980 een van zijn aanvankelijke quota niet geheel heeft aangewend , stort hij uiterlijk op 1 oktober 1980 van de niet-benutte hoeveelheid het gedeelte boven 20 % van zijn aanvankelijk quotum in de reserve terug . Hij kan een grotere hoeveelheid terugstorten , wanneer er aanleiding is om aan te nemen dat deze anders onbenut zal blijven .

De Lid-Staten geven uiterlijk op 1 oktober 1980 aan de Commissie kennis van de totale invoer van de betrokken produkten die tot en met 15 september 1980 heeft plaatsgevonden en op het communautaire contingent is afgeboekt , alsmede , eventueel van het gedeelte van elk van hun aanvankelijke quota die zij in elk van de reserves terugstorten .

Artikel 7

De Commissie houdt boek van de door de Lid-Staten overeenkomstig de artikelen 3 en 4 geopende quota , en geeft , zodra de opgaven haar bereiken , iedere Lid-Staat kennis van de in de reserves nog aanwezige hoeveelheden .

Zij stelt de Lid-Staten uiterlijk op 15 oktober 1980 in kennis van de stand van elk van de reserves , na de overeenkomstig artikel 6 verrichte terugstortingen .

Zij ziet erop toe dat de opneming waardoor een van de reserves volledig wordt uitgeput tot de nog beschikbare hoeveelheid beperkt blijft en deelt daartoe aan de Lid-Staat die de laatste opneming verricht , mede hoeveel dit saldo bedraagt .

De Lid-Staten treffen alle nodige maatregelen opdat bij opening van de overeenkomstig artikel 4 door hen opgenomen extra quota , de door hen ingevoerde hoeveelheden zonder onderbreking afgeboekt kunnen worden op hun gecumuleerd aandeel in het communautaire contingent .

Artikel 8

1 . De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om aan de op hun grondgebied gevestigde importeurs der betrokken produkten vrije toegang tot het hun toegewezen quotum te waarborgen .

2 . De werkelijke uitputtingsgraad van de quota der Lid-Staten wordt vastgesteld op basis van de hoeveelheid van de betrokken produkten , waarvoor bij de douane een aangifte tot het in het vrije verkeer brengen is ingediend volgens de douanewaarde van de genoemde produkten , en die vergezeld zijn van een certificaat van oorsprong dat conform is aan de in artikel 1 , lid 2 , bedoelde regels .

3 . Een produkt kan slechts in het kader van tariefcontingenten worden ingevoerd indien het in lid 2 bedoelde certificaat van oorsprong is overgelegd voor de datum van wederinstelling van de heffing der rechten .

Artikel 9

De Commissie neemt alle nodige maatregelen opdat het in artikel 1 , lid 3 , bedoelde maximumbedrag in acht wordt genomen ; wanneer op het niveau van de Gemeenschap de ingevoerde hoeveelheden van de produkten van oorsprong uit een van de in bijlage C genoemde landen en gebieden zijn afgeboekt op een van de communautaire tariefcontingenten , en daarbij het in kolom 4 van de bijlagen A en B vermelde maximum wordt bereikt , deelt de Commissie de Lid-Staten onverwijld de datum mede waarop , rekening houdende met dit feit , het normale tarief weer moet worden ingesteld ten opzichte van het betrokken land of gebied . Deze mededeling wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Artikel 10

De Lid-Staten verstrekken de Commissie op haar verzoek , doch in ieder geval maandelijks , een opgave van de invoer van de betrokken produkten die werkelijk op hun quota is afgeboekt .

Artikel 11

De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat de bepalingen van de bovenstaande artikelen worden nageleefd .

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1980 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 10 december 1979 .

Voor de Raad

De Voorzitter

I . HUSSFY

( 1 ) PB nr . C 234 van 17 . 9 . 1979 , blz . 2 .

( 2 ) PB nr . C 309 van 10 . 12 . 1979 , blz . 57 .

( 3 ) PB nr . C 297 van 28 . 11 . 1979 , blz . 14 .

( 4 ) PB nr . L 73 van 27 . 3 . 1972 , blz . 14 .

( 5 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 1 .

BIJLAGE A

Lijst van de in artikel 2 bedoelde produkten waarvoor in het kader van de algemene tariefpreferenties ten behoeve van ontwikkelingslanden en -gebieden communautaire tariefcontingenten met nulrecht gelden

Volgnummer * Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief ( 1 ) * Omschrijving ( 2 ) * Grootte van het contingent ( in ERE ) ( a ) ( 3 ) * Maximum per land of gebied ( 4 ) * Aan de Lid-Staten toegewezen quota ( in ERE ) ( a ) ( 5 ) *

* * * * in % * in ERE ( a ) * *

1 * 44.15 * Duplex - , triplex - en multiplexhout en met fineer bekleed hout , ook indien samengesteld met andere stoffen ; inlegwerk van hout * 318 997 m3 * 30 * 95 699 m3 ( 1 ) * Duitsland : 15 249 m3 *

* * * * * * Benelux : 8 804 m3 *

* * * * * * Frankrijk : 1 040 m3 *

* * * * * * Italië : 3 115 m3 *

* * * * * * Denemarken : 14 609 m3 *

* * * * * * Ierland : 6 316 m3 *

* * * * * * Verenigd Koninkrijk : 269 864 m3 ( 1 ) *

2 * 64.01 * Schoeisel met buitenzool en bovendeel van rubber of van kunstmatige plastische stof * 2 543 468 * 20 * 508 694 * Duitsland : 686 736 *

* * * * * * Benelux : 254 347 *

* * * * * * Frankrijk : 470 542 *

* * * * * * Italië : 356 086 *

* * * * * * Denemarken : 127 173 *

* * * * * * Ierland : 12 717 *

* * * * * * Verenigd Koninkrijk : 635 867 *

3 * 64.02 (*) * Schoeisel met buitenzool van leder of van kunstleder ; schoeisel ( ander dan schoeisel bedoeld bij post 64.01 ) , met buitenzool van rubber of van kunstmatige plastische stof : * 19 796 700 * 15 * 2 969 505 * Duitsland : 5 345 110 *

* * * * * * Benelux : 1 979 670 *

* * * * * * Frankrijk : 3 662 390 *

* * * * * * Italië : 2 771 535 *

* * * * * * Denemarken : 989 835 *

* * * * * * Ierland : 98 985 *

* * * * * * Verenigd Koninkrijk : 4 949 175 *

4 * 64.02 * Schoeisel met buitenzool van leder of van kunstleder ; schoeisel ( ander dan schoeisel bedoeld bij post 64.01 ) , met buitenzool van rubber of van kunstmatige plastische stof : * 11 541 000 * 15 * 1 731 150 * Duitsland : 3 116 070 *

* * * * * * Benelux : 1 154 100 *

* * * * * * Frankrijk : 2 135 085 *

* * * * * * Italië : 1 615 740 *

* * * * * * Denemarken : 577 050 *

* * * * * * Ierland : 57 705 *

* * * * * * Verenigd Koninkrijk : 2 885 250 *

* * B . ander * * * * *

( a ) Behoudens andersluidende aanduiding .

( 1 ) Tot een gedeelte van 141 305 m3 van het aan het Verenigd Koninkrijk toegekende quotum is het bepaalde in artikel 1 , lid 3 , van deze verordening met van toepassing .

(*) De produkten bedoeld bij post 64.02 A , indien van oorsprong uit de in bijlage C , deel II , genoemde landen en gebieden , vallen buiten dit tariefcontingent .

BIJLAGE B

Lijst van de in artikel 3 bedoelde produkten waarvoor in het kader van de algemene tariefpreferenties ten behoeve van ontwikkelingslanden en -gebieden communautaire tariefcontingenten met nulrecht gelden

Volgnummer * Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief ( 1 ) * Omschrijving ( 2 ) * Bedrag van het contingent ( in Europese rekeneenheden ) ( 3 ) * Maximumbedrag per land of gebied ( 4 ) * Bedrag van het eerste gedeelte ( in Europese rekeneenheden ) ( 5 ) * Eerste aan de Lid-Staten toegewezen quotum ( in europese rekeneemheden ) ( 6 ) * Bedrag van de reserve ( in Europese rekeneenheden ) ( 7 ) *

* * * * in % * in Europese rekeneenheden * * * *

1 * 41.02 * Leder en voorgelooide huiden en vellen , van runderen ( buffels daaronder begrepen ) en van paarden en van paardachtigen , met uitzondering van de produkten bedoeld bij de posten 41.06 en 41.08 : * 19 864 580 * 30 * 5 959 375 * 13 905 205 * Duitsland : 3 823 930 * 5 959 375 *

* * * * * * * Benelux : 1 460 050 * *

* * * * * * * Frankrijk : 2 641 990 * *

* * * * * * * Italië : 2 085 780 * *

* * * * * * * Denemarken : 695 260 * *

* * * * * * * Ierland : 139 050 * *

* * * * * * * Verenigd Koninkrijk : 3 059 145 * *

* * ex C . andere , met uitzondering van huiden en vellen , voorgelooid of enkel gelooid * * * * * * *

2 * 42.02 * Reisartiketen ( reiskoffers , valiezen , hoededozen , reiszakken , rugzakken , enz . ) , boodschappentassen , dameshandtassen , tekenportefeuilles , aktentassen , geldbeurzen en portemonnaies , toiletdozen en toiletzakjes , gereedschapstassen en gereedschapszakken , tabakszakken , foedralen , etuis , kistjes , dozen en koffers ( voor wapens , muziekinstrumenten , kijkers , juwelen , flacons , boorden , schoenen , borstels , enz . ) en dergelijke bergingsmiddelen , van leder , van kunstleder , van vulcanfiber , van kunstmatige plastische stoffen in vellen , van karton of van textiel : * 6 651 000 * 30 * 1 995 300 * 5 320 800 * Duitsland : 1 463 220 * 1 330 200 *

* * * * * * * Benelux : 558 684 * *

* * * * * * * Frankrijk : 1 010 952 * *

* * * * * * * Italië : 798 120 * *

* * * * * * * Denemarken : 266 040 * *

* * * * * * * Ierland : 53 208 * *

* * * * * * * Verenigd Koninkrijk : 1 170 576 * *

* * A . van kunstmatige plastische stoffen in vellen * * * * * * *

Volgnummer * Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief ( 1 ) * Omschrijving ( 2 ) * Bedrag van het contingent ( in Europese rekeneenheden ( 3 ) * Maximumbedrag per land of gebied ( 4 ) * Bedrag van het eerste gedeelte ( in Europese rekeneenheden ) ( 5 ) * Eerste aan de Lid-Staten toegewezen quotum ( in Europese rekeneenheden ) ( 6 ) * Bedrag van de reserve ( in Europese rekeneenheden ) ( 7 ) *

* * * * in % * in Europese rekeneenheden * * * *

3 * 42.02 * Reisartikelen ( reiskoffers , valiezen , hoededozen , reiszakken , rugzakken , enz . ) , boodschappentassen , dameshandtassen , tekenportefeuilles , aktentassen , geldbeurzen en portemonnaies , toiletdozen en toiletzakjes , gereedschapstassen en gereedschapszakken , tabakszakken , foedralen , etuis , kistjes , dozen en koffers ( voor wapens , muziekinstrumenten , kijkers , juwelen , flacons , boorden , schoenen , borstels , enz . ) en dergelijke bergingsmiddelen , van leder , van kunstleder , van vulcanfiber , van kunstmatige plastische stoffen in vellen , van karton of van textiel : * 14 358 000 * 30 * 4 307 400 * 10 050 600 * Duitsland : 2 763 915 * 4 307 400 *

* * * * * * * Benelux : 1 055 313 * *

* * * * * * * Frankrijk : 1 909 614 * *

* * * * * * * Italië : 1 507 590 * *

* * * * * * * Denemarken : 502 530 * *

* * * * * * * Ierland : 100 506 * *

* * * * * * * Verenigd Koninkrijk : 2 211 132 * *

* * B . van andere stoffen * * * * * * *

4 * 42.03 * Kleding en kledingtoebehoren , van leder of van kunstleder : * 15 491 000 * 30 * 4 647 300 * 10 843 700 * Duitsland : 2 982 018 * 4 647 300 *

* * * * * * Benelux : 1 138 588 * *

* * * * * * * Frankrijk : 2 060 303 * *

* * * * * * * Italië : 1 626 555 * *

* * * * * * * Denemarken : 542 185 * *

* * * * * * * Ierland : 108 437 * *

* * * * * * * Verenigd Koninkrijk : 2 385 614 * *

* * A . Kleding * * * * * * *

* * B . Handschoenen en wanten : * * * * * * *

* * II . Sporthandschoenen en -wanten * * * * * * *

* * III . andere * * * * * * *

* * C . ander klediagtoebehoren * * * * * * *

5 * 85.15 * Zend - en ontvangtoestellen voor radiotelefone of voor radiotelegrafie ; zend - en ontvangtoestellen voor de radio-omroep en de televisie ( ontvangtoestellen met ingebouwd toestel voor het opnemen of voor het weergeven van geluid daaronder begrepen ) en televisiecamera's ; radio - en radartoestellen voor navigatiedoeleinden , voor plaatsbepaling , voor peiling , voor hoogtemeting of voor bediening op afstand : * 24 509 000 * 15 * 3 676 350 * 19 840 700 * Duitsland : 5 135 130 * 4 668 300 *

* * * * * * Benelux : 1 960 686 * *

* * * * * * * Frankrijk : 3 547 908 * *

* * * * * * * Italië : 3 968 480 * *

* * * * * * * Denemarken : 933 660 * *

* * * * * * * Ierland : 186 732 * *

* * * * * * * Verenigd Koninkrijk : 4 108 104 * *

Volgnummer * Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief ( 1 ) * Omschrijving ( 2 ) * Bedrag van het contingent ( in Europese rekeneenheden ) ( 3 ) * Maximumbedrag per land of gebied ( 4 ) * Bedrag van het eerste gedeelte ( in Europese rekeneenheden ) ( 5 ) * Eerste aan de Lid-Staten toegewezen quotum ( in Europese rekeneenheden ) ( 6 ) * Bedrag van de reserve ( in Europese rekeneenheden ) ( 7 ) *

* * * * in % * in Europese rekeneenheden * * * *

5 * 85.15 ( vervolg ) * A . Zend - en ontvangtoestellen voor radiotelefonie of voor radiotelegrafie ; zend - en ontvangtoestellen voor de radio-omroep en de televisie ( ontvangtoestellen met ingebouwd toestel voor het opnemen of voor het weergeven van geluid daaronder begrepen ) en televisiecamera's : * * * * * * *

* * III . Ontvangtoestellen , ook indien met ingebouwd toestel voor het opnemen of voor het weergeven van geluid * * * * * * *

* * C . Delen en onderdelen : * * * * * * *

* * II . andere : * * * * * * *

* * c ) overige * * * * * * *

6 * 85.21 * Elektronenbuizen ( met verhitte kathode , met koude kathode of met fotokathode , andere dan die bedoeld bij post 85.20 ) , zoals luchtledige , dan wel met damp of met gas gevulde buizen ( kwikdampgelijkrichtbuizen daaronder begrepen ) , kathodestraalbuizen , buizen voor televisiecamera's , enz ; foto-elektrische cellen ; gemonteerde piëzo-elektrische kristallen ; dioden , transistors en dergelijke halfgeleiderelementen ; luminescentiedioden ; elektronische microstructuren : * 8 024 000 * 20 * 1 604 800 * 6 419 200 * Duitsland : 1 765 280 * 1 604 800 *

* * * * * * * Benelux : 674 016 * *

* * * * * * * Frankrijk : 1 219 648 * *

* * * * * * * Italië : 962 880 * *

* * * * * * * Denemarken : 320 960 * *

* * * * * * * Ierland : 64 192 * *

* * * * * * * Verenigd Koninkrijk : 1 412 224 * *

* * D . Dioden , transistors en dergelijke halfgeleiderelementen ; luminescentiedioden ; elektronische microstructuren * * * * * * *

* * E . Delen en onderdelen * * * * * * *

7 * 94.01 * Stoelen , banken en andere zitineubelen , ook indien zij als bedden kunnen dienen ( met uitzondering van meubelen bedoeld bij post 94.02 ) , alsmede delen daarvan : * 24 511 000 * 20 * 4 902 200 * 19 608 800 * Duitsland : 5 392 420 * 4 902 200 *

* * * * * * * Benelux : 2 058 924 * *

* * * * * * * Frankrijk : 3 725 672 * *

* * * * * * * Italië : 2 941 320 * *

* * * * * * * Denemarken : 980 440 * *

* * * * * * * Ierland : 196 088 * *

* * * * * * * Verenigd Koninkrijk : 4 313 936 * *

* * B . andere : * * * * * * *

* * II . overige * * * * * * *

Volgnummer * Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief ( 1 ) * Omschrijving ( 2 ) * Bedrag van het contingent ( in Europese rekeneenheden ) ( 3 ) * Maximumbedrag per land of gebied ( 4 ) * Bedrag van het eerste gedeelte ( in Europese rekeneenheden ) ( 5 ) * Eerste aan de Lid-Staten toegewezen quotum ( in Europese rekeneenheden ) ( 6 ) * Bedrag van de reserve ( in Europese rekeneenheden ) ( 7 ) *

* * * * in % * in Europese rekeneenheden * * * *

8 * 94.03 * Andere meubelen en delen daarvan : * 18 392 000 * 20 * 3 678 400 * 14 713 600 * Duitsland : 4 046 240 * 3 678 400 *

* * * * * * * Benelux : 1 544 928 * *

* * * * * * * Frankrijk : 2 795 584 * *

* * * * * * * Italië : 2 207 040 * *

* * * * * * * Denemarken : 735 680 * *

* * * * * * * Ierland : 147 136 * *

* * * * * * * Verenigd Koninkrijk : 3 236 992 * *

* * B . andere * * * * * * *

BIJLAGE C

Lijst van ontwikkelingslanden en -gebieden die algemene tariefpreferenties genieten ( 1 )

I . ONAFHANKELIJKE LANDEN

660 Afghanistan ( 2 )

208 Algerië

330 Angola

528 Argentinië

453 Bahamas

640 Bahrein

666 Bangla Desh ( 2 )

469 Barbados

284 Benin ( 2 )

675 Bhoetan ( 2 )

676 Birma

328 Boeroendi ( 2 )

516 Bolivia

391 Botswana ( 2 )

508 Brazilië

306 Centraal Afrikaanse Republiek ( 2 )

512 Chili

480 Colombia

375 Comoren

436 Costa-Rica

448 Cuba

600 Cyprus

338 Djibouti

460 Dominica

456 Dominicaanse Republiek

500 Ecuador

220 Egypte

428 El Salvador

310 Equatoriaal Guinea

334 Ethiopië ( 2 )

815 Fidji-eilanden

708 Filippijnen

314 Gabon

252 Gambia ( 2 )

270 Ghana

473 Grenada

416 Guatemala

260 Guinea ( 2 )

257 Guinea Bissau

488 Guyana

452 Haïti ( 2 )

424 Honduras

664 India

700 Indonesië

612 Irak

616 Iran

272 Ivoorkust

464 Jamaica

048 Joegoslavië

628 Jordanië

247 Kaapverdische Republiek

696 Kambodja

302 Kameroen

644 Katar

346 Kenya

810 Kiribati

636 Koeweit

318 Kongo

684 Laos ( 2 )

395 Lesotho ( 2 )

604 Libanon

268 Liberia

216 Libië

370 Madagaskar

386 Malawi ( 2 )

667Malediven ( 2 )

701 Maleisië

232 Mali ( 2 )

204 Marokko

228 Mauretanië

373 Mauritius

412 Mexico

366 Mozambique

803 Nauroe

672 Nepal ( 2 )

432 Nicaragua

240 Niger ( 2 )

288 Nigeria

652 Nood-Jemen ( 2 )

350 Oegandan ( 2 )

649 *

236 Opper-Volta ( 2 )

662 Pakistan

440 Panama

801 Papoea Nieuw-Guinea

520 Paraguay

504 Peru

324 Rwanda ( 2 )

806 Salomonseilanden

632 Saoedi-Arabië

311 Sao Tomé en Principe

248 Senegal

355 Seychellen en onderhorigheden

264 Sierra Leone

706 Singapore

224 Soedan ( 2 )

342 Somalia ( 2 )

669 Sri Lanka

465 St.-Lucia

467 St.-Vicent

492 Suriname

393 Swaziland

608 Syrië

352 Tanzania ( 2 )

680 Thailand

280 Togo

817 Tonga

472 Trinidad en Tobago

244 Tsjaad ( 2 )

212 Tunesië

807 Tuvalu

524 Uruguay

484 Venezuela

647 Verenigde Arabische Emiraten

690 Vietnam

819 West-Samoa ( 2 )

322 Zaïre

378 Zambia

656 Zuid-Jemen ( 2 )

728 Zuid-Korea

II . LANDEN EN GEBIEDEN

afhankelijk van of beheerd door of waarvan de buitenlandse betrekkingen geheel of gedeeltelijk worden waargenomen door Lid-Staten van de Gemeenschap of derde landen

808 Amerikaans Oceanië ( 3 )

802 Australisch Oceanië ( Christmaseiland , Cocos-(Keeling-)eilanden , Heard - en McDonald-eilanden , Norfolk )

421 Belize

413 Bermuda

357 Brits gebied in de Indische Oceaan

703 Brunei

463 Cayman-eilanden

529 Falkland-eilanden en onderhorigheden

822 Frans Polynesië

044 Gibraltar

740 Hong-Kong

457 Maagdeneilanden behorende tot de Verenigde Staten

743 Macao

377 Mayotte

476 Nederlandse Antillen

809 Nieuw-Caledonië en onderhorigheden

816 Nieuwe Hebriden

814 Nieuw-Zeelands Oceanië ( Cook-eilanden , Niue , Tokelau-eilanden )

810 Pitcairn-eilanden

890 Poolgebieden Australische Zuidpoolgebieden

890 Poolgebieden Britse Zuidpoolgebieden

890 Poolgebieden Franse Zuidpoolgebieden

329 Sint-Helena en onderhorigheden

454 Turks - en Caicos-eilanden

811 Wallis - en Futuna-eilanden

451 West-Indië

Opmerking : Bovenstaande lijsten kunnen later worden gewijzigd , rekening houdend met veranderingen in de internationale status van landen of gebieden .

( 1 ) De nummers voor de landen en gebieden zijn de codenummers van de Geonomenclatuur 1980 Verordening ( EEG nr . 2566/79 , PB nr . L 294 van 21 . 11 . 1979 , blz . 5 ) .

( 2 ) Dit land komt ook voor in bijlage D .

( 3 ) Amerikaans Oceanie omvat : Guam , Amerikaans Samoa ( met inbegrip van het eiland Swains , de Midway-eilanden , Johnston en Sand , Wake ; de eilanden onder mandaat ) de Carolinen , de Marianen en de Marshall eilanden .

BIJLAGE D

Lijst van de minst ontwikkelde ontwikkelingslanden

660 Afghanistan

666 Bangla Desh

284 Benin

675 Bhoetan

328 Boeroendi

391 Botswana

306 Centraal Afrikaanse Republiek

334 Ethiopië

252 Gambia

260 Guinea

452 Haïti

684 Laos

395 Lesotho

386 Malawi

667 Malediven

232 Mali

672 Nepal

240 Niger

652 Noord-Jemen

350 Oeganda

236 Opper-Volta

324 Rwanda

224 Soedan

342 Somalia

352 Tanzania

244 Tsjaad

819 West-Samoa

656 Zuid-Jemen