31975L0362

Richtlijn 75/362/EEG van de Raad van 16 juni 1975 inzake de onderlinge erkenning van de diploma' s certificaten en andere titels van de arts, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten

Publicatieblad Nr. L 167 van 30/06/1975 blz. 0001 - 0013
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0196
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0186
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0186


++++

RICHLIJN VAN DE RAAD

van 16 juni 1975

inzake de onderlinge erkenning van de diploma's , certificaten en andere titels van de arts , tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten

( 75/362/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 49 , 57 , 66 en 235 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat krachtens het Verdrag ieder verschil in behandeling op grond van nationaliteit inzake vestiging en het verrichten van diensten sedert het einde van de overgangsperiode is verboden ; dat het aldus verwezenlijkte beginsel met name ook van toepassing is op de afgifte van een vergunning die eventueel vereist is voor de toegang tot de werkzaamheden van de arts alsmede op de inschrijving of aansluiting bij beroeps - of bedrijfsorganisaties ;

Overwegende dat het evenwel dienstig lijkt zekere bepalingen vast te stellen ter vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten van de arts ;

Overwegende dat de Lid-Staten krachtens het Verdrag verplicht zijn geen enkele vorm van steun te verlenen waardoor de vestigingsvoorwaarden kunnen worden vervalst ;

Overwegende dat artikel 57 , lid 1 , van het Verdrag de vaststelling voorschrijft van richtlijnen inzake de onderlinge erkenning van diploma's , certificaten en andere titels ; dat deze richtlijn strekt tot onderlinge erkenning van de diploma's , certificaten en andere titels van de arts die toegang verlenen tot de uitoefening der geneeskunst alsmede van de diploma's , certificaten en andere titels van de specialist ;

Overwegende dat voor de opleiding van de specialist moet worden overgegaan tot de onderlinge erkening van de door de opleiding verkregen titels , wanneer deze , zonder dat zij een voorwaarde zijn voor de toegang tot de werkzaamheid van de specialist , wel een voorwaarde vormen voor het voeren van een titel van specialist ;

Overwegende dat het , gezien de verschillen die momenteel tussen de Lid-Staten bestaan ten aanzien van het aantal medische specialisaties en de aard of de duur van de opleiding tot specialist , noodzakelijk is , bepaalde coordinatievoorschriften vast te stellen waardoor de Lid-Staten kunnen overgaan tot wederzijdse erkenning van de diploma's , certificaten of andere titels ; dat deze coordinatie plaatsvindt bij Richtlijn nr . 75/363/EEG van de Raad van 16 juni 1975 inzake de coordinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van de arts ( 3 ) ;

Overwegende dat , hoewel de vorenbedoelde coordinatie niet de harmonisatie van alle voorschriften der Lid-Staten betreffende de opleiding van specialisten ten gevolge heeft , toch moet worden overgegaan tot de onderlinge erkenning van de diploma's , certificaten en andere titels van specialist , die niet aan alle Lid-Staten gemeen zijn , zonder dat de mogelijkheid van een latere harmonisatie op dit terrein wordt uitgesloten ; dat evenwel een beperking nodig werd geacht van de erkenning van deze diploma's , certificaten en andere titels var specialist tot uitsluitend die Lid-Staten , welke de desbetreffende specialisaties kennen ;

Overwegende dat , aangezien een richtlijn inzake de onderlinge erkenning van de diploma's niet noodzakelijkerwijze de materiële gelijkwaardigheid inhoudt van de opleidingen waarop deze diploma's betrekking hebben , het voeren van de opleidingstitel uitsluitend in de taal van de Lid-Staat van oorsprong of herkomst dient te worden toegestaan ;

Overwegende dat de Lid-Staten , om de toepassing van deze richtlijn door hun nationale administraties te vergemakkelijken , kunnen bepalen dat de begunstigden die aan de daarin gestelde opleidingsvoorwaarden voldoen , te zamen met hun opleidingstitel een certificaat van de bevoegde overheid van het land van oorsprong of herkomst dienen over te leggen waarin wordt verklaard dat deze titels met de in de richtlijn bedoelde titels overeenstemmen ;

Overwegende dat deze richtlijn niets afdoet aan de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten , die aan vennootschappen het uitoefenen van de werkzaamheid van de arts verbieden of daarvoor bepaalde voorwaarden stellen ;

Overwegende dat in geval van het verrichten van diensten het stellen van de eis van inschrijving of aansluiting bij beroeps - of bedrijfsorganisaties , welke verband houdt met het vast en permanente karakter van zijn werkzaamheden in het ontvangende land , ongetwijfeld wegens het tijdelijke karakter van zijn werkzaamheid een belemmering zou betekenen voor degene die deze diensten verricht ; dat deze derhalve dient te worden vermeden ; dat evenwel in dit geval het tuchtrechtelijke toezicht waartoe deze beroeps - of bedrijfsorganisaties de bevoegdheid hebben moet worden verzekerd ; dat hiertoe , onder voorbehoud van toepassing van artikel 62 van het Verdrag , in de mogelijkheid dient te worden voorzien de begunstigde te verplichten de bevoegde autoriteit van de ontvangende Lid-Staat in kennis te stellen van de dienstverrichting ;

Overwegende dat op het gebied van goed gedrag en betrouwbaarheid onderscheid dient te worden gemaakt tussen de eisen die kunnen worden gesteld enerzijds voor een eerste toegang tot het beroep en anderzijds voor de uitoefening ervan ;

Overwegende dat ten aanzien van de werkzaamheden in loondienst van de arts Verordening ( EEG ) nr . 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap ( 4 ) geen specifieke bepalingen over goed gedrag en betrouwbaarheid , beroepsdicipline en het voeren van een titel voor de gereglementeerde beroepen bevat ; dat de desbetreffende regelingen naar gelang van de Lid-Staten zowel op loontrekkenden als op niet-loontrekkenden worden of kunnen worden toegepast ; dat de werkzaamheden van de arts in alle Lid-Staten afhankelijk zijn gesteld van het bezit van een diploma , certificaat of andere titel van arts ; dat deze werkzaamheden zowel door zelfstandigen als door loontrekkenden of ook afwisselend als loontrekkende en als niet-loontrekkende door dezelfde personen gedurende hun loopbaan worden uitgeoefend ; dat het , voor een werkelijke bevordering van het vrije verkeer van deze beroepsbeoefenaars binnen de Gemeenschap , derhalve noodzakelijk lijkt het toepassingsgebied van deze richtlijn uit te breiden tot de arts in loondienst ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

HOOFDSTUK I

WERKINGSSFEER

Artikel 1

Deze richtlijn is van toepassing op de werkzaamheden van de arts .

HOOFDSTUK II

DIPLOMA'S , CERTIFICATEN EN ANDERE TITELS VAN ARTS

Artikel 2

Elke Lid-Staat erkent de door de overige Lid-Staten aan de onderdanen van de Lid-Staten overeenkomstig artikel 1 van Richtlijn nr . 75/363/EEG afgegeven en in artikel 3 vermelde diploma's , certificaten en andere titels door daaraan , met betrekking tot de toegang tot de uitoefening van de werkzaamheden van arts , op zijn grondgebied hetzelfde rechtsgevolg toe te kennen als aan de door hemzelf uitgereikte diploma's , certificaten en andere titels .

Artikel 3

De in artikel 2 bedoelde diploma's , certificaten en andere titels zijn :

a ) in Duitsland :

1 . " Zeugnis ueber die aerztliche Staatspruefung " , het door de bevoegde instanties afgegeven certificaat betreffende het staatsexamen voor arts en het " Zeugnis ueber die Vorbereitungszeit als Medizinalassistent " , certificaat dat na afloop van de voorbereidende periode als medisch assistent wordt afgegeven , indien zulk een periode ingevolge Duitse wettelijke bepalingen ter afsluiting van de artsenopleiding nog is voorgeschreven ;

2 . de verklaringen van de bevoegde instanties van de Bondsrepubliek Duitsland waarbij de gelijkwaardigheid van de sedert 8 mei 1945 door de bevoegde instanties van de Duitse Democratische Republiek uitgereikte opleidingstitels met de hierboven sub 1 genoemde titels wordt bekrachtigd ;

b ) in België :

" wettelijk diploma van doctor in de genees - , heel - en verloskunde " , of " diplôme légal de docteur en médecine , chirurgie et accouchements " afgegeven door de medische faculteiten van de universiteiten , door de centrale examencommissie of de examencommissies van de Staat voor universitair onderwijs ;

c ) in Denemarken :

" bevis for bestaaet laegevidenskabelig embedseksamen " , het door de medische faculteit van een universiteit uitgereikte wettelijke diploma van doctor in de geneeskunde , alsook het " dokumentation for gennemfoert praktisk uddannelse " , het door de bevoegde instanties van de gezondheidsdiensten opgestelde stagecertificaat ;

d ) in Frankrijk :

1 . " diplôme d'Etat de docteur en médecine " , het door de medische faculteiten , de medischfarmaceutische interfaculteiten van de universiteiten of door de universiteiten uitgereikte staatsdiploma van doctor in de geneeskunde ;

2 . " diplôme d'université de docteur en médecine " , het universitaire diploma van doctor in de geneeskunde , voor zover hiervoor dezelfde opleidingscyclus is vereist als van het staatsdiploma van doctor in de geneeskunde ;

e ) in Ierland :

" primary qualification " , een certificaat inzake basiskennis dat is uitgereikt in Ierland na een bekwaamheidsexamen voor een bevoegde examencommissie , te zamen met een certificaat inzake de praktijkervaring dat door dezelfde examencommissie is uitgereikt en welke recht geven op volledige inschrijving als " fully registered general practitioner " in het register als huisarts ;

f ) in Italië :

" diploma di abilitazione all'esercizio della medicina e chirurgia " , het door de staatsexamencommissie uitgereikte diploma dat de bevoegdheid geeft tot het uitoefenen van de genees - en heelkunde ;

g ) in Luxemburg :

1 . " diplôme d'Etat de docteur en médecine , chirurgie et accouchements " , het door de staatsexamencommissie uitgereikte staatsdiploma van doctor in de genees - , heel - en verloskunde , gefiatteerd door de Minister van Onderwijs , plus " certificat de stage " , het door de Minister van Volksgezondheid gefiatteerde stagecertificaat ;

2 . het diploma waarmede een graad van hoger onderwijs in de geneeskunde wordt verleend , dat in een van de landen der Gemeenschap is uitgereikt en aldaar recht geeft om een stage te volgen , zonder daar toegang tot het beroep te verlenen , en dat door de Minister van Onderwijs is erkend overeenkomstig de wet van 18 juni 1969 op het hoger onderwijs en de erkenning van buitenlandse titels en graden van hoger onderwijs , plus het door de Minister van Volksgezondheid gefiatteerde stagecertificaat ;

h ) in Nederland :

" universitait getuigschrift van arts " ,

i ) in het Verenigd Koninkrijk :

" primary qualification " , een certificaat inzake basiskennis dat is uitgereikt in het Verenigd Koninkrijk na een bekwaamheidsexamen voor een bevoegde examencommissie , te zamen met een certificaat inzake de praktijkervaring dat door dezelfde examencommissie is uitgereikt en welke recht geven op volledige inschrijving als " fully registered general practitioner " in het register als huisarts .

HOOFDSTUK III

DIPLOMA'S , CERTIFICATEN EN ANDERE TITELS VAN SPECIALIST DIE ALLE LID-STATEN GEMEEN HEBBEN

Artikel 4

Elke Lid-Staat erkent de door de overige Lid-Staten aan de onderdanen van Lid-Staten overeenkomstig de artikelen 2 , 3 , 4 en 8 van Richtlijn nr . 75/363/EEG afgegeven en in artikel 5 vermelde diploma's , certificaten en andere titels van specialist , door daaraan op zijn grondgebied hetzelfde rechtsgevolg toe te kennen als aan de door hem zelf uitgereikte diploma's , certificaten en andere titels .

Artikel 5

1 . De in artikel 4 bedoelde diploma's , certificaten en andere titels zijn die , welke door de in lid 2 genoemde bevoegde autoriteiten of instanties zijn afgegeven , en welke voor de desbetreffende gespecialiseerde opleiding beantwoorden aan de in de verschillende Lid-Staten geldende en in lid 3 weergegeven benamingen .

2 . De in lid 1 bedoelde , door de bevoegde instanties of instellingen afgegeven diploma's , certificaten en andere titels zijn de volgende :

Duitsland :

" Die von den Landesaerztekammern erteilte fachaerztliche Anerkennung " ( het getuigschrift van specialist dat is afgegeven door de Orde van geneesheren van het Land ) ;

België :

" erkenningstitel van specialist " of " titre d'agréation en qualité de médecin spécialiste " afgegeven door het Ministerie van Volksgezondheid ;

Denemarken :

" bevis for tilladelse til at betegne sig som speciallaege " ( getuigschrift dat machtigt tot het voeren van de titel van specialist ) afgegeven door de bevoegde instanties van de gezondheidsdiensten ;

Frankrijk :

- " certificat d'études spéciales de médecine " ( afgegeven door de medische faculteit of de gemengde medisch-farmaceutische faculteiten van de universiteiten of de universiteiten ) ;

- " attestation de médecin spécialiste qualifié " ( opgesteld door de Orde van geneesheren ) ;

- " certificat d'études spéciales de médecine " ( afgegeven door de medische faculteit of de gemengde medisch-farmaceutische faculteiten van de universiteiten of het bij besluit van de Minister van Onderwijs vastgestelde bewijs van gelijkwaardigheid van deze getuigschriften ) ;

Ierland :

" certificate of specialist doctor " ( diploma van specialist ) afgegeven door de hiertoe door de Minister van Volksgezondheid gemachtigde bevoegde autoriteit ;

Italië :

" diploma di medico specialista " ( diploma van specialist ) afgegeven door de rector-magnificus van een universiteit ;

Luxemburg :

" certificat de médecin spécialiste " ( diploma van specialist ) afgegeven door de Minister van Volksgezondheid na advies van de Orde van Geneesheren ;

Nederland :

Het door de Specialisten-Registratiecommissie ( S.R.C . ) afgegeven getuigschrift van erkenning en inschrijving in het Specialistenregister ;

Verenigd Koninkrijk :

" Certificate of completion of specialist training " ( diploma van gespecialiseerde opleiding ) , afgegeven door de hiertoe gemachtigde bevoegde autoriteit .

3 . De in de Lid-Staten geldende benamingen die overeenstemmen met de desbetreffende gespecialiseerde opleidingen luiden als volgt :

- anesthesie :

Belgie : anesthésiologie / anesthesie

Denemarken : anaestesiologi

Duitsland : Anaesthesie

Frankrijk : anesthésie-réanimation

Ierland : anaesthetics

Italië : anestesia e rianimazione

Luxemburg : anesthésie-réanimation

Nederland : anesthesie

Verenigd Koninkrijk : anaesthetics ;

- heelkunde :

Belgie : chirurgie / heelkunde

Denemarken : kirurgi eller kirurgiske sygdomme

Duitsland : Chirurgie

Frankrijk : chirurgie générale

Ierland : general surgery

Italië chirurgia generale

Luxemburg : chirurgie générale

Nederland : heelkunde

Verenigd Koninkrijk : general surgery ;

- neurochirurgie :

België : neurochirurgie / neurochirurgie

Denemarken : neurokirurgi eller kirurgiske nervesygdomme

Duitsland : Neurochirurgie

Frankrijk : neurochirurgie

Ierland : neurological surgery

Italië : neurochirurgia

Luxemburg : neurochirurgie

Nederland : neurochirurgie

Verenigd Koninkrijk : neurological surgery ;

- verloskunde en gynaecologie :

België : gynécologie-obstétrique / gynaecologie - verloskunde

Denemarken : gynaekologi og obstetrik eller kvindesygdomme og foedselshjaelp

Duitsland : Frauenheilkunde und Geburtshilfe

Frankrijk : obstétrique et gynécologie médicale

Ierland : obstetrics and gynaecology

Italië : ostetricia e ginecologia

Luxemburg : gynécologie-obstétrique

Nederland : verloskunde en gynaecologie

Verenigd Koninkrijk : obstetrics and gynaecology ;

- inwendige geneeskunde :

België : médecine interne / inwendige geneeskunde

Denemarken : intern medicin eller medicinske sygdomme

Duitsland : Innere Medizin

Frankrijk : médecine interne

Ierland : general ( internal ) medicine

Italië : medicina interna

Luxemburg : maladies internes

Nederland : inwendige geneeskunde

Verenigd Koninkrijk : general medicine ;

- oogheelkunde

België : ophtalmologie / ophtalmologie

Denemarken : oftalmologi eller oejensygdomme

Duitsland : Augenheilkunde

Frankrijk : ophtalmologie

Ierland : ophthalmology

Italië : oculistica

Luxemburg : ophtalmologie

Nederland : oogheelkunde

Verenigd Koninkrijk : ophthalmology ;

- keel - , neus - en oorheelkunde :

België : oto-rhino-laryngologie / oto-rino-laryngologie

Denemarken : oto-rhino-laryngologi eller oere-naese-halssygdomme

Duitsland : Hals - , Nasen - , Ohrenheilkunde

Frankrijk : oto-rhino-laryngologie

Ierland : otolaryngology

Italië : otorinolaringoiatria

Luxemburg : oto-rhino-laryngologie

Nederland : keel - , neus - en oorheelkunde

Verenigd Koninkrijk : otolaryngology ;

- kindergeneeskunde :

België : pédiatrie / pediatrie

Denemarken : paediatri eller boernesygdomme

Duitsland : Kinderheilkunde

Frankrijk : pédiatrie

Ierland : paediatrics

Italië : pediatria

Luxemburg : pédiatrie

Nederland : kindergeneeskunde

Verenigd Koninkrijk : paediatries ;

- ziekten der luchtwegen :

België : pneumologie / pneumologie

Denemarken : medicinske lungesygdomme

Duitsland : Lungen - und Bronchialheilkunde

Frankrijk : pneumo-phtisiologie

Ierland : respiratory medicine

Italië : tisiologia e malattie dell'apparato respiratorio

Luxemburg : pneumo-phtisiologie

Nederland : ziekten der luchtwegen

Verenigd Koninkrijk : respiratory medicine ;

- urologie :

België : urologie / urologie

Denemarken : urologi eller urinvejenes kirurgiske sygdomme

Duitsland : Urologie

Frankrijk : urologie

Ierland : urology

Italië : urologia

Luxemburg : urologie

Nederland : urologie

Verenigd Koninkrijk : urology ;

- orthopedie :

België : orthopédie / orthopedie

Denemarken : ortopaedisk kirurgi

Duitsland : Orthopaedie

Frankrijk : orthopédie

Ierland : orthopaedic surgery

Italië : ortopedia e traumatologia

Luxemburg : orthopédie

Nederland : orthopedie

Verenigd Koninkrijk : orthopaedie surgery .

HOOFDSTUK IV

DIPLOMA'S , CERTIFICATEN EN ANDERE TITELS VAN SPECIALIST , DIE IN TWEE OF MEER LID-STATEN BESTAAN

Artikel 6

Elke Lid-Staat , die ter zake geldende wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen kent , erkent de overeenkomstig de artikelen 2 , 3 , 5 en 8 van Richtlijn nr . 75/363/EEG door andere Lid-Staten aan onderdanen van de Lid-Staten afgegeven in artikel 7 vermelde diploma's , certificaten en andere titels van specialist , door daaraan op zijn grondgebied hetzelfde rechtsgevolg toe te kennen als aan de door hemzelf uitgereikte diploma's , certificaten en andere titels .

Artikel 7

1 . De in artikel 6 bedoelde diploma's , certificaten en andere titels zijn die , welke door de in artikel 5 , lid 2 , genoemde bevoegde autoriteiten of instanties zijn afgegeven en welke voor de desbetreffende specialisaties beantwoorden aan de in lid 2 van dit artikel opgenomen benamingen voor de Lid-Staten waar zij bestaan .

2 . De in de Lid-Staten geldende benamingen voor de desbetreffende specialisaties zijn de volgende :

- klinische biologie :

België : biologie clinique klinische biologie

Frankrijk : biologie médicale

Italië : patologia diagnostica di laboratorio

- biologische hematologie :

Denemarken : klinisk blodtypeserologi

Luxemburg : hématologie biologique

- bacteriologie :

Denemarken : klinisk mikrobiologi

Ierland : microbiology

Italië : microbiologia

Luxemburg : microbiologie

Nederland : bacteriologie

Verenigd Koninkrijk : medical microbiology

- pathologische anatomie :

Duitsland : Pathologische Anatomie

Denemarken : patologisk anatomi og histologi eller vaevsundersoegelse

Frankrijk : anatomie pathologique

Ierland : morbid anatomy and histopathology

Italië : anatomia patologica

Luxemburg : anatomie pathologique

Nederland : pathologische anatomie

Verenigd Koninkrijk : morbid anatomy and histopathology

- klinische chemie :

Denemarken : klinisk kemi

Ierland : chemical pathology

Luxemburg : biochimie

Nederland : klinische chemie

Verenigd Koninkrijk : chemical pathology

- immunologie :

Ierland : clinical immunology

Verenigd Koninkrijk : immunology

- plastische chirurgie :

België : chirurgie plastique / plastische heelkunde

Denemarken : plastikkirurgi

Frankrijk : chirurgie plastique et reconstructive

Ierland : plastic surgery

Italië : chirurgia plastica

Luxemburg : chirurgie plastique

Nederland : plastische chirurgie

Verenigd Koninkrijk : plastic surgery ;

- cardio-pulmonale chirurgie :

België : chirurgie thoracique / heelkunde op de thorax

Denemarken : thoraxkirurgi eller brysthulens kirurgiske sygdomme

Frankrijk : chirurgie thoracique

Ierland : thoracic surgery

Italië : chirurgia toracica

Luxemburg : chirurgie thoracique

Nederland : cardio-pulmonale chirurgie

Verenigd Koninkrijk : thoracie surgery ;

- kinderheelkunde :

Ierland : paediatric surgery

Italië : chirurgia pediatrica

Luxemburg : chirurgie infantile

Verenigd Koninkrijk : paediatrie surgery ;

- chirurgie van hart - en bloedvaten :

België : chirurgie des vaisseaux bloedvatenheelkunde

Italië : cardio-angio chirurgia

Luxemburg : chirurgie cardio-vasculaire ;

- cardiologie :

België : cardiologie / cardiologie

Denemarken : cardiologi eller hjerte - og kredsloebssygdomme

Frankrijk : cardiologie et médecine des affections vasculaires

Ierland : cardiology

Italië : cardiologia

Luxemburg : cardiologie et angiologie

Nederland : cardiologie

Verenigd Koninkrijk : cardio-vascular diseases ;

- maag - en darmziekten :

België : gastro-enterologie / gastroenterologie

Denemarken : medicinsk gastroenterologi eller medicinske mave-tarmsygdomme

Frankrijk : maladies de l'appareil digestif

Ierland : gastroenterology

Italië : malattia dell'apparato digerente della nutrizione e del ricambio

Luxemburg : gastro-entérologie et maladies de la nutrition

Nederland : maag - en darmziekten

Verenigd Koninkrijk : gastroenterology ;

- reumatologie :

België : rhumatologie / reumatologie

Frankrijk : rhumatologie

Ierland : rheumatology

Italië : reumatologia

Luxemburg : rhumatologie

Nederland : reumatologie

Verenigd Koninkrijk : rheumatology ;

- algemene hematologie :

Ierland : haematology

Italië : ematologia

Luxemburg : hématologie

Verenigd Koninkrijk : haematology ;

- endocrinologie :

Ierland : endocrinology and diabetes mellitus

Italië : endocrinologia

Luxemburg : endocrinologie

Verenigd Koninkrijk : endocrinology and diabetes mellitus ;

- revalidatie :

België : physiothérapie / fysiotherapie

Denemarken : fysiurgi og rehabilitering

Frankrijk : rééducation et réadaptation fonctionnelles

Italië : fisioterapia

Nederland : revalidatie ;

- stomatologie :

Frankrijk : stomatologie

Italië : odontostomatologia

Luxemburg : stomatologie ;

- neurologie :

Duitsland : Neurologie

Denemarken : neuromedicin eller medicinske nervesygdomme

Frankrijk : neurologie

Ierland : neurology

Italië : neurologia

Luxemburg : neurologie

Nederland : neurologie

Verenigd Koninkrijk : neurology ;

- psychiatrie :

Duitsland : Psychiatrie

Denemarken : psykiatri

Frankrijk : psychiatrie

Ierland : psychiatry

Italië : psichiatria

Luxemburg : psychiatrie

Nederland : psychiatrie

Verenigd Koninkrijk : psychiatry ;

- zenuw - en zielsziekten :

België : neuro-psychiatrie / neuropsychiatrie

Duitsland : Neurologie und Psychiatrie

Frankrijk : neuro-psychiatrie

Italië : neuropsichiatria

Luxemburg : neuro-psychiatrie

Nederland : zenuw - en zielsziekten

- huid - en geslachtsziekten :

België : dermato-vénéréologie / dermato-venereologie

Denemarken : dermato-venerologi eller hud - og koenssygdomme

Duitsland : Dermatologie und Venerologie

Frankrijk : dermato-vénéréologie

Italië : dermatologia e venerologia

Luxemburg : dermato-vénéréologie

Nederland : huid - en geslachtsziekten ;

- huidziekten :

Ierland : dermatology

Verenigd Koninkrijk : dermatology ;

- geschlachtsziekten :

Ierland : venereology

Verenigd Koninkrijk : venereology ;

- radiologie :

Duitsland : Radiologie

Frankrijk : radiologie

Italië : radiologia

Luxemburg : électro-radiologie

Nederland : radiologie ;

- radiodiagnostiek :

België : radiodiagnostic / radiodiagnose

Denemarken : diagnostisk radiologi eller roentgenundersoegelse

Frankrijk : radiodiagnostic

Ierland : diagnostic radiology

Nederland : radiodiagnostiek

Verenigd Koninkrijk : diagnostic radiology ;

- radiotherapie :

België : radio-radiumthérapie / radio-radiumtherapie

Denemarken : terapeutisk radiologi eller straalebehandling

Frankrijk : radiothérapie

Ierland : radiotherapy

Nederland : radiotherapie

Verenigd Koninkrijk : radiotherapy ;

- tropische ziekten :

België : médecine tropicale / tropische geneeskunde

Denemarken : tropemedicin

Ierland : tropical medicine

Italië : medicina tropicale

Verenigd Koninkrijk : tropical medicine ;

- kinderpsychiatrie :

Duitsland : Kinder - und Jugendpsychiatrie

Denemarken : boernepsykiatri

Frankrijk : pédo-psychiatrie

Italië : neuropsichiatria infantile ;

- geriatrie :

Ierland : geriatrics

Verenigd Koninkrijk : geriatrics ;

- nierziekten :

Denemarken : nefrologi eller medicinske nyresygdomme

Ierland : nephrology

Italië : nefrologia

Verenigd Koninkrijk : renal diseases ;

- besmettelijke ziekten :

Ierland : communicable diseases

Italië : malattie infettive

Verenigd Koninkrijk : communicable diseases ;

- community medicine :

Ierland : community medicine

Verenigd Koninkrijk : community medicine ;

- farmacologie :

Duitsland : Pharmakologie

Ierland : clinical pharmacology and therapeutics

Verenigd Koninkrijk : clinical pharmacology and therapeutics ;

- occupational medicine :

Ierland : occupational medicine

Verenigd Koninkrijk : occupational medicine ;

- allergologie :

Italië : allergologia ed immunologia clinica

Nederland : allergologie ;

- gastro-enterologische chirurgie :

België : chirurgie abdominale / heelkunde op het abdomen

Denemarken : kirurgisk gastroenterologi eller kirurgiske mave-tarmsygdomme

Italië : chirurgia dell'apparato digerente ;

Artikel 8

1 . De ontvangende Lid-Staat kan aan de onderdanen der Lid-Staten , die een der diploma's , certificaten of andere titels van opleiding tot specialist wensen te verkrijgen die niet onder de artikelen 4 en 6 vallen of die , hoewel vallend onder artikel 6 , niet in een Lid-Staat van oorsprong of herkomst worden afgegeven , de opleidingseisen stellen die ter zake in zijn eigen wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen worden voorgeschreven .

2 . De ontvangende Lid-Staat houdt daarbij evenwel , geheel of gedeeltelijk , rekening met de duur van de opleidingsperiode van de in lid 1 bedoelde onderdanen , waarvoor zij een diploma , een certificaat of een andere opleidingstitel hebben ontvangen die door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van oorsprong of herkomst is afgegeven , wanneer deze overeenkomt met die welke in de ontvangende Lid-Staat voor de desbetreffende gespecialiseerde opleiding wordt vereist .

3 . Nadat de bevoegde autoriteiten en instanties van de ontvangende Lid-Staat de inhoud en de duur van de gespecialiseerde opleiding van de betrokkene aan de hand van de voorgelegde diploma's , certificaten en andere titels hebben geverifieerd , stellen zij deze in kennis van de duur van de aanvullende opleiding alsmede van de gebieden die deze opleiding moet bestrijken .

HOOFDSTUK V

VERWORVEN RECHTEN

Artikel 9

1 . Elke Lid-Staat erkent , ten aanzien van onderdanen van de Lid-Staten welker diploma's , certificaten en andere titels niet beantwoorden aan het geheel der minimumopleidingseisen bedoeld in artikel 1 van Richtlijn nr . 75/363/EEG , als genoegzaam bewijs de voor de inwerkingtreding van genoemde richtlijn door die Lid-Staten afgegeven diploma's , certificaten en andere titels , indien deze vergezeld gaan van een verklaring waarin wordt bevestigd dat deze onderdanen de bedoelde werkzaamheden gedurende ten minste drie jaren achtereen tijdens de vijf jaren die aan de afgifte van de verklaring voorafgaan daadwerkelijk en op wettige wijze hebben verricht .

2 . Elke Lid-Staat erkent , ten aanzien van onderdanen van de Lid-Staten welker diploma's , certificaten en andere titels van specialist niet voldoen aan de minimumopleidingseisen bedoeld in de artikelen 2 , 3 , 4 en 5 , van Richtlijn nr . 75/363/EEG , de door de Lid-Staten voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn nr . 75/363/EEG , afgegeven diploma's , certificaten en andere titels als genoegzaam bewijs . Hij kan evenwel verlangen , dat eerstgenoemde diploma's , certificaten en andere titels vergezeld gaan van een door de bevoegde autoriteiten of instanties van de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst afgegeven bewijsstuk , waaruit blijkt dat de arts de betrokken werkzaamheden als specialist heeft uitgeoefend gedurende een periode die gelijk is aan tweemaal het verschil tussen de duur van de gespecialiseerde opleiding in de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst , en de minimumopleidingsduur , bedoeld in Richtlijn nr . 75/363/EEG , indien deze diploma's , certificaten en andere titels niet voldoen aan de minimumopleidingsduur , genoemd in de artikelen 4 en 5 van Richtlijn nr . 75/363/EEG .

Indien evenwel in de ontvangende Lid-Staat voor de tenuitvoerlegging van de onderhavige richtlijn een minimumopleidingsduur wordt vereist welke korter is dan die , bedoeld in de artikelen 4 en 5 , van Richtlijn nr . 75/363/EEG , kan voor het in de eerste alinea bedoelde verschil slechts worden uitgegaan van de in die Lid-Staat bepaalde minimumduur van de opleiding .

3 . Elke Lid-Staat erkent , ten aanzien van onderdanen van de Lid-Staten welker diploma's , certificaten en andere titels van specialist niet in overeenstemming zijn met de in de artikelen 5 en 7 voorkomende benamingen , de door de Lid-Staten afgegeven diploma's , certificaten en andere titels als genoegzaam bewijs , indien deze zijn vergezeld van een door de bevoegde autoriteiten of organisaties afgegeven gelijkwaardigheidsverklaring .

4 . De Lid-Staten die voor de kennisgeving van deze richtlijn hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het afgeven van diploma's , certificaten en andere titels op het gebied van zenuw - en zielsziekten , huid - en geslachtsziekten of radiologie hebben afgeschaft en die voor de kennisgeving van deze richtlijn ten gunste van hun eigen onderdanen maatregelen inzake verworven rechten hebben getroffen , kennen aan de onderdanen van de Lid-Staten het recht toe , in aanmerking te komen voor toepassing van dezelfde maatregelen , voor zover hun diploma's , certificaten en andere titels op het gebied van zenuw - en zielsziekten , huid - en geslachtsziekten of radiologie , voldoen aan de voorwaarden die dienaangaande zijn gesteld , hetzij in de artikelen 2 en 5 van Richtlijn nr . 75/363/EEG , hetzij in lid 2 van dit artikel .

HOOFDSTUK VI

HET VOEREN VAN DE OPLEIDINGSTITEL

Artikel 10

1 . Onverminderd artikel 18 , draagt de ontvangende Lid-Staat er zorg voor dat de onderdanen van de Lid-Staten die aan de in de artikelen 2 , 4 , 6 en 9 gestelde voorwaarden voldoen , het recht hebben gebruik te maken van hun wettige , in de Lid-Staat van oorsprong of herkomst gevoerde opleidingstitel , en - eventueel - van de afkorting daarvan , in de taal van deze Lid-Staat . De ontvangende Lid-Staat kan voorschrijven dat deze titel wordt gevolgd door de naam en de plaats van de instelling of de examencommissie die hem heeft verleend .

2 . Wanneer de opleidingstitel van de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst in de ontvangende Lid-Staat verward kan worden met een titel waarvoor in deze Staat een aanvullende opleiding vereist is die de begunstigde niet heeft gevolgd , kan de ontvangende Lid-Staat voorschrijven dat de begunstigde zijn opleidingstitel van de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst voert in een door de ontvangende Lid-Staat voorgeschreven passende vorm .

HOOFDSTUK VII

MAATREGELEN TER VERGEMAKKELIJKING VAN DE DAADWERKELIJKE UITOEFENING VAN HET RECHT VAN VESTIGING EN VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN

A . Bepalingen die specifiek zijn voor het recht van vestiging

Artikel 11

1 . De ontvangende Lid-Staat die van zijn onderdanen voor de eerste toegang tot een van de in artikel 1 bedoelde werkzaamheden een bewijs inzake goed gedrag of betrouwbaarheid verlangt , aanvaardt voor de onderdanen der overige Lid-Staten als genoegzaam bewijs een door een bevoegde instantie van de Lid-Staat van oorsprong of herkomst afgegeven verklaring , waaruit blijkt dat aan de in deze Lid-Staat voor de eerste toegang tot de betrokken werkzaamheid gestelde voorwaarden inzake goed gedrag en betrouwbaarheid is voldaan .

2 . Indien de Lid-Staat van oorsprong of herkomst voor de eerste toegang tot de betrokken werkzaamheid geen bewijs inzake goed gedrag of betrouwbaarheid verlangt , kan de ontvangende Lid-Staat van de onderdanen van deze Lid-Staat van oorsprong of herkomst een uittreksel uit het strafregister verlangen of , bij gebreke daarvan , een door een bevoegde instantie van de Lid-Staat van oorsprong of herkomst afgegeven gelijkwaardig document .

3 . Indien de ontvangende Lid-Staat kennis heeft van ernstige en nauwkeurige feiten die buiten zijn grondgebied hebben plaatsgevonden en van invloed kunnen zijn op de toegang tot de desbetreffende werkzaamheid , kan hij de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst daarvan op de hoogte stellen ; laatstgenoemde gaat de juistheid van de feiten na .

Deze feiten worden beoordeeld door de bevoegde autoriteit van het land van oorsprong of herkomst , die de consequenties die zij daaruit trekt ten aanzien van de door haar afgegeven verklaringen of documenten , ter kennis van de ontvangende Lid-Staat brengt .

De Lid-Staten dragen er zorg voor dat de inhoud van de toegezonden inlichtingen geheim blijft .

Artikel 12

1 . Indien in een ontvangende Lid-Staat voor naleving van de voorschriften inzake goed gedrag of betrouwbaarheid , daaronder begrepen tuchtrechtelijke voorschriften ter zake van ernstige fouten bij de beroepsuitoefening of van strafrechtelijke veroordelingen , wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen gelden die betrekking hebben op de uitoefening van een der in artikel 1 bedoelde werkzaamheden , verstrekt de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst aan de ontvangende Lid-Staat de nodige inlichtingen betreffende de ten opzichte van de betrokkene genomen tuchtrechtelijke of administratieve maatregelen of sancties , alsmede betreffende de strafrechtelijke sancties die betrekking hebben op de uitoefening van het beroep in de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst .

2 . Indien de ontvangende Lid-Staat kennis heeft van ernstige en nauwkeurige feiten die buiten zijn grondgebied hebben plaatsgevonden en van invloed kunnen zijn op de uitoefening van de betrokken onderhavige werkzaamheid , kan hij de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst daarvan op de hoogte stellen ; laatstgenoemde gaat de juistheid van de feiten na .

Deze feiten worden beoordeeld door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst , die de consequenties die zij daaruit trekt ten aanzien van de door haar krachtens lid 1 verstrekte inlichtingen ter kennis van de ontvangende Lid-Staat brengt .

3 . De Lid-Staten dragen er zorg voor dat de inhoud van de toegezonden inlichtingen geheim blijft .

Artikel 13

Indien de ontvangende Lid-Staat van de eigen onderdanen voor de toegang tot of de uitoefening van een der in artikel 1 bedoelde werkzaamheden een op de lichamelijke of geestelijke gezondheid betrekking hebbend document eist , acht deze Lid-Staat overlegging van het door de Lid-Staat van oorsprong of herkomst vereiste document voldoende .

Indien de Lid-Staat van oorsprong of herkomst voor de toegang tot of de uitoefening van de betrokken werkzaamheid geen document van deze aard verlangt , aanvaardt de ontvangende Lid-Staat van de onderdanen van de Lid-Staten van oorsprong of herkomst een door een bevoegde autoriteit van laatstgenoemde Staat afgegeven , met de getuigschriften van de ontvangende Lid-Staat overeenstemmende verklaring .

Artikel 14

De in de artikelen 11 , 12 en 13 bedoelde documenten mogen bij overlegging niet ouder zijn dan drie maanden .

Artikel 15

1 . De procedure aangaande de toelating van de begunstige tot een van de in artikel 1 omschreven werkzaamheden overeenkomstig de artikelen 11 , 12 en 13 moet zo spoedig mogelijk en uiterlijk drie maanden nadat het volledige dossier van de betrokkene is ingediend , worden voltooid , onverminderd de termijn die kan voortvloeien uit een eventueel beroep dat na deze procedure is ingesteld .

2 . In de in artikel 11 , lid 3 , en artikel 12 , lid 2 , bedoelde gevallen , leidt het verzoek tot nieuwe bestudering tot schorsing van de termijn waarover in lid 1 wordt gesproken .

De geraadpleegde Lid-Staat moet zijn antwoord binnen drie maanden toezenden .

Na ontvangst van dit antwoord of na het verstrijken van deze termijn gaat de ontvangende Lid-Staat voort met de in lid 1 bedoelde procedure .

B . Bepalingen die specifiek zijn voor het verrichten van diensten

Artikel 16

1 . Indien een Lid-Staat van zijn onderdanen voor de toegang tot of de uitoefening van een der in artikel 1 omschreven werkzaamheden een vergunning eist of inschrijving of aansluiting bij een beroeps - of bedrijfsorganisatie verlangt , stelt deze Lid-Staat de onderdanen van de Lid-Staten van deze eis vrij in geval van dienstverrichting .

De begunstigde oefent zijn dienstverrichting uit met dezelfde rechten en verplichtingen als de onderdanen van de ontvangende Lid-Staat ; voor hem gelden met name de disciplinaire bepalingen van administratieve of professionele aard die van toepassing zijn in die Lid-Staat .

Treft de ontvangende Lid-Staat ter toepassing van de tweede alinea een maatregel of draagt hij kennis van feiten die indruisen tegen deze bepalingen , dan deelt hij zulks onmiddellijk mede aan de Lid-Staat waar de begunstigde is gevestigd .

2 . De ontvangende Lid-Staat kan voorschrijven dat de begunstigde van tevoren aan de bevoegde instanties verklaart dat hij deze diensten verricht , ingeval dit een tijdelijk verblijf op zijn grondgebied meebrengt .

In spoedgevallen kan deze verklaring zo snel mogelijk na de dienstverrichting worden afgelegd .

3 . Op grond van de leden 1 en 2 kan de ontvangende Lid-Staat van de begunstigde een of meer documenten eisen met de volgende gegevens :

- de verklaring , bedoeld in lid 2 ,

- een bewijsstuk waaruit blijkt dat de betrokkene de desbetreffende werkzaamheden in de Lid-Staat waar hij gevestigd is , wettig uitoefent ,

- een bewijsstuk dat de betrokkene het of de diploma(s ) , certifica(a)ten of andere titel(s ) bezit die voor het verrichten van de bedoelde diensten is/zijn vereist en wordt/worden genoemd in deze richtlijn .

4 . Het/De in lid 3 bedoelde document(en ) mag/mogen bij overlegging niet ouder zijn dan twaalf maanden .

5 . Indien een Lid-Staat één van zijn onderdanen of een op zijn grondgebied gevestigde onderdaan van een andere Lid-Staat geheel of gedeeltelijk , tijdelijk of definitief , de bevoegdheid ontneemt om één van de in artikel 1 genoemde werkzaamheden uit te oefenen , draagt hij er zorg voor dat het in lid 3 , tweede streepje , bedoelde bewijsstuk al naar gelang het geval tijdelijk of definitief wordt ingetrokken .

Artikel 17

Indien in een ontvangende Lid-Staat de verplichting bestaat , bij een publiekrechtelijke instelling van sociale zekerheid te zijn ingeschreven om de rekeningen inzake de ten gunste van sociaal verzekerden verrichte werkzaamheden op een verzekeringsinstelling te kunnen verhalen , stelt deze Lid-Staat in geval van dienstverrichting die de verplaatsing van de begunstigde met zich medebrengt , de onderdanen der Lid-Staten die in een andere Lid-Staat zijn gevestigd van die eis vrij .

De betrokkene stelt deze instelling evenwel van tevoren , of in spoedgevallen later , in kennis van zijn dienstverrichting .

C . Bepalingen die het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten gemeen hebben

Artikel 18

Wanneer in een ontvangende Lid-Staat voorschriften gelden voor het voeren van de beroepstitel voor een der in artikel 1 bedoelde werkzaamheden , voeren de onderdanen van de andere Lid-Staten die voldoen aan de voorwaarden , gesteld in artikel 2 en artikel 9 , lid 1 , de beroepstitel die in het ontvangende land met deze voorwaarden inzake opleiding overeenkomt , en maken zij gebruik van de afkorting van deze titel .

De eerste alinea is ook van toepassing op het voeren van de titel van specialist door diegenen die voldoen aan de voorwaarden welke achtereenvolgens zijn genoemd in de artikelen 4 en 6 en artikel 9 , lid 2 , 3 en 4 .

Artikel 19

Indien een ontvangende Lid-Staat verlangt dat zijn onderdanen voor de toegang tot of de uitoefening van één der in artikel 1 bedoelde werkzaamheden een eed of belofte afleggen en de formule van deze eed of belofte niet door de onderdanen van de overige Lid-Staten kan worden gebruikt , ziet deze Lid-Staat erop toe , dat aan de begunstigden een passende en gelijkwaardige formule wordt voorgelegd .

Artikel 20

1 . De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen ten einde de begunstigden in staat te stellen geïnformeerd te worden omtrent de wetgeving inzake gezondheidszorg en op sociaal gebied , alsmede eventueel omtrent de medische ethiek in de ontvangende Lid-Staat .

Te dien einde kunnen zij informatiediensten oprichten waar de begunstigden de noodzakelijke gegevens kunnen inwinnen . In geval van vestiging kunnen de ontvangende Lid-Staten de begunstigden verplichten om met deze diensten contact op te nemen .

2 . De Lid-Staten kunnen de in lid 1 bedoelde diensten oprichten bij de bevoegde autoriteiten en instanties die zij binnen de in artikel 25 , lid 1 , bepaalde termijn aanwijzen .

3 . De Lid-Staten dragen er zorg voor dat in voorkomend geval de begunstigden in hun belang en in dat van hun patiënten de talenkennis verwerven die noodzakelijk is voor de uitoefening van hun beroepswerkzaamheden in het ontvangende land .

HOOFDSTUK VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 21

De Lid-Staten die van hun eigen onderdanen eisen dat zij een voorbereidende stage hebben vervuld om werkzaam te kunnen zijn als ziekenfondsarts , kunnen gedurende een periode van 5 jaar te rekenen vanaf de kennisgeving van deze richtlijn , dezelfde eis stellen aan de onderdanen van andere Lid-Staten . De duur van de stage mag evenwel niet langer zijn dan 6 maanden .

Artikel 22

De ontvangende Lid-Staat kan , in geval van gegronde twijfel , van de bevoegde autoriteiten van een andere Lid-Staat een bevestiging verlangen van de echtheid van de in die Lid-Staat afgegeven in de hoofdstukken II tot en met V genoemde diploma's , certificaten en andere titels , alsmede de bevestiging van het feit dat de begunstigde heeft voldaan aan alle opleidingsvoorwaarden die zijn opgenomen in Richtlijn nr . 75/363/EEG .

Artikel 23

De Lid-Staten wijzen binnen de in artikel 25 , lid 1 , gestelde termijn de autoriteiten en instanties aan die gemachtigd zijn tot afgifte en in ontvangst nemen van de diploma's , certificaten en andere titels alsmede de documenten en informaties die in deze richtlijn worden genoemd en stellen de overige Lid-Staten en de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Artikel 24

Deze richtlijn is eveneens van toepassing op de onderdanen van de Lid-Staten die , overeenkomstig Verordening ( EEG ) nr . 1612/68 een van de in artikel 1 bedoelde werkzaamheden in loondienst ( zullen ) uitoefenen .

Artikel 25

1 . De Lid-Staten treffen binnen achttien maanden na kennisgeving van deze richtlijn de maatregelen die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen en stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

2 . De Lid-Staten delen aan de Commissie de tekst van alle belangrijke bepalingen van intern recht welke zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen , mede .

Artikel 26

Wanneer zich , bij de toepassing van deze richtlijn , op bepaalde terreinen ernstige moeilijkheden mochten voordoen voor een Lid-Staat , onderzoekt de Commissie deze moeilijkheden samen met die Staat en wint zij het advies in van het bij Besluit nr . 75/365/EEG ( 5 ) ingestelde Comité van hooggeplaatste ambtenaren van volksgezondheid .

In voorkomend geval legt de Commissie passende voorstellen aan de Raad voor .

Artikel 27

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Luxemburg , 16 juni 1975 .

Voor de Raad

De Voorzitter

R . RYAN

( 1 ) PB nr . C 101 van 4 . 8 . 1970 , blz . 19 .

( 2 ) PB nr . C 36 van 28 . 3 . 1970 , blz . 17 .

( 3 ) Zie blz . 14 van dit Publikatieblad .

( 4 ) PB nr . L 257 van 19 . 10 . 1968 , blz . 2 .

( 5 ) Zie blz . 19 van dit Publikatieblad .