31976R1361

Verordening (EEG) nr. 1361/76 van de Commissie van 14 juni 1976 houdende sommige uitvoeringsbepalingen betreffende de restitutie bij uitvoer van rijst en rijstmengsels

Publicatieblad Nr. L 154 van 15/06/1976 blz. 0011 - 0012
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 7 blz. 0095
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 15 blz. 0116
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 7 blz. 0095
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 10 blz. 0105
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 10 blz. 0105


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1361/76 VAN DE COMMISSIE

van 14 juni 1976

houdende sommige uitvoeringsbepalingen betreffende de restitutie bij uitvoer van rijst en rijstmengsels

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening nr . 359/67/EEG van de Raad van 25 juli 1967 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 668/75 ( 2 ) , inzonderheid op artikel 17 , lid 6 ,

Overwegende dat voor de goede werking van het stelsel van restituties bij uitvoer van rijst naar derde landen een adequate regeling moet worden toegepast op de uitvoer van mengsels van onder verschillende tariefonderverdelingen vallende rijstsoo ten ;

Overwegende dat de voor deze mengsels geldende restitutie samenhangt met de tariefindeling ervan ; dat deze in beginsel plaatsvindt overeenkomstig de algemene bepalingen voor de toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief ;

Overwegende dat voor mengsels van rijstsoorten van verschillende tariefposten de aldus bepaalde tariefindeling moeilijkheden oplevert ; dat deze indeling in sommige gevallen immers leidt tot de toekenning van een hoge restitutie voor mengsels die echter een aanzienlijk percentage produkten bevatten waarvoor een lage restitutie geldt ;

Overwegende dat , om deze moeilijkheden te voorkomen , bijzondere regels moeten worden vastgesteld voor de berekening van de restitutie voor rijstmengsels ;

Overwegende dat , daar de bepalingen van Verordening nr . 669/67/EEG van de Commissie van 27 september 1967 houdende de vaststelling van bepaalde wijzen van toepassing betreffende de restitutie bij uitvoer van rijst ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 941/72 ( 4 ) , nauw verband houden met de uitvoerregeling voor rijstmengsels , het dienstig is deze bepalingen in de onderhavige verordening over te nemen en Verordening nr . 669/67/EEG derhalve in te trekken ;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comite van beheer voor granen ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

De restitutie bij uitvoer geldt voor mengsels van rijst van onderverdeling 10.06 A en B van het gemeenschappelijk douanetarief eerst dan als die mengsels zijn samengesteld uit rijst in een zelfde stadium van verwerking , en in voorkomend geval uit breukrijst . Padierijst ( onderverdeling 10.06 A I ) , gedopte rijst ( onderverdeling 10.06 A II ) , halfwitte rijst ( onderverdeling 10.06 B I ) en volwitte rijst ( onderverdeling 10.06 B II ) worden geacht elk in een verschillend stadium van verwerking te zijn .

Artikel 2

Onverminderd het bepaalde in artikel 3 wordt bij uitvoer van produkten van post 10.06 van het gemeenschappelijk douanetarief , bestaande uit rondkorrelige rijst , langkorrelige rijst en in voorkomend geval breukrijst de restitutie toegepast die geldt :

a ) bij mengsels die niet meer dan 40 gewichtspercenten breukrijst van onderverdeling 10.06 C van het gemeenschappelijk douanetarief bevatten ,

- voor het bestanddeel met het grootste gewichtsaandeel , indien , na aftrek van het gewicht van de breukrijst , dit bestanddeel ten minste 90 % van het gewicht van het mengsel uitmaakt ;

- voor het bestanddeel - niet zijnde breukrijst - waarvoor de laagste restitutie geldt , inden , na aftrek van het gewicht van de breukrijst , geen van de bestanddelen ten minste 90 % van het gewicht van het mengsel uitmaakt ;

b ) voor breukrijst van post 10.06 C van het gemeenschappelijk douanetarief bij de overige mengsels .

Artikel 3

Wanneer uitgevoerde rijst van onderverdeling 10.06 A of B van het gemeenschappelijk douanetarief breukrijst van onderverdeling 10.06 C bevat , wordt de restitutie bij uitvoer als volgt verminderd :

Porcentage breukrijst * Porcentage waarmee de restitutie wordt verminderd *

meer dan 0 en tot en met 5 * 0 *

meer dan 5 en tot en met 10 * 2 *

meer dan 10 en tot en met 15 * 4 *

meer dan 15 en tot en met 20 * 6 *

meer dan 20 en tot en met 30 * 15 *

meer dan 30 en tot en met 40 * 30 *

Artikel 4

Verordening nr . 669/67/EEG wordt ingetrokken .

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1976 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 14 juni 1976 .

Voor de Commissie

P.J . LARDINOIS

Lid van de Commissie

( 1 ) PB nr . 174 van 31 . 7 . 1967 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 72 van 20 . 3 . 1975 , blz . 18 .

( 3 ) PB nr . 241 van 5 . 10 . 1967 , blz . 6 .

( 4 ) PB nr . L 107 van 6 . 5 . 1972 , blz . 10 .