Richtlijn 74/409/EEG van de Raad van 22 juli 1974 betreffende de harmonisatie van de wettelijke voorschriften van de Lid-Staten inzake honing
Publicatieblad Nr. L 221 van 12/08/1974 blz. 0010 - 0014
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0051
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 11 blz. 0034
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0051
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0024
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0024
++++ RICHTLIJN VAN DE RAAD van 22 juli 1974 betreffende de harmonisatie van de wettelijke voorschriften van de Lid-Staten inzake honing ( 74/409/EEG ) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 43 en 100 , Gezien het voorstel van de Commissie , Gezien het advies van het Europese Parlement , Overwegende dat in de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten het begrip honing wordt omschreven , wordt vastgelegd welke de verschillende honingsoorten zijn en de vereiste kenmerken alsmede de aanduidingsvoorschriften ten aanzien van verpakkingen of etiketten worden vastgesteld ; Overwegende dat de thans bestaande verschillen tussen deze wetgevingen het vrije verkeer van dit produkt belemmeren en ongelijke concurrentievoorwaarden kunnen scheppen ; Overwegende dat het derhalve noodzakelijk is voor de Gemeenschap het begrip honing te omschrijven , aan te geven welke verschillende soorten honing in aanmerking komen om onder de daarvoor passende benaming in de handel te worden gebracht , de algemene en bijzondere eisen aan de samenstelling vast te stellen en de belangrijkste aanduidingen op de verpakking vast te stellen ; Overwegende dat de vaststelling van de voorschriften voor de monsterneming en de analysemethoden met het oog op de controle op de samenstelling en op de kenmerken van honing , uitvoeringsmaatregelen van technische aard zijn , die de Commissie dient te nemen ten einde de procedure te vereenvoudigen en te bespoedigen ; Overwegende dat in alle gevallen waarin de Raad de Commissie bevoegdheden verleent voor de uitvoering van voorschriften op het gebied van levensmiddelen , in een procedure dient te worden voorzien waarbij een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie in het bij Besluit nr . 69/414/EEG van de Raad ( 1 ) ingestelde Permanent Comité voor levensmiddelen tot stand wordt gebracht ; Overwegende dat in artikel 3 van deze richtlijn wordt verboden de benaming " honing " " honig " te gebruiken voor produkten die niet beantwoorden aan de definitie van artikel 1 , lid 1 ; dat de onmiddellijke tenuitvoerlegging van dit verbod echter tot verstoringen zou kunnen leiden op de markten waar de benamingen " Kunsthonig " of " Kunsthonning " op grond van eerder vastgestelde nationale voorschriften zijn toegelaten om een ander produkt dan honing aan te duiden , en dat derhalve met het oog op de noodzakelijke aanpassingen een passende overgangstermijn moet worden vastgesteld ; Overwegende dat in afwachting van de goedkeuring van een algemene communautaire regeling inzake aanduidingsvoorschriften voor levensmiddelen sommige nationale voorschriften voorlopig moeten worden gehandhaafd ; Overwegende dat er momenteel op de markt van sommige Lid-Staten honingsoorten zijn met wisselende analytische kenmerken ; dat het moeilijk lijkt daarop alle in de bijlage van deze verordening vastgestelde criteria toe te passen , doch dat na een verder onderzoek in de toekomst deze toestand opnieuw kan worden bezien , HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD : Artikel 1 1 . In deze richtlijn wordt onder honing verstaan het levensmiddel dat door honingbijen wordt bereid uit bloemennectar of uitscheidingsprodukten die van levende plantedelen afkomstig zijn of zich daarop bevinden , welke grondstoffen door deze bijen worden ingezameld , verwerkt , met eigen specifieke stoffen vermengd en ten slotte in de raten van de bijenwoningen worden opgeslagen om te rijpen . Dit levensmiddel kan vloeibaar , dik of gekristalliseerd zijn . 2 . De voornaamste honingsoorten zijn : a ) naargelang van de oorsprong bloemenhoning/bloemenhonig of nectarhoning/nectarhonig : honing die hoofdzakelijk verkregen is uit nectariën van bloemen ; honingdauwhoning/honigdauwhonig : honing die hoofdzakelijk verkregen is uit de uitscheidingsprodukten die van levende plantedelen afkomstig zijn of zich daarop bevinden : de kleur varieert van lichtbruin of groenachtig bruin tot bijna zwart ; b ) naargelang van de bereidingswijze raathoning/raathonig : honing die door bijen is opgeslagen in de gesloten cellen van maagdelijke door henzelf gemaakte raten zonder broed , en die in nele raten of delen daarvan wordt verkocht ; brokhoning/brokhonig : honing , die een of meer brokken raathoning bevat ; lekhoning/lekhonig : honing , verkregen door het laten uitlekken van geopende raten zonder broed ; slingerhoning/slingerhonig : honing , verkregen door het centrifugeren van geopende raten zonder broed ; pershoning/pershonig : honing , verkregen door het samenpersen van raten zonder broed , zonder verwarming of bij matige verwarming ; Artikel 2 De Lid-Staten treffen alle dienstige maatregelen opdat honing slechts in de handel kan worden gebracht indien deze in overeenstemming is met de in deze richtlijn en de bijlage daarvan voorkomende regels . Artikel 3 1 . De benaming " honing " " honig " mag uitsluitend worden gebruikt voor het in artikel 1 , lid 1 , gedefinieerde produkt ; deze moet in de handel worden gebruikt voor de aanduiding van dat produkt , onverminderd de bepalingen van artikel 7 , lid 1 , sub a ) , en lid 2 . 2 . De in artikel 1 , lid 2 , bedoelde benamingen mogen uitsluitend worden gebruikt voor de aldaar gedefinieerde produkten . Artikel 4 In afwijking van artikel 3 , lid 1 , mogen de benamingen " Kunsthonning " en " Kunsthonig " in Denemarken respectievelijk in Duitsland nog gedurende 5 jaar na kennisgeving van deze richtlijn worden gebruikt om een ander produkt dan honing aan te duiden , overeenkomstig de nationale bepalingen die ten tijde van de kennisgeving van deze richtlijn van kracht zijn voor dit produkt . Artikel 5 Aan honing die als zodanig in de handel is gebracht mag geen ander produkt dan honing zijn toegevoegd . Artikel 6 1 . Honing die in de handel wordt gebracht , moet de in de bijlage vermelde samenstelling hebben . De Lid-Staten kunnen echter , in afwijking van punt 2 , tweede streepje van die bijlage op hun grondgebied toestemming geven voor a ) de handel in heidehoning met een vochtgehalte tot ten hoogste 25 % wanneer dit gehalte voortvloeit uit de natuurlijke produktieomstandigheden , b ) de handel in " bakkershoning " / " bakkershonig " of " industriehoning " / " industriehonig " met een vochtgehalte tot ten hoogste 25 % , wanneer dit gehalte voortvloeit uit de natuurlijke produktieomstandigheden . 2 . Voorts , a ) dient de honing die als zodanig in de handel wordt gebracht , of die wordt gebruikt in een voor de menselijke consumptie bestemd produkt , zoveel mogelijk vrij te zijn van organische of anorganische vreemde bestanddelen , zoals bij voorbeeld schimmels , insekten en delen van insekten , broed en zandkorrels ; b ) mag de honing i ) geen vreemde smaak of reuk hebben ; ii ) geen begin van gisting vertonen , noch in gisting zijn ; iii ) niet op zodanige wijze verwarmd zijn dat de natuurlijke enzymen zijn vernietigd of in aanzienlijke mate inactief zijn gemaakt ; iv ) geen kunstmatig gewijzigd zuurgehalte hebben ; c ) mag de honing in geen geval stoffen van welke aard ook in een zodanige hoeveelheid bevatten , dat zij een gevaar voor de menselijke gezondheid kunnen vormen . 3 . In afwijking van het bepaalde in de leden 1 en 2 mag onder de benaming " bakkershoning " / " bakkershonig " of " industriehoning " / " industriehonig " honing in de handel worden gebracht die , hoewel geschikt voor menselijke consumptie , a ) niet voldoet aan de in lid 2 , sub b ) , i ) , ii ) , iii ) , bedoelde eisen , of b ) een diastase-index of een gehalte aan hydroxymethylfurfural heeft die niet beantwoorden aan de in de bijlage vastgestelde kenmerken . In het sub b ) genoemde geval echter behoeft een Lid-Staat het gebruik van deze benaming niet verplicht te stellen en kan hij het gebruik van de benaming " honing " " honig " toelaten . De Raad beslist op voorstel van de Commissie binnen 5 jaar na kennisgeving van deze richtlijn over maatregelen tot vaststelling van eenvormige voorschriften voor de gehele Gemeenschap . Artikel 7 1 . De enige aanduidingen die goed zichtbaar , duidelijk leesbaar en onuitwisbaar op de verpakkingen , recipiënten of etiketten van honing moeten worden aangebracht , zijn : a ) de benaming " honing " " honig " of een van de in artikel 1 , lid 2 , vermelde benamingen ; nochtans moeten " raathoning " / " raathonig " en " brokhoning " / " brokhonig " als zodanig worden aangeduid ; in de in artikel 6 , lid 1 , tweede alinea , sub b ) , en lid 3 , eerste alinea , bedoelde gevallen dient de benaming van het produkt " bakkershoning " / " bakkershonig " of " industriehoning " / " industriehonig " te zijn ; b ) het nettogewicht , uitgedrukt in grammen of kilogrammen ; c ) de naam of de handelsnaam en het adres of de maatschappelijke zetel van de producent , van de verpakker of van een in de Gemeenschap gevestigde verkoper . 2 . De Lid-Staten kunnen voor hun grondgebied de benaming " honingdauwhoning " / " honigdauwhonig " verplicht stellen voor honing , die overwegend is samengesteld uit honingdauwhoning , die daarvan de organoleptische , fysisch-chemische en microscopische kenmerken heeft en die geen verwijzing naar de oorsprong va een specifieke plant draagt , zoals " sparrehoning " / " sparrehonig " . 3 . In afwijking van lid 1 mogen de Lid-Staten de nationale voorschriften volgens welke het land van oorsprong moet worden vermeld , handhaven . Deze vermelding mag echter meer worden geëist voor honing van oorsprong uit de Gemeenschap . 4 . De in lid 1 , sub a ) , bedoelde benaming " honing " / " honig " of één van de in artikel 1 , lid 2 , bedoelde benamingen mag onder andere worden aangevuld met : a ) een verwijzing naar de oorsprong ( bloemen of planten ) , mits het produkt overwegend van de aangegeven oorsprong afkomstig is en daarvan de organoleptische , fysisch-chemische en microscopische eigenschappen heeft ; b ) een regionale , territoriale of topografische aanduiding , mits het produkt volledig de aangegeven oorsprong heeft . 5 . Indien de honing in verpakkingen of recipiënten met een nettogewicht van 10 kg of meer wordt verpakt en niet in de kleinhandel wordt verkocht , behoeven de in lid 1 , sub b ) en c ) , bedoelde aanduidingen slechts op de begeleidende documenten te worden vermeld . 6 . De Lid-Staten treffen afgezien van hetgeen in lid 1 is bepaald geen nadere regeling inzake de wijze waarop de in dat lid voorgeschreven aanduidingen aangebracht dienen te worden . Wanneer de in lid 1 , sub a ) , bedoelde aanduidingen niet in de officiële taal of talen van hun land op een van de zijden van de verpakking of van het recipiënt voorkomen , mogen de Lid-Staten evenwel de handel in de betrokken honingsoort op hun grondgebied verbieden . 7 . Tot aan het einde van de overgangsperiode waarin het gebruik van de meeteenheden van het imperiale stelsel als bedoeld in bijlage II van de Richtlijn nr . 71/354/EEG van de Raad van 18 oktober 1971 , inzake meeteenheden ( 1 ) , in de Gemeenschap is toegelaten , kunnen de Lid-Staten voorschrijven dat het gewicht tevens in meeteenheden van het imperiale stelsel moet worden uitgedrukt . 8 . De leden 1 tot en met 7 zijn van toepassing onverminderd de op een later tijdstip door de Gemeenschap ter zake van etikettering vastgestelde voorschriften . Artikel 8 1 . De Lid-Staten treffen alle nodige maatregelen opdat de handel in de in artikel 1 gedefinieerde produkten die overeenkomen met de in deze richtlijn en de bijlage vervatte definities en regels , niet kan worden belemmerd door de toepassing van de nationale , niet-geharmoniseerde bepalingen inzake de samenstelling , bereidingswijzen , de presentatie of de etikettering van uitsluitend deze produkten of van levensmiddelen in het algemeen . 2 . Lid 1 is niet van toepassing op de niet-geharmoniseerde bepalingen , welke gerechtvaardigd zijn uit hoofde van - bescherming van de volksgezondheid , - beteugeling van misleiding , op voorwaarde dat deze bepalingen niet van dien aard zijn dat daarmede de toepassing van de in deze richtlijn vervatte definities en voorschriften wordt belemeerd , - bescherming van de industriële en commerciële eigendom , de aanduidingen van herkomst en oorsprong , alsmede het tegengaan van oneerlijke concurrentie . Artikel 9 De voorschriften betreffende de monsterneming en de analysemethoden welke noodzakelijk zijn voor de controle op de samenstelling en op de kenmerken van honing worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 10 . Artikel 10 1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure , wordt deze procedure bij het Permanent Comité voor levensmiddelen , hierna te noemen het " Comité " , ingeleid door de Voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van een Vertegenwoordiger van een Lid-Staat . 2 . De Vertegenwoordiger van de Commissie legt aan het Comité een ontwerp voor van te nemen maatregelen . Het Comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de Voorzitter kan bepalen naargelang van de urgentie van het betrokken vraagstuk . Het spreekt zich uit met een meerderheid van eenenveertig stemmen , waarbij de stemmen van de Lid-Staten worden gewogen overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De Voorzitter neemt geen deel aan de stemming . 3 . a ) De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité ; b ) Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité of bij gebreke van een advies , doet de Commissie onverwijld een voorstel aan de Raad betreffende de vast te stellen maatregelen . De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen ; c ) Indien na verloop van een termijn van drie maanden , te rekenen vanaf de indiening van het voorstel bij de Raad , deze geen besluit heeft genomen , worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld . Artikel 11 Artikel 10 is van toepassing gedurende een periode van achttien maanden met ingang van de datum waarop de procedure uit hoofde van artikel 10 , lid 1 , voor de eerste maal bij het Comité is ingeleid . Artikel 12 Deze richtlijn laat de nationale voorschriften inzake de gewichstmaatstaven , die voor het in de handel brengen van honing dienen te worden gerespecteerd onverlet ; op voorstel van de Commissie stelt de Raad voor 1 januari 1979 de communautaire voorschriften vast die in deze van toepassing zijn . Artikel 13 Deze richtlijn is niet van toepassing op produkten die bestemd zijn om uit de Gemeenschap te worden uitgevoerd . Artikel 14 Binnen een jaar na de kennisgeving van deze richtlijn wijzigen de Lid-Staten , zo nodig , hun wettelijke voorschriften ten einde te voldoen aan deze richtlijn ; zij doen de Commissie daarvan onmiddellijk mededeling . De aldus gewijzigde voorschriften worden van toepassing op de produkten die twee jaar na de kennisgeving in de Lid-Staten in de handel worden gebracht . Artikel 15 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten . Gedaan te Brussel , 22 juli 1974 . Voor de Raad De Voorzitter J . SAUVAGNARGUES ( 1 ) PB nr . L 291 van 19 . 11 . 1969 , blz . 9 . ( 2 ) PB nr . L 243 van 29 . 10 . 1971 , blz . 29 . BIJLAGE SAMENSTELLING VAN HONING 1 . Schijnbaar gehalte aan reducerende suiker , uitgedrukt in invertsuiker - nectarhoning * niet minder dan 65 % * - honingdauwhoning , al dan niet gemengd met nectarhoning * niet minder dan 60 % * 2 . Vochtgehalte - algemeen * niet meer dan 21 % * - heidehoning ( Calluna ) en klaverhoning ( Trifolium sp . ) * niet meer dan 23 % * 3 . Schijnbaar saccharosegehalte - algemeen * niet meer dan 5 % * - honingdauwhoning , alleen of gemengd met nectarhoning ; acaciahoning , lavendelhoning en honing van Banksia menziesii * niet meer dan 10 % * 4 . Gehalte aan niet in water oplosbare stoffen - algemeen * niet meer dan 0,1 % * - pershoning * niet meer dan 0,5 % * 5 . Gehalte aan minerale stoffen ( as ) - algemeen * niet meer dan 0,6 % * - honingdauwhoning , al dan niet gemengd met nectarhoning * niet meer dan 1 % * 6 . Gehalte aan vrije zuren * niet meer dan 40 milli-equivalenten per kg * 7 . Diastase-index en gehalte aan hydroxymethylfurfural ( HMF ) - bepaald na behandeling en menging * a ) Diastase-index ( Schade-schaal ) - algemeen * niet minder dan 8 * - honing met een gering natuurlijk enzymgehalte ( bij voorbeeld honing van citrusvruchten ) en een HMF-gehalte van niet meer dan 15 mg/kg * niet minder dan 3 * b ) HMF * niet meer dan 40 mg/kg ( onder voorbehoud van het bepaalde sub a ) , tweede streepje ) .