31978R1853

Verordening (EEG) nr. 1853/78 van de Raad van 25 juli 1978 tot vaststelling van de algemene voorschriften inzake de bijzondere maatregelen voor ricinuszaad

Publicatieblad Nr. L 212 van 02/08/1978 blz. 0001 - 0003
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 22 blz. 0082


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1853/78 VAN DE RAAD

van 25 juli 1978

tot vaststelling van de algemene voorschriften inzake de bijzondere maatregelen voor ricinuszaad

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 2874/77 van de Raad van 19 december 1977 houdende bijzondere maatregelen voor ricinuszaad ( 1 ) , inzonderheid op artikel 2 , lid 4 , en op artikel 3 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat krachtens artikel 2 , lid 4 , van Verordening ( EEG ) nr . 2874/77 de algemene voorschriften voor de toekenning van de steun voor ricinuszaad , de voorschriften inzake de controle van het recht op steun en de voorwaarden waaraan de dit zaad verwerkende bedrijven moeten voldoen , om het recht op steun te doen ontstaan , dienen te worden vastgesteld ; dat , krachtens artikel 3 van dezelfde verordening , voorts de criteria voor het bepalen van de wereldmarktprijs moeten worden vastgesteld ;

Overwegende dat voor het bepalen van de wereldmarktprijs moet worden uitgegaan van de meest gunstige aankoopmogelijkheden op die markt ;

Overwegende dat daartoe de aanbiedingen op de wereldmarkt en de noteringen op de voor de internationale handel belangrijke beurzen gedurende het tijdvak waarin het communautaire ricinuszaad wordt afgezet in aanmerking dienen te worden genomen ; dat het evenwel raadzaam is geen rekening te houden met aanbiedingen die niet als representatief voor de werkelijke markttendens kunnen worden beschouwd ;

Overwegende dat , in geval geen representatieve aanbiedingen en noteringen voor ricinuszaad voorhanden zijn , de wereldmarktprijs van dit zaad bepaald dient te worden op basis van de waarde van de uit de verwerking van dit zaad verkregen produkten ; dat , voor het geval de aanbiedingen en de noteringen voor ricinuszaad op de wereldmarktprijs de afzet van de gemeenschapsproduktie in het gedrang zouden kunnen brengen , de wereldmarktprijs dient te worden bepaald op basis van de waarde van de gemiddelde hoeveelheden olie en perskoeken die uit de verwerking van dit zaad worden verkregen , waarbij de kosten van verwerking worden afgetrokken ; dat in geval geen aanbiedingen of noteringen voor ricinuszaad , ricinusolie en perskoeken van ricinus voorhanden zijn , de wereldmarktprijs moet vastgesteld worden op het niveau van de streefprijs voor ricinuszaad ;

Overwegende dat het voor de goede werking van de steunregeling noodzakelijk is dat de wereldmarktprijs wordt geconstateerd voor een plaats van grensoverschrijding van de Gemeenschap ; dat bij het bepalen van deze plaats rekening dient te worden gehouden met het representatieve karakter ervan voor de invoer van dit zaad en dat de haven van Rotterdam dient te worden gekozen ; dat de in aanmerking genomen aanbiedingen en noteringen dienen te worden aangepast , indien zij op een andere plaats van grensoverschrijding betrekking hebben ;

Overwegende dat de in aanmerking genomen aanbiedingen en noteringen eveneens dienen te worden aangepast ter compensatie van eventuele verschillen in de aanbiedingsvorm en de kwaliteit ten opzichte van de criteria die zijn gebezigd voor het vaststellen van de streefprijs ;

Overwegende dat , met het oog op een goede werking van de steunregeling , dient te worden bepaald dat de steun wordt verleend voor de juiste hoeveelheid ricinuszaad dat in de Gemeenschap geoogst en verwerkt wordt en aan de bedrijven die een boekhouding voeren aan de hand waarvan de hoeveelheid verwerkt communautair zaad kan worden nagegaan indien het contract tussen de bedrijven en de telers is ingediend bij de daartoe aangewezen instantie van de Lid-Staat waarin het ricinuszaad wordt geteeld ;

Overwegende dat het recht op steun wordt verkregen wanneer het zaad wordt verwerkt ; dat het evenwel dienstig is te bepalen dat de steun aan de belanghebbenden kan worden uitgekeerd voor de verwerking ; dat , om fraude te voorkomen , een waarborg moet worden gesteld om te garanderen dat de produkten waarvoor de steun wordt toegekend , werkelijk zullen verwerkt worden ;

Overwegende dat dient te worden bepaald dat de zaadproducerende Lid-Staten en de Lid-Staten waar het zaad wordt verwerkt de nodige controlemaatregelen moeten nemen om de goede werking van de steunregeling te verzekeren ; dat deze controle met name moet toelaten na te gaan of de in artikel 2 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 2874/77 bedoelde minimumprijs werd inachtgenomen en onrechtmatige steunaanvragen moet verhinderen ; dat met het oog op die controle de betrokken Lid-Staten elkaar bijstand moeten verlenen ;

Overwegende dat bijzondere controlemaatregelen dienen te worden vastgesteld voor zaad dat wordt verwerkt in een andere Lid-Staat dan die waarin het is geteeld ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . De wereldmarktprijs voor ricinuszaad wordt bepaald volgens de procedure van artikel 38 van Verordening nr . 136/66/EEG .

2 . Gedurende de meest representatieve periode voor de afzet van zaad van oorsprong uit de Gemeenschap wordt de wereldmarktprijs periodiek bepaald . De laatste tijdens genoemde periode bepaalde prijs wordt aangehouden met het oog op de vaststelling van de steun voor de rest van het verkoopseizoen .

3 . Bij het bepalen van de wereldmarktprijs wordt slechts rekening gehouden met de op de wereldmarkt voor levering tijdens de in lid 2 bedoelde periode gedane aanbiedingen , alsmede met de noteringen voor levering gedurende dezelfde periode op de voor de internationale handel belangrijke beurzen .

4 . De wereldmarktprijs wordt bepaald aan de hand van de meest gunstige werkelijke aankoopmogelijkheden , met uitzondering van de aanbiedingen en noteringen die niet als representatief voor de werkelijke markttendens kunnen worden beschouwd .

Artikel 2

Ingeval geen enkele aanbieding of notering in aanmerking kan worden genomen voor het bepalen van de wereldmarktprijs van ricinuszaad , wordt deze prijs bepaald op basis van de aanbiedingen en noteringen op de wereldmarkt of op de markt van de Gemeenschap voor ricinusolie en perskoeken van ricinuszaad . Daartoe wordt rekening gehouden met de waarde van de gemiddelde hoeveelheden olie en perskoeken die bij verwerking in de Gemeenschap uit 100 kg ricinuszaad worden verkregen , waarbij van deze waarde een bedrag wordt afgetrokken dat overeenkomt met de kosten van de verwerking van het zaad tot olie en perskoeken .

Artikel 3

Ingeval geen enkele aanbieding of notering in aanmerking kan worden genomen voor het bepalen van de wereldmarktprijs voor ricinuszaad en het bovendien onmogelijk is de waarde van de daaruit verkregen perskoeken of olie te constateren , is de wereldmarktprijs voor ricinuszaad gelijk aan de streefprijs voor dit zaad .

Artikel 4

De wereldmarktprijs wordt bepaald voor onverpakt , te Rotterdam geleverd zaad van de standaardkwaliteit waarvoor de streefprijs is vastgesteld .

Voor de aanbiedingen en noteringen die niet aan de in de eerste alinea gestelde voorwaarden voldoen , worden de nodige aanpassingen verricht .

Artikel 5

De in artikel 2 van Verordening ( EEG ) nr . 2874/77 bedoelde steun wordt onder de in dat artikel vastgestelde voorwaarden toegekend voor ricinuszaad dat in de Gemeenschap wordt geoogst en verwerkt met het oog op de produktie van olie .

Artikel 6

1 . De steun wordt toegekend aan de ricinuszaadverwerkende bedrijven :

a ) indien , uiterlijk op een nader te bepalen datum , een contract dat beantwoordt aan de in artikel 2 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 2874/77 gestelde voorwaarden alsmede aan de overeenkomstig lid 5 van hetzelfde artikel vast te stellen voorwaarden , is neergelegd bij de instantie die hiervoor is aangewezen door de Lid-Staat waar het zaad wordt geteeld en

b ) indien zij de daartoe aangewezen instantie verzocht hebben de zaden in de oliefabriek onder controle te stellen en

c ) indien zij met het oog op de controle betreffende het recht op de steun

- een voorraadadministratie voeren waarin afzonderlijk voor binnen en buiten de Gemeenschap geoogst zaad ten minste worden vermeld de in het bedrijf binnengekomen hoeveelheden ricinuszaad , de kwaliteit van dit zaad en de datum van binnenkomst alsmede de geproduceerde hoeveelheid olie en de hoeveelheid olie die het bedrijf verlaat ;

- eventueel de andere bewijsstukken overleggen welke voor de controle betreffende het recht op de steun nodig zijn .

2 . Indien het zaad zal worden verwerkt in een andere Lid-Staat dan die waar het wordt geteeld , wordt de steun toegekend indien het verwerkende bedrijf aan de instantie die is aangewezen door de Lid-Staat waar het zaad wordt verwerkt , het overeenkomstig artikel 10 , lid 3 , in zijn naam opgestelde document doet toekomen .

Artikel 7

Het bedrag van de steun is het bedrag dat van toepassing is op de dag waarop de betrokkene de daartoe aangewezen instantie verzoekt het zaad in de oliefabriek waar het wordt verwerkt , te controleren .

Artikel 8

Het recht op steun ontstaat op het ogenblik waarop het zaad met het oog op de produktie van olie wordt verwerkt . De steun kan evenwel worden voorgeschoten zodra het zaad onder controle is gesteld en op voorwaarde dat een waarborg wordt gesteld voor de verwerking van de zaden .

Artikel 9

1 . De bepaling van het gewicht van het in artikel 5 bedoelde zaad en de monsterneming geschieden bij aankomst van dit produkt in de oliefabriek waar het zaad wordt verwerkt .

2 . Het bedrag van de steun wordt berekend op basis van het gewicht , aangepast aan de hand van de eventuele verschillen tussen de geconstateerde percentages vocht en onzuiverheden en de percentages welke gelden voor de definitie van de standaardkwaliteit waarvoor de streefprijs wordt vastgesteld .

Artikel 10

1 . De producerende Lid-Staten gaan na of het contract voldoet aan de gestelde voorwaarden .

2 . De producerende Lid-Staten gaan door middel van steekproeven ter plaatse de juistheid na van de in de neergelegde contracten vermelde oppervlakten .

3 . Bij toepassing van artikel 6 , lid 2 , wordt in de producerende Lid-Staat een document opgesteld waarin wordt verklaard dat het contract voldoet aan de gestelde voorwaarden en gepreciseerd dat het in dat document vermelde zaad voor de steun in aanmerking kan komen .

4 . De Lid-Staten op wier grondgebied het in artikel 5 bedoelde zaad wordt verwerkt , controleren in de oliefabriek de binnenkomst en de verwerking van dit zaad teneinde te waarborgen dat de steun slechts wordt verleend voor zaad waarvoor het recht op steun bestaat .

5 . De Lid-Staten stellen de Commissie van de door hen met het oog op de in lid 4 bedoelde controle genomen maatregelen in kennis voor die maatregelen ten uitvoer worden gelegd .

Artikel 11

De Lid-Staten verlenen elkaar bijstand bij de toepassing van deze verordening .

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 25 juli 1978 .

Voor de Raad

De Voorzitter

J . ERTL

( 1 ) PB nr . L 332 van 24 . 12 . 1977 , blz . 1 .