31973L0404

Richtlijn 73/404/EEG van de Raad van 22 november 1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake detergentia

Publicatieblad Nr. L 347 van 17/12/1973 blz. 0051 - 0052
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 1 blz. 0162
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 15 Deel 1 blz. 0013
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 1 blz. 0162
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 3 blz. 0106
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 3 blz. 0106


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 22 november 1973

betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake detergentia

( 73/404/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat de wettelijke regeling om de biologische afbreekbaarheid van de oppervlakte-actieve stoffen te verzekeren , welke in de Lid-Staten van kracht is , van Lid-Staat tot Lid-Staat verschilt , waardoor het handelsverkeer wordt belemmerd ;

Overwegende dat * steeds toenemende gebruik van detergentia een de * orzaken is van de verontreiniging van het natuurlijk milieu in het algemeen en van het water in het bijzonder ;

Overwegende dat een der gevolgen van detergentia , waardoor de verontreiniging van water in de hand wordt gewerkt , namelijk de vorming van grote hoeveelheden schuim , het contact tussen water en lucht beperkt , de opneming van zuurstof bemoeilijkt , de scheepvaart hindert , de voor de waterflora noodzakelijke fotosynthese in gevaar brengt , de verschillende fasen van de reinigingsprocédés voor afvalwater ongunstig beïnvloedt , de reinigingsinstallaties voor afvalwater beschadigt en eventueel een onmiddellijk microbiologisch gevaar vormt door een mogelijke verplaatsing van bacteriën en virussen ;

Overwegende dat de gemiddelde biologische afbreekbaarheid van detergentia op ongeveer 90 % dient te worden gehandhaafd ; dat zulks bij de huidige technische kennis , en industrële mogelijkheden mogelijk is ; dat het niettemin dienstig is , zich te vrijwaren tegen de onnauwkeurigheden van de controlemethoden die kunnen leiden tot verbodsmaatregelen met belangrijke economische consequenties ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

In de zin van deze richtlijn wordt onder detergens verstaan elk produkt waarvan de samenstelling speciaal werd ontworpen om een bijdrage te leveren tot de ontwikkeling van de reinigingsverschijnselen en dat essentiële bestanddelen ( oppervlakte-actieve stoffen ) en , doorgaans , aanvullende bestanddelen ( hulpstoffen , versterkers , vulstoffen , toevoegsels en andere bijkomende bestanddelen ) bevat .

Artikel 2

De Lid-Staten verbieden het op de markt brengen en het gebruiken van detergentia , wanneer de gemiddelde biologische afbreekbaarheid van de daarin aanwezige oppervlakte-actieve stoffen minder dan 90 % bedraagt voor elk van de volgende categorieën : de anionactieve , de kationactieve , de niet-ionische en de amfolitische oppervlakte-actieve stoffen .

Het gebruik van oppervlakte-actieve stoffen waarvan de gemiddelde graad van biologische afbreekbaarheid ten minste 90 % bedraagt , mag bij normaal gebruik geen schade berokkenen aan de gezondheid van mens of dier .

Artikel 3

De Lid-Staten mogen , om redenen betreffende de biologische afbreekbaarheid en de giftigheid van de oppervlakte-actieve stoffen , geen verbod , beperking of belemmering opleggen ten aanzien van het op de markt brengen en het gebruiken van detergentia die aan het bepaalde in deze richtlijn voldoen .

Artikel 4

Het al den niet in overeenstemming zijn met de vereisten van artikel 2 wordt geconstateerd op grond van in andere richtlijnen van de Raad omschreven controlemethoden ; in deze richtlijnen zal men met de onnauwkeurigheden van deze controlemethoden rekening houden door het vaststellen van passende toleranties .

Artikel 5

1 . Indien een Lid-Staat middels een op grond van de in artikel 4 bedoelde richtlijnen uitgevoerde controle constateert , dat een detergens niet overeenkomt met de vereisten van artikel 2 , verbiedt hij het op de markt brengen en het gebruiken daarvan op zijn grondgebied .

2 . Ingeval de Lid-Staat een verbod uitvaardigt , deelt hij de Lid-Staat waaruit het produkt afkomstig is , en de Commissie dit onmiddellijk mede , met vermelding van de beweegredenen van het besluit en de bijzonderheden van de in lid 1 bedoelde controle .

Indien deze Staat bezwaren inbrengt tegen dit besluit , gaat de Commissie onverwijld over tot raadpleging van de twee betrokken Lid-Staten en eventueel van de andere Lid-Staten .

Indien deze Staat bezwaren inbrengt tegen dit besluit , gaat de Commissie onverwijld over tot raadplemaanden , te rekenen vanaf de datum van de mededeling bedoeld in de eerste alinea , het advies in van één van de in artikel 6 bedoelde laboratoria , welk laboratorium niet een van de laboratoria mag zijn waarvan door de twee betrokken Lid-Staten in de zin van genoemd artikel werd kennisgegeven .

Dit advies wordt uitgebracht op grond van referentiemethoden , die in elk van de in artikel 4 bedoelde richtlijnen is omschreven .

De Commissie deelt het advies van het laboratorium mede aan de betrokken Lid-Staten , die binnen één maand de Commissie van hun opmerkingen in kennis kunnen stellen . De Commissie kan terzelfder tijd de eventuele opmerkingen van de betrokken partijen over dit advies horen .

Na van deze opmerkingen kennis te hebben genomen , doet de Commissie , in voorkomend geval , passende aanbevelingen .

Artikel 6

Elke Lid-Staat geeft de andere Lid-Staten en de Commissie kennis van het laboratorium of de laboratoria , bevoegd tot het uitvoeren van de controles volgens de in artikel 5 , lid 2 , bedoelde referentiemethoden .

Artikel 7

1 . De volgende aanduidingen moeten in leesbare , zichtbare en onuitwisbare letters voorkomen op de verpakkingen waarin de detergentia aan de verbruiker worden aangeboden :

a ) de benaming van het produkt ,

b ) de naam of de handelsnaam en het adres of het gedeponeerde merk van degene die voor het op de markt brengen verantwoordelijk is .

Dezelfde aanduidingen moeten voorkomen op de begeleidende documenten bij onverpakt vervoerde detergentia .

2 . De Lid-Staten kunnen als voorwaarde voor het op de markt brengen van detergentia op hun grondgebied eisen dat voor de in lid 1 bedoelde aanduidingen de taal ( talen ) van de betrokken Lid-Staat wordt ( worden ) gebruikt .

Artikel 8

1 . Binnen een termijn van achttien maanden volgende op de kennisgeving van deze richtlijn treffen de Lid-Staten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen voor het volgen van deze richtlijn ; zij stellen de Commissie onverwijld daarvan in kennis .

2 . De Lid-Staten zien erop toe dat de tekst van alle belangrijke interne rechtsbepalingen die zij aanvaarden op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is , ter kennis van de Commissie wordt gebracht .

Artikel 9

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 22 november 1973 .

Voor de Raad

De Voorzitter

J . KAMPMANN

( 1 ) PB nr . C 10 van 5 . 2 . 1972 , blz . 29 .

( 2 ) PB nr . C 89 van 23 . 8 . 1972 , blz . 13 .