77/137/EEG: Advies van de Commissie van 28 januari 1977 gericht aan de Regering van het Koninkrijk België betreffende een ontwerp van een Koninklijk Besluit tot instelling van de vergunning van vervoermakelaar
Publicatieblad Nr. L 044 van 16/02/1977 blz. 0017 - 0017
++++ ADVIES VAN DE COMMISSIE van 28 januari 1977 gericht aan de Regering van het Koninkrijk Belgiƫ betreffende een ontwerp van een Koninklijk Besluit tot instelling van de vergunning van vervoermakelaar ( 77/137/EEG ) Overeenkomstig artikel 1 van de beschikking van de Raad van 21 maart 1962 houdende vaststelling van een procedure voor het voorafgaand onderzoek en overleg omtrent bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen welke door de Lid-Staten op het gebied van het vervoer worden overwogen ( 1 ) , gewijzigd bij beschikking van de Raad van 22 november 1973 ( 2 ) 8 heeft de Belgische Regering bij brief van 6 december 1976 van haar Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Gemeenschappen de tekst toegezonden van een ontwerp van een Koninklijk Besluit betreffende de instelling van de vergunning van vervoermakelaar . De brief van de Permanente Vertegenwoordiging is op 9 december 1976 door de Commissie ontvangen . Het ontwerp is overeenkomstig artikel 1 van de hiervoorgenoemde beschikking van de Raad eveneens aan de andere Lid-Staten ter kennis gebracht . Overeenkomstig artikel 2 , lid 1 , van de beschikking van de Raad van 21 maart 1962 , gewijzigd bij beschikking van de Raad van 22 november 1973 , brengt de Commissie het volgende advies uit : 1 . De Commissie stelt vast dat met de betrokken voorschriften wordt beoogd de uitoefening van de werkzaamheden van de vervoermakelaar afhankelijk te stellen van de afgifte van een vergunning ; de voorwaarden voor de afgifte worden door het Koninklijk Besluit geregeld en blijven binnen het kader van de uitvoeringsmaatregelen van de wet van 26 juni 1967 betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer ( 3 ) . Het ontwerp van laatstgenoemde wet werd destijds door de Belgische Regering ter kennis van de Commissie gebracht en ontmoette blijkens de tekst van haar advies van 5 mei 1966 ( 4 ) harerzijds geen bezwaren . 2 . De Commissie heeft geen bezwaren tegen het door de Belgische Regering medegedeelde ontwerp van een Koninklijk Besluit . 3 . De Commissie acht het niet noodzakelijk over te gaan tot raadpleging van de andere Lid-Staten als bedoeld in artikel 2 , lid 3 , van de beschikking van de Raad van 21 maart 1962 . De Commissie stelt de andere Lid-Staten van dit advies in kennis . Gedaan te Brussel , 28 januari 1977 . Voor de Commissie Richard BURKE Lid van de Commissie ( 1 ) PB nr . 23 van 3 . 4 . 1962 , blz . 720/62 . ( 2 ) PB nr . L 347 van 17 . 12 . 1973 , blz . 48 . ( 3 ) Belgisch Staatsblad van 27 . 9 . 1967 . ( 4 ) PB nr . 90 van 17 . 5 . 1966 , blz . 1400/66 .