Richtlijn 74/412/EEG van de Raad van 1 augustus 1974 houdende eerste wijziging van Richtlijn nr. 70/357/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der Lid-Staten inzake oxydatie tegengaande stoffen waarvan het gebruik in levensmiddelen is toegestaan
Publicatieblad Nr. L 221 van 12/08/1974 blz. 0018 - 0018
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0057
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 11 blz. 0040
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0057
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0030
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0030
++++ RICHTLIJN VAN DE RAAD van 1 augustus 1974 houdende eerste wijziging van Richtlijn nr . 70/357/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der Lid-Staten inzake oxydatie tegengaande stoffen waarvan het gebruik in levensmiddelen is toegestaan ( 74/412/EEG ) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 , Gezien het voorstel van de Commissie , Overwegende dat krachtens artikel 2 van Richtlijn nr . 70/357/EEG van de Raad van 13 juli 1970 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der Lid-Staten inzake oxydatie tegengaande stoffen waarvan het gebruik in levensmiddelen is toegestaan ( 1 ) de Lid-Staten gedurende een periode van drie jaar vanaf de kennisgeving van genoemde richtlijn hun nationale wettelijke voorschriften mogen handhaven krachtens welke het gebruik van calcium-di-natrium-ethyleendiamine tetra-acetaat , propylgallaat en de esters van 1-ascorbinezuur van de onvertakte vetzuren C11 en C18 in levensmiddelen is toegestaan ; Overwegende dat krachtens bijlage VII , hoofdstuk IX , punt 3 , van de Toetredingsakte ( 2 ) de nieuwe Lid-Staten tot en met 31 december 1977 de op de datum van toetreding bestaande nationale wettelijke voorschriften betreffende het gebruik van propylgallaat in levensmiddelen mogen handhaven ; Overwegende dat het nut van deze stoffen in levensmiddelen op technologisch vlak in gemeenschapsverband is bewezen ; Overwegende dat de wettelijke voorschriften van bepaalde Lid-Staten het gebruik van deze stoffen nog steeds toestaan ; Overwegende dat de situatie in het licht van de meest recente wetenschappelijke en toxicologische gegevens opnieuw moet worden bezien ; Overwegende dat het bij besluit van de Commissie van 16 april 1974 ( 3 ) ingestelde wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding deze gegevens nog niet volledig heeft bestudeerd ; Overwegende dat het daarom niet mogelijk is een definitieve beslissing te nemen omtrent de wenselijkheid deze stoffen op het niveau van de Gemeenschap toe te laten , HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD : Artikel 1 Artikel 2 , eerste alinea , van Richtlijn nr . 70/357/EEG wordt met werking vanaf 13 juli 1974 als volgt gelezen : " In afwijking van artikel 1 mogen de Lid-Staten tot en met 31 december 1977 de nationale wettelijke voorschriften handhaven krachtens welke het gebruik van calcium-di-natrium-ethyleendiamine tetra-acetaat , propylgallaat en de esters van 1-ascorbinezuur van de onvertakte vetzuren C14 en C18 in levensmiddelen is toegestaan . " Artikel 2 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten . Gedaan te Brussel , 1 augustus 1974 . Voor de Raad De Voorzitter B . DESTREMAU ( 1 ) PB nr . L 157 van 18 . 7 . 1970 , blz . 31 . ( 2 ) PB nr . L 73 van 27 . 3 . 1972 , blz . 14 . ( 3 ) PB nr . L 136 van 20 . 5 . 1974 , blz . 1 .