31977R0222

Verordening (EEG) nr. 222/77 van de Raad van 13 december 1976 betreffende communautair douanevervoer

Publicatieblad Nr. L 038 van 09/02/1977 blz. 0001 - 0019
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 02 Deel 3 blz. 0003
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 02 Deel 3 blz. 0091
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 02 Deel 3 blz. 0091


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 222/77 VAN DE RAAD

van 13 december 1976

betreffende communautair douanevervoer

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 235 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat Verordening ( EEG ) nr . 542/69 van de Raad van 18 maart 1969 betreffende communautair douanevervoer ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte , sedert haar vaststelling meermaals werd gewijzigd ; dat het , ten einde de gebruikers in staat te stellen de tekst van de verordening te raadplegen zonder daarbij tijdrovende opzoekingen te moeten doen , dienstig is genoemde verordening door een nieuwe gecodificeerde verordening te vervangen ;

Overwegende dat de Gemeenschap is gegrondvest op een douane-unie ;

Overwegende dat de invoering van de douane-unie hoofdzakelijk is geregeld in het tweede deel , titel I , hoofdstuk 1 , van het Verdrag ; dat hoofdstuk van het Verdrag een samenstel van nauwkeurige voorschriften omvat , in het bijzonder betreffende de afschaffing van de douanerechten tussen de Lid-Staten , de vaststelling en de geleidelijke invoering van het gemeenschappelijk douanetarief en de autonome wijzigingen of schorsingen van de rechten van dat tarief ; dat , ook al wordt in artikel 27 bepaald dat de Lid-Staten voor het einde van de eerste etappe , voor zover noodzakelijk , overgaan tot het nader tot elkaar brengen van hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen op douanegebied , genoemd artikel aan de Instellingen van de Gemeenschap niet de bevoegdheid toekent , dwingende bepalingen ter zake vast te stellen ; dat bij een diepgaand onderzoek , waartoe met de Lid-Staten werd overgegaan , nochtans de noodzakelijkheid is gebleken , bij verordening een communautaire regeling inzake douanevervoer in te stellen , ter vermijding van opeenvolging van nationale regelingen voor het vervoer van goederen ;

Overwegende dat de toepassing van de regeling voor communautair douanevervoer met toepassing waarvan goederen van de ene plaats naar de andere in de Gemeenschap worden vervoerd , het vervoer binnen de Gemeenschap kan vergemakkelijken , en met name de formaliteiten bij het overschrijden van de binnengrenzen kan vereenvoudigen ;

Overwegende dat de regeling voor communautair douanevervoer het mogelijk maakt goederen die het douanegebied van de Gemeenschap binnenkomen te vervoeren van de plaats van binnenkomst in de Gemeenschap tot de plaats van bestemming of bij doorvoer door de Gemeenschap , tot het laatste kantoor , zonder dat telkens opnieuw douaneformaliteiten moeten worden vervuld bij de overgang van de ene Lid-Staat naar de andere ;

Overwegende dat de vereenvoudigingen welke het gebruik van genoemde regeling met zich brengt de goederenbeweging vlotter kunnen doen verlopen ; dat deze vereenvoudigingen voor de gebruikers een aansporing zijn om de formaliteiten voor de invoer tot verbruik te vervullen in de nabijheid van de plaats van verbruik in plaats van aan de buitengrens ; dat daardoor een rationeler gebruik van de infrastructuur op de plaatsen van binnenkomst mogelijk wordt ;

Overwegende dat , wat het goederenverkeer tussen de Lid-Staten betreft , de afschaffing van de douanerechten , kwantitatieve beperkingen en heffingen of maatregelen van gelijke werking , niet waarborgt dat het verkeer van communautaire goederen binnen de Gemeenschap kan plaatsvinden onder gelijkwaardige voorwaarden als die welke gelden voor het goederenverkeer binnen een Lid-Staat ;

Overwegende dat , al verschillen de voor het vervoer van communautaire goederen geldende vereenvoudigingen momenteel nauwelijks van die welke op het vervoer van andere goederen van toepassing zijn , het mogelijk zal zijn de op communautaire goederen toegepaste regeling voor communautair douanevervoer verder te vereenvoudigen , zodat , naarmate de verschillende nationale regelingen nader tot elkaar worden gebracht , de volledige vrijheid van de goederenbeweging binnen de Gemeenschap tot stand zal worden gebracht ;

Overwegende dat in het belang van de gebruikers en ten einde de taak van de nationale administraties die met het toezicht op het goederenvervoer zijn belast zoveel mogelijk te verlichten , moet worden vermeden dat gelijktijdig verschillende administratieve regelingen worden toegepast ; dat het derhalve van belang is de toepassing van de regeling voor communautair douanevervoer in het bijzonder voor te schrijven voor alle gevallen waarin toezicht op het gebruik of de bestemming van goederen nodig is ;

Overwegende dat de regeling voor communautair douanevervoer in beginsel op elke goederenbeweging binnen de Gemmeenschap moet worden toegepast ;

Overwegende dat , ter vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten , de regeling voor communautair douanevervoer als grondslag moet kunnen dienen voor de statistieken van de goederenbewegingen ; dat ter verzekering van de volledigheid en de deugdelijkheid van deze statistieken de administratieve samenwerking tussen de Lid-Staten dient te worden gewaarborgd en de documenten voor communautair douanevervoer de nodige gegevens moeten bevatten ;

Overwegende dat het van belang is de uniforme toepassing van de bepalingen van de onderhavige verordening te waarborgen en daartoe een communautaire procedure in te stellen die het mogelijk maakt binnen een passende termijn de uitvoeringsbepalingen van deze verordening vast te stellen ; dat het noodzakelijk is in een comité tot een nauwe en doelmatige samenwerking op dit gebied tussen de Lid-Staten en de Commissie te komen ;

Overwegende dat het Verdrag niet in de bevoegdheid voorzlet voor het tot stand brengen van een regeling voor communautair douanevervoer die rechtstreeks gevolgen heeft in de Lid-Staten ; dat het derhalve noodzakelijk is , deze verordening te baseren op artikel 235 ;

Overwegende dat de onderhavige verordening de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal onverlet laat , met name wat betreft de rechten en verplichtingen der Lid-Staten , de bevoegdheden der Instellingen van die Gemeenschap en de in dat Verdrag gestelde regels voor de werking van de gemeenschappelijke markt voor kolen en staal ; dat , gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 232 , de onderhavige verordening van toepassing is op de produkten die voorkomen op de lijst in bijlage I van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

TITEL I

Algemeen

Artikel 1

1 . De regeling voor communautair douanevervoer vindt toepassing op het vervoer van de in de leden 2 en 3 bedoelde goederen tussen twee plaatsen gelegen in de Gemeenschap . Deze regeling omvat een regeling voor extern communautair douanevervoer en een regeling voor intern communautair douanevervoer .

2 . De regeling voor extern communautair douanevervoer geldt voor het vervoer van goederen :

a ) die niet voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 9 en 10 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

b ) waarvoor , alhoewel zij voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 9 en 10 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , de douaneformalitelten bij uitvoer zijn vervuld met het oog op de toekenning van restituties bij uitvoer naar derde landen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ,

c ) die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen en die niet in de Gemeenschap in het vrije verkeer zijn overeenkomstig dit Verdrag .

3 . De regeling voor intern communautair douanevervoer geldt voor het vervoer van goederen :

a ) die voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 9 en 10 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en die hierna " communautaire goederen " worden genoemd , met uitzondering van de goederen als bedoeld in lid 2 , sub b ) ,

b ) die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen en die , overeenkomstig dit Verdrag , in de Gemeenschap in het vrije verkeer zijn ,

voor zover op die goederen douane - , fiscale , economische , statistische of andere maatregelen betreffende het handelsverkeer van toepassing zijn .

4 . Voor de toepassing van de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende het vrije verkeer van goederen worden , behoudens toepassing van artikel 2 , lid 2 , artikel 7 , lid 3 , artikel 8 , sub b ) , artikel 47 , artikel 48 , lid 2 , en artikel 49 , lid 2 , goederen die op regelmatige wijze over een binnengrens het grondgebied van een bepaalde Lid-Staat binnenkomen , geacht communautaire goederen te zijn , tenzij voor die goederen een document voor extern communautair douanevervoer wordt overgelegd .

Artikel 2

1 . In afwijking van artikel 1 is de regeling voor communautair douanevervoer niet van toepassing op goederenvervoer dat plaatsvindt in het kader van een regeling voor tijdelijke invoer met vrijstelling .

2 . Op goederen waarvan het vervoer plaatsvindt in het kader van een internationale regeling voor tijdelijke invoer met vrijstelling worden de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende het vrije verkeer van goederen slechts toegepast , indien een document voor intern communautair douanevervoer wordt overgelegd , afgegeven ten bewijze van het communautair karakter van deze goederen .

Onder de volgens de procedure van artikel 57 vast te stellen voorwaarden kunnen deze goederen evenwel als communautaire goederen worden aangemerkt zonder overlegging van een zodanig document .

Artikel 3

1 . In afwijking van artikel 1 kan elke Lid-Staat bepalen dat in plaats van de regeling voor extern of intern communautair douanevervoer een nationale regeling wordt toegepast voor de in artikel 1 , leden 2 en 3 , bedoelde goederen gedurende het vervoer daarvan over zijn grondgebied of , wanneer het vervoer over zee plaatsvindt , van de ene nationale haven naar de andere .

2 . De Lid-Staat die gebruik maakt van deze bevoegdheid , draagt er zorg voor dat de toepassing van de communautaire maatregeien waaraan de goederen zijn onderworpen , verzekerd is .

3 . Voor de toepassing van lid 1 wordt het grondgebied van de Benelux Economische Unie als het grondgebied van één Lid-Staat beschouwd .

Artikel 4

1 . Wanneer bij het verdere vervoer van goederen waarop overeenkomstig artikel 2 , lid 1 , of artikel 3 een nationale regeling wordt toegepast , een binnengrens wordt overschreden , moet op deze goederen , voordat zij deze grens overschrijden , de regeling voor communautair douanevervoer worden toegepast .

2 . Onder de volgens de procedure van artikel 57 vast te stellen voorwaarden kan toepassing van het bepaalde in lid 1 evenwel achterwege blijven ten aanzien van goederen die tijdelijk met vrijstelling zijn ingevoerd .

Artikel 5

Deze verordening vormt geen beletsel voor regelingen tussen Lid-Staten betreffende het grensverkeer .

Artikel 6

Mits de toepassing van de communautaire maatregelen waaraan de goederen zijn onderworpen verzekerd is , kunnen de Lid-Staten , in het kader van de regeling voor communautair douanevervoer , door middel van onderling bilaterale regelingen vereenvoudigde procedures voor bepaalde goederenbewegingen vaststellen .

Deze regelingen worden ter kennis gebracht van de Commissie en van de overige Lid-Staten .

Artikel 7

1 . In afwijking van artikel 1 is de regeling voor communautair douanevervoer niet van toepassing op het goederenvervoer dat plaatsvindt met toepassing van de regeling voor internationaal vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR ( TIR-Overeenkomst ) , de regeling van het grensoverschrijdend vervoer per spoor ( TIF-Overeenkomst ) of de regeling van het Rijnvaartmanifest ( artikel 9 van de herziene Rijnvaartakte ) , mits het vervoer buiten de Gemeenschap is begonnen of zal eindigen .

Voor de toepassing van de eerste alinea wordt het goederenvervoer per spoor op het grondgebied van een Lid-Staat waarvan de douaneadministratie een bijzonder controlesysteem toepast , geacht plaats te vinden onder de regeling van het grensoverschrijdend vervoer per spoor , onder voorwaarde dat het vervoer plaatsvindt onder dekking van één enkel transportbescheid .

2 . Met betrekking tot de Rijnvaart kan het goederenvervoer voorlopig plaatsvinden met toepassing van de regeling van het Rijnvaartmanifest , ook indien dit vervoer binnen de Gemeenschap is begonnen en zal eindigen .

3 . Op goederen die worden vervoerd met toepassing van een der in de leden 1 en 2 bedoelde regelingen worden de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende het vrije verkeer van goederen slechts toegepast , indien de betrokken goederen , behalve van het voor genoemde regeling vereiste document , vergezeld zijn van een document voor intern communautair douanevervoer afgegeven ten bewijze van het communautaire karakter van de goederen .

Op dat document voor intern communautair douanevervoer wordt bovenaan vermeld " TIR " , " TIF " of " Rijnvaartmanifest " , naar gelang van het geval , gevolgd door de datum van afgifte en het nummer van het voor de toegepaste regeling vereiste document .

Artikel 8

Bij gebreke van een overeenkomst tussen de Gemeenschap en een derde land , met het doel de regeling voor communautair douanevervoer van toepassing te verklaren op de doorvoer door dat land van goederen die tussen twee in de Gemeenschap gelegen plaatsen worden vervoerd , geldt het volgende :

a ) genoemde regeling is slechts van toepassing op het vervoer dat mede plaatsvindt over het grondgebied van het betrokken derde land , indien de doorvoer door dat land geschiedt onder dekking van één enkel in een Lid-Staat afgegeven transportbescheid , in welk geval de werking van die regeling op het grondgebied van het derde land wordt opgeschort ;

b ) artikel 7 , leden 1 en 3 , is van toepassing op het vervoer dat over het grondgebied van dat derde land plaatsvindt , ook indien dit vervoer binnen de Gemeenschap is begonnen en zal eindigen .

Artikel 9

Wanneer in de gevallen bedoeld in deze verordening de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende het vrije verkeer van goederen slechts worden toegepast bij overlegging van een ten bewijze van het communautaire karakter van de goederen afgegeven document voor intern communautair douanevervoer , kan de belanghebbende , om welke geldige reden dan ook , dit document achteraf van de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van vertrek verkrijgen .

Artikel 10

De door de Lid-Staten ingestelde verboden of beperkingen van in - , uit - of doorvoer zijn van toepassing voor zover zij met de drie Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen verenigbaar zijn .

Artikel 11

In deze verordening wordt verstaan onder :

a ) " aangever " :

de personen die , zelf of door een gevolmachtigde , een aangifte voor communautair douanevervoer ten aanzien waarvan de vereiste douaneformaliteiten zijn vervuld heeft gedaan , waardoor hij zich tegenover de bevoegde autoriteiten verplicht tot het regelmatig verrichten van dat douanevervoer ;

b ) " vervoermiddel " : met name

- elk voertuig voor wegverkeer , aanhangwagen , oplegger ,

- elke spoorwagen ,

- elk schip of elke boot ,

- elk luchtvaartuig ,

- elke container in de zin van de Douaneovereenkomst inzake containers ;

c ) " kantoor van vertrek " :

het douanekantoor waar het communautair douanevervoer begint ;

d ) " kantoor van doorgang " :

- het douanekantoor van binnenkomst , gelegen in een andere Lid-Staat dan de Lid-Staat van vertrek ,

- alsmede het douanekantoor van uitgang uit de Gemeenschap , wanneer tijdens het communautaire douanevervoer de zending het grondgebied van de Gemeenschap via een grens tussen een Lid-Staat en een derde land verlaat ;

e ) " kantoor van bestemming " :

het douanekantoor waar de goederen ter beëindiging van het communautair douanevervoer moeten worden aangebracht ;

f ) " kantoor van zekerheidstelling " :

het douanekantoor waar een doorlopende zekerheid wordt gesteld ;

g ) " binnengrens " :

de gemeenschappelijke grens van twee Lid-Staten .

Goederen die in een zeehaven van een Lid-Staat worden ingescheept en in een zeehaven van een andere Lid-Staat worden ontscheept , worden geacht een binnengrens te overschrijden , voor zover voor de zeereis één enkel transportbescheid wordt opgemaakt .

Goederen die over zee uit een derde land worden aangevoerd en in een zeehaven van een Lid-Staat worden overgeladen om in een zeehaven van een andere Lid-Staat te worden ontscheept , worden niet geacht een binnengrens te hebben overschreden .

TITEL II

Regeling voor extern communautair douanevervoer

Artikel 12

1 . Voor met toepassing van de regeling voor extern communautair douanevervoer te vervoeren goederen , moet overeenkomstig de bepalingen van deze verordening een aangifte T1 worden gedaan . Onder aangifte T1 wordt verstaan een aangifte gesteld op een formulier T1 dat in voorkomend geval wordt aangevuld met een of meer formulieren T1 bis . De modellen van de formulieren T1 et T1 bis worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 57 .

2 . De formulieren T 1 en T 1 bis worden gedrukt en ingevuld in een der officiële talen van de Gemeenschap , aangewezen door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van vertrek . De bevoegde autoriteiten van een Lid-Staat die bij het communautair douanevervoer is betrokken , kunnen , voor zover nodig , de vertaling in de officiële taal of in een van de officiële talen van die Lid-Staat vragen .

3 . De aangifte T 1 wordt ondertekend door de persoon die de aangifte doet of door zijn gevolmachtigde ; zij wordt ten minste in drievoud gedaan aan het kantoor van vertrek .

4 . Bij de aangifte T 1 gevoegde stulcken maken deel daarvan uit .

5 . De aangifte T 1 moet vergezeld zijn van het transportbescheid .

Het kantoor van vertrek kan ontheffing verlenen van de overlegging daarvan bij het vervullen van de douaneformaliteiten . Het transportbescheid moet echter tijdens het vervoer te allen tijde op verzoek van de douane worden overgelegd .

6 . Wanneer de regeling voor communautair douanevervoer in de Lid-Staat van vertrek aansluit op een andere douaneregeling , bevat de aangifte T 1 een verwijzing naar deze regeling of naar da daarop betrekking hebbende douanedocumenten .

Artikel 13

De aangever is verplicht :

a ) de goederen binnen de gestelde termijn ongeschonden aan het kantoor van bestemming aan te brengen , met inachtneming van de door de bevoegde autoriteiten getroffen identificatiemaatregelen ;

b ) de bepalingen na te leven betreffende de regeling voor communautair douanevervoer en inzake douanevervoer in elk van de Lid-Staten over het grondgebied waarvan het vervoer plaatsvindt .

Artikel 14

1 . Elke Lid-Staat kan bepalen dat onder door hem vast te stellen voorwaarden het document T 1 wordt gebruikt voor de toepassing van nationale regelingen .

2 . Voor aanvullende gegevens welke te dien einde door een ander dan de aangever op het document T 1 zijn vermeld , is alleen deze andere verantwoordelijk overeenkomstig de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen .

Artikel 15

1 . Indien voor goederen , voordat daarop de regeling voor extern communautair douanevervoer toepassing kan vinden , een aangifte ten uitvoer of wederuitvoer moet worden gedaan , wordt voor deze aangifte en voor de aangifte voor communautair douanevervoer een enkel formulier T 1 gebruikt dat in voorkomend geval wordt aangevuld met een of meer formulieren T 1 bis .

2 . Elke Lid-Staat bepaalt ten behoeve van de toepassing van zijn nationale wettelijke bepalingen , welke andere gegevens dan die waarin het formulier T 1 voorziet , in de daartoe bestemde ruimten op de aangifte ten uitvoer en wederuitvoer moeten worden vermeld , alsmede het aantal over te leggen exemplaren .

Artikel 16

1 . Voor het laden van goederen bij verschillende kantoren van vertrek en voor het lossen van goederen bij verschillende kantoren van bestemming kan een zelfde vervoermiddel worden gebruikt .

2 . In een zelfde aangifte T 1 mogen slechts goederen voorkomen , die in of op een enkel vervoermiddel zijn of worden geladen en die van een zelfde kantoor van vertrek naar een zelfde kantoor van bestemming zullen worden vervoerd .

Voor de toepassing van de eerste alinea worden de onderstaande vervoermiddelen als een enkel vervoermiddel beschouwd , mits zij beladen zijn of worden met goederen die te zamen moeten worden vervoerd :

a ) een voertuig voor wegverkeer met een of meer aanhangwagens of opleggers ;

b ) twee of meer spoorwagens ;

c ) twee of meer schepen die één geheel vormen ;

d ) containers geladen op een vervoermiddel in de zin van dit artikel .

Artikel 17

1 . Het kantoor van vertrek maakt het document T 1 geldig , stelt de termijn vast waarbinnen de goederen aan het kantoor van bestemming moeten worden aangebracht en treft de identificatiemaatregelen die het nodig acht .

2 . Na aantekening van een en ander op het document T 1 , behoudt het kantoor van vertrek het voor dit kantoor bestemde exemplaar en overhandigt de overige exemplaren aan de aangever of diens vertegenwoordiger .

Artikel 18

1 . De identificatie van de goederen wordt in de regel verzekerd door middel van verzegeling .

2 . Verzegeling geschiedt :

a ) per laadruimte , wanneer het vervoermiddel is goedgekeurd met toepassing van andere douanevoorschriften , of wanneer het door het kantoor van vertrek geschikt is bevonden ,

b ) per collo , in de andere gevallen .

3 . Als geschikt voor verzegeling per laadruimte kunnen worden aangemerkt de vervoermiddelen :

a ) die op eenvoudige en doeltreffende wijze kunnen worden verzegeld ,

b ) die zodanig zijn gebouwd dat geen goederen kunnen worden onttrokken of toegevoegd zonder braak welke zichtbare sporen achterlaat of zonder verbreking van de verzegeling ,

c ) die geen geheime ruimten bevatten waarin goederen kunnen worden verborgen en

d ) waarvan de laadruimten gemakkelijk toegankelijk zijn voor de douanecontrole .

4 . Het kantoor van vertrek kan van verzegeling afzien , wanneer het , rekening houdend met eventuele andere identificatiemaatregelen , mogelijk is , aan de hand van de omschrijving van de goederen in het document T 1 of de bijgevoegde stukken , de goederen te identificeren .

Artikel 19

1 . Het vervoer van de goederen vindt plaats onder geleide van de exemplaren van het document T 1 die het kantoor van vertrek aan de aangever of diens vertegenwoordiger heeft afgegeven .

2 . Het vervoer vindt plaats de in het document T 1 vermelde kantoren van doorgang . Indien de omstandigheden zulks rechtvaardigen , kan het vervoer plaatsvinden langs andere kantoren van doorgang .

3 . Met het oog op het toezicht , kan elke Lid-Staat voor het douanevervoer op zijn grondgebied bepaalde routes vaststellen .

4 . Elke Lid-Staat stelt de Commissie in kennis van de lijst en de uren van openstelling van de douanekantoren welke bevoegd zijn voor het communautair douanevervoer .

De Commissie geeft deze inlichtingen door aan de overige Lid-Staten .

Artikel 20

De exemplaren van het document T 1 moeten in elke Lid-Staat worden overgelegd op verzoek van de douane , die zich ervan kan vergewissen of de verzegeling ongeschonden is . Behalve bij vermoeden van onregelmatigheden die tot misbruik kunnen leiden , wordt niet tot onderzoek van de goederen overgegaan .

Artikel 21

De zending wordt onder overlegging van de exemplaren van het document T 1 aan elk kantoor van doorgang aangeboden .

Artikel 22

1 . Bij elk kantoor van doorgang levert de vervoerder een kennisgeving van doorgang in . Het model van de kennisgeving van doorgang wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 57 .

2 . De kantoren van doorgang gaan niet tot onderzoek van de goederen over dan bij vermoeden van onregelmatigheden die tot misbruik kunnen leiden .

3 . Wanneer het vervoer overeenkomstig artikel 19 , lid 2 , plaatsvindt langs een ander kantoor van doorgang dan het in document T 1 vermelde kantoor , zendt eerstbedoeld kantoor de kennisgeving van doorgang onverwijld aan het in genoemd document vermelde kantoor .

Artikel 23

In geval van lading of lossing bij een tussenliggend kantoor moeten de door het kantoor of de kantoren van vertrek afgegeven exemplaren van het document T 1 aan eerstbedoeld kantoor worden overgelegd .

Artikel 24

1 . De in een document T 1 vermelde goederen kunnen , zonder dat een nieuwe aangifte behoeft te worden gedaan , in of op een ander vervoermiddel worden overgeladen onder toezicht van de douane van de Lid-Staat op wiens grondgebied de overlading zal plaatsvinden . In dat geval tekent de douane een en ander aan op het document T 1 .

2 . De douane kan , onder door haar te bepalen voorwaarden , overlading zonder douanetoezicht toestaan . In een dergelijk geval tekent de vervoerder een en ander aan op het document T 1 en stelt hij het eerstvolgende kantoor waar de goederen moeten worden aangebracht daarvan op de hoogte met het oog op de visering .

Artikel 25

1 . In geval van verbreking van de verzegeling tijdens het vervoer buiten de wil van de vervoerder , moet deze zo spoedig mogelijk in de Lid-Staat waar het vervoermiddel zich bevindt aan de douane , indien deze in de onmiddellijke omgeving aanwezig is , zo niet , aan een andere bevoegde autoriteit , verzoeken een proces-verbaal van bevinding op te maken . De handelende autoriteit brengt zo mogelijk een nieuwe verzegeling aan .

2 . Indien ten gevolge van een ongeval overlading op een ander vervoermiddel nodig is , is artikel 24 van toepassing .

Wanneer in de onmiddellijke omgeving geen douane aanwezig is , kan een andere bevoegde autoriteit optreden op de wijze aangegeven in artikel 24 , lid 1 .

3 . Wanneer bij dreigend gevaar onmiddellijk gedeeltelijke of algehele lossing noodzakelijk is , kan de vervoerder eigenmachtig maatregelen nemen . Hij maakt van de genomen maatregelen melding op het document T 1 . Het bepaalde in lid 1 is in dat geval van toepassing .

4 . Wanneer de vervoerder , wegens een ongeval of ten gevolge van een ander voorval tijdens het vervoer , niet in staat is de in artikel 17 bedoelde termijn in acht te nemen , moet hij de bevoegde autoriteit bedoeld in lid 1 zo spoeding mogelijk daarvan verwittigen . Deze autoriteit tekent een en ander aan op het document T 1 .

Artikel 26

1 . Het kantoor van bestemming voorziet de exemplaren van het document T 1 van aantekeningen omtrent de uitslag van de verrichte controle , zendt onverwijld een exemplaar aan het kantoor van vertrek terug en behoudt het andere exemplaar .

2 . Het communautair douanevervoer kan eindigen bij een ander kantoor dat het kantoor dat in het document T 1 is vermeld . Dat kantoor wordt dan kantoor van bestemming .

Artikel 27

1 . Ter verzekering van de voldoening van de rechten en andere heffingen , die een der Lid-Staten eventueel gerechtigd is te vorderen van goederen die bij communautair douanevervoer over zijn grondgebied worden vervoerd , wordt door de aangever , behoudens andersluidende bepalingen in deze verordening , zekerheid gesteld .

2 . De zekerheid kan ofwel doorlopend voor meerdere aangiften voor communautair douanevervoer ofwel per aangifte worden gesteld .

3 . De zekerheid bestaat , onverminderd het bepaalde in artikel 33 , lid 2 , uit de borgtocht aangegaan door een door de Lid-Staat waar de zekerheid wordt gesteld aanvaarde derde natuurlijke persoon of rechtspersoon , gevestigd in die Lid-Staat , en waarbij deze persoon zich hoofdelijk heeft verbonden .

Artikel 28

1 . De persoon die zich overeenkomstig artikel 27 borg stelt , moet in iedere Lid-Staat over het grondgebied waarvan het communautair douanevervoer plaatsvindt , een derde natuurlijke persoon of rechtspersoon aanwijzen , die zich eveneens borg stelt voor de aangever .

Deze laatste borg moet in de betreffende Lid-Staat gevestigd zijn en moet zich hoofdelijk met de aangever verbinden tot betaling van de rechten en andere heffingen welke in die Lid-Staat opeisbaar zijn .

2 . De toepassing van lid 1 is afhankelijk van een beslissing van de Raad die , op voorstel van de Commissie , met gekwalificeerde meerderheid van stemmen beslist op grond van een onderzoek naar de omstandigheden waaronder de Lid-Staten met toepassing van artikel 36 hun recht tot invordering hebben kunnen uitoefenen .

Artikel 29

1 . De in artikel 27 , lid 3 , bedoelde borgrocht moet worden aangegaan bij een akte volgens model I of model II , voorkomende in de bijlage , al naar gelang van het geval .

2 . Wanneer de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen of de gebruiken zulks noodzakelijk maken , kan elke Lid-Staat de borgtocht in een andere vorm doen aangaan dan bij de vorenbedoelde akte , mits de gevolgen daarvan gelijk zijn aan die van de akte volgens het model .

Artikel 30

1 . De doorlopende zekerheid wordt gesteld bij een kantoor van zekerheidstelling .

2 . Het kantoor van zekerheidstelling stelt het bedrag van de borgrocht vast , aanvaardt de verbintenis van de borg en verleent vooraf toestemming op grond waarvan de aangever binnen de grenzen van de borgtocht elk communautair douanevervoer kan verrichten , ongeacht het kantoor van vertrek .

3 . Aan elke persoon die een voorafgaande toestemming heeft gekregen , wordt onder de door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten vastgestelde voorwaarden een of meer certificaten van borgtocht afgegeven . Het model van het certificaat van borgtocht wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 57 .

4 . Op elke aangifte T 1 moet naar dit certificaat worden verwezen .

Artikel 31

1 . Het kantoor van zekerheidstelling kan de voorafgaande toestemming intrekken , wanneer niet meer wordt voldaan aan de bij het verlenen daarvan gestelde voorwaarden .

2 . Elke Lid-Staat geeft aan de betrekken Lid-Staten kennis van iedere intrekking van een voorafgaande toestemming .

Artikel 32

1 . Iedere Lid-Staat kan goedvinden dat de derde natuurlijke persoon of rechtspersoon die zich overeenkomstig de artikelen 27 en 28 borg stelt , bij één enkele akte , voor een vast bedrag van vijfduizend rekeneenheden per aangifte , de betaling waarborgt van de rechten en andere heffingen die eventueel opeisbaar worden van elk communautair douanevervoer dat onder zijn aansprakelijkheid plaatsvindt , ongeacht wie de aangever is . Wanneer het goederenvervoer grotere risico's inhoudt , onder meer rekening houdend met de druk van de rechten en de andere heffingen die in één of meer Lid-Staten voor deze goederen gelden , wordt het vaste bedrag verhoogd .

De in de eerste alinea bedoelde borgtocht moet worden aangegaan bij een akte volgens model III , voorkomende in de bijlage .

2 . Volgens de procedure van artikel 57 worden vastgesteld :

a ) de goederentransporten welke in aanmerking komen voor een verhoging van het vaste bedrag , alsmede de wijze waarop deze verhoging toepassing vindt ;

b ) de wijze waarop wordt vastgesteld dat de in lid 1 bedoelde zekerheid van toepassing is op een bepaald communautair douanevervoer .

Artikel 33

1 . Wanneer de zekerheid per aangifte voor communautair douanevervoer wordt gesteld , geschiedt dit op het kantoor van vertrek .

2 . Deze zekenheid kan in geld worden gesteld . In dit geval wordt het bedrag van de zekerheid vastgesteld door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten en moet zij op elk kantoor van doorgang als bedoeld in artikel 11 , sub d ) , eerste streepje , worden hernieuwd .

Artikel 34

Onverminderd de nationale bepalingen die in andere gevallen van ontheffing voorzien , wordt de aangever door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten ontheven van de verplichting tot betaling van de rechten en andere heffingen met betrekking tot goederen :

a ) die teloor zijn gegaan door naar behoren vastgestelde overmacht of naar behoren vastgesteld toeval of ,

b ) waarvan wordt bevonden dat zij ontbreken door oorzaken die verband houden met hun aard .

Artikel 35

De borg is ontslagen van zijn verplichtingen tegenover de Lid-Staten over het grondgebied waarvan het communautair douanevervoer heeft plaatsgevonden , wanneer het document T 1 door het kantoor van vertrek gezuiverd is .

De borg is eveneens ontslagen van zijn verplichtingen na afloop van een termijn van twaalf maanden te rekenen van de dag van geldigmaking van de aangifte T 1 , indien hij niet door het kantoor van vertrek in kennis is gesteld van de niet-zuivering van het document T 1 .

Artikel 36

1 . Wanneer wordt vastgesteld dat bij communautair douanevervoer in een bepaalde Lid-Staat een overtreding of onregelmatigheid is begaan , wordt de actie tot invordering van de eventueel opeisbare rechten en andere heffingen - onverminderd eventuele strafvervolging - door deze Lid-Staat ingesteld volgens zijn wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen .

2 . Indien niet kan worden vastgesteld waar de overtreding of the onregelmatigheid is begaan , wordt zij geacht te zijn begaan :

a ) wanneer de overtreding of de onregelmatigheid tijdens het communautair douanevervoer wordt vastgesteld aan een kantoor van doorgang dat gelegen is aan een binnengrens : in de Lid-Staat die het vervoermiddel of de goederen het laatst heeft of hebben verlaten ;

b ) wanneer de overtreding of de onregelmatigheid tijdens het communautair douanevervoer wordt vastgesteld aan een kantoor van doorgang als bedoeld in artikel 11 , sub d ) , tweede streepje : in de Lid-Staat waartoe dit kantoor behoort ;

c ) wanneer de overtreding of de onregelmatigheid tijdens het communautair douanevervoer wordt vastgesteld op het grondgebied van een Lid-Staat elders dan aan een kantoor van doorgang : in de Lid-Staat waar de vaststelling heeft plaatsgevonden ;

d ) wanneer de zending niet aan het kantoor van bestemming is aangebracht : in de laatste Lid-Staat op het grondgebied waarvan het vervoermiddel of de goederen blijkens de kennisgevingen van doorgang is of zijn binnengekomen ;

e ) wanneer de overtreding of de onregelmatigheid na afloop van het communautair douanevervoer wordt vastgesteld : in de Lid-Staat vaar de vaststelling heeft plaatsgevonden .

Artikel 37

1 . De door de douaneautoriteiten van een Lid-Staat op regelmatige wijze afgegeven documenten T 1 en de door deze autoriteiten getroffen identificatiemaatregelen hebben in de andere Lid-Staten rechtsgevolgen als waren deze documenten op regelmatige wijze afgegeven en deze maatregelen getroffen door de douaneautoriteiten van elk van deze Lid-Staten .

2 . De vaststellingen gedaan door de bevoegde autoriteiten van een Lid-Staat bij de controles in het kader van de regeling voor communautair douanevervoer hebben in de andere Lid-Staten dezelfde bewijskracht als de vaststellingen gedaan door de bevoegde autoriteiten van elk van deze Lid-Staten .

Artikel 38

Voor zover nodig geven de douaneadministraties van de Lid-Staten elkaar kennis van de vaststellingen , zenden elkaar documenten , rapporten , processen-verbaal toe en verstrekken elkaar inlichtingen , betreffende het vervoer dat met toepassing van de regeling voor communautair douanevervoer heeft plaatsgevonden ; voorts doen zij elkaar mededeling van de onregelmatigheden en de overtredingen met betrekking tot deze regeling begaan .

TITEL III

Regeling voor intern communautair douanevervoer

Artikel 39

1 . Voor met toepassing van de regeling voor intern communautair douanevervoer te vervoeren goederen , moet een aangifte T 2 worden gedaan . Onder aangifte T 2 wordt verstaan een aangifte gesteld op een formulier T 2 dat in voorkomend geval wordt aangevuld met een of meer formulieren T 2 bis . De modellen van de formulieren T 2 en T 2 bis worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 57 .

2 . Behoudens andersluidende bepalingen van de artikelen 40 en 41 zijn de bepalingen van titel II van overeenkomstige toepassing op de regeling voor intern communautair douanevervoer .

Artikel 40

Voor het gedeelte van het vervoer dat plaatsvindt tussen het kantoor van vertrek en het eerste kantoor van doorgang behoeft slechts zekerheid te worden gesteld wanneer dit is vereist volgens de wettelijke bepalingen van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan het kantoor van vertrek gevestigd is .

Artikel 41

1 . Op goederen waarvoor de uitvoerformaliteiten aan een grenskantoor van de Lid-Staat van uitvoer vervuld worden , behoeft aan dit kantoor niet de regeling voor communautair douanevervoer te werden toegepast , wanneer zij niet zijn onderworpen aan communautaire maatregelen welke een controle op hun gebruik of hun bestemming met zich brengen .

In dat geval kunnen de gegevens op de aangifte T 2 worden beperkt tot die welke ingevolge de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staat van vertrek voor de uitvoer zijn vereist .

Het douanekantoor van uitvoer viseert een exemplaar van het document T 2 en overhandigt het aan de exporteur of zijn vertegenwoordiger , met , op diens verzoek , de niet gebezigde exemplaren . Het geviseerde exemplaar moet worden overgelegd op het kantoor van binnenkomst in de aangrenzende Lid-Staat . Intern communautair douanevervoer kan beginnen aan bedoeld kantoor van binnenkomst , dat dan kantoor van vertrekt wordt .

2 . Lid 1 is eveneens van toepassing op goederen die een binnengrens overschrijden in de zin van artikel 11 , sub g ) , tweede alinea .

TITEL IV

Bijzondere voorschiften betreffende bepaalde wijzen van vervoer

Artikel 42

1 . De spoorwegadministraties van de Lid-Staten zijn vrijsgesteld van de verplichting tot het stellen van zekerheid .

2 . Artikel 19 , leden 2 en 3 , artikel 21 en artikel 22 zijn niet van toepassing op het vervoer van goederen per spoor .

3 . Voor de toepassing van artikel 36 , lid 2 , sub d ) , vervangt de door de spoorwegadministraties gevoerde administratie de kennisgevingen van doorgang .

Artikel 43

1 . Voor het vervoer van goederen over de Rijn en de Rijnvaartwegen behoeft geen zekerheid te worden gesteld .

2 . Voor het vervoer van goederen over andere binnenwateren op zijn grondgebied kan elke Lid-Staat vrijstelling verlenen van de verplichting tot het stellen van zekerheid . Hij brengt de daartoe getroffen maatregelen ter kennis van de Commissie , die de andere Lid-Staten daarvan op de hoogte brengt .

Artikel 44

1 . In afwijking van artikel 4 behoefte op goederen bij het vervoer waarvan een binnengrens wordt overschreden in de zin van artikel 11 , sub g ) , tweede alinea , de regeling voor communautair douanevervoer niet te worden toegepast voordat die grens wordt overschreden .

2 . Lid 1 is niet van toepassing :

- indien de goederen onderworpen zijn aan communautaire maatregelen welke een controle op hun gebruik of hun bestemming met zich brengen , of

- indien het vervoer zal eindigen in een andere Lid-Staat dan die waar de haven van ontscheping gelegen is , tenzij het verdere vervoer krachtens artikel 7 , lid 2 , dient te geschieden met toepassing van de regeling van het Rijnvaartmanifest .

3 . Wanneer op goederen de regeling voor communautair douanevervoer wordt toegepast voordat zij de binnengrens overschrijden , wordt de werking van die regeling opgeschort gedurende het transport over de volle zee .

4 . Er behoeft geen zekerheid te worden gesteld voor het vervoer van goederen dat over zee plaatsvindt .

Artikel 45

1 . De regeling voor communautair douanevervoer is niet verplicht voor het vervoer van goederen door de lucht indien deze goederen niet onderworpen zijn aan communautaire maatregelen welke een controle op hun gebruik of hun bestemming met zich brengen .

2 . Waaneer de regeling voor communautair douanevervoer wordt toegepast voor vervoer dat geheel of gedeeltelijk door de lucht plaatsvindt , behoeft geen vekerheid te worden gesteld voor het vervoer dat door de lucht plaatsvindt en dat wordt verricht door luchtvaarmaatschappijen welke voorkomen op een volgens de procedure van artikel 57 vast te stellen lijst .

Artikel 46

1 . De regeling voor communautair douanevervoer is niet verplicht voor het vervoer door middel van leidingen .

2 . Wanneer de regeling voor communautair douanevervoer wordt toegepast voor vervoer door middel van leidingen behoeft geen zekerheid te worden gesteld .

Artikel 47

Op goederen die krachtens artikel 44 , artikel 45 , lid 1 , of artikel 46 , lid 1 , niet worden vervoerd met toepassing van de regeling voor intern communautair douanevervoer , zijn de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende het vrije vervoer van goederen slechts van toepassing indien een document voor intern communautair douanevervoer wordt overgelegd , afgegeven ten bewijze van het communautaire karakter van deze goederen .

TITEL V

Bijzondere bepalingen betreffende postzendingen

Artikel 48

1 . In afwijking van artikel 1 is de regeling voor communautair douanevervoer niet van toepassing op postzendingen ( postpakketten daaronder begrepen ) .

2 . Op goederen die zich bevinden in postzendingen welke worden verzonden vanuit een postkantoor in de Gemeenschap zijn de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende het vrije verkeer van goederen slechts van toepassing wanneer op de verpakkingen of de begeleidende documenten geen geel etiket van het volgens de procedure van artikel 57 vastgestelde model is aangebracht . De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van verzending moeten bedoeld etiket op de verpakkingen en de begeleidende documenten aanbrengen of doen aanbrengen wanneer de goederen niet voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 9 en 10 van genoemd Verdrag .

TITEL VI

Bijzondere bepalingen betreffende goederen welke door reizigers medegevoerd worden of die deel uitmaken van hun bagage

Artikel 49

1 . De regeling voor communautair douanevervoer is niet verplicht voor het vervoer van goederen welke door reizigers medegevoerd worden of deel uitmaken van hun bagage , indien deze goederen niet voor handelsdoeleinden zijn bestemd .

2 . Op goederen die krachtens het bepaalde in lid 1 niet met toepassing van de regeling voor communautair douanevervoer worden vervoerd , zijn de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende het vrije verkeer van goederen van toepassing :

a ) wanneer wordt aangegeven dat het communautaire goederen betreft zonder dat omtrent de juistheid van deze aangifte twijfel bestaat en wanneer hun totale waarde niet meer dan driehonderd rekeneenheden per reiziger bedraagt ,

b ) in de andere gevallen : indien een document voor intern communautair douanevervoer wordt overgelegd , afgegeven ten bewijze van het communautaire karakter van deze goederen .

TITEL VII

Bepalingen betreffende de statistiek

Artikel 50

Wanneer de regeling voor communautair douanevervoer toepassing vindt , vormt deze regeling de grondslag voor de doorvoer - en de uitvoerstatistiek .

Artikel 51

1 . De documenten T 1 en T 2 vormen grondmateriaal voor de statistiek betreffende de goederenbewegingen die met toepassing van de regeling voor communautair douanevervoer plaatsvinden .

2 . Bij toepassing van de in artikel 7 , leden 1 en 2 , bedoelde regelingen , vormen de voor deze regelingen voorgeschreven documenten grondmateriaal voor de doorvoerstatistiek .

In het in artikel 7 , lid 1 , tweede alinea , bedoelde geval dient elke Lid-Staat de nodige maatregelen te treffen om het verstrekken van de statistische gegevens te verzekeren .

3 . Wanneer voor een zelfde goederenbeweging achtereenvolgens een nationaal document voor douanevervoer en een document T 1 of T 2 worden afgegeven , vormt alleen laatstbedoeld document grondmateriaal voor de statistiek .

Artikel 52

Totdat de Raad , op voorstel van de Commissie , de bepalingen heeft vastgesteld betreffende het uniformeren van de doorvoerstatistiek :

a ) zendt het kantoor van vertrek aan de dienst die in de Lid-Staat van vertrok bevoegd is ter zake van de statistiek voor de buitenlandse handel onverwijld een exemplaar van het document T 1 of T 2 , dat overeenstemt met het van het kantoor van bestemming terugontvangen exemplaar ; laatstgenoemd exemplaar dient alle gegevens te bevatten die nodig zijn voor de registratie van het communautaire douanevervoer in de statistiek van al de betrokken Lid-Staten ;

b ) zendt het kantoor van bestemming aan de dienst die in de Lid-Staat van bestemming bevoegd is ter zake van de statistiek voor de buitenlandse handel onverwijld een exemplaar van het document T 1 of T 2 , dat overeenstemt met het exemplaar dat het kantoor van bestemming behoudt ; laatstgenoemd exemplaar dient alle gegevens te bevatten die nodig zijn voor de registratie van het communautaire douanevervoer in de statistiek van al de betrokken Lid-Staten ;

c ) zendt de dienst die in de Lid-Staat van vertrek bevoegd is ter zake van de statistiek voor de buitenlandse handel aan de diensten die in de overige , bij het communautaire douanevervoer betrokken Lid-Staten - met uitzondering van de Lid-Staat van bestemming - bevoegd zijn ter zake van de statistiek voor de buitenlandse handel , de gegevens die op het overeenkomstig de bepalingen sub a ) doorgezonden exemplaar van het document T 1 of T 2 zijn vermeld .

Artikel 53

Het bevoegde douanekantoor zendt aan de dienst die in de Lid-Staat van uitvoer of wederuitvoer ter zake van de statistiek voor de buitenlandse handel bevoegd is onverwijld het voor deze dienst bestemde exemplaar van het document voor uitvoer of wederuitvoer .

Artikel 54

Op verzoek van de ter zake van de statistiek voor de buitenlandse handel bevoegde nationale diensten , is de aangever of zijn gevolmachtigde verplicht alle voor het opstellen van de betreffende statistieken benodigde inlichtingen over het document T 1 of T 2 te verstrekken .

TITEL VIII

Bepalingen betreffende het Comité Communautair Douanevervoer

Artikel 55

1 . Er is ingesteld een Comité Communautair Douanevervoer , hierna te noemen het " Comité " , dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en dat onder voorzitterschap staat van een Vertegenwoordiger van de Commissie .

2 . Het Comité stelt zijn reglement van orde vast .

Artikel 56

Het Comité kan elk vraagstuk betroffende de toepassing van deze verordening onderzoeken , dat door zijn voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat aan de orde wordt gesteld .

Artikel 57

1 . Volgens de in de leden 2 en 3 omschreven procedure worden de bepalingen vastgesteld die noodzakelijk zijn :

a ) om de artikelen 2 , 4 , 7 , 8 , 9 , 32 , 34 , 35 , 41 , 45 en 59 toe te passen ,

b ) om de regeling voor communautair douanevervoer aan te passen met het oog op de toepassing van bepaalde communautaire maatregelen welke een controle op het gebruik of de bestemming van de betrokken goederen met zich brengen ,

c ) om de formaliteiten van de regelingen voor communautair douanevervoer , met name die voor intern douanevervoer , te vereenvoudigen of deze formaliteiten aan te passen aan eisen welke uit de aard van bepaalde goederen voortvloeien .

Volgens deze procedure worden eveneens de modellen van de in de artikelen 12 , 22 , 30 , 39 en 48 bedoelde formulieren vastgesteld . Deze modellen mogen afwijken van die welke in de bijlogen van Verordening ( EEG ) nr . 542/69 voorkwamen , voor zover eisen die uit de aard van bepaalde goederen voortvloeien of technische eisen dit noodzakelijk maken .

2 . De vertegenwoordiger van de Commissie legt aan het Comité een ontwerp voor van de vast te stellen bepalingen . Het Comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan bepalen naar gelang van de urgentie van het betrokken vraagstuk . Het spreekt zich uit met een meerderheid van eenenveertig stemmen , waarbij de stemmen van de Lid-Staten worden gewogen overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De voorzitter neemt geen deel aan de stemming .

3 . a ) De Commissie stelt de beoogde bepalingen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité .

b ) Wanneer de beoogde bepalingen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité of bij gebreke van een advies , doet de Commissie onverwijld een voorstel aan de Raad betreffende de vast te stellen bepalingen . De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen .

c ) Indien na verloop van een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de indiening van het voorstel bij de Raad deze geen besluit heeft genomen , worden de voorgestelde bepalingen door de Commissie vastgesteld .

TITEL IX

Slotbepalingen

Artikel 58

In afwijking van deze verordening mogen België , Luxemburg en Nederland op de documenten voor communautair douanevervoer de overeenkomsten toepassen , welke tussen deze Staten zijn of worden gesloten met het oog op beperking of opheffing van formaliteiten bij overschrijding van de Belgisch-Luxemburgse en Belgisch-Nederlandse grens .

Artikel 59

1 . De bijlagen vormen een integrerend deel van deze verordening .

2 . De modellen in deze bijlagen kunnen volgens de procedure van artikel 57 worden aangepast aan eisen die uit de aard van bepaalde goederen voortvloeien of aan technische eisen .

Artikel 60

Elke Lid-Staat stelt de Commissie in kennis van de maatregelen die hij treft voor de toepassing van deze verordening .

De Commissie geeft deze inlichtingen aan de overige Lid-Staten door .

Artikel 61

1 . Verordening ( EEG ) nr . 542/69 wordt ingetrokken .

2 . In alle communautaire besluiten andere dan de onderhavige verordening , waarin wordt verwezen naar Verordening ( EEG ) nr . 542/69 , naar bepaalde artikelen van die verordening of naar de verordeningen die volgens de in de leden 2 en 3 van artikel 58 daarvan omschreven procedure , met het oog op haar toepassing zijn vastgesteld , moet worden geacht te worden verwezen naar de onderhavige verordening of naar de verordeningen die met het oog op haar toepassing zullen worden vastgesteld .

Artikel 62

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1977 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 13 december 1976 .

Voor de Raad

De Voorzitter

M . van der STOEL

( 1 ) PB nr . C 7 van 12 . 1 . 1976 , blz . 40 .

( 2 ) PB nr . C 35 van 16 . 2 . 1976 , blz . 14 .

( 3 ) PB nr . L 77 van 29 . 3 . 1969 , blz . 2 .

BIJLAGE

MODEL I

COMMUNAUTAIR DOUANEVERVOER

AKTE VAN BORGTOCHT

( Doorlopende zekerheidstelling voor meerdere aangiften voor communautair douanevervoer )

I . VERBINTENIS VAN DE BORG

1 . Ondergetekende ... ( 1 ) woonachtig te ... ( 2 ) stelt zich borg en verbindt zich hoofdelijk bij het kantoor van zekerheidstelling van ... tot een maximumbedrag van ... tegenover het Koninkrijk België , het Koninkrijk Denemarken , de Bondsrepubliek Duitsland , de Franse Republiek , Ierland , de Italiaanse Republiek , het Groothertogdom Luxemburg , het Koninkrijk der Nederlanden , het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland ( 3 ) , voor al hetgeen ... ( 4 ) aan de voornoemde Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen zowel voor de hoofdsommen en bijsommen als voor kosten en bijkomende bedragen , met uitsluiting van boeten , uit hoofde van rechten , belastingen , landbouwheffingen en andere heffingen , verschuldigd is of kan worden wegens een overtreding of onregelmatigheid begaan bij een communautair douanevervoer dat de aangever verricht .

2 . Ondergetekende verbindt zich op het eerste schriftelijke verzoek van de bevoegde autoriteiten van de onder 1 genoemde Lid-Staten tot onverwijlde betaling van de gevraagde bedragen tot het hierboven vermelde maximumbedrag .

Dit bedrag kan slechts dan worden verminderd met de reeds krachtens de onderhavige verbintenis betaalde sommen , wanneer de ondergetekende wordt aangesproken ter zake van douanevervoer dat is begonnen voor de dertigste dag volgende op die waarop ondergetekende het vorige verzoek of de vorige verzoeken tot betaling heeft ontvangen .

3 . De onderhavige verbintenis is geldig vanaf de dag waarop het kantoor van zekerheidstelling haar aanvaardt .

Ondergetekende , evenals de Lid-Staat waar het kantoor van zekerheidstelling gevestigd is , kunnen de borgtocht te allen tijde opzeggen .

De opzegging gaat in op de zestiende dag volgende op die van haar kennisgeving aan de andere partij .

Ondergetekende blijft aansprakelijk voor de betaling van de bedragen die opeisbaar worden ter zake van het voor de datum waarop de opzegging ingaat onder dekking van de onderhavige verbintenis begonnen douanevervoer , ook indien de betaling daarvan later wordt geëist .

4 . ( 5 ) Ter zake van de onderhavige verbintenis kiest ondergetekende woonplaats te ... ( 6 ) alsmede , in elk der andere onder 1 genoemde Lid-Staten , bij :

Lid-Staat * Naam en voornaam , of handelsnaam , en volledig adres *

1 . ... * ... *

2 . ... * ... *

3 . ... * ... *

4 . ... * ... *

5 . ... * ... *

6 . ... * ... *

7 . ... * ... *

8 . ... * ... *

Ondergetekende erkent dat alle correspondentie , betekeningen , en in het algemeen alle formaliteiten of procedures betreffende de onderhavige verbintenis , welke aan een der gekozen woonplaatsen worden gericht , onderscheidenlijk schriftelijk worden gedaan , op geldige wijze te zijnen ( haren ) opzichten zijn gezonden of verricht .

Ondergetekende erkent de bevoegdheid van de onderscheiden rechters in wier rechtsgebieden hij ( zij ) woonplaats heeft gekozen .

Ondergetekende verbindt zich ertoe , de gekozen woonplaatsen te handhaven of , in geval van wijziging daarvan , het kantoor van zekerheidstelling vooraf daarvan te verwittigen .

Gedaan te ... , de ...

... Handtekening ( 7 )

II . AANVAARDING DOOR HET KANTOOR VAN ZEKERHEIDSTELLING

Kantoor van zekerheidsstelling ...

Verbintenis van de borg aanvaard op ...

... Stempel en handtekening

( 1 ) Naam en voornaam , of handelsnaam .

( 2 ) Volledig adres .

( 3 ) De naam van de Lid-Sta(a)t(en ) over het grondgebied waarvan het douanevervoer niet zal plaatsvinden doorhalen .

( 4 ) Naam en voornaam , of handelsnaam , en volledig adres van de aangever .

( 5 ) Wanneer de wetgeving van een Lid-Staat niet voorziet in de mogelijkheid om woonplaats te kiezen , wijst de borg in ieder van de andere onder 1 genoemde Lid-Staten een lasthebber aan , die gemachtigd is alle voor de borg bestemde mededelingen te ontvangen . De onderscheiden rechters in wier rechtsgebieden de woonplaatsen van de borg en van de lasthebber zijn gelegen , zijn bevoegd , kennis te nemen van de geschillen betreffende deze borgtocht . De verbintenissen vervat in de tweede en vierde alinea moeten op overeenkomstige wijze worden bedongen .

( 6 ) Volledig adres .

( 7 ) De ondertekenaar dient voor zijn handtekening het volgende in handschrift te vermelden : " Goed voor borgstelling tot een bedrag van ... " ( het bedrag voluit in letters ) .

MODEL II

COMMUNAUTAIR DOUANEVERVOER

AKTE VAN BORGTOCHT

( Zekerheidstelling voor een enkele aangifte voor communautair douanevervoer )

I . VERBINTENIS VAN DE BORG

1 . Ondergetekende ... ( 1 ) woonachtig te ... ( 2 ) stelt zich borg en verbindt zich hoofdelijk bij het kantoor van vertrek van ... tegenover het Koninkrijk België , het Koninkrijk Denemarken , de Bondsrepubliek Duitsland , de Franse Republiek , Ierland , de Italiaanse Republiek , het Groothertogdom Luxemburg , het Koninkrijk der Nederlanden , het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord Ierland ( 3 ) , voor al hetgeen ... ( 4 ) aan de voornoemde Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen zowel voor de hoofdsommen en bijsommen als voor kosten en bijkomende bedragen , met uitsluiting van boeten , uit hoofde van rechten , belastingen , landbouwheffingen en andere heffingen , verschuldigd is of kan worden wegens overtreding of onregelmatigheid begaan bij het communautair douanevervoer dat de aangever verricht van het kantoor van vertrek van ... naar het kantoor van bestemming van ... en waarbij de hierna omschreven goederen worden vervoerd :

2 . Ondergetekende verbindt zich op het eerste schriftelijk verzoek van de bevoegde autoriteiten van de onder 1 genoemde Lid-Staten tot onverwijlde betaling van de gevraagde bedragen .

3 . Deze verbintenis is geldig vanaf de dag waarop het kantoor van vertrek haar aanvaardt .

4 . ( 5 ) Ter zake van de onderhavige verbintenis kiest ondergetekende woonplaats te ... ( 2 ) , alsmede in elk der andere onder 1 genoemde Lid-Staten , bij

Lid-Staat * Naam en voornaam , of handelsnaam , en volledig adres *

1 . ... * ... *

2 . ... * ... *

3 . ... * ... *

4 . ... * ... *

5 . ... * ... *

6 . ... * ... *

7 . ... * ... *

8 . ... * ... *

Ondergetekende erkent dat alle correspondentie , betekeningen , en in het algemeen alle formaliteiten of procedures betreffende de onderhavige verbintenis , welke aan een der gekozen woonplaatsen worden gericht , onderscheidenlijk schriftelijk worden gedaan , op geldige wijze te zijnen ( haren ) opzichte zijn gezonden of verricht .

Ondergetekende erkent de bevoegdheid van de onderscheiden rechters in wier rechtsgebieden hij ( zij ) woonplaats heeft gekozen .

Ondergetekende verbindt zich ertoe de gekozen woonplaatsen te handhaven of , in geval van wijziging daarvan , het kantoor van vertrek daarvan vooraf te verwittigen .

Gedaan te ... , de ...

... Handtekening ( 6 )

II . AANVAARDING DOOR HET KANTOOR VAN VERTREK

Kantoor van vertrek ...

Verbintenis van de borg aanvaard op ... ter dekking van het communautair douanevervoer dat plaatsvindt met gebruikmaking van document T 1/T 2 ( 7 ) , afgegeven op ... onder nr . ...

... Stempel en handtekening

( 1 ) Naam en voornaam , of handelsnaam .

( 2 ) Volledig adres .

( 3 ) De naam van de Lid-Sta(a)t(en ) over het grondgebied waarvan het douanevervoer niet zal plaatsvinden doorhalen .

( 4 ) Naam en voornaam , of handelsnaam , en volledig adres van de aangever .

( 5 ) Wanneer de wetgeving van een Lid-Staat niet voorziet in de mogelijkheid om woonplaats te kiezen , wijst de borg in ieder van de andere onder 1 genoemde Lid-Staten een lasthebber aan , die gemachtigd is alle voor de borg bestemde mededelingen te ontvangen . De onderscheiden rechters in wier rechtsgebieden de woonplaatsen van de borg en van de lasthebber zijn gelegen , zijn bevoegd kennis te nemen van de geschillen betreffende deze borgtocht . De verbintenissen vervat in de tweede en vierde alinea moeten op overeenkomstige wijze worden bedongen .

( 6 ) De ondertekenaar dient voor zijn handtekening het volgende in handschrift te vermelden : " Goed voor borgstelling " .

( 7 ) Doorhalen wat niet van toepassing is .

MODEL III

COMMUNAUTAIR DOUANEVERVOER

AKTE VAN BORGTOCHT

( Systeem van zekerheidstelling voor een vast bedrag )

I . VERBINTENIS VAN DE BORG

1 . Ondergetekende ... ( 1 ) woonachtig te ... ( 2 ) stelt zich borg en verbindt zich hoofdelijk bij het kantoor van zekerheidstelling van ... tegenover het Koninkrijk België , het Koninkrijk Denemarken , de Bondsrepubliek Duitsland , de Franse Republiek , Ierland , de Italiaanse Republiek , het Groothertogdom Luxemburg , het Koninkrijk der Nederlanden , het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland , voor al hetgeen een aangever aan de voornoemde Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen zowel voor de hoofdsommen en bijsommen als voor kosten en bijkomende bedragen , met uitsluiting van boeten , uit hoofde van rechten , belastingen , landbouwheffingen en andere heffingen , verschuldigd wordt wegens een overtreding of onregelmatigheid begaan bij het communautair douanevervoer waarvoor de ondergetekende zich aansprakelijk heeft verklaard door de afgifte van bewijzen van zekerheidstelling tot een bedrag van maximaal 5 000 rekeneenheden per bewijs .

2 . Hij ( zij ) verbindt zich op het eerste schriftelijk verzoek van de bevoegde autoriteiten van de onder 1 genoemde Lid-Staten tot onverwijlde betaling van een bedrag van maximaal 5 000 rekeneenheden per bewijs van zekerheidstelling .

3 . De onderhavige verbintenis is geldig vanaf de dag waarop het kantoor van zekerheidstelling haar aanvaardt .

Ondergetekende evenals de Lid-Staat waar het kantoor van zekerheidstelling gevestigd is , kunnen de borgtocht te allen tijde opzeggen .

De opzegging gaat in op de zestiende dag volgende op die van haar kennisgeving aan de andere partij .

Ondergetekende blijft aansprakelijk voor de betaling van de bedragen die opeisbaar worden ter zake van het voor de datum waarop de opzegging ingaat onder dekking van de onderhavige verbintenis begonnen douanevervoer , ook indien de betaling daarvan later wordt geëist .

4 . ( 3 ) Ter zake van de onderhavige verbintenis kiest ondergetekende woonplaats te ... ( 4 ) alsmede , in elk der andere onder 1 genoemde Lid-Staten , bij :

Lid-Staat * Naam en voornaam , of handelsnaam , en volledig adres *

1 . ... * ... *

2 . ... * ... *

3 . ... * ... *

4 . ... * ... *

5 . ... * ... *

6 . ... * ... *

7 . ... * ... *

8 . ... * ... *

Ondergetekende erkent dat alle correspondentie , betekeningen , en in het algemeen alle formaliteiten of procedures betreffende de onderhavige verbintenis , welke aan een der gekozen woonplaatsen worden gericht , onderscheidenlijk schriftelijk worden gedaan , op geldige wijze te zijnen ( haren ) opzichte zijn gezonden of verricht .

Ondergetekende erkent de bevoegdheid van de onderscheiden rechters in wier rechtsgebieden hij ( zij ) woonplaats heeft gekozen .

Ondergeteker de verbindt zich ertoe , de gekozen woonplaatsen te handhaven of , in geval van wijziging daarvan , het kantoor van zekerheidstelling vooraf daarvan te verwittigen .

Gedaan te ... , de ...

... Handtekening ( 5 )

II . AANVAARDING DOOR HET KANTOOR VAN ZEKERHEIDSTELLING

Kantoor van zekerheidstelling ...

Verbintenis van de borg aanvaard op ...

... Stempel en handtekening

( 1 ) Naam en voornaam , of handelsnaam .

( 2 ) Volledig adres .

( 3 ) Wanneer de wetgeving van een Lid-Staat niet voorziet in de mogelijkheid om woonplaats te kiezen , wijst de borg in ieder van de andere onder 1 genoemde Lid-Staten een lasthebber aan , die gemachtigd is alle voor de borg bestemde mededelingen te ontvangen . De onderscheiden rechters in wier rechtsgebieden de woonplaatsen van de borg en van de lasthebber zijn gelegen , zijn bevoegd kennis te nemen van de geschillen betreffende deze borgtocht . De verbintenissen vervat in de tweede en vierde alinea moeten op overeenkomstige wijze worden bedongen .

( 4 ) Volledig adres .

( 5 ) De ondertekenaar dient voor zijn handtekening het volgende in handschrift te vermelden : " Goed voor borgstelling " .