31976R1503

Verordening (EEG) nr. 1503/76 van de Raad van 21 juni 1976 houdende sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake samenwerking op handelsgebied

Publicatieblad Nr. L 168 van 28/06/1976 blz. 0001 - 0001
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 3 blz. 0010
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 11 Deel 8 blz. 0094
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 3 blz. 0010
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 11 Deel 6 blz. 0123
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 11 Deel 6 blz. 0123


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1503/76 VAN DE RAAD

van 21 juni 1976

houdende sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake samenwerking op handelsgebied

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 113 en 114 ,

Gezien de aanbeveling van de Commissie ,

Overwegende dat de Overeenkomst inzake samenwerking op handelsgebied waarover tussen de Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan is onderhandeld , dient te worden gesloten ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Namens de Gemeenschap wordt de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake samenwerking op handelsgebied , waarvan de tekst in de bijlage van deze verordening is opgenomen , gesloten .

Artikel 2

De Voorzitter van de Raad stelt de andere Overeenkomstsluitende Partij , overeenkomstig artikel 15 van de Overeenkomst , ervan in kennis dat de procedures die vereist zijn voor de inwerkingtreding van de Overeenkomst zijn voltooid voor wat de Gemeenschap betreft ( 1 ) .

Artikel 3

De Gemeenschap wordt in de in artikel 8 van de Overeenkomst bedoelde gemengde commissie vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen , bijgestaan door vertegenwoordigers van de Lid-Staten .

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschap .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Luxemburg , 21 juni 1976 .

Voor de Raad

De Voorzitter

J . HAMILIUS

( 1 ) Aangezien de uitwisseling van de Akten van kennisgeving van de voltooiing van de procedures die vereist zijn voor de inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake samenwerking op handelsgebied die op 1 juni 1976 te Brussel werd ondertekend , op 25 juni 1976 te Brussel heeft plaatsgevonden , treedt de overeenkomst , overeenkomstig artikel 15 , in werking op 1 juli 1976 .

OVEREENKOMST

tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake samenwerking op handelsgebied

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

enerzijds ,

DE REGERING VAN DE ISLAMITISCHE REPUBLIEK PAKISTAN ,

anderzijds ,

GELET op de vriendschappelijke betrekkingen en de historische banden tussen de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan en hun gemeenschappelijk verlangen de handels - en economische betrekkingen te consolideren en uit te breiden ,

GELEID door de vaste wil hun handels - en economische betrekkingen te versterken , te verdiepen en te diversifiëren op basis van vergelijkbaar voordeel en tot wederzijds nut ,

OVERWEGENDE dat moderne handelspolitiek als een belangrijk instrument voor het bevorderen van internationale economische samenwerking kan worden beschouwd ;

hun gemeenschappelijke wil BEVESTIGEND mee te werken aan een nieuwe fase van internationale economische samenwerking en de ontwikkeling van hun respectief menselijk en materieel potentieel op basis van vrijheid , gelijkheid en rechtvaardigheid te bevorderen ;

HEBBEN BESLOTEN een Overeenkomst inzake samenwerking op handelsgebied te sluiten en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen :

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN :

DE REGERING VAN DE ISLAMITISCHE REPUBLIEK PAKISTAN :

DIE , na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten ,

OVEREENSTEMMING HEBBEN BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN :

Artikel 1 De Partijen bij de Overeenkomst zijn vastbesloten hun handelsverkeer op basis van vergelijkbaar voordeel en tot wederzijds nut uit te breiden ten einde tot hun economische en sociale vooruitgang en tot verbetering van de balans van hun wederzijdse handel op een zo hoog mogelijk peil bij te dragen .

Artikel 2

De Partijen bij de Overeenkomst passen in hun handelsbetrekkingen op elkaar de clausule van de meest begunstigde natie toe overeenkomstig de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel .

Artikel 3

De Partijen bij de Overeenkomst kennen elkaar de hoogste graad van liberalisatie van de in - en uitvoer toe die zij ten opzichte van derde landen in het algemeen toepassen en streven ernaar ten aanzien van produkten die voor één der Partijen van belang zijn zoveel mogelijk faciliteiten te verlenen die met hun onderscheiden beleid en verplichtingen verenigbaar zijn .

Artikel 4

De Partijen bij de Overeenkomst verbinden zich ertoe de ontwikkeling en diversificatie van hun wederzijds handelsverkeer tot een zo hoog mogelijk peil te bevorderen . Zij treffen alle passende maatregelen om dit te bereiken , met inbegrip van bijzondere maatregelen die met de structuur en de mogelijkheden van hun wederzijds handelsverkeer verband houden .

Artikel 5

De Partijen bij de Overeenkomst kunnen hun economische samenwerking uitbreiden , wanneer zulks met de handel verband houdt , op gebieden die voor beide Partijen van belang zijn en in het licht van de ontwikkelingen op het gebied van hun economisch beleid .

Artikel 6

Met het oog op de tenuitvoerlegging van de artikelen 4 en 5 komen de Partijen bij de Overeenkomst overeen de contacten en samenwerking tussen hun economische organisaties uit te breiden en aan instellingen die hiertoe zijn opgericht of kunnen worden opgericht steun te verlenen .

Artikel 7

De Partijen bij de Overeenkomst streven ernaar hun samenwerking in handels - en aanverwante economische aangelegenheden in derde landen uit te breiden , voor zover zulks in hun wederzijds belang is .

Artikel 8

1 . Er wordt een gemengde commissie ingesteld , bestaande uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Pakistan . Deze commissie komt eens per jaar bijeen . Op verzoek van één der Partijen bij de Overeenkomst kunnen in onderlinge overeenstemming andere vergaderingen worden belegd .

2 . De gemengde commissie stelt haar reglement van orde en werkprogramma vast .

3 . De gemengde commissie kan gespecialiseerde subcommissies instellen om haar bij te staan in de uitvoering van taken waartoe zij opdracht kan geven .

Artikel 9

Het behoort tot de taak van de gemengde commissie de goede werking van de Overeenkomst te verzekeren en praktische maatregelen uit te werken en aan te bevelen om de doelstellingen van de Overeenkomst te bereiken . Zij onderzoekt alle moeilijkheden die de ontwikkeling en de diversificatie van de handel tussen de Partijen bij de Overeenkomst kunnen belemmeren .

Artikel 10

De gemengde commissie heeft in het bijzonder tot taak :

a ) het bestuderen en uitwerken van middelen om handelsbelemmeringen , inzonderheid non-tarifaire en quasi-tarifaire belemmeringen in de verschillende sectoren van de handel , op te heffen , met inachtneming van de werkzaamheden ter zake die door de betrokken internationale organisaties op dit gebied zijn ondernomen ;

b ) te trachten middelen te vinden om de ontwikkeling van de samenwerking op economisch en handelsgebied tussen de Partijen bij de Overeenkomst aan te moedigen , voor zover dit de ontwikkeling en diversificatie van hun handel kan bevorderen ;

c ) het vergemakkelijken van de uitwisseling van inlichtingen en het bevorderen van contacten op alle gebieden die verband houden met samenwerkingsmogelijkheden op economisch terrein tussen de Partijen bij de Overeenkomst op basis van wederzijds voordeel alsmede het scheppen van gunstige voorwaarden voor een dergelijke samenwerking .

Artikel 11

Het behoort eveneens tot de taak van de gemengde commissie de goede werking van de sectoriële overeenkomsten tussen de Partijen bij de Overeenkomst te verzekeren en zij neemt hiertoe de verantwoordelijkheden op zich die aan de gemengde instellingen die bij deze overeenkomsten werden ingesteld of kunnen worden ingesteld zijn toevertrouwd .

Artikel 12

De bepalingen van deze Overeenkomst treden in de plaats van bepalingen van de tussen de Lid-Staten van de Gemeenschap en Pakistan gesloten overeenkomsten , voor zover deze onverenigbaar zijn met de eerstgenoemde bepalingen of daaraan gelijk zijn .

Artikel 13

De bijlagen van deze Overeenkomst vormen een integrerend bestanddeel daarvan .

Artikel 14

Deze Overeenkomst is van toepassing op de grondgebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap onder de daarin vastgestelde voorwaarden geldt , en op de grondgebieden waar de grondwet van de Islamitische Republiek Pakistan geldt .

Artikel 15

1 . Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarop de Partijen bij de Overeenkomst elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de hiertoe vereiste procedures .

2 . De Overeenkomst wordt gesloten voor een periode van vijf jaar en wordt van jaar tot jaar verlengd , tenzij één van de Partijen bij de Overeenkomst deze zes maanden voor het aflopen ervan opzegt .

3 . Met instemming van beide Partijen bij de Overeenkomst kunnen echter te allen tijde wijzigingen in de Overeenkomst worden aangebracht ten einde rekening te houden met nieuwe situaties die zich op eonomisch gebied voordoen alsmede met de ontwikkeling in het economisch beleid van beide Partijen .

Artikel 16

Deze Overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Deense , de Duitse , de Engelse , de Franse , de Italiaanse en de Nederlandse taal , zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek .

BIJLAGE I

Gemeenschappelijke verklaring betreffende de werking van de gemengde commissie

1 . De vertegenwoordigers van de Partijen bij de Overeenkomst in de gemengde commissie leggen de aanbevelingen waarover overeenstemming is bereikt voor aan hun onderscheiden autoriteiten opdat deze zo spoedig en zo doeltreffend mogelijk de aanbevelingen in overweging kunnen nemen en er gevolg aan geven . Wanneer de gemengde commissie inzake een onderwerp dat door één van de Partijen dringend of belangrijk wordt geacht , niet tot een aanbeveling kan komen , legt zij de standpunten van beide zijden aan voornoemde autoriteiten voor ter verdere overweging .

2 . De gemengde commissie dient bij het doen van voorstellen en aanbevelingen naar behoren rekening te houden met de ontwikkelingsplannen van de Islamitische Republiek Pakistan en met de vooruitgang in het economisch , industrieel , sociaal , milieu - en wetenschappelijk beleid van de Gemeenschap , alsook met het niveau van de economische ontwikkeling van de Partijen bij de Overeenkomst .

3 . De gemengde commissie zal de mogelijkheden onderzoeken en aanbevelingen doen voor een doeltreffend gebruik van alle beschikbare instrumenten , naast meestbegunstigingstarieven en algemene preferenties , om de handel in produkten die voor de Islamitische Republiek Pakistan van belang zijn te bevorderen .

BIJLAGE II

Verklaring van de Europese Economische Gemeenschap betreffende tariefaanpassingen en andere maatregelen ter bevordering van de handel

1 . Op 1 juli 1971 heeft de Gemeenschap autonoom het stelsel van algemene tariefpreferenties , overeenkomstig resolutie nr . 21 ( II ) van de in 1968 gehouden tweede conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling ingevoerd . De Gemeenschap is bereid om , bij haar streven naar verbetering van dit stelsel , rekening te houden met de belangen van de Islamitische Republiek Pakistan bij de uitbreiding en de versterking van haar handelsbetrekkingen met de Gemeenschap .

2 . De Gemeenschap is tevens bereid in de gemengde commissie de mogelijkheden voor tariefaanpassingen te onderzoeken om de ontwikkeling van de handel met Pakistan te bevorderen .

3 . De Gemeenschap erkent het zeer grote belang van de uitvoer van katoenprodukten en van Basmati-rijst voor de economische ontwikkeling van Pakistan en is bereid in de gemengde commissie de situatie van de handel in deze produkten van Pakistan met de Gemeenschap te bestuderen en naar mogelijkheden te zoeken om deze handel te bevorderen , en wel , voor wat katoenprodukten betreft , voor zover dit mogelijk is krachtens de geldende overeenkomst tussen de Partijen bij de Overeenkomst en krachtens hun multilaterale verplichtingen .

4 . De Gemeenschap gaat ervan uit dat de Islamitische Republiek Pakistan eveneens bereid is in de gemengde commissie eventuele voorstellen van de Gemeenschap met het oog op tariefaanpassingen door de Islamitische Republiek Pakistan voor de ontwikkeling van de handel tussen de Partijen bij de Overeenkomst te bespreken , waarbij de ontwikkelingsbehoeften van Pakistan in aanmerking zullen worden genomen .

BIJLAGE III

Verklaring van de Islamitische Republiek Pakistan betreffende tariefaanpassingen en andere maatregelen ter bevordering van de handel

1 . De Islamitische Republiek Pakistan neemt er nota van dat de Gemeenschap bereid is , bij haar streven naar verbetering van het stelsel van algemene preferenties , rekening te houden met de belangen van de Islamitische Republiek Pakistan bij de uitbreiding en de versterking van haar handelsbetrekkingen met de Gemeenschap . In dit verband zal de Islamitische Republiek Pakistan , ter overweging door de Gemeenschap , aangeven op welke gebieden de algemene preferenties van de Gemeenschap kunnen worden verbeterd , met name in samenhang met de bepalingen van de Gemeenschappelijke Verklaring van Intentie .

2 . De Islamitische Republiek Pakistan neemt er voorts nota van dat de Gemeenschap bereid is in de gemengde commissie de mogelijkheden voor tariefaanpassingen te onderzoeken om de ontwikkeling van de handel met Pakistan te bevorderen . In dit verband kan de Islamitische Republiek Pakistan de Gemeenschap , ter bestudering door de gemengde commissie , de produkten opgeven waarvoor deze concessies worden verlangd .

3 . De Islamitische Republiek Pakistan neemt er verder nota van dat de Gemeenschap bereid is in de gemengde commissie de situatie van de handel van Pakistan met de Gemeenschap in katoenprodukten en Basmati-rijst te bestuderen en naar mogelijkheden te zoeken om deze te bevorderen , en wel , voor wat katoenprodukten betreft , voor zover dit mogelijk is krachtens de geldende overeenkomst tussen de Partijen bij de Overeenkomst en krachtens hun multilaterale verplichtingen .

4 . De Islamitische Republiek Pakistan is tevens bereid in de gemengde commissie eventuele voorstellen van de Gemeenschap met het oog op tariefaanpassingen door de Islamitische Republiek Pakistan voor de ontwikkeling van de handel tussen de Partijen bij de Overeenkomst te bespreken , waarbij de ontwikkelingsbehoeften van Pakistan in aanmerking zullen worden genomen .