31977R1822

Verordening (EEG) nr. 1822/77 van de Commissie van 5 augustus 1977 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de inning van de medeverantwoordelijkheidsheffing in de sector melk en zuivelprodukten

Publicatieblad Nr. L 203 van 09/08/1977 blz. 0001 - 0004
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 9 blz. 0040
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 19 blz. 0049
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 9 blz. 0040
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 13 blz. 0015
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 13 blz. 0015


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1822/77 VAN DE COMMISSIE

van 5 augustus 1977

houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de inning van de medeverantwoordelijkheidsheffing in de sector melk en zuivelprodukten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 1079/77 van de Raad van 17 mei 1977 inzake een medeverantwoordelijkheidsheffing en maatregelen ter verruiming van de markten in de sector melk en zuivelprodukten ( 1 ) , en met name op artikel 6 ,

Overwegende dat met het oog op de toepassing , vanaf 16 september 1977 , van de medeverantwoordelijkheidsheffing die is ingevoerd bij Verordening ( EEG ) nr . 1079/77 , uitvoeringsbepalingen inzake de inning van deze heffing moeten worden vastgesteld ; dat deze bepalingen moeten garanderen dat een zo doeltreffend en rationeel mogelijke regeling wordt toegepast ; dat te dien einde , om te voorkomen dat administratie en controle te ingewikkeld worden , rekening moet worden gehouden met bijzondere situaties waarin de formaliteiten zo ingewikkeld en de kosten zo hoog zouden worden dat ze niet meer in een redelijke verhouding zouden staan tot de medeverantwoordelijkheidsheffing ;

Overwegende dat de tot het einde van het melkprijsjaar 1977/1978 toe te passen heffing moet worden berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 , lid 3 , tweede alinea , van genoemde verordening ; dat voor melk die aan de producent wordt betaald op basis van in liters uitgedrukte geleverde hoeveelheden moet worden voorzien in de toepassing van een coëfficiënt op de vastgestelde heffing per kilogram ; dat voor melk die door de producent wordt gebruikt voor de bereiding van boter of room de heffing , ter vereenvoudiging van administratie en controle , moet worden gerelateerd aan de hoeveelheden ondermelk of karnemelk waarvoor de in artikel 2 , lid 1 , sub b ) , van Verordening ( EEG ) nr . 986/68 bedoelde steun op aanvraag werkelijk aan de producent wordt toegekend ; dat in dit geval de in artikel 3 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1079/77 bedoelde betaling in de mate van het mogelijke moet geschieden door de heffing die de producent verschuldigd is in mindering te brengen op genoemde steun ;

Overwegende dat dient te worden gepreciseerd dat de vrijstelling van de heffing waarin is voorzien bij artikel 1 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1079/77 slechts geldt voor producenten wier bedrijf in een van de betrokken gebieden is gelegen ; dat het voorts wenselijk is om van de buiten de bergstreken geproduceerde melk alleen koemelk in aanmerking te nemen , gezien de marginale omvang van de geproduceerde hoeveelheden andere melk ; dat hetzelfde geldt voor producenten die elk jaar geringe hoeveelheden van andere producenten gekochte melk rechtstreeks in de handel brengen als consumptiemelk ;

Overwegende dat dient te worden voorzien in een vereenvoudigde inningsprocedure voor zuivelfabrieken waarvan de aanvoer een beperkte hoeveelheid niet overschrijdt of die slechts eenmaal per jaar een afrekening voor de producent opstellen ;

Overwegende dat met het oog op een efficiënte controle dient te worden bepaald dat kopers die de heffing over de door de producenten geleverde melk moeten innen een produktenboekhouding moeten bijhouden die beantwoordt aan de bijzondere eisen die deze controle stelt ; dat , ten einde te waarborgen dat met name de kopers de hun bij artikel 3 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 1079/77 opgelegde verplichtingen nakomen , de Lid-Staten controlemaatregelen moeten vaststellen die garanderen dat de heffing overeenkomstig de bepalingen wordt geïnd , alsmede bepalingen die ervoor zorgen dat de belanghebbenden op de hoogte zijn van de sancties die zullen worden getroffen tegen eventuele overtreders ;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

TITEL I

Inning van de medeverantwoordelijkheidsheffing bij levering van melk aan een zuivelfabriek

Artikel 1

1 . Melkproducenten wier bedrijf niet gelegen is in een van de in artikel 1 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1079/77 bedoelde gebieden zijn de medeverantwoordelijkheidsheffing verschuldigd over alle vanaf 16 september 1977 als zodanig aan een melkbewerkend of -verwerkend bedrijf verkochte koemelk .

2 . In de zin van deze verordening :

a ) worden als melkbewerkende of -verwerkende bedrijven ook aangemerkt :

- melkbewerkende of -verwerkende groeperingen die melk kopen ,

- bedrijven of groeperingen die melk kopen maar zich uitsluitend bezighouden met het ophalen , opslaan en koelen van melk of met één van deze activiteiten ;

b ) worden onder leveringen verstaan , alle leveringen , ongeacht of het vervoer wordt verricht door de producent zelf of door het bedrijf dat de melk koopt dan wel via een derde .

3 . De heffing wordt evenwel niet toegepast voor melk die door een producent aan een andere producent wordt verkocht , voor zover

- de laatstgenoemde producent de melk rechtstreeks als consumptiemelk verhandelt , en

- de jaarlijks door deze laatste producent aangekochte hoeveelheid in totaal niet meer dan 3 000 kg melk bedraagt .

Artikel 2

1 . De heffing bedraagt 0,260 RE/100 kg geleverde koemelk gedurende de periode beginnende op 16 september 1977 tot en met het einde van het melkprijsjaar 1977/1978 , onder voorbehoud van een eventuele wijziging overeenkomstig artikel 2 , lid 4 , van Verordening ( EEG ) nr . 1079/77 .

Ingeval de melk aan de producent wordt betaald op basis van in liters uitgedrukte geleverde hoeveelheden worden deze hoeveelheden in kilogram omgerekend door ze te vermenigvuldigen met de coëfficiënt 1,03 .

2 . De melkkopers moeten op de afrekening van elke producent afzonderlijk het bedrag aangeven dat als medeverantwoordelijkheidsheffing is ingehouden .

Artikel 3

1 . Met uitzondering van de bedrijven die uitsluitend melk kopen van bedrijven die zijn gelegen in de in artikel 1 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1079/77 bedoelde gebieden houden degenen die van de producenten melk kopen een produktenboekhouding ter beschikking van de bevoegde instantie waarin naar keuze van de Lid-Staat per periode van een maand of van vier weken moeten zijn vermeld :

a ) naam en adres van de producenten van wie zij melk hebben gekocht ,

b ) de van elke producent gekochte hoeveelheid melk ,

c ) bij doorlevering van de melk , naam en adres van de melkbewerkende of -verwerkende bedrijven waaraan de betrokken melk is geleverd ,

d ) het bedrag dat als heffing is ingehouden op het bedrag dat aan iedere producent verschuldigd is als betaling voor de geleverde melk .

2 . Indien de geleverde melk afkomstig is van een bedrijf dat is gelegen in een van de in artikel 1 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1079/77 bedoelde gebieden , worden in de produktenboekhouding de namen en adressen van de betrokken producenten , alsmede de door hen in de betrokken maand of periode van vier weken geleverde hoeveelheden melk afzonderlijk vermeld .

Voorts stellen de Lid-Staten de nodige bepalingen vast inzake de aan de bevoegde instantie te verstrekken bewijsstukken aangaande de geografische ligging van de betrokken bedrijven .

3 . De kopers doen , uiterlijk binnen 45 dagen na het einde van de betrokken periode , aan de bevoegde instantie toekomen :

a ) de verklaring van de door de producenten totale hoeveelheid geleverde melk gedurende een maand of een periode van vier weken ,

b ) het totaal van de overeenkomstige heffing die door hen aan de bevoegde instantie verschuldigd is .

4 . De Lid-Staten kunnen echter toestaan dat de periode van 16 september tot aan het einde van de maand oktober 1977 wordt beschouwd als een enkele periode in de zin van lid 3 .

Artikel 4

1 . Melkbewerkende of -verwerkende bedrijven die het bewijs leveren dat de door hen bij de producenten aangekochte hoeveelheden koemelk in 1976 , per dag gemiddeld niet meer dan 1 500 kg melk bedragen kunnen , mits zij daarom verzoeken , door de bevoegde instantie worden gemachtigd om de in artikel 3 , lid 3 , bedoelde verplichting slechts éénmaal per kwartaal te vervullen .

2 . Bedrijven die kaas producenren welke ten minste zes maanden moet rijpen en die slechts éénmaal per jaar een afrekening opstellen voor de producent hoeven de in artikel 3 , lid 3 , bedoelde verplichting slechts éénmaal per jaar te vervullen .

3 . Ingeval van het bepaalde in de bovenstaande leden gebruik wordt gemaakt , moeten de in artikel 3 , lid 3 , bedoelde verplichtingen uiterlijk binnen 45 dagen na het einde van het betrokken kwartaal of het betrokken kalenderjaar worden vervuld .

4 . Met het oog op andere dan de in de bovenstaande leden bedoelde specifieke administratieve moeilijkheden in Italië kunnen aanvullende uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld .

TITEL II

Inning van de medeverantwoordelijkheidsheffing bij verkoop van melk in de vorm van bepaalde andere zuivelprodukten door de producent

Artikel 5

1 . Melkproducenten wier bedrijf niet gelegen is in een van de in artikel 1 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1079/77 bedoelde gebieden , en die hun melk geheel of gedeeltelijk gebruiken voor de bereiding van boter en room op het bedrijf moeten voor deze melk de medeverantwoordelijkheidsheffing betalen voor de hoeveelheden melk die overeenkomen met de hoeveelheden ondermelk en karnemelk die zij aan hun vee vervoederen vanaf 16 september 1977 en waarvoor hun op hun verzoek de in artikel 2 , lid 1 , sub b ) , van Verordening ( EEG ) nr . 986/68 bedoelde steun wordt toegekend . Artikel 3 , lid 2 , tweede alinea , wordt overeenkomstig toegepast .

2 . Voor de periode vanaf 16 september 1977 tot het einde van het melkprijsjaar 1977/1978 bedraagt de heffing 0,286 RE/100 kg ondermelk of karnemelk waarvoor de in lid 1 bedoelde steun wordt toegekend , onder voorbehoud van een eventuele wijziging overeenkomstig artikel 2 , lid 4 , van Verordening ( EEG ) nr . 1079/77 .

Artikel 6

1 . Betaling in de zin van artikel 3 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1079/77 geschiedt door de als heffing te innen bedragen in mindering te brengen op de steun die wordt toegekend overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 6 tot en met 8 bis van Verordening ( EEG ) nr . 1105/68 .

Aan deze aftrek worden geen consequenties verbonden voor de boeking van de respectieve bedragen .

2 . In Lid-Staten waar de toepassing van het bepaalde in lid 1 moeilijkheden zou opleveren in verband met de verdeling van de administratieve bevoegdheden mag evenwel een andere inningsregeling worden toegepast die dezelfde garanties biedt .

TITEL III

Algemene bepalingen

Artikel 7

Bij wijziging van de in rekeneenheden of in nationale valuta uitgedrukte heffing moet voor de lopende maand of periode van vier weken het bedrag worden geïnd dat geldt op de eerste dag van de betrokken maand of periode van vier weken , zelfs indien van het bepaalde in artikel 4 , lid 1 en lid 2 , gebruik wordt gemaakt .

Artikel 8

De Lid-Staten delen de Commissie voor de vijftiende van elke maand het in de voorgaande maand aan heffingen geïnde bedrag mede , onder opgave van de hoeveelheden melk , ondermelk en karnemelk die als grondslag voor de berekening van de heffing hebben gediend .

Artikel 9

1 . De Lid-Staten stellen de nodige aanvullende maatregelen vast om te waarborgen dat de heffing overeenkomstig deze verordening wordt geïnd , met name de controlemaatregelen en de maatregelen om ervoor te zorgen dat de betrokkenen weten aan welke strafrechtelijke of administratieve sancties zij zich blootstellen wanneer zij de voorschriften van deze verordening niet naleven .

2 . De Lid-Staten stellen de Commissie voor 1 oktober 1977 in kennis van de in lid 1 bedoelde maatregelen en , eventueel , van de op grond van artikel 6 , lid 2 , vastgestelde bepalingen .

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 5 augustus 1977 .

Voor de Commissie

De Vice-Voorzitter

Finn GUNDELACH

( 1 ) PB nr . L 131 van 26 . 5 . 1977 , blz . 6 .