31974L0649

Richtlijn 74/649/EEG van de Raad van 9 december 1974 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken, dat in derde landen is verkregen

Publicatieblad Nr. L 352 van 28/12/1974 blz. 0045 - 0045
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 6 blz. 0037
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 11 blz. 0133
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 6 blz. 0037
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 8 blz. 0067
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 8 blz. 0067


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 9 december 1974

betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken , dat in derde landen is verkregen

( 74/649/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Richtlijn nr . 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn nr . 74/648/EEG ( 2 ) , inzonderheid op artikel 15 , lid 2 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat de behoeften aan teeltmateriaal thans door de produktie in de Gemeenschap kunnen worden gedekt ; dat evenwel teeltmateriaal dat in derde landen is verkregen in de Gemeenschap moet kunnen worden toegelaten ;

Overwegende dat zulk teeltmateriaal echter slechts kan worden toegelaten wanneer het dezelfde waarborgen biedt als het in de Gemeenschap verkregen teeltmateriaal ;

Overwegende dat het voorts noodzakelijk is onder bepaalde voorwaarden teeltmateriaal dat met gebruikmaking van in een Lid-Staat goedgekeurd basisteeltmateriaal in derde landen is geteeld , als gelijkwaardig aan het in deze Lid-Staat geteelde materiaal te erkennen ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

Deze richtlijn heeft betrekking op vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken , hierna " teeltmateriaal " genoemd , dat in derde landen is verkregen en in de Gemeenschap in de handel wordt gebracht .

Artikel 2

De Lid-Staten kunnen voorschrijven dat teeltmateriaal dat rechtstreeks van in een Lid-Staat goedgekeurd basisteeltmateriaal stamt en in een derde land geoogst is , in het land van produktie van het basisteeltmateriaal kan worden goedgekeurd , wanneer het onderworpen is geweest aan een officieel onderzoek te velde waardoor wordt vastgesteld dat het gewas voldoet aan de voorwaarden van bijlage I van Richtlijn nr . 68/193/EEG , en wanneer bij een officieel onderzoek is vastgesteld dat aan de voorwaarden van bijlage II van genoemde richtlijn is voldaan .

Artikel 3

De Raad stelt op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid vast ,

a ) of in de in artikel 2 genoemde gevallen het in een derde land verrichte officiƫle onderzoek van het gewas gelijkwaardig is aan het in de Gemeenschap verrichte onderzoek , voor wat betreft de voorwaarden vermeld in bijlage I van Richtlijn nr . 68/193/EEG ;

b ) of in een derde land geoogst teeltmateriaal , dat ten aanzien van zijn eigenschappen en ten aanzien van de bepalingen inzake keuring , verzekering van identiteit , aanduiding en controle dezelfde waarborgen biedt , in zoverre gelijkwaardig is aan basisteeltmateriaal , gecertificeerd teeltmateriaal of standaardteeltmateriaal dat in de Gemeenschap is geoogst en voldoet aan voornoemde richtlijn .

Artikel 4

Uiterlijk op 1 juli 1976 doen de Lid-Staten de nodige bepalingen in werking treden om de bepalingen van deze richtlijn ten uitvoer te leggen ; zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 9 december 1974 .

Voor de Raad

De Voorzitter

Ch . BONNET

( 1 ) PB nr . L 93 van 17 . 4 . 1968 , blz . 15 .

( 2 ) Zie blz . 43 van dit Publikatieblad .