78/887/EEG: Besluit van de Raad van 9 oktober 1978 tot vaststelling van een tweede driejarenplan inzake actie op het gebied van wetenschappelijke en technische informatie en documentatie
Publicatieblad Nr. L 311 van 04/11/1978 blz. 0001 - 0005
++++ BESLUIT VAN DE RAAD van 9 oktober 1978 tot vaststelling van een tweede driejarenplan inzake actie op het gebied van wetenschappelijke en technische informatie en documentatie ( 78/887/EEG ) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 235 , Gezien het voorstel van de Commissie , Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) , Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) , Overwegende dat op 24 juni 1971 door de Raad en de Vertegenwoordigers van de Lid-Staten , in het kader van de Raad bijeen , een resolutie is aanvaard met het oog op de coordinatie van de actie van de Lid-Staten inzake wetenschappelijke en technische informatie en documentatie ( IDST ) ( 3 ) ; Overwegende dat de Gemeenschap krachtens artikel 2 van het Verdrag onder meer tot taak heeft de harmonische ontwikkeling van de economische activiteit en een gestadige en evenwichtige expansie binnen de gehele Gemeenschap te bevorderen ; Overwegende dat door de toename van het aantal informatiesystemen en de snelle doch sterk uiteenlopende ontwikkeling daarvan als gevolg van de onderling concurrerende overheids - en particuliere initiatieven de bij de resolutie van 24 juni 1971 beoogde oprichting van het Europese net dringend wordt ; Overwegende dat op grond van de resultaten van het bij Besluit 75/200/EEG ( 4 ) vastgestelde eerste driejarenplan inzake actie op het gebied van wetenschappelijke en technische informatie en documentatie de oprichting van dit net , dat daadwerkelijk zou kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van de bovengenoemde doelstellingen van het Verdrag , gerechtvaardigd is ; Overwegende dat bij het Verdrag niet is voorzien in de daartoe vereiste specifieke bevoegdheden ; Overwegende dat de Raad op 14 januari 1974 een resolutie heeft aanvaard betreffende een eerste actieprogramma van de Europese Gemeenschappen op het gebied van wetenschap en technologie ( 5 ) , waarin de Raad er met name op wijst dat het , telkens wanneer dit nodig of wenselijk blijkt , mogelijk moet worden gemaakt derde landen , meer in het bijzonder Europese , bij deze acties te betrekken ; Overwegende dat het Comité voor wetenschappelijke en technische informatie en documentatie ( CIDST ) en het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek ( CREST ) over het voorstel van de Commissie advies hebben uitgebracht , BESLUIT : Artikel 1 Een tweede plan inzake actie op het gebied van wetenschappelijke en technische informatie en documentatie , zoals dit in bijlage I is vastgesteld , wordt aangenomen voor een periode van drie jaar , ingaande op 1 januari 1978 . Het maximum aan betalingsverplichtingen is vastgesteld op 9,5 miljoen Europese rekeneenheden ; de Europese rekeneenheid is vastgesteld in de van toepassing zijnde financiële reglementen . Artikel 2 De Commissie , daarin bijgestaan door het Comité voor wetenschappelijke en technische informatie en documentatie ( CIDST ) , waarvan de bevoegdheden en de werkwijze zijn omschreven in bijlage II , voert het plan uit . De Commissie houdt dit Comité alsmede het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek ( CREST ) geregeld op de hoogte van de voortgang der werkzaamheden . De Commissie dient bovendien elk jaar bij de Raad en het Europese Parlement een omstandig rapport in betreffende dit onderwerp , dat in het algemeen verslag wordt opgenomen . Artikel 3 1 . Overeenkomstig artikel 228 vanhet Verdrag kan de Gemeenschap met derde landen die deelnemen aan de Europese Conferentie van de Administraties van Posterijen en van Telecommunicatie ( CEPT ) , samenwerkingsovereenkomsten sluiten . In beginsel zullen deze overeenkomsten betrekking hebben op de uitbreiding van Euronet en zullen zij de voorwaarden voor dit aansluiting van de terminals en de hostcomputers van dit net alsmede de desbetreffende technische modaliteiten behelzen . Bij wijze van uitzondering kunnen zij echter ook betrekking hebben op andere onderdelen van het plan . 2 . De Commissie is gemachtigd om , na overeenkomstig punt 3 , sub c ) , van bijlage II , het advies te hebben ingewonnen van het CIDST , te onderhandelen over de in lid 1 bedoelde samenwerkingsovereenkomsten . Gedaan te Luxemburg , 9 oktober 1978 . Voor de Raad De Voorzitter H.-J . VOGEL ( 1 ) PB nr . C 85 van 10 . 4 . 1978 , blz . 49 . ( 2 ) PB nr . C 18 van 23 . 1 . 1978 , blz . 13 . ( 3 ) PB nr . C 122 van 10 . 12 . 1971 , blz . 7 . ( 4 ) PB nr . L 100 van 21 . 4 . 1975 , blz . 26 . ( 5 ) PB nr . C 7 van 29 . 1 . 1974 , blz . 6 . BIJLAGE I TWEEDE DRIEJARENPLAN INZAKE ACTIE OP HET GEBIED VAN WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNISCHE INFORMATIE EN DOCUMENTATIE De voornaamste doelstellingen van dit plan zijn : 1 . De omzetting van Euronet in een openbaar , operationeel net dat directe toegang tot de informatie geeft In de periode van 1978 tot en met 1980 moet de hoogste prioriteit worden verleend aan de verdere omzetting van Euronet in een openbaar , operationeel informatienet dat directe toegang tot de informatie geeft . Voorts moet het datatransmissienet worden verbeterd en omgezet in een openbaar telecommunicatienet van de Europese PTT - en telecommunicatiediensten . Het net moet de gebruikers in staat stellen via hun eigen terminals directe toegang te verkrijgen tot allerlei informatie , die is opgeslagen in databases in een aantal computers van over de gehele Gemeenschap verspreide centra van kennis . Tot de essentiële activiteiten behoren onder meer : - het in bedrijf stellen , bij wijze van voorbereiding , van de telecommunicatie-installaties , - technische bijstand en aanpassingswerkzaamheden met betrekking tot het aansluiten van host computers en terminals van gebruikers , - de commerciële exploitatie van het telecommunicatienet van de PTT - en telecommunicatiediensten , - het aansluiten op andere netten , - het tot ontwikkeling brengen van de samenwerking met de PTT - en telecommunicatiediensten . Er moet prioriteit worden gegeven aan uitbreiding en verbetering van het net zodat aan de gebruikers van alle Lid-Staten gemakkelijke en gelijke toegang tot informatie verzekerd blijft . 2 . De ontwikkeling van een markt voor wetenschappelijke en technische informatie in het kader van de Gemeenschap Doel van dit onderdeel van het actieplan is in de Gemeenschap de ontwikkeling van een echte en gezonde informatiemarkt te bevorderen , zulks overeenkomstig de bepalingen van het EEG-Verdrag en de resolutie van de Raad van 24 juni 1971 , waarbij de belangen van de gebruiker voorop dienen te staan . Er zullen speciale inspanningen worden verricht om : - de samenwerking te bevorderen tussen de bestaande informatiediensten in de Gemeenschap , vooral met het doel om , met inachtneming van het principe van vrije concurrentie , te komen tot rationalisatie , verhoging van de kwaliteit en vermindering van de totale kosten ; - de gebruiker te helpen zo doeltreffend mogelijk de verschillende soorten beschikbare informatie en informatiebronnen te benutten , om langs die weg een bijdrage te leveren tot de verwezenlijking van de sociale en economische doelstellingen van de Gemeenschap ; - de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen tot informatie zodanig te bevorderen dat de ontwikkeling binnen de Gemeenschap van een markt voor wetenschappelijke en technische informatie enerzijds tot een harmonisatie van de concurrentievoorwaarden leidt , terwijl anderzijds , in het algemeen belang , alle wetenschappelijke en technologische resultaten binnen een zo groot mogelijke kring van ondernemingen moeten kunnen worden benut . Tot de uit te voeren werkzaamheden behoren : analyse van de behoeften van de gebruikers , steun aan gebruikers via dienstverlening op het gebied van onderzoek , bevordering van de " verkoop " van het net , opzetten van informatiesystemen en sectoriële informatiediensten en deelnemen aan internationale informatieactiviteiten . 3 . De bevordering van de technologie en methodologie met name ter verbetering van de diensten van Euronet Overeenkomstig de resolutie van de Raad van 24 juni 1971 , waarin de Lid-Staten worden opgeroepen hun inspanningen gericht op de technologische vooruitgang op het gebied van de documentatiewetenschap en -behandeling te coordineren , beoogt dit deel van het actieplan in de allereerste plaats een bijdrage te leveren tot bepaalde belangrijke werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn genomen , en er tevens voor te zorgen dat de gebruikersbelangen worden beschermd ten aanzien van de ontwikkelingen van de technologie voor zover die de directe toegang tot wetenschappelijke en technische informatie betreffen . Tot de beoogde actiegebieden behoren onder meer de hulp voor de gebruikers bij het gebruik van de verschillende via het net beschikbare systemen , steun voor de uitwerking van normen voor de uitwisseling van informatie , bevordering van de uitwisseling van gegevens over informatietechnologie , IDST-aspecten van meertalige systemen en de samenwerking met de PTT - en telecommunicatiediensten bij het uitwerken van normen voor Euronet . De acties die ondernomen moeten worden om de bovenbedoelde doelstellingen te verwezenlijken , zullen hoofdzakelijk worden uitgevoerd op basis van contracten met de bevoegde organisaties in de Lid-Staten en kunnen onder bepaalde voorwaarden worden uitgebreid tot organisaties van derde landen . BIJLAGE II BEVOEGDHEDEN EN WERKWIJZE VAN HET COMITE VOOR WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNISCHE INFORMATIE EN DOCUMENTATIE ( CIDST ) 1 . Onverminderd de verantwoordelijkheid van de Commissie bij de uitvoering van het tweede driejarenplan inzake actie op het gebied van wetenschappelijke en technische informatie en documentatie heeft het CIDST tot taak om door zijn adviezen bij te dragen tot een optimale uitvoering van dit plan . 2 . In het kader van dit plan raadpleegt de Commissie het CIDST over alle maatregelen die zij overweegt te nemen voor : a ) de omzetting van Euronet in een openbaar , operationeel net dat directe toegang tot de informatie geeft , b ) de ontwikkeling van een markt voor wetenschappelijke en technische informatie in de Gemeenschap , c ) de bevordering van de technologie en methodologie ten einde de informatiediensten , in het bijzonder die van Euronet , te verbeteren . 3 . Voorts wint de Commissie advies in bij het CIDST voor : a ) de voorbereiding van toekomstige werkzaamheden op dit gebied , b ) de coordinatie van het tweede actieprogramma met de daarmee samenhangende programma's ; met name het meertalige programma , c ) het voeren van onderhandelingen met niet-communautaire instellingen , zoals die van de derde landen en de telecommunicatielichamen die contractueel verantwoordelijk zijn voor de invoering van Euronet . 4 . Het CIDST moet ook worden verzocht een advies uit te brengen over : a ) de gedetailleerde uitwerking van beleidsmaatregelen en prioriteiten , b ) de jaarlijkse voorbereiding van de begrotingen en de bestemming van de toegestane kredieten , c ) de vaststelling van de doelstellingen en de financiële toewijzingen van de projecten , d ) de uitvoerige beschrijving van de te verrichten arbeid en de vaststelling van de vaststelling van de criteria voor de selectie van de inschrijvers , e ) de keuze van de inschrijvers en het toezicht op de projecten . 5 . Het CIDST brengt adviezen uit die worden voorbereid door het secretariaat en aan de goedkeuring van het Comité worden voorgelegd . Elk lid van het Comité kan vragen dat zijn mening in deze adviezen wordt vermeld . Deze adviezen worden toegezonden aan de Commissie , met afschrift aan de Raad . 6 . In overleg met de Commissie stelt het CIDST de procedure vast voor de bestudering van de sub 2 , 3 en 4 bedoelde maatregelen . Deze procedure mag geen beletsel vormen voor de continuïteit in de uitvoering van het actieplan , met name in spoedgevallen . Sommige taken zullen worden overgedragen aan werkgroepen , ten einde een soepel beheer te waarborgen . 7 . De Commissiediensten dienen periodiek bij het CIDST een verslag in over de getroffen maatregelen en de verkregen resultaten . 8 . Het CIDST bestaat uit twee vertegenwoordigers van elke Lid-Staat , die voor drie jaar zijn benoemd . De Lid-Staten mogen tevens twee plaatsvervangers benoemen . 9 . Het CIDST stelt zijn reglement van orde vast . 10 . Het secretariaat van het CIDST wordt gevoerd door de Commissiediensten . 11 . De bepalingen van deze bijlage brengen geen wijziging in de bij de resolutie van 24 juni 1971 aan het CIDST opgedragen andere taken , noch in zijn taak van raadgever van het CREST .