Richtlijn 76/765/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake alcoholmeters en areometers voor alcohol
Publicatieblad Nr. L 262 van 27/09/1976 blz. 0143 - 0148
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 5 blz. 0172
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0117
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 5 blz. 0172
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 5 blz. 0182
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 5 blz. 0182
++++ RICHTLIJN VAN DE RAAD van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake alcoholmeters en areometers voor alcohol ( 76/765/EEG ) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 , Gezien het voorstel van de Commissie , Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) , Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) , Overwegende dat de definitie , de constructie alsmede de wijze van keuring van alcoholmeters en areometers voor alcohol in de Lid-Staten zijn geregeld door dwingende voorschriften die van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillen en daardoor een belemmering vormen voor het verkeer van en de handel in deze instrumenten binnen de Gemeenschap ; dat een onderlinge aanpassing van deze voorschriften derhalve noodzakelijk is ; Overwegende dat de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende deze instrumenten eveneens noodzakelijk is ter aanvulling van de harmonisatie betreffende de methode ter bepaling van het alcoholgehalte op basis van de meetresultaten ten einde elke dubbelzinnigheid en kans op betwisting van de meetresultaten uit te sluiten ; Overwegende dat bij Richtlijn 71/316/EEG van de Raad van 26 juli 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen ( 3 ) de procedures van E.E.G.-modelgoedkeuring en eerste E.E.G.-ijk zijn vastgelegd ; dat overeenkomstig die richtlijn de technische voorschriften inzake uitvoering en werking moeten worden vastgesteld waaraan alcoholmeters en areometers voor alcohol moeten voldoen , om vrij te mogen worden ingevoerd , in de handel gebracht en gebruikt nadat zij zijn gekeurd en van de vastgestelde merken en tekens zijn voorzien ; Overwegende dat de Raad , in zijn resolutie van 17 december 1973 betreffende het industrieel beleid ( 4 ) , de Commissie heeft verzocht hem voor 1 december 1974 een voorstel voor een richtlijn betreffende alcoholmeting en alcoholmeters toe te zenden , HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD : Artikel 1 Met deze richtlijn worden de kenmerken vastgesteld van de alcoholmeters en areometers voor alcohol die zijn bestemd om het alcoholgehalte van mengsels van water en ethanol ( alcohol ) te bepalen . Artikel 2 De alcoholmeters en areometers voor alcohol waarop de E.E.G.-merken en E.E.G.-tekens mogen worden aangebracht zijn beschreven in de bijlage . Zij zijn onderworpen aan de E.E.G.-modelgoedkeuring en aan de eerste E.E.G.-ijk . Artikel 3 De Lid-Staten mogen het in de handel brengen en het in gebruik nemen van alcoholmeters en areometers voor alcohol die zijn voorzien van het E.E.G.-modelgoedkeuringsteken en van het merk van de eerste E.E.G.-ijk niet weigeren , verbieden of beperken om redenen in verband met de metrologische kwaliteiten daarvan . Artikel 4 1 . Binnen 24 maanden na kennisgeving van deze richtlijn voeren de Lid-Staten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in om aan het bepaalde in deze richtlijn te voldoen en maken deze bepalingen bekend . Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis . Zij passen deze bepalingen uiterlijk met ingang van 1 januari 1980 toe . 2 . De Lid-Staten brengen de tekst van alle nationale wettelijke bepalingen die zij aanvaarden op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is , ter kennis van de Commissie . Artikel 5 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten . Gedaan te Brussel , 27 juli 1976 . Voor de Raad De Voorzitter M . van der STOEL ( 1 ) PB nr . C 76 van 7 . 4 . 1975 , blz . 39 . ( 2 ) PB nr . C 248 van 29 . 10 . 1975 , blz . 22 . ( 3 ) PB nr . L 202 van 6 . 9 . 1971 , blz . 1 . ( 4 ) PB nr . C 117 van 31 . 12 . 1973 , blz . 1 . BIJLAGE ALCOHOLMETERS EN AREOMETERS VOOR ALCOHOL 1 . DEFINITIE VAN DE INSTRUMENTEN 1.1 . Alcoholmeters zijn instrumenten , vervaardigd uit glas , voor het meten van : - hetzij het alcohol-massagehalte - hetzij het alcohol-volumegehalte , van een mengsel van water en alcohol . Zij worden , naar de gemeten grootheid , massa-alcoholmeters of volumealcoholmeters genoemd . Areometers voor alcohol zijn instrumenten , vervaardigd uit glas en ingericht voor het meten van de dichtheid van een mengsel van water en alcohol . 1.2 . De instrumenten waarop deze richtlijn betrekking heeft , zijn voorzien van een schaalverdeling , opgesteld bij een referentietemperatuur van 20 * C , volgens de waarden die in de internationale alcoholtabellen , gepubliceerd door de Internationale Organisatie voor Wettelijke Metrologie , zijn vermeld . 1.3 . De schaalverdeling is ingericht voor aflezingen op het niveau van het vrije horizontale vloeistofoppervlak . 2 . BESCHRIJVING VAN DE INSTRUMENTEN 2.1 . Alcoholmeters en areometers voor alcohol zijn instrumenten van glas bestaande uit : - een cilindrische drijver die aan het ondereinde kegelvormig of bolrond uitloopt om geen luchtbellen vast te houden , - een holle cilindrische steel die aan de bovenzijde van de drijver is vastgesmolten ; het boveneinde van de steel is gesloten . 2.2 . Het buitenoppervlak van het instrument is een omwentelingslichaam om de hoofdas . De dwarsdoorsnede mag geen abrupte veranderingen vertonen . 2.3 . Onderin de drijver bevindt zich een verzwaring , bestemd om de massa van het instrument te justeren . 2.4 . In de steel bevindt zich een schaalverdeling , die op een vast in de steel bevestigde cilindrische drager is aangebracht . 3 . BEGINSELEN VAN DE CONSTRUCTIE 3.1 . Het glas dat wordt gebruikt voor de vervaardiging van de instrumenten moet doorzichtig zijn en vrij van gebreken die de aflezing van de schaalverdeling kunnen bemoeilijken . Het moet een kubieke uitzettingscoëfficiënt hebben van ( 25 min of meer 2 ) 10 -6 * C -1 . 3.2 . Het materiaal waaruit de verzwaring bestaat moet aan de bodem van het instrument zijn bevestigd . Nadat het instrument gedurende één uur in horizontale stand op een temperatuur van 80 * C is gehouden en vervolgens in dezelfde stand is afgekoeld , dient het instrument , indien men het weer laat drijven , zich in een dusdanige stand te bevinden dat zijn hoofdas een hoek van ten hoogste 1 * 30' met de verticaal maakt . 4 . DE SCHAALVERDELING 4.1 . De instrumenten hebben slechts een schaalverdeling van het in punt 4.5 of 4.6 . bedoelde type . 4.2 . De schaalverdeling en de opschriften moeten zijn aangebracht op een drager met een glad en niet glanzend oppervlak . Deze drager moet vast op zijn plaats in de steel worden gehouden ; met behulp van een geschikte inrichting moet elke verplaatsing van de schaalverdeling en de drager ten opzichte van de steel kunnen worden vastgesteld . De drager , de schaalverdeling en de opschriften mogen , na gedurende 24 uur aan een temperatuur van 70 * C te zijn blootgesteld , geen enkel spoor van vervorming , verkleuring of verkoling vertonen . 4.3 . De deelstrepen zijn strepen die : - gelegen zijn in een vlak dat loodrecht staat op de as van het instrument , - zwart ( 1 ) zijn uitgevoerd en duidelijk en onuitwisbaar zijn aangebracht , - fijn , scherp en van gelijke dikte van niet meer dan 0,2 mm zijn . 4.4 . De lengte van de korte strepen van de schaalverdeling bedraagt ten minste 1/5 van de omtrek van de steel , die van de middellange strepen ten minste 1/3 en die van de lange strepen ten minste de helft van deze omtrek . 4.5 . De nominale schaalverdelingen van de alcoholmeters geven hat alcohol-volumegehalte of het alcohol-massagehalte ( % volume of % massa ) aan . Zij hebben een meetbereik van ten hoogste 10 % voor het alcohol-volumegehalte of het alcohol-massagehalte . De schaaldeelwaarde bedraagt 0,1 % . De schaalverdeling bevat 5 tot 10 schaaldelen buiten het nominale meetbereik , naar boven en naar beneden . 4.6 . De nominale schaalverdelingen van de areometers voor alcohol geven de gemeten dichtheid in kilogram per kubieke meter aan . Zij hebben een meetbereik van ten hoogste 20 kg/m3 . De schaaldeelwaarde bedraagt 0,2 kg/m3 . De schaalverdeling bevat 5 tot 10 schaaldelen buiten het nominale meetbereik , naar beneden een naar boven , doch behoeft niet te worden voortgezet tot dichtheidswaarden groter dan 1 000 kg/m3 . 5 . INDELING EN BECIJFERING VAN DE SCHAALVERDELING 5.1 . Op de alcoholmeters is elke tiende deelstreep , gerekend van een eindstreep van de nominale schaalverdeling af , een lange streep . Er is een middellange deelstreep tussen twee achtereenvolgende lange deelstrepen en er zijn vier korte deelstrepen tussen een lange deelstreep en een middellange deelstreep . Alleen de lange deelstrepen zijn becijferd . 5.2 . Op de areometers voor alcohol is elke vijfde deelstreep , gerekend van een eindstreep van de nominale schaalverdeling af , een lange streep . Er zijn vier korte deelstrepen tussen twee achtereenvolgende lange deelstrepen . Alleen elke vijfde of elke tiende deelstreep is becijferd . 5.3 . De eindstrepen van de nominale schaalverdeling moeten met een volledig getal becijferd zijn . Bij areometers voor alcohol mogen bij de overige deelstrepen verkorte getallen zijn geplaatst . 6 . KLASSE-INDELING VAN DE INSTRUMENTEN EN VOORNAAMSTE AFMETINGEN 6.1 . De instrumenten behoren tot een van de volgende nauwkeurigheidsklassen : - klasse I : De gemiddelde lengte van een schaaldeel is ten minste 1,5 mm . De instrumenten van deze klasse mogen geen ingebouwde thermometer hebben . - klasse II : De gemiddelde lengte van een schaaldeel is ten minste 1,05 mm . De instrumenten van deze klasse mogen een ingebouwde thermometer hebben . - klasse III : De gemiddelde lengte van een schaaldeel is ten minste 0,85 mm . De instrumenten van deze klasse mogen een ingebouwde thermometer hebben . 6.2 . De buitenmiddellijn van de drijver ligt tussen 19 en 40 mm . De buitenmiddellijn van de steel moet ten minste gelijk zijn aan 3 mm voor de instrumenten van de klassen I en II en ten minste 2,5 mm voor die van klasse III . Het gedeelte van de steel , dat zich boven de hoogste deelstreep van de schaalverdeling bevindt , dient een lengte van ten minste 15 mm te hebben . De dwarsdoorsnede van de steel moet gelijke afmetingen behouden over een lengte van ten minste 5 mm beneden de laagste deelstreep van de schaalverdeling . 7 . OPSCHRIFTEN 7.1 . De volgende opschriften moeten duidelijk leesbaar en onuitwisbaar binnenin de instrumenten zijn aangebracht : - de nauwkeurigheidsklasse I of II of III , - kg/m3 of % vol of % mas , - 20 * C , - ethanol , - de naam of het identificatiemerk van de fabrikant , - het fabrieksnummer van het instrument , - het E.E.G.-modelgoedkeuringsteken " e " . 7.2 . Op de drijver mag de massa van het instrument , uitgedrukt tot in milligrammen , worden vermeld . 8 . MAXIMAAL TOELAATBARE FOUTEN EN EERSTE E.E.G.-IJK 8.1 . De maximaal toelaatbare fouten voor de alcoholmeters en de areometers voor alcohol bedragen : - voor de instrumenten van klasse I : plus of min een half schaaldeel bij elke gemeten waarde . - voor de instrumenten van klasse II en III : plus of min een schaaldeel bij elke gemeten waarde . 8.2 . De eerste E.E.G.-ijk wordt verricht bij ten minste drie meetpunten , verspreid over het gehele nominale meetbereik van de schaal . 9 . THERMOMETERS DIE WORDEN GEBRUIKT BIJ DE METING VAN HET ALCOHOLGEHALTE 9.1 . Indien het instrument dat dient voor de meting van het alcoholgehalte behoort tot klasse I , is de gebruikte thermometer - een weerstandsthermometer met metalen element of een kwikthermometer , uitgevoerd als hulsthermometer ; - voorzien van een aanwijziging met schaaldelen van 0,1 * C of 0,05 * C . De maximaal toelaatbare fout bedraagt plus of min 0,05 * C bij elke gemeten waarde . Op de kwikthermometers moet een deelstreep bij 0 * C zijn aangebracht . 9.2 . Indien het instrument dat dient voor de meting van het alcoholgehalte behoort tot klasse II of III , is de gebruikte thermometer een kwikthermometer , uitgevoerd als hulsthermometer , en voorzien van een schaalverdeling met schaaldelen van 0,1 * C of 0,2 * C of 0,5 * C . De thermometer heeft een deelstreep bij 0 * C . De maximaal toelaatbare fout in plus of min bedraagt : 0,1 * C indien de thermometer schaaldelen heeft van 0,1 * C , 0,15 * C indien de thermometer schaaldelen heeft van 0,2 * C , 0,2 * C indien de thermometer schaaldelen heeft van 0,5 * C . De thermometer mag zijn ingebouwd in het instrument dat dient voor de meting van het alcoholgehalte . In dat geval behoeft er geen deelstreep bij 0 * C te worden aangebracht . 9.3 . De minimale lengte van een schaaldeel bedraagt 0,7 mm voor thermometers met schaaldelen van 0,05 * C , 0,1 * C en 0,2 * C en 1,0 mm voor thermometers met schaaldelen van 0,5 * C . 9.4 . De strepen mogen niet dikker zijn dan 1/5 van de lengte van het schaaldeel . 10 . IJKMERKEN Op de achterzijde van de alcoholmeters en areometers voor alcohol dient in het bovenste derde gedeelte van de drijver een plaats vrij te zijn voor het aanbrengen van het merk van eerste E.E.G.-ijk . Krachtens punt 3.1.1 van bijlage II van Richtlijn 71/316/EEG en in afwijking van punt 3 van die bijlage , bestaat het merk van eerste E.E.G.-ijk , in verband met de bijzondere eisen die het aanbrengen van ijkmerken op glazen instrumenten stelt , uit de navolgende reeks van aanduidingen : - de kleine letter " e " , - de laatste twee cijfers van het jaar van de eerste E.E.G.-ijk , - de kenletter of kenletters van het land waar de eerste E.E.G.-ijk heeft plaatsgevonden , - zo nodig het kencijfer van het ijkkantoor . Ingeval het merk door middel van zandstralen wordt aangebracht , worden de letters en cijfers op geschikte plaatsen onderbroken ; hierdoor mag de leesbaarheid van de aanduidingen niet worden verminderd . Voorbeeld : e 75 D 48 : Eerste E.E.G.-ijk , verricht in 1975 door het kantoor nr . 48 van de Bondsrepubliek Duitsland . ( 1 ) Buiten het meetbereik van de nominale schaalverdeling mogen de strepen een andere kleur hebben .