31976R0557

Verordening (EEG) nr. 557/76 van de Raad van 15 maart 1976 inzake de in de landbouwsector toe te passen wisselkoersen en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 475/75

Publicatieblad Nr. L 067 van 15/03/1976 blz. 0001 - 0003
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 14 blz. 0184


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 557/76 VAN DE RAAD

van 15 maart 1976

inzake de in de landbouwsector toe te passen wisselkoersen en houdende intrekking van Verordening ( EEG ) nr . 475/75

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 28 , 43 en 235 ,

Gelet op Verordening nr . 129 van de Raad inzake de waarde van de rekeneenheid en de wisselkoersen die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid moeten worden toegepast ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2543/73 ( 2 ) , inzonderheid op artikel 3 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 3 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 4 ) ,

Overwegende dat zich in verschillende Lid-Staten momenteel de in artikel 3 , lid 1 , van Verordening nr . 129 bedoelde situatie voordoet op grond waarvan maatregelen mogen worden genomen die afwijken van het beginsel dat bij omrekening van een munteenheid in een andere de pariteiten worden toegepast ;

Overwegende dat de problemen die uit deze situatie voortvloeien , konden worden opgelost door de toepassing van monetaire compenserende bedragen en in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid toe te passen representatieve omrekeningskoersen ; dat deze regeling leidt tot een verschillend prijspeil in de betrokken Lid-Staten ; dat evenwel om te voorkomen dat de handhaving van ongewijzigde wisselkoersen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid er bij de prijsverhogingen toe leidt dat het verschil tussen de prijsniveaus in nationale munteenheid toeneemt en , aangezien bepaalde aanpassingen van de koersen aan de economische werkelijkheid van de Lid-Staten mogelijk zijn , voor de munteenheden van de betrokken Lid-Staten een representatieve koers moet worden vastgesteld die meer in overeenstemming is met de economische werkelijkheid ; dat bij die gelegenheid alle representatieve koersen in een nieuwe tekst dienen te worden gepubliceerd ;

Overwegende evenwel dat het dienstig is het effect van deze maatregel op de economie van de betrokken Lid-Staten zoveel mogelijk af te zwakken ; dat het om die reden met name noodzakelijk is de nieuwe koersen slechts na een redelijke termijn toe te passen en in beginsel vanaf het begin van het verkoopseizoen of bij wijziging van de prijzen ;

Overwegende dat het voorts mogelijk is het effect van de compenserende bedragen in de Lid-Staten waarvan de munt in waarde is gedaald nog te verminderen ; dat daartoe moet worden overgegaan tot aanpassing van artikel 2 , lid 1 , sub b ) , van Verordening ( EEG ) nr . 974/71 van de Raad van 12 mei 1971 betreffende bepaalde conjunctuurpolitieke maatregelen welke naar aanleiding van de tijdelijke verruiming van de fluctuatiemarges van de valuta's van sommige Lid-Staten dienen te worden genomen in de landbouwsector ( 5 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 475/75 ( 6 ) ;

Overwegende dat de vaststelling van een representatieve koers leidt tot wijziging van het prijspeil voor landbouwprodukten ; dat met betrekking tot de problemen in verband met de wijziging van de wisselkoersen communautaire voorschriften zijn vastgesteld , met name in Verordening ( EEG ) nr . 1134/68 van de Raad van 30 juli 1968 houdende vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening ( EEG ) nr . 653/68 betreffende de voorwaarden voor wijziging van de waarde van de voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid gebruikte rekeneenheid ( 7 ) ; dat deze bepalingen alleen betrekking hebben op een wijziging in de pariteit van een munteenheid ; dat het dienstig is deze bepalingen ook in dit geval toe te passen ; dat evenwel , voor zover de betrokkenen annulering van certificaten of documenten kunnen vragen , een dergelijke toepassing slechts gegrond is indien zij nadeel ondervinden als gevolg van de vaststelling van de nieuwe representatieve koersen ;

Overwegende dat het Monetair Comité zal worden geraadpleegd en dat , gezien de urgende , de voorgenomen maatregelen moeten worden vastgesteld volgens de bepalingen van artikel 3 , lid 2 , van Verordening nr . 129 ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Wanneer voor verrichtingen ter uitvoering van de besluiten betreffende het gemeenschappelijk landbouwbeleid of van specifieke regelingen die zijn vastgesteld op grond van artikel 235 van het Verdrag de in artikel 2 bedoelde munteenheden moeten worden uitgedrukt in een andere munteenheid of rekeneenheden , moet in afwijking van artikel 2 , lid 1 , van Verordening nr . 129 als wisselkoers worden toegepast de koers die overeenkomt met de representatieve koers van deze munteenheid .

2 . De representatieve koers voor de munteenheid van een Lid-Staat is niet langer van toepassing , zodra deze Lid-Staat bij het Internationale Monetaire Fonds een nieuwe pariteit heeft gemeld .

Artikel 2

1 . De in artikel 1 bedoelde representatieve koers is

a ) voor de Belgische en de Luxemburgse frank :

1 Bfr./Lfr . = 0,0202640 rekeneenheid ;

b ) voor de Deense kroon :

1 Dkr . = 0,131956 rekeneenheid ;

c ) voor de Duitse mark :

1 DM = 0,287287 rekeneenheid ;

d ) voor de Franse frank :

1 FF = 0,180044 rekeneenheid ;

e ) voor het Ierse pond :

1 Pond = 1,69653 rekeneenheid ;

f ) voor de Italiaanse lire :

100 Lire = 0,110497 rekeneenheid ;

g ) voor de Nederlandse gulden :

1 Fl . = 0,293884 rekeneenheid ;

h ) voor het Engelse pond :

1 Pond = 1,75560 rekeneenheid .

2 . De nieuwe representatieve koersen worden toegepast vanaf :

a ) 1 augustus 1976 voor de sectoren eieren en slachtpluimvee , alsmede voor ovoalbumine en lactoalbumine ,

b ) 16 december 1976 voor de wijnsector ,

c ) 1 januari 1977 voor de sector visserijprodukten ,

d ) het begin van het verkoopseizoen 1976/1977 voor de andere produkten waarvoor het verkoopseizoen nog niet begonnen is op de dag waarop deze verordening in werking treedt ,

e ) 15 maart 1976 in alle andere gevallen .

Artikel 3

1 . De uitvoeringsbepalingen van deze verordening worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 26 van Verordening ( EEG ) nr . 2727/75 ( 8 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 3058/75 ( 9 ) , of , naargelang van het geval , van het overeenkomstig artikel van de andere landbouwregelingen waarbij een dergelijk * procedure is ingesteld , in voorkomend geval in afwijking van de in de bepalingen ter zake voorkomende vaststellingsvoorschriften , in zoverre en voor zolang zulks strikt noodzakelijk is om rekening te houden met de onderhavige verordening .

2 . De in lid 1 bedoelde uitvoeringsbepalingen kunnen , wat de in rekeneenheden vastgestelde bedragen betreft die niet gebonden zijn aan de vaststelling van de prijzen , bestaan in een verhoging met 2,81 % .

Artikel 4

Met ingang van 15 maart 1976 wordt het in artikel 2 , lid 1 , sub b ) , laatste alinea , van Verordening ( EEG ) nr . 974/71 vermelde getal 1,25 vervangen door het getal 1,50 .

Artikel 5

1 . De in Verordening ( EEG ) nr . 1134/68 vastgestelde bepalingen met betrekking tot de wijziging van de verhouding tussen de pariteit van de munteenheid van een Lid-Staat en de waarde van de rekeneenheid , zijn van toepassing .

2 . Artikel 4 , lid 1 , tweede alinea , van Verordening ( EEG ) nr . 1134/68 is evenwel slechts van toepassing indien de toepassing van de nieuwe representatieve koersen de betrokkene nadeel berokkent .

Artikel 6

De bepalingen van Verordening ( EEG ) nr . 475/75 van de Raad van 27 februari 1975 betreffende de in de landbouwsector toe te passen wisselkoers , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2638/75 ( 10 ) , gelden voor de betrokken sectoren slechts tot de datum waarop het bepaalde in de onderhavige verordening voor de betrokken sector van toepassing wordt .

Artikel 7

Artikel 2 van Verordening ( EEG ) nr . 675/75 van de Raad van 4 maart 1975 tot vaststelling van de premiebedragen , voor de oogst 1975 , voor kopers van tabaksbladeren ( 11 ) wordt als volgt gelezen :

" De omrekeningskoers voor de premies voor de tabaksoogst 1975 is

- in Duitsland en de Benelux-landen vanaf 1 januari 1976 de representatieve koers die voor 3 maart 1975 gold ,

- in Frankrijk de representatieve koers die voor 15 maart 1976 gold . "

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op 15 maart 1976 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 15 maart 1976 .

Voor de Raad

De Voorzitter

R . VOUEL

( 1 ) PB nr . 106 van 30 . 10 . 1962 , blz . 2553/62 .

( 2 ) PB nr . L 263 van 19 . 9 . 1973 , blz . 1 .

( 3 ) PB nr . C 53 van 8 . 3 . 1976 , blz . 24 .

( 4 ) PB nr . C 50 van 4 . 3 . 1976 , blz . 19 .

( 5 ) PB nr . L 106 van 12 . 5 . 1971 , blz . 1 .

( 6 ) PB nr . L 52 van 28 . 2 . 1975 , blz . 28 .

( 7 ) PB nr . L 188 van 1 . 8 . 1968 , blz . 1 .

( 8 ) PB nr . L 281 van 1 . 11 . 1975 , blz . 1 .

( 9 ) PB nr . L 306 van 26 . 11 . 1975 , blz . 3 .

( 10 ) PB nr . L 269 van 18 . 10 . 1975 , blz . 1 .

( 11 ) PB nr . L 72 van 20 . 3 . 1975 , blz . 37 .