31978D0045

78/45/EEG: Besluit van de Commissie van 19 december 1977 betreffende de instelling van een Wetenschappelijk Comité voor kosmetologie

Publicatieblad Nr. L 013 van 17/01/1978 blz. 0024 - 0025
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 8 blz. 0042
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 7 blz. 0036
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 8 blz. 0042
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 8 blz. 0089
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 8 blz. 0089


++++

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 19 december 1977

betreffende de instelling van een Wetenschappelijk Comité voor kosmetologie

( 78/45/EEG )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Overwegende dat de uitwerking en de wijziging van communautaire voorschriften betreffende samenwerking , fabricagekenmerken , verpakking en etikettering van kosmetische produkten het onderzoek omvat van zeer ingewikkelde vraagstukken met een wetenschappelijk en technisch karakter ;

Overwegende dat men voor de oplossing van deze vraagstukken de medewerking nodig heeft van hooggekwalificeerde wetenschapsmensen , met name op het gebied van de geneeskunde , toxicologie , biologie , scheikunde en andere gelijksoortige disciplines ;

Overwegende dat de betrekkingen met deze kringen een permanent karakter moeten krijgen in het kader van een raadgevend comité dat bij de Commissie moet worden ingesteld .

BESLUIT :

Artikel 1

Bij de Commissie wordt een Wetenschappelijk Comité voor kosmetologie ingesteld , hierna het " Comité " te noemen .

Artikel 2

1 . Het Comité kan door de Commissie worden geraadpleegd over elk vraagstuk met een wetenschappelijk en technisch karakter op het gebied van kosmetische produkten en met name over de stoffen waarvan gebruik wordt ger aakt bij de bereiding van kosmetische produkten , over de samenstelling en over de gebruiksvoorwaarden van die produkten .

2 . De voorzitter van het Comité kan de Commissie wijzen op de wenselijkheid het Comité te raadplegen over een aangelegenheid die tot de bevoegdheid van het Comité behoort en met betrekking waartoe bij het Comité geen verzoek om advies werd ingediend .

Artikel 3

Het Comité bestaat uit maximaal vijftien leden .

Artikel 4

De leden van het Comité , gekozen uit hooggekwalificeerde wetenschapsmensen die deskundig zijn op de in artikel 2 aangegeen gebieden , worden benoemd door de Commissie .

Artikel 5

1 . De leden van het Comité worden benoemd voor een periode van drie jaar . Zij zijn herbenoembaar .

Na afloop van de periode van drie jaar blijven de leden van het Comité in functie totdat in hun vervanging of in de verlenging van hun ambtstermijn is voorzien .

2 . Ingeval een lid van het Comité zijn functie niet meer kan uitoefenen door sterfgeval of in geval van ontslagneming , wordt hij voor de resterende periode van zijn ambstermijn vervangen volgens de procedure van artikel 4 .

3 . Voor de beklede functies wordt geen bezoldiging toegekend .

Artikel 6

Het Comité kiest voor de duur van drie jaar uit zijn leden een voorzitter en twee vice-voorzitters . Deze kunnen herkozen worden , maar niet onmiddellijk nadat zij al een ambtstermijn van twee opeenvolgende perioden van drie jaar uitgeoefend hebben .

Artikel 7

1 . Het Comité kan uit zijn midden werkgroepen vormen .

2 . De werkgroepen hebben tot taak aan het Comité verslag uit te brengen over de door het Comité aangewezen onderwerpen .

Artikel 8

1 . Het Comité en de werkgroepen worden door de Commissie bijeengeroepen .

2 . De vertegenwoordigers van de betrokken diensten van de Commissie nemen deel aan de vergaderingen van het Comité en de werkgroepen .

3 . De Commissie kan personen , die een speciale deskundigheid bezitten met betrekking tot de te bespreken onderwerpen , uitnodigen deze vergaderingen bij te wonen .

4 . De diensten van de Commissie belasten zich met het secretariaat van het Comité en de werkgroepen .

Artikel 9

1 . De besprekingen van het Comité hebben betrekking op de door de Commissie gevraagde adviezen .

De Commissie mag , wanneer zij het Comité om advies verzoekt , de termijn bepalen waarbinnen het advies moet worden uitgebracht .

2 . Indien er met betrekking tot het gevraagde advies eenstemmigheid bestaat in het Comité , worden gemeenschappelijke conclusies opgesteld . Indien er geen eenstemmigheid bestaat , worden de verschillende tijdens de besprekingen naar voren gebrachte standpunten vermeld in een verslag dat wordt opgemaakt onder verantwoordelijkheid van de Commissie .

Artikel 10

Onverminderd het bepaalde in artikel 214 van het Verdrag , zijn de leden van het Comité gehouden de inlichtingen die hun in verband met de werkzaamheden van het Comité ter kennis zijn gekomen niet openbaar te maken , indien de Commissie hun meedeelt dat het gevraagde advies betrekking heeft op een aangelegenheid van vertrouwelijke aard .

In dit geval zijn alleen de leden van het Comité en de vertegenwoordigers van de diensten van de Commissie aanwezig op de vergaderingen .

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking op 19 december 1977 .

Gedaan te Brussel , 19 december 1977 .

Voor de Commissie

Richard BURKE

Lid van de Commissie