31979R1419

Verordening (EEG) nr. 1419/79 van de Raad van 6 juli 1979 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 471/76 met betrekking tot de periode waarin de toepassing van de voorwaarde ten aanzien van de prijs waaraan de invoer in de Gemeenschap van verse citroenen van oorsprong uit sommige landen van het Middellandse-Zeegebied is onderworpen wordt geschorst

Publicatieblad Nr. L 172 van 10/07/1979 blz. 0008 - 0008


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1419/79 VAN DE RAAD

van 6 juli 1979

tot wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 471/76 met betrekking tot de periode waarin de toepassing van de voorwaarde ten aanzien van de prijs waaraan de invoer in de Gemeenschap van verse citroenen van oorsprong uit sommige landen van het Middellandse-Zeegebied is onderworpen wordt geschorst

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 en artikel 113 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Overwegende dat in de Verordening ( EEG ) nr . 1301/79 van de Raad van 25 juni 1979 tot wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 2511/69 houdende bijzondere maatregelen voor de verbetering van de produktie en de afzet van citrusvruchten in de Gemeenschap en van Verordening ( EEG ) nr . 1035/72 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit ( 2 ) , voor het verkoopseizoen 1979/1980 is voorzien in maatregelen inzake financiële compensatie voor citroenen ; dat deze maatregelen ten grondslag lagen aan Verordening ( EEG ) nr . 471/76 van de Raad van 24 februari 1976 , houdende schorsing van de toepassing van de voorwaarde ten aanzien van de prijs waaraan de invoer in de Gemeenschap van verse citroenen van oorsprong uit Cyprus , Spanje , Israël , Marokko , de Arabische Republiek Egypte , Tunesië en Turkije is onderworpen krachtens de overeenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en elk dezer landen ( 3 ) , gewijzigd bij de Verordeningen ( EEG ) nr . 1554/76 ( 4 ) en ( EEG ) nr . 1389/77 ( 5 ) , ten einde rekening te houden met de overeenkomsten die zijn gesloten met Algerije , Jordanië en Libanon ; dat deze schorsing bij Verordening ( EEG ) nr . 1129/78 ( 6 ) werd verlengd tot en met 31 mei 1979 ; dat deze schorsing thans dient te worden verlengd tot en met 31 mei 1980 ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Artikel 3 , tweede alinea , van Verordening ( EEG ) nr . 471/76 wordt als volgt gelezen :

" Zij is van toepassing tot en met 31 mei 1980 . " .

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Zij is van toepassing vanaf 1 juni 1979 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 6 juli 1979 .

Voor de Raad

De Voorzitter

M . O'KENNEDY

( 1 ) PB nr . C 140 van 5 . 6 . 1979 , blz . 95 .

( 2 ) PB nr . L 162 van 30 . 6 . 1979 , blz . 26 .

( 3 ) PB nr . L 58 van 5 . 3 . 1976 , blz . 5 .

( 4 ) PB nr . L 172 van 1 . 7 . 1976 , blz . 3 .

( 5 ) PB nr . L 158 van 29 . 6 . 1977 , blz . 4 .

( 6 ) PB nr . L 142 van 30 . 5 . 1978 , blz . 32 .