Derde Richtlijn 74/7/EEG van de Commissie van 13 december 1973 tot wijziging van de bijlagen van de Richlijn van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding
Publicatieblad Nr. L 014 van 17/01/1974 blz. 0021 - 0022
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 10 blz. 0117
++++ DERDE RICHTLIJN VAN DE COMMISSIE van 13 december 1973 tot wijziging van de bijlagen van de Richtlijn van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding ( 74/7/EEG ) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , Gelet op de Richtlijn van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij de tweede Richtlijn van de Commissie van 27 juli 1973 ( 2 ) , inzonderheid op artikel 6 , lid 1 bis , Overwegende dat in de bovengenoemde richtlijn is bepaald dat de inhoud van de bijlagen voortdurend moet worden aangepast aan de ontwikkeling van de wetenschappelijke en technische kennis ; Overwegende dat is gebleken dat dimetridazol , die tot dusver was opgenomen in bijlage II en bijgevolg alleen op nationaal vlak kon worden gebruikt , in alle opzichten voldoet aan de beginselen die gelden voor de toelating van toevoegingsmiddelen tot de gehele Gemeenschap ; Overwegende dat het derhalve dienstig is het gebruik van dit toevoegingsmiddel in de gehele Gemeenschap toe te staan door deze stoffen van bijlage II over te brengen naar bijlage I van bovengenoemde richtlijn ; Overwegende dat het evenwel noodzakelijk is bepaalde voorwaarden te stellen voor het gebruik van dit toevoegingsmiddel ten einde elke ongewenste aanwending te voorkomen ; Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor diervoeders , HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD : Artikel 1 De bijlagen bij de Richtlijn van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding worden gewijzigd zoals in de volgende artikelen is aangegeven . Artikel 2 In bijlage I " rubriek D'Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen " , wordt de volgende post toegevoegd : Nr . EEG * Toevoegingsmiddelen * Chemische formule , beschrijving * Diersoort * Maximumleeftijd * ppm van het volledige diervoeder * Andere bepalingen * * * * * * Minimumgehalte * Maximumgehalte * * E 755 * Meticlorpindol * 3,5-dichloor-2,6 - dimethyl-4-pyridinol * Mestkippen , parelhoenders * - * 125 * 125 * Toediening verboden respectievelijk vanaf de legrijpheid en vanaf ten minste 3 dagen voor het slachten * Artikel 3 In bijlage II , rubriek B , " Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen " wordt het toevoegingsmiddel nr . 5 geschrapt . Artikel 4 Uiterlijk op 1 maart 1974 doen de Lid-Staten de nodige wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om deze richtlijn ten uitvoer te leggen ; zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis . Artikel 5 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten . Gedaan te Brussel , 13 december 1973 . Voor de Commissie De Voorzitter François-Xavier ORTOLI ( 1 ) PB nr . L 270 van 14 . 12 . 1970 , blz . 1 . ( 2 ) PB nr . L 254 van 11 . 9 . 1973 , blz . 16 .